Samenstelling
Erleada XGVS Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 60 mg, 240 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Nubeqa XGVS Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 300 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de adviezen van de commissie BOM nvmo.org/bom (onder apalutamide).
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Advies
Zie voor de behandeling van prostaatcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Zie voor de adviezen van de commissie BOM nvmo.org (onder darolutamide).
Indicaties
Prostaatcarcinoom
- Niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (nm-CRPC) bij volwassenen, waarbij er een groot risico is van metastasering;
- Gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) bij volwassenen, in combinatie met androgeendeprivatietherapie (ADT).
Indicaties
- Niet-gemetastaseerde castratieresistent prostaatcarcinoom (nmCRPC) bij volwassenen met een hoog risico op het ontwikkelen van gemetastaseerde ziekte.
- Gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) in combinatie met docetaxel en androgeendeprivatietherapie.
Doseringen
Prostaatcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
240 mg 1×/dag. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matige verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30–89 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) vanwege onvoldoende gegevens; gebruik apalutamide voorzichtig en pas dosis aan indien (ernstige) bijwerkingen optreden.
Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens.
Ernstige bijwerkingen: bij CTCAE-graad ≥ 3 of niet te verdragen bijwerkingen de behandeling onderbreken tot de symptomen verbeteren tot ≤ graad 1 of de oorspronkelijke graad. Hervat de behandeling met dezelfde of een lagere dosis (180 of 120 mg 1×/dag).
Gemiste dosis: neem zo snel mogelijk de dosis alsnog in en ga de volgende dag verder met het oorspronkelijke innameschema. Géén 2 doses op één dag innemen.
Toediening: de tablet(ten) iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in hun geheel (zonder kauwen, breken of oplossen) innemen met of zonder voedsel. Bij slikproblemen of als toediening via een neusmaagsonde gewenst is, kunnen de tabletten worden gedispergeerd in koolzuurvrij water. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).
Doseringen
Niet-gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker (nmCRPC)
Volwassenen (incl. ouderen)
600 mg 2×/dag. Darolutamide voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt. Bij patiënten die niet operatief zijn gecastreerd, de chemische castratie tijdens de behandeling voortzetten met een gonadoreline-agonist. Bij mHSPC de eerste 6 cycli docetaxel binnen 6 weken na start van darolutamide toedienen.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (15–29 ml/min) zonder hemodialyse is de aanbevolen startdosering 300 mg 2×/dag.
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–7) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore > 7) is de aanbevolen startdosering 300 mg 2×/dag.
Ernstige bijwerkingen: bij toxiciteit ≥ graad 3 of onverdraaglijke bijwerkingen van darolutamide de behandeling onderbreken of de dosis verlagen tot 300 mg 2×/dag tot de symptomen zijn verdwenen. Vervolgens de behandeling hervatten met de oorspronkelijke dosis. Een dosisverlaging onder 300 mg tweemaal per dag wordt niet aanbevolen, omdat de werkzaamheid hiervan niet is vastgesteld.
Gemiste dosis: deze zo snel mogelijk alsnog innemen. Er mag geen dubbele dosis worden ingenomen om een vergeten dosis in te halen.
Toediening: de tabletten in hun geheel met voedsel innemen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie, opvliegers. Huiduitslag/huidreacties (bij ca. 26%; CTCAE-graad 3 bij ca. 6%) zoals erythemateus, maculeus, papuleus, pustuleus, vesiculeus, exfoliatief en verder urticaria, pemfigoïd en erythema multiforme. Diarree. Vermoeidheid, verminderde eetlust. Artralgie. Afname lichaamsgewicht. Vallen, fractuur.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte (mogelijk fataal), zoals (instabiele) angina pectoris, (acuut) myocardinfarct, coronaire hartziekte (kransslagaderstenose, -occlusie of -atherosclerose), ischemische cerebrovasculaire aandoeningen, zoals CVA. Spierspasme. Jeuk, alopecia. Dysgeusie. Hypothyroïdie. Hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie.
Soms (0,1-1%): convulsie, restless legssyndroom.
Verder is gemeld: QT-verlenging. Toxische epidermale necrolyse, geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS), Stevens-Johnsonsyndroom. Interstitiële longziekte.
