aciclovir (oculair)
Samenstelling
Aciclovir oogzalf Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogzalf (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 4,5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een epitheliale herpes-simplexviruskeratitis is aciclovir-oogzalf aangewezen. Zie voor meer informatie de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017).
Offlabel: Bij een herpes-simplexvirusconjunctivitis is aciclovir-oogzalf aangewezen.
Indicaties
- Herpes simplex-keratitis.
- Offlabel: Herpes simplex-(blefaro)conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Herpes simplex-keratitis
Volwassenen en kinderen
1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak. De behandeling ten minste tot 3 dagen na volledige genezing voortzetten.
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak, ook zalf inmasseren in eventuele blaasjes op de ooglidranden. Aanbrengen tot een week nádat de (met fluoresceïne aankleurende) cornea-afwijkingen volledig zijn verdwenen; max. 2 weken gebruiken vanwege cornea-epitheeltoxiciteit. Noteer bij start van de behandeling de grootte van de dendriet. Controleer na 1 dag en vervolgens elke 2 dagen visus, cornea-epitheel en cornea-stroma.
Offlabel: Herpes simplex-(blefaro)conjunctivitis
Volwassenen en kinderen
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak, ook zalf inmasseren in eventuele blaasjes op de ooglidranden. Aanbrengen tot ten minste 3 dagen ná volledige genezing; max. 2 weken gebruiken vanwege cornea-epitheeltoxiciteit. Controleer de cornea om de drie dagen (middels fluoresceïnekleuring) en informeer naar het ontstaan van alarmsymptomen. Laat patiënt contact opnemen bij alarmsymptomen; verwijs naar de oogarts indien ondanks behandeling een keratitis ontstaat.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10% ): oppervlakkige keratitis punctata; hiervoor is stoppen met de behandeling niet noodzakelijk en de aandoening geneest zonder gevolgen.
Vaak (1-10%): direct na toediening milde prikkeling of licht stekend gevoel van het oog, conjunctivitis.
Zelden (0,01-0,1%): blefaritis.
Zeer zelden (< 0,01%): directe overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem en urticaria.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens zijn bij gebruik van oraal aciclovir tijdens een groot aantal zwangerschappen geen schadelijke effecten gezien.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan aciclovir na gebruik van de oogzalf is laag.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen nadelige effecten op de zuigeling gemeld bij oraal gebruik van aciclovir door de moeder. Het is onwaarschijnlijk dat bij lokale toediening bij de moeder werkzame hoeveelheden de zuigeling bereiken.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor (val)aciclovir.
Waarschuwingen en voorzorgen
Informeer patiënt bij de start van de behandeling dat aciclovir-oogzalf vaak na tien dagen wat gaat irriteren, maar bij herpes simplex-keratitis toch gebruikt moet worden tot een week nadat de cornea-afwijkingen zijn verdwenen. Bij herpes simplex-conjunctivitis is gebruik tot ten minste 3 dagen na volledige genezing noodzakelijk.
Doorverwijzing oogarts: een HSV-keratitis kan recidiveren (met een groter risico op stroma-aantasting); laat de patiënt contact op nemen zodra een recidief wordt herkend om antivirale behandeling te beginnen en te verwijzen naar een oogarts. Verwijs ook bij stroma-aantasting, bij contactlensdragers vanwege meer risico op complicaties, bij visusvermindering en bij uitbreiding van klachten tijdens behandeling met de aciclovir-oogzalf. Visusvermindering kan duiden op aantasting van andere structuren dan het oppervlakkige cornea-epitheel (zoals corneastroma, uvea of oogzenuw).
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Eigenschappen
Purine (guanine) nucleoside-analogon. Antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus, type 1 en 2 en het varicella-zostervirus. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Werking bij herpes simplex-keratitis: na aanvang meestal < 5 dagen duidelijk herstel; m.n. een eerste dendritische keratitis reageert over het algemeen zeer goed op aciclovir.
Kinetische gegevens
Resorptie | Penetreert snel in het hoornvliesepitheel en de oppervlakkige oogweefsels. Na aanbrengen niet detecteerbaar in het bloed. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
aciclovir (oculair) hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.