alprostadil (parenteraal)
Samenstelling
Prostin VR XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
alprostadil (parenteraal) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Voor de toepassing van alprostadil bij neonaten met congenitale hartafwijkingen is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Voor het tijdelijk openhouden van de ductus arteriosus bij neonaten met bepaalde aangeboren hartafwijkingen, in afwachting van een operatie. Tot de betreffende aangeboren afwijkingen behoren:
- Pulmonalis-atresie of -stenose;
- Tricuspidalisatresie;
- Tetralogie van Fallot;
- Onderbreking van de aortaboog;
- Coarctatie van de aorta;
- Mitralisatresie;
- Transpositie van de grote vaten met óf zonder andere afwijkingen.
De maximale werking wordt gezien bij kinderen van 4 dagen of jonger; het middel heeft in het algemeen weinig effect bij kinderen die ouder zijn dan 10 dagen.
Doseringen
Tijdelijk openhouden van de ductus arteriosus
Neonaten
Start met 0,1 microg/kg lichaamsgewicht/min (= 6 microg/kg/uur). Bij voldoende effect geleidelijk verlagen (bv. via 0,05 - 0,025 microg/kg/min) tot een zo laag mogelijke dosering (bv. 0,01 microg/kg/min = 0,6 microg/kg/uur). Als de startdosering van 0,1 microg/kg/min niet voldoende effect geeft, voorzichtig verhogen tot 0,4 microg/kg/min (= 24 microg/kg/uur).
Toediening: bij voorkeur als continu i.v.-infuus in een grote vene, eventueel via een katheter die bij de ductusingang wordt geplaatst.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): apneu (vooral bij een geboortegewicht < 2 kg en in het eerste uur van de intraveneuze toediening). Koorts.
Vaak (1-10%): bradycardie, hypotensie, tachycardie, hartstilstand. Convulsies. Gedissemineerde intravasculaire coagulatie (DIC). Diarree. Oppervlakkige vasodilatatie (vaker bij intra–arteriële toediening), oedeem. Septikemie. Hypokaliëmie.
Zelden (0,01-0,1%): vasculaire fragiliteit. Gastrische obstructie, hypertrofie van de gastrische mucosa. Exostose.
Verder is gemeld: reversibele corticale proliferatie van de lange botten (na langdurig gebruik).
Interacties
Er zijn geen interacties bekend met de standaardtherapie bij neonaten met aangeboren hartafwijkingen (zoals penicilline, gentamicine, dopamine, isoprenaline, digoxine, furosemide).
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Alprostadil alleen toepassen in ziekenhuizen waar een intensivecare-afdeling voor kinderen aanwezig is. Vanwege het risico op apneu, de ademhaling bewaken en zo nodig intuberen en beademen. Zo kort mogelijk behandelen met een zo laag mogelijke dosering.
Tevens regelmatig de arteriële druk controleren, bij een significante daling de toedieningssnelheid onmiddellijk verlagen.
Niet gebruiken bij 'Respiratory Distress Syndrome' (RDS) als gevolg van hyaliene membraanziekte.
Bij neonaten met een verminderde pulmonale bloedsomloop wordt de effectiviteit van alprostadil gemeten door monitoren van de toename in oxygenatie van het bloed, bij een verminderde systemische bloedsomloop wordt de effectiviteit bepaald door het monitoren van de toename van de systemische bloeddruk en de pH van het bloed.
Voorzichtig zijn bij een verhoogde bloedingsneiging omdat prostaglandine E1 een krachtige remmer is van de trombocytenaggregatie.
Bij toepassing langer dan 120 uur zorgvuldig controleren op antrumhyperplasie en obstructie van de maaguitgang.
Hulpstoffen; Dit middel bevat ethanol; dit kan slaperigheid of een verandering van gedrag veroorzaken bij de neonaat. Ethanol kan ook effect hebben op andere medicatie. Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals ethanol of propyleenglycol, bevatten. Aangezien dit middel meestal over een periode van 24 uur wordt toegediend, zal het effect van ethanol minder zijn.
Overdosering
Symptomen
Apneu, bradycardie, koorts, hypotensie en roodheid in het gelaat.
Therapie
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met alprostadil contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Alprostadil is identiek aan het lichaamseigen prostaglandine E1. Het verwijdt de ductus arteriosus bij neonaten. De arteriële bloeddruk en de zuurstofverzadiging stijgen, evenals de lichaamstemperatuur. Het werkingsmechanisme is nog niet geheel bekend, maar berust mogelijk op relaxatie van het gladde spierweefsel van de ductus arteriosus.
Kinetische gegevens
Overig | Er zijn geen kinetische gegevens bekend. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
alprostadil (parenteraal) hoort bij de groep vasodilatantia, overige.