Bijwerkingen
Bij nmCRPC
Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid, asthenie, lethargie, malaise. Neutrofielenaantal verlaagd. Stijging ASAT en bilirubine.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte, hartfalen. Huiduitslag. Pijn in de ledematen, spierpijn, fractuur.
Bij mHSPC
Zeer vaak (> 10%): hypertensie, huiduitslag. Daling neutrofielenaantal, stijging ASAT, ALAT en bloedbilirubine.
Vaak (1-10%): facturen, gynaecomastie.
Interacties
(Mogelijke) klinisch relevante interacties beperken zich vooral tot het effect van apalutamide (en de actieve metaboliet) op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen.
Apalutamide is een sterke inductor van vooral CYP3A4 en CYP2C19 en een lichte inductor van CYP2C9. Mogelijk heeft apalutamide ook inducerende activiteit bij UGT's. Houd rekening met verlaagde plasmaspiegels van geneesmiddelen die substraten zijn van de genoemde CYP-enzymsystemen of houd rekening met de toename van plasmaspiegels van actieve metabolieten bij vorming ervan. Het inducerend effect treedt geleidelijk in en houdt gezien de lange eliminatiehalfwaardetijd (ca. 3 dagen) na staken van de therapie gedurende twee weken of langer aan. Wees vooral alert bij de combinatie met geneesmiddelen die voornamelijk door deze enzymsystemen worden gemetaboliseerd en tevens een smalle therapeutische breedte hebben zoals voor CYP3A4 alfuzosine, domperidon, kinidine, ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, sommige statinen, alfentanil, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE-5-remmers, sommige calciumantagonisten en sommige HIV–proteaseremmers, voor CYP2C19 clopidogrel (let op: prodrug), fenytoïne, amitriptyline, clomipramine, imipramine, citalopram, en voor CYP2C9 sulfonylureumderivaten (bv. glibenclamide, glipizide, tolbutamide), vitamine K-antagonisten, fenytoïne en valproïnezuur.
Apalutamide heeft enige inducerende eigenschappen op de transporters Pgp, BCRP en OATP1B1; mogelijk dat de blootstelling aan substraten van deze transporters vermindert bij gelijktijdig gebruik met apalutamide.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT₃-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen (bv. de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).
Interacties
Darolutamide is een remmer van borstkankerresistentie-eiwit (BCRP). De combinatie met een gevoelig BCRP-substraat, zoals rosuvastatine, vermijden omdat de blootstelling van het BCRP-substraat kan stijgen.
Darolutamide is een substraat van CYP3A4- en P-glycoproteïne (Ppg). De combinatie met een sterke of matige CYP3A4- of Pgp-inductor, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine en sint-janskruid, vermijden omdat de blootstelling van darolutamide kan afnemen.
In combinatie met een gecombineerde sterke CYP3A4- en Pgp-remmer, zoals itraconazol, de patiënt nauwgezet controleren op toxiciteit en indien nodig de dosis aanpassen.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT3-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Zowel bij mens als dier onbekend. Gezien het werkingsmechanisme zou apalutamide nadelige effecten bij de embryo/foetus kunnen bewerkstelligen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn bij therapeutische doseringen nadelig effecten op de vruchtbaarheid geconstateerd zoals atrofie, hypertrofie of hyperplasie van de voortplantingsorganen, en aspermie/hypospermie; de veranderingen waren reversibel.
Overig: Het is onbekend of apalutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw een condoom gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een condoom én een andere vorm van anticonceptie gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Op basis van dieronderzoek kan darolutamide de vruchtbaarheid aantasten.
Overig: Het is onbekend of darolutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een zeer effectieve anticonceptiemethode gebruiken gedurende én tot 1 week na de therapie om zwangerschap te voorkomen. Daarnaast bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw gedurende en tot 1 week na de therapie een condoom te gebruiken; blootstelling van de foetus aan darolutamide via spermaoverdracht aan de zwangere vrouw kan de ontwikkeling van de foetus beïnvloeden.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is borstvoeding niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is lactatie niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten of andere predisponerende factoren hiervoor, zoals hersenletsel, beroerte (< 1 jaar), primaire hersentumoren of -metastasen, alcoholisme of het gebruik van geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen. Bij optreden van een insult de behandeling definitief staken.
Controleer nauwlettend op klachten of symptomen van hart- en vaatziekten. Gevallen van Ischemische hartziekte en ischemische cerebrovasculaire aandoeningen, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld. Bij de meeste gevallen was sprake van cardiovasculaire risicofactoren. Bij toepassing van apalutamide bij klinisch relevante cardiovasculaire risicofactoren deze zorgvuldig monitoren en zo mogelijk behandelen. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik bij recente (in de afgelopen 6 maanden) cardiovasculaire ziekte, zoals bij een myocardinfarct, ernstige of instabiele angina pectoris, hartfalen, arteriële of veneuze trombo-embolische voorvallen en klinisch relevante ventriculaire aritmieën.
Androgeendeprivatie kan gepaard gaan met QT-verlenging. Wees daarom voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren voorafgaand aan en regelmatig tijdens de therapie elektrolyten en ECG controleren.
Vanwege de kans op (mogelijk fatale gevallen van) ernstige huidreacties de patiënt onmiddellijk contact laten opnemen bij eerste tekenen van ernstige overgevoeligheidsreacties zoals progressieve huiduitslag, vaak met blaas-, blaar- en schilfervorming. Bij symptomen die wijzen op ernstige huidreacties zoals toxische epidermale necrolyse, DRESS of Stevens-Johnsonsyndroom de behandeling onmiddellijk en definitief staken.
Interstitiële longziekte (ILD), waaronder fatale gevallen, is gemeld. Bij acute en/of onverklaarbare verergering van longsymptomen de behandeling onderbreken en de patiënt onderzoeken. Bij bevestiging van ILD de behandeling met apalutamide staken.
Controleer regelmatig de schildklierfunctie; substitutie met levothyroxine kan nodig zijn.
Apalutamide kan osteoporose veroorzaken; toepassing van geneesmiddelen hiervoor kan nodig zijn. Evalueer vóór aanvang van de behandeling de kans op fracturen of vallen bij de patiënt.
Voor vruchtbare mannen: zie de informatie in de rubriek Zwangerschap.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Onderzoeksgegevens: apalutamide is niet onderzocht bij een verminderde nier- of leverfunctie. Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Er zijn geen gegevens voor een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min). Een klein klinisch onderzoek gaf aan dat bij een licht tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) een dosisaanpassing niet nodig is. Apalutamide wordt vooral gemetaboliseerd in de lever en er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15); toepassing van apalutamide wordt niet aanbevolen. De veiligheid en werkzaamheid bij bestaande hart-en vaatziekten zijn niet vastgesteld; zie hierboven in deze rubriek.
Waarschuwingen en voorzorgen
Verminderde nier- of leverfunctie: de beschikbare gegevens over het gebruik bij een matig verminderde leverfunctie of een ernstig verminderde nierfunctie zijn beperkt. Darolutamide is niet onderzocht bij een ernstig verminderde leverfunctie. Omdat de blootstelling verhoogd kan zijn de patiënt nauwgezet controleren op toxiciteit.
Patiënten met klinisch significante cardiovasculaire ziekte in de afgelopen 6 maanden, waaronder beroerte, myocardinfarct, ernstige/instabiele angina pectoris, coronaire/perifere arteriële bypass en symptomatisch congestief hartfalen werden uitgesloten van deelname aan klinisch onderzoek. Behandel patiënten met recente cardiovasculaire ziekte voorafgaand aan de behandeling met darolutamide.
Bij stijging van de levertransaminasen die duidt op door darolutamide geïnduceerde idiosyncratische leverschade, de behandeling met darolutamide definitief staken.
Androgeendeprivatie kan leiden tot QT-verlenging. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen < 18 jaar.
Vruchtbare mannen: zie de rubriek Zwangerschap.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met apalutamide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
In geval van een hogere inname dan de aanbevolen dosis kan de behandeling met darolutamide worden voortgezet en kan de volgende dosis worden ingenomen zoals gepland.
De hoogste dosis darolutamide die klinisch werd onderzocht was 900 mg 2×/dag. Er werd bij deze dosis geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