Samenstelling
Ondexxya XGVS Aanvullende monitoring Portola Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 200 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Toxogonin (chloride) SERB SA
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor het advies de module Bloeding of ingreep bij DOAC's (update 2021) van de NIV-Richtlijn Antitrombotisch beleid 2020 op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Als antidotum voor volwassenen die worden behandeld met een directe factor Xa-remmer (apixaban of rivaroxaban), wanneer omkering van antistolling nodig is vanwege levensbedreigende of ongecontroleerde bloedingen.
Indicaties
- Vergiftiging door organische fosforverbindingen, zoals in plantenziektenbestrijdingsmiddelen en insecticiden (bv. parathion = E 605; Phosdrin; Merkon e.a.) en zoals zenuwgassen in oorlogssituaties (bv. Sarin, Soman, Novichok).
Doseringen
Het aanbevolen doseerschema van andexanet α is gebaseerd op de dosis apixaban of rivaroxaban die de patiënt gebruikt op het moment van omkering van de antistolling, alsmede op de verstreken tijd sinds de laatste dosis. Als de sterkte van de laatste dosis antistollingsmiddel of het interval tussen de laatste dosis en de bloedingsepisode niet bekend is, is er geen dosisaanbeveling beschikbaar. Controleer voor toediening eerst (als de tijd dit toelaat) de anti-Fxa spiegel.
Omkering van antistolling met apixaban
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij een lage dosis apixaban: d.w.z. laatste dosis van ≤ 5 mg óf indien de laatste dosis ≥ 8 uur geleden bij > 5 mg: intraveneus 400 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 15 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 4 mg/min gedurende 2 uur (480 mg).
Bij een hoge dosis apixaban: d.w.z. laatste dosis van > 5 mg toegediend < 8 uur geleden: intraveneus 800 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 30 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 8 mg/min gedurende 2 uur (960 mg).
Omkering van antistolling met rivaroxaban
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij een lage dosis rivaroxaban: d.w.z. laatste dosis van ≤ 10 mg óf indien de laatste dosis ≥ 8 uur geleden bij > 10 mg: intraveneus 400 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 15 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 4 mg/min gedurende 2 uur (480 mg).
Bij een hoge dosis rivaroxaban: d.w.z. laatste dosis van > 10 mg toegediend < 8 uur geleden: intraveneus 800 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 30 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 8 mg/min gedurende 2 uur (960 mg).
Hervatten behandeling: Behandeling met antitrombotica weer starten als de patiënt klinisch stabiel is en er voldoende hemostase is bereikt. Weeg hierbij de voordelen van antistolling af tegen de risico’s van hernieuwde bloeding.
Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Intoxicatie door organische fosforverbindingen
Volwassenen
Eerst snel atropine toedienen: 2–5 mg i.v. Herhaal iedere 5–15 min tot het effect van atropine duidelijk is: warme droge huid, droge mond, milde tachycardie. Na de eerste atropinedosering(en) de behandeling met obidoxim starten: 250 mg (1 ampul) langzaam i.v.. Daarna als continu infuus van 750 mg/24 uur zo lang als reactivering van acetylcholinesterase mogelijk is.
Kinderen
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: vanaf 1 maand: combineren met atropine i.v. of i.m. 0,05 mg/kg per dosis, zo nodig elke 10–30 min herhalen op geleide van sinusritme. Maximale dosering atropine per dosis: 2 mg. Obidoxim 4–8 mg/kg per dosis in 5–10 minuten. Eventueel na 1–2 uur herhalen. Volgens de fabrikant eerst atropine: 1–3 mg i.v. per dosis. Herhaal iedere 5–15 min tot het effect van atropine duidelijk is: warme droge huid, droge mond, milde tachycardie. Na de eerste atropinedosering(en) de behandeling met obidoxim starten: 4–8 mg/kg lichaamsgewicht langzaam i.v. Continu infuus 10 mg/kg lichaamsgewicht/24 uur zo lang als reactivering van acetylcholinesterase mogelijk is.
Verminderde nierfunctie: bij een glomerulaire filtratiesnelheid <30 ml/min is mogelijk aanpassing van de dosis nodig.
Toediening: obidoxim kan ook i.m. worden toegediend.
Bijwerkingen
Gemeld bij patiënten met acute ernstige bloedingen (doelgroep)
Vaak (1-10%): CVA, ischemische beroerte. Myocardinfarct. Diepveneuze trombose, longembolie. Koorts.
Soms (0,1-1%): herseninfarct, TIA. Hartstilstand. Arteria iliaca-occlusie. Voorbijgaande infusie gerelateerde reactie met stijfheid, koude rillingen, hypertensie, zuurstofdesaturatie, agitatie en verwardheid (licht tot matig in ernst).
