Samenstelling
Arikayce
(als sulfaat)
Bijlage 2
Insmed Netherlands B.V.
- Toedieningsvorm
- Verneveldispersie
- Sterkte
- 59 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Doos van 28 flacons met Lamira vernevelsysteem (handvernevelaar, 4 aerosolkoppen, regeleenheid).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Garacol (als sulfaat) XGVS SERB SA
- Toedieningsvorm
- Implantatiespons
- Sterkte
- 32,5 mg
Bevat per implantatiespons van 5×5 cm: gentamicine 32,5 mg. De implantatiespons bevat paardencollageen als draagsubstantie.
- Toedieningsvorm
- Implantatiespons
- Sterkte
- 130 mg
Bevat per implantatiespons van 10×10 cm: gentamicine 130 mg. De implantatiespons bevat paardencollageen als draagsubstantie.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Niet-tuberculeuze mycobacteriële longinfecties: Amikacine liposomale suspensie voor inhalatie (ALIS) is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met niet-tuberculeuze mycobacteriële longziekten die worden veroorzaakt door het Mycobacterium avium-complex. ALIS toegevoegd aan een antibacterieel behandelschema heeft een plaats na een behandeling van ten minste 6 maanden op een op de ATS-richtlijn Diagnosis, Treatment, and Prevention of Nontuberculous Mycobacterial Diseases gebaseerd antibacterieel behandelschema bij volwassen patiënten zonder cystische fibrose met beperkte behandelopties.
Aan de vergoeding van amikacine liposomale suspensie zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
De toepassing van gentamicine-implantatiesponzen is beperkt tot de kliniek.
Indicaties
- Behandeling van niet-tuberculeuze mycobacteriële longinfecties veroorzaakt door het Mycobacterium avium-complex bij volwassenen die geen cystische fibrose hebben, en bij wie er beperkte behandelopties zijn.
Indicaties
- Als adjuvante behandeling van residuele (vermoedelijke) infecties van het bot: osteomyelitis en osteïtis.
- Profylaxe van lokale infecties na rectumamputatie en excisie van sinus pilonidalis.
Bij bewezen of vermoedelijke infecties niet als monotherapie gebruiken; geef ook geschikte systemische antibiotica.
Doseringen
Niet-tuberculeuze longinfecties veroorzaakt door het Mycobacterium avium-complex (MAC) bij patiënten zonder cystische fibrose
Volwassenen, incl. ouderen
Orale inhalatie: Eén flacon (590 mg) 1×/dag. Behandelduur: Voortzetten gedurende 12 maanden na sputumkweekconversie (= negatief worden van de kweek op MAC), en wel als onderdeel van een combinatie van antibacteriële behandelschema's (zie rubriek Advies). Maximaal 6 maanden behandelen als de sputumkweekconversie tegen die tijd niet is bevestigd. De maximale behandelduur is 18 maanden.
Een vergeten dosis niet inhalen, de volgende dosis de volgende dag toedienen. Geen dubbele dosis geven om de overgeslagen dosis in te halen.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig, omdat amikacine niet in de lever wordt gemetaboliseerd. Geïnhaleerd liposomaal amikacine is niet onderzocht bij patiënten met leverinsufficiëntie.
Verminderde nierfunctie: Dit middel is niet onderzocht bij een verminderde nierfunctie, toepassing bij een ernstig verminderde nierfunctie is gecontra-indiceerd.
Toediening
- Breng vóór toediening op kamertemperatuur en schud de flacon krachtig tot de inhoud uniform en goed gemengd is;
- Alleen oraal inhaleren via het Lamira vernevelsysteem (handvernevelaar, aerosolkop en regeleenheid). Niet toedienen via een andere route of door middel van een ander inhalatiesysteem;
- Plaats geen andere geneesmiddelen in de Lamira handvernevelaar.
Doseringen
Adjuvans bij osteomyelitis en osteïtis
Lokaal: Na heelkundig debridement van de infectiehaard gewoonlijk één implantatiespons van 130 mg of één van 32,5 mg in de wondholte plaatsen, max. 5 sponzen van 130 mg of max. 20 sponzen van 32,5 mg (dus max. 650 mg gentamicine). Bij gebruik van meer dan één implantatiespons een overloopdrain plaatsen.
Preventie van lokale infecties na rectumamputatie of excisie van sinus pilonidalis
Lokaal: Na heelkundig debridement van de infectiehaard gewoonlijk één implantatiespons van 130 mg of 4 van 32,5 mg in de wondholte plaatsen, max. 3 sponzen van 130 mg of max. 12 sponzen van 32,5 mg (dus max. 390 mg gentamicine). Bij gebruik van meer dan één implantatiespons een overloopdrain plaatsen.
Toediening
- De spons kan vlak worden aangebracht, opgerold of opgevouwen (en los samengeduwd) in de wondholte en vermengd met spongiosa voor implantatie in een botholte.
- De spons wordt geabsorbeerd en is biologisch afbreekbaar.
- De spons niet van tevoren nat maken, omdat dit kan leiden tot verlies van effectiviteit door voortijdig uitwassen van het wateroplosbare gentamicinesulfaat.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoesten, dyspneu, haemoptysis, dysfonie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, smaakstoornis, afonie, evenwichtsstoornis. Tinnitus, doofheid. Keelirritatie, orofaryngeale pijn, allergische alveolitis, chronische obstructieve longziekte, piepende ademhaling, productieve hoest, toegenomen sputumproductie, bronchospasme, pneumonitis, ontsteking van de stembanden. Infectieuze exacerbatie van bronchiëctasie, laryngitis, orale candidiasis. Verminderde nierfunctie. Misselijkheid, braken, diarree, droge mond, verminderde eetlust. Spierpijn, gewrichtspijn. Huiduitslag, jeuk. Vermoeidheid. Koorts, ongemakkelijk gevoel op de borst. Afname van het lichaamsgewicht.
Soms (0,1-1%): angst.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties incl. anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Bij gebruik van de spons is er minder kans op systemische bijwerkingen dan bij gebruik van de injecties, tenzij er sprake is van verminderde nierfunctie of van een andere nieraandoening.
Lokaal: erytheem, contacteczeem, jeuk en toename van de wondsecretie kunnen voorkomen als gevolg van absorptie van het in de spons voorkomende collageen.
Systemisch: mogelijk zijn:
- Neurotoxiciteit: een beschadiging van zowel de vestibulaire als de auditieve tak van de achtste hersenzenuw met (draai)duizeligheid, oorsuizen en doofheid, vooral bij nierinsufficiëntie en bij langdurige behandeling met hogere (systemische) doseringen gentamicine. Irreversibele schade aan het evenwichtsorgaan is gemeld. Ook een gedaalde bewustzijnsgraad is gemeld.
- Nefrotoxiciteit: blijkt uit oligurie, een stijging van het serumcreatininegehalte, het serumureumgehalte, de NPN-waarde en uit de aanwezigheid van cilinders, cellen (epitheel, rode en/of witte bloedcellen) of eiwit in de urine.
- Overgevoeligheidsreacties: anafylactische reactie (incl. shock), huiduitslag, erytheem, jeuk.
Interacties
Er is geen klinisch onderzoek verricht naar interacties van geïnhaleerd liposomaal amikacine.
Gecontra-indiceerd is het gebruik samen met een (ander) aminoglycoside, via welke toedieningsweg dan ook.
Gelijktijdig en/of aansluitend gebruik van andere geneesmiddelen met een neurotoxisch, nefrotoxisch of ototoxisch potentieel, die de toxiciteit van aminoglycosiden versterken (bv. diuretica als furosemide en i.v. mannitol) wordt niet aanbevolen.
Theoretisch zijn interacties mogelijk zoals gemeld bij intraveneuze toediening van amikacine, zie hiervoor amikacine (intraveneus). Wel zijn de serumconcentraties na inhalatie lager dan die na intraveneuze toediening van amikacine, wat mogelijk de kans op deze interacties doet afnemen.
Interacties
Alhoewel de systemische blootstelling aan gentamicine bij gebruik van de spons doorgaans laag is, toch rekening houden met de volgende interacties, vooral als er ook sprake is van een verminderde nierfunctie of een andere nieraandoening. De kans op nefro-, neuro- en/of ototoxiciteit neemt toe bij gelijktijdig of aaneensluitend gebruik van systemische/andere aminoglycosiden, en van ciclosporine, cisplatine, amfotericine B, colistine, polymyxine B, sommige cefalosporinen, vancomycine en sterk werkende diuretica zoals furosemide.
Bij gelijktijdig gebruik met neuromusculair werkende spierrelaxantia (zoals atracurium, suxamethonium en rocuronium), anesthetica of massale transfusies van met citraat ontstold bloed, rekening houden met een (verlengde) neuromusculaire blokkade en ademhalingsverlamming; als dit gebeurt de blokkade antagoneren met een calciumzout (bv. calciumgluconaat).
Combinatie met bacteriostatische geneesmiddelen vermindert de werking van gentamicine.
Gelijktijdig lokaal gebruik van β-lactamantibiotica en de implantatiespons kan resulteren in wederzijdse inactivering.
Zwangerschap
Amikacine passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens over gebruik van geïnhaleerd liposomaal amikacine. Van parenteraal toegediend amikacine zijn in dieronderzoek geen teratogene afwijkingen gemeld.
Farmacologisch effect: Aminoglycosiden hebben in hoge doseringen een oto- en nefrotoxisch effect. Er zijn meldingen van volledige, irreversibele, bilaterale congenitale doofheid bij kinderen van wie de moeder de aminoglycoside streptomycine kreeg tijdens de zwangerschap. Ook bij kanamycine is ototoxiciteit gemeld. Bij gebruik van systemisch gentamicine is beschadiging van foetale nieren gemeld.
Advies: Uit voorzorg gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: In dieronderzoek is geen effect op de vruchtbaarheid gemeld.
Zwangerschap
Gentamicine passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik van andere aminoglycosiden is gehoorschade gemeld. Gentamicine accumuleert in de foetale nier; er zijn aanwijzingen dat gentamicine de foetale nieren kan beschadigen. De systemische blootstelling aan gentamicine bij de lokale toepassing van de spons is echter minimaal; waarschijnlijk te laag om effecten bij de foetus te veroorzaken.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij liposomaal amikacine (inhalatie). In geringe mate bij niet-liposomaal amikacine (intraveneus). De systemische blootstelling na inhalatie van liposomaal amikacine is naar verwachting echter laag vergeleken met intraveneuze toediening van amikacine.
Farmacologisch effect: Aminoglycosiden worden waarschijnlijk nauwelijks uit het maag-darmkanaal van de zuigeling opgenomen, bij jonge zuigelingen en prematuren is er mogelijk wel opname doordat de darmwand minder goed ontwikkeld is. Er is beperkte ervaring met intraveneuze toepassing van amikacine tijdens de borstvoeding. Bij prematuren en jonge zuigelingen kan mogelijk stapeling optreden doordat het middel langzamer wordt verwijderd uit het lichaam. In theorie kan de darmflora worden verstoord. Dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Prematuren en neonaten hebben een verhoogde darmdoorlaatbaarheid; toxische effecten zijn theoretisch niet uitgesloten evenals verstoring van de darmflora, die kan leiden tot diarree of kolonisatie met gisten of schimmels. De systemische blootstelling aan gentamicine bij gebruik van de spons is echter laag.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Gelijktijdige toediening met een aminoglycoside, via welke toedieningsweg dan ook;
- Ernstige nierinsufficiëntie;
- Overgevoeligheid voor soja;
- Overgevoeligheid voor aminoglycosiden.
Zie ook de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor aminoglycosiden of collageen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden kan optreden; ga voor instelling van de behandeling na of er eerder overgevoeligheidsreacties op aminoglycosiden hebben plaatsgevonden (zie ook de rubriek Contra-indicaties).
Wanneer allergische alveolitis optreedt, de behandeling met geïnhaleerd liposomaal amikacine staken en een medisch passende behandeling instellen.
Bronchospasme is gemeld; bij een voorgeschiedenis van reactieve luchtwegaandoeningen, astma of bronchospasmen eerst een kortwerkende bronchodilatator gebruiken.
Exacerbatie van onderliggende longaandoening zoals (infectieuze) exacerbatie van COPD of bronchiëctasie is gemeld; wees voorzichtig met het starten van de behandeling bij patiënten met deze aandoeningen. Overweeg het staken van de behandeling met geïnhaleerd liposomaal amikacine bij tekenen van exacerbatie.
Ototoxiciteit (waaronder doofheid, (draai)duizeligheid, presyncope en oorsuizen) is gemeld. Controleer auditieve en vestibulaire functies bij alle patiënten. Frequente monitoring wordt geadviseerd bij patiënten met bekende of vermoedelijke auditieve of vestibulaire disfunctie. Overweeg de behandeling met geïnhaleerd liposomaal amikacine te staken bij het optreden van ototoxiciteit. Patiënten met mitochondriale DNA-mutaties, in het bijzonder de nucleotide 1555 A>G substitutie in het 12S rRNA-gen, lopen een groter risico op ototoxiciteit, zelfs als de serumspiegels binnen het aanbevolen bereik vallen. In geval van een familiaire voorgeschiedenis van aminoglycoside-geïnduceerde doofheid of bekende mitochondriale DNA-mutaties in het 12S rRNA-gen een andere behandeling als alternatief voor aminoglycosiden overwegen.
Controleer periodiek de nierfunctie bij alle patiënten, monitor frequenter bij patiënten met een pre-existent verminderde nierfunctie. Overweeg de behandeling met geïnhaleerd liposomaal amikacine te staken bij het optreden van nefrotoxiciteit.
Neuromusculaire stoornissen, zoals spierzwakte, perifere neuropathie en evenwichtsstoornis zijn gemeld. Aminoglycosiden kunnen spierzwakte verergeren vanwege een curare-achtig effect op de neuromusculaire verbinding. Gebruik bij patiënten met myasthenia gravis wordt daarom niet aanbevolen. Controleer patiënten met enige bekende of vermoede neuromusculaire stoornissen nauwlettend.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden kunnen optreden.
Nierfunctie: Ondanks de doorgaans lage serumconcentraties bij gebruik van de spons, bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie de voordelen van de behandeling zorgvuldig afwegen tegen de nadelen. Houdt de nierfunctie nauwlettend in de gaten en meet de serumconcentratie van gentamicine. Vermijd gelijktijdig gebruik van systemische aminoglycosiden en de spons; als dit toch noodzakelijk is, dan uitsluitend onder goede controle van de serumspiegels en nierfunctie.
Wees voorzichtig bij neuromusculaire aandoeningen zoals myasthenia gravis of parkinsonisme, omdat aminoglycosiden de spierzwakte theoretisch kunnen verergeren door hun potentiële curare-achtige effecten op de neuromusculaire junctie.
Hoewel bijwerkingen op de achtste hersenzenuw, zowel de vestibulaire als de auditieve takken, eerder optreden bij systemisch gebruik en bij een pre-existente verminderde nierfunctie, toch rekening houden met de mogelijkheid ervan. Beschadiging van de evenwichtsorganen kan, zoals met andere aminoglycosiden, irreversibel zijn.
Vanwege de aanwezigheid van dierlijk collageen voorzichtig zijn bij immuun- en/of bindweefselziekten zoals lupus erythematodes, sclerodermie en chronische polyarthritis.
