Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Alfacalcidol, Etalpha |
oraal, parenteraal (inj./inf.) |
||
Hidroferol |
oraal |
||
Calcipotriol |
cutaan |
||
Silkis |
cutaan |
||
Rocaltrol |
oraal |
||
Cholecalciferol, Colecalciferol benferol, Colecalciferol drank FNA, D-Cura, Devaron, Divisun, Osferol-D3, Thorens, Vitamine D Will, Vitamine D3, Vitamine D3 Costero |
oraal |
||
Paricalcitol |
parenteraal (inj./inf.) |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
- Colecalciferol (vitamine D3) wordt omgezet in het actieve calcitriol. Dit herstelt de calciumhomeostase bij een calciumtekort in nauwe samenhang met de parathyroïdhormoon-concentratie, de calciumspiegel en de fosfaatspiegel. Dit komt door bevordering van de intestinale absorptie en de tubulaire resorptie van calcium;
- Calcitriol lijkt een rol te spelen bij veel meer processen, o.a. de spierfunctie, de afweer en auto-immuunprocessen.
Bij psoriasis:
- remmen de cutane middelen uit deze groep de proliferatie en stimuleren zij de differentiatie van epidermale keratinocyten.
Effect
- bevordering van de botmineralisatie en botvorming.
Bij psoriasis:
- vermindering van de hyperkeratose.
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent
- hypercalciëmie en hypercalciurie;
- metastatische calcificatie;
- demineralisatie van het bot;
- renale calcinose en nierfalen;
- hypertensie, soms gerelateerd aan hypercalciëmie, reversibel bij normalisering van de nierfunctie;
- hyperfosfatemie (vaker bij calcitriol (ca. 14–18%) dan bij paricalcitol (ca. 7–10%) 1).
Minder frequent
- mentale veranderingen;
- verminderde nierfunctie;
- primaire infantiele hypomagnesiëmie soms leidend tot neonatale hypocalciëmische convulsies;
- pancreatitis.
Meer informatie
Hypercalciëmie en hypercalciurie komen tot stand door excessieve gastro-intestinale absorptie van calcium en toegenomen mobilisatie van calcium uit bot. Dit kan leiden tot calcificatieproblemen: de afzetting van calciumzouten in diverse weefsels; calcificatie van de arteriële bloedvatwanden is het meest voorkomend. Ook waargenomen is neerslag van calcium in de ooglens (cataract), cornea en conjunctiva, longen (zeldzaam), pancreas en huid. Bij SLE-patiënten vindt de neerslag van calcium vooral periarticulair plaats (bij de toepassing van alfacalcidol). Alfacalcidol en calcitriol lijken het meest potent voor wat betreft deze effecten, bij paricalcitol komt hypercalciëmie minder vaak voor 1 2.
Renale bijwerkingen: Een verminderde nierfunctie komt meestal tot stand door calciumdepositie in de nieren (bij een dosering > 40 microg vitamine D/dag). Eerst gaat de tubulaire functie achteruit, de glomerulaire functie volgt later. Calcificatie van het merg van de nier (=nefrocalcinose) kan zich (m.n. bij kinderen) ontwikkelen door therapie met hoge dosis gecombineerd met calcium. Ook nierstenen kunnen zich ontwikkelen 1.
Mentale veranderingen kunnen onafhankelijk van de dosis en de periode waarover vitamine D is gegeven optreden. De symptomen omvatten o.a.: depressie, apathie, verlies van interesse, cerebellaire ataxie, perifere N.-facialisparese, bij acute intoxicatie zelfs stupor. De veranderingen kunnen optreden voordat somatische symptomen zich voordoen 1.
Initiële verschijnselen van hypervitaminose D omvatten: zwakte, vermoeidheid, gebrek aan energie, hoofdpijn, misselijkheid, braken en diarree. De nierfunctie kan al vroeg afnemen, met verschijnselen van polyurie, polydipsie, nycturie, een afgenomen vermogen de urine te concentreren, proteïnurie. Verschijnselen van chronische intoxicatie zijn o.a. de hiervoor omschreven afzetting van calciumzouten in verschillende weefsels 1.