Bijwerkingen
Hoge doses kunnen neuromusculaire blokkade veroorzaken. Verder zijn gemeld: toegenomen hartfrequentie, aritmie, bloeddrukstijging, droge mond, geelzucht en afwijkende leverfunctie, hypo-esthesie, spierzwakte, warm en koud voelen, een mentholsmaak.
Interacties
Vermijd gebruik van andexanet α voorafgaand aan hepariniseren, bv. tijdens een operatie, omdat andexanet α ongevoeligheid voor heparine veroorzaakt. Het gebruik van andexanet α als antidotum voor heparine of LMWH's is niet geëvalueerd en wordt niet aanbevolen.
Andexanet α kan worden gebruikt in combinatie met standaard hemostatische ondersteunende maatregelen. Vermijd indien mogelijk de combinatie met procoagulante factor-behandelingen (bv. 3- of 4-factor-protrombinecomplexconcentraat (PCC)/geactiveerd PCC, recombinant factor VIIa, vers bevroren plasma) en volbloed. De veiligheid is niet onderzocht bij patiënten die binnen zeven dagen voorafgaand aan het bloedingsvoorval protrombinecomplexconcentraten, recombinant factor VIIa of volbloed kregen.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend. Vanwege de renale uitscheiding is interactie met geneesmiddelen die ook renaal worden uitgescheiden theoretisch mogelijk.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Advies: In geval van een ernstige intoxicatie dient een zwangere als een niet-zwangere behandeld te worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: In het algemeen wordt aangeraden geen borstvoeding te geven ten tijde van een intoxicatie.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor hamstereiwit.
Contra-indicaties
- Vergiftiging met cholinesteraseremmende stoffen van het carbamaattype; atropine kan dan wèl gegeven worden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd het gebruik van andexanet α voorafgaand aan hepariniseren (bv. tijdens een operatie); zie de rubriek Interacties. Andexanet α is niet geschikt als voorbehandeling bij spoedeisende operaties. Gebruik voor omkering van de antistolling met edoxaban of enoxaparine wordt niet aanbevolen vanwege een gebrek aan gegevens.
Monitor de behandeling op basis van klinische parameters die duiden op een passende respons (het bereiken van hemostase), gebrek aan werkzaamheid (opnieuw bloeden) en bijwerkingen (trombotische voorvallen); monitoring mag niet gebaseerd zijn op anti-FXa-activiteit. Commerciële anti-FXa-activiteitstests zijn niet geschikt voor het meten van anti-FXa-activiteit na toediening van andexanet α, aangezien deze testen leiden tot foutief verhoogde anti-FXa-activiteitsniveaus, met als gevolg een aanzienlijke onderschatting van het omkerend effect van andexanet α.
Monitor tijdens behandeling op symptomen van trombose, aangezien neutralisatie van het anticoagulerend effect van behandeling met factor Xa-remmers patiënten blootstelt aan het tromboserisico van hun onderliggende aandoening. Bij patiënten met een acute ernstige bloeding zijn trombotische voorvallen gemeld binnen 30 dagen na toediening; zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen. Daarnaast is het pro-coagulerend effect van andexanet α, gemedieerd door de remming van ‘tissue factor pathway inhibitor’ (TFPI), aangetoond; dosisafhankelijke verhoging van stollingsmarkers en verlaging van TFPI is waargenomen bij gezonde (niet bloedende) proefpersonen. Voorlopige gegevens bij patiënten met acute ernstige bloedingen duiden op meer kans op trombose bij patiënten die de hogere dosis andexanet ontvangen, voorheen de lagere dosis van de anti-factor Xa-remmer, en patiënten die rivaroxaban gebruiken. Overweeg na het beëindigen van behandeling met andexanet α de antistollingstherapie te hervatten om het risico van trombotische voorvallen te verminderen.
Overweeg bij het optreden van matig-ernstige infusiereacties (zie de rubriek Bijwerkingen) tijdens de infusie een korte onderbreking of verlaging van de infusiesnelheid. Eventueel kan difenhydramine worden toegediend.
Het ontwikkelen van niet-neutraliserende antistoffen tegen andexanet α is waargenomen bij ca. 10 % van de patiënten. Deze antistoffen hadden echter meestal een lage titer en geen klinische gevolgen. Er werden geen neutraliserende antistoffen of antistoffen tegen factor X of factor Xa waargenomen.