Bij optreden van lokale overgevoeligheidsreacties bij gebruik van de spons de behandeling staken.
De veiligheid van de spons bij kinderen is niet beoordeeld.
Overdosering
Symptomen
Bij een bestaande verminderde nierfunctie, doofheid of vestibulaire stoornis, of bij verminderde neuromusculaire transmissie: verergering van de bestaande stoornis.
Neem voor meer informatie over een overdosering met geïnhaleerd liposomaal amikacine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Amikacine in liposomale formulering. Amikacine is een semisynthetisch aminoglycoside met een sterk bactericide werking. Het bindt aan een specifiek receptoreiwit van de 30S-subeenheid van de bacteriële ribosomen en interfereert met een initiatiecomplex tussen messenger-RNA en de 30S-subeenheid. Dit leidt tot remming van de bacteriële eiwitsynthese. Een mechanisme van resistentie tegen amikacine in mycobacteriën lijkt een verband te hebben met mutaties in het rrs-gen van het 16S-ribosomaal RNA.
Kinetische gegevens
V d | ca. 5,0 l/kg. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | Het systemisch geabsorbeerde deel aan amikacine wordt onveranderd met de urine uitgescheiden, voornamelijk door glomerulaire filtratie. Hemodialyse en peritoneale dialyse versnellen de extractie van amikacine uit het bloed. Niet geabsorbeerd amikacine wordt vermoedelijk primair via opgehoest sputum geëlimineerd. |
T 1/2el | 3,3-14,0 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gentamicine is een aminoglycoside met een sterk bactericide werking. Het remt de eiwitsynthese in bacteriën door binding aan de 30S-subunit van het ribosoom.
De implantatiespons wordt geabsorbeerd (is biologisch afbreekbaar).
Gentamicine is werkzaam tegen een groot aantal Gram-negatieve en Gram-positieve bacteriën.
Doorgaans gevoelig voor gentamicine zijn: Staphylococcus spp. incl. Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig).
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (excl. meticilline–gevoelig), Staphylococcus epidermidis, Citrobacter spp., Enterobacter spp., Escherichia coli, Klebsiella spp., Pseudomonas aeruginosa, sommige species van Proteus zoals Proteus mirabilis (indol–negatief) en Proteus vulgaris (indol–positief), Salmonella enterica, Serratia spp. en Shigella spp.
Ongevoelig zijn species van: Enterococcus, Streptococcus (de meeste zijn resistent), Bacteroides en Clostridium.
Kinetische gegevens
Overig | Na implantatie spons na 1–2 uur hoge lokale concentraties (300–9000 microg/ml). Gentamicine-afgifte afhankelijk van wijze en locatie implanteren: hogere lokale piekconcentraties in weke delen dan in bot. Concentraties exsudaat hoog gedurende ca. 3 dagen na operatie. Serumconcentraties > 0,5 microg/ml kunnen voorkomen; meestal ca. 3 microg/ml bij botinfecties en 4–5 microg/ml bij weke-deleninfecties; toxische niveaus (> 10 microg/ml) komen doorgaans niet voor. Gentamicine passeert de bloed-hersenbarrière en peritoneale membraan. |
Metabolisering | systemisch opgenomen gentamicine wordt gedeeltelijk metabool geïnactiveerd door conjugatie. |
Eliminatie | vnl. via de nieren door glomerulaire filtratie, 30–100% onveranderd binnen 24 uur. Hemodialyse kan de plasmaconcentratie van gentamicine verlagen. |
T 1/2el | van parenteraal toegediend gentamicine: 2–3 uur (bij volwassenen). Bij ernstige nierfunctiestoornissen aanzienlijk langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
amikacine (inhalatie) hoort bij de groep aminoglycosiden.
Groepsinformatie
gentamicine (implantatie) hoort bij de groep aminoglycosiden.