Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Miostat |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Pilocarpine minim, Pilocarpine oogdruppel FNA |
oculair |
||
Salagen |
|
oraal |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
Direct werkende parasympathicomimetica stimuleren de muscarine-(M3)-receptoren van diverse spieren en klieren waaronder:
- de musculus sphincter pupillae;
- de musculus ciliaris. Hierdoor treedt contractie op van de m. ciliaris en verwijding van de voorste oogkamerhoek; het trabekelsysteem wordt open getrokken;
- speeksel- en traanklieren.
Effect
- miose (pilocarpine oculair, carbacholinium);
- verlaging van de intra-oculaire druk door toename van uitstroom van het kamerwater (pilocarpine oculair);
- toename van de secretie van de speeksel- en traanklieren (pilocarpine systemisch). Hierdoor nemen klachten die het gevolg zijn van een droge mond en droge ogen, af.
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent bij (intra-)oculaire toepassing:
- verstoorde accommodatie met tijdelijke bijziendheid, pupilvernauwing met visusstoornissen bij schemer en donkerte, oogpijn, spierkramp in het ooglid, toegenomen traansecretie, anterieure en posterieure synechieën (pilocarpine oculair);
- verhoogde intraoculaire druk, hoofdpijn (carbacholine intra-oculair).
Relatief frequent bij oraal gebruik:
- misselijkheid, braken, diarree, buikpijn en -krampen;
- speekselvloed, rinitis, transpireren;
- frequente mictie;
- miose, toegenomen traansecretie;
- bradycardie en hypotensie (deze kunnen echter worden gevolgd door hypertensie en tachycardie), duizeligheid, hoofdpijn.
Minder frequent:
- zelden treden bovengenoemde systemische bijwerkingen op na gebruik van de oogdruppels.