Overige onderzoeksgegevens
- De veiligheid van andexanet α op lange termijn is nog onbekend;
- De veiligheid en werkzaamheid bij een nierfunctiestoornis zijn niet vastgesteld; aangezien er weinig tot geen uitscheiding via de nieren plaatsvindt is dosisaanpassing niet nodig;
- De veiligheid en werkzaamheid bij een leverfunctiestoornis zijn niet vastgesteld; aangezien eiwitten niet via gal en/of feces worden uitgescheiden is dosisaanpassing niet nodig;
- De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het gebruik van obidoxim vervangt nooit de toediening van atropine. Geef atropine bij voorkeur al voordat de patiënt naar het ziekenhuis gaat, om hartstilstand te voorkomen. Geef in ieder geval atropine alvorens over te gaan tot toediening van obidoxim. Bij organofosfaatvergiftiging worden hoge doses atropine verdragen.
Bij vergiftigingen per os, direct de maag spoelen, waarbij wegens aspiratiegevaar de ademhalingswegen zorgvuldig moeten worden vrijgehouden. Rijkelijke toediening van geactiveerde kool is noodzakelijk.
Bij vergiftigingen door huidcontact met een organofosfaat, de kleding verwijderen en het gehele lichaam wassen met een natriumbicarbonaatoplossing of polyethyleenglycol. Als dat niet kan, wassen met water en zeep.
Wees voorzichtig bij patiënten met myasthenia gravis die een cholinesteraseremmer gebruiken, vanwege het risico op een myastene crisis bij toediening van obidoxim.
Controleer de leverfuncties indien hoge dosis obidoxim worden gegeven omdat obidoxim vanaf 8 mg/kg hepatotoxisch kan zijn, veelal van voorbijgaande aard.
Overdosering
Er is geen ervaring met overdosering van andexanet α. Er is geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen tijdens klinische onderzoeken.
Neem voor meer informatie over een overdosering met andexanet α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Ernstige overdosering met obidoxim kan een averechts effect geven, namelijk verdere remming van acetylcholinesterase en toename van de vergiftigingssymptomen. Daarnaast kan ernstige overdosering voorbijgaande verstoringen van de leverfunctie veroorzaken.
Therapie
Neem voor informatie over een vergiftiging met obidoxim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Andexanet α is een gemodificeerde vorm van humaan factor Xa-eiwit, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van Chinese hamsters. Het is een specifiek antidotum voor de direct werkende anticoagulantia apixaban en rivaroxaban. Het bindt met hoge affiniteit aan directe factor Xa-remmers, waardoor deze niet langer beschikbaar zijn om hun antistollingseffecten uit te oefenen. Mogelijk levert remming van de activiteit van ‘tissue factor pathway inhibitor’ (TFPI) door binding aan TFPI, ook een bijdrage aan de werking. Andexanet α bevat geen enzymatische factor Xa–activiteit. Hierdoor is het niet in staat om protrombine te splitsen en te activeren en zich in het protrombinasecomplex te assembleren, waardoor eventuele antistollingseffecten niet op kunnen treden.
De maximale omkering van de anti-factor Xa-activiteit treedt op binnen 2 minuten na voltooiing van de bolustoediening. Bij opvolgende toediening als continue infusie blijft de afgenomen anti-factor Xa-activiteit gehandhaafd. Afhankelijk van de dosering keert de anti-factor Xa-activiteit ca. 2 uur na het einde van een bolus of infusie terug tot het oorspronkelijke niveau en daarboven. Herstel van trombinegeneratie na toediening is dosis- en dosisschema-afhankelijk en hangt niet samen met anti-factor Xa-activiteit na ca. 4 uur.
Kinetische gegevens
V d | (steady-state) 0,13–0,14 l/kg (na bolusinjectie 400 mg resp. 800 mg). |
Metabolisering | waarschijnlijk door endogene proteasen. |
T 1/2el | 3,8–4,2 uur (na bolusinjectie 400 mg resp. 800 mg). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Obidoxim is een antidotum bij een organofosfaatvergiftiging. Het reactiveert de geblokkeerde acetylcholinesterases. Obidoxim wordt in combinatie met atropine toegepast, waarbij atropine de muscarinerge symptomen van de vergiftiging tegengaat, en obidoxim de nicotinerge. Een significant effect wordt gezien bij plasmaspiegels van 10–20 micromol (3,6–7,2 mg) obidoximchloride/liter. Bij hogere dan de aanbevolen doseringen, kan juist remming van acetylcholinesterasen optreden.
Kinetische gegevens
T max | 20–40 minuten. |
V d | 0,171 l/kg; bij organofosfaatvergiftiging hoger, tot 0,32 l/kg. |
Eliminatie | snel, voornamelijk met de urine. |
T 1/2el | ca. 2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
andexanet alfa hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk
Groepsinformatie
obidoxim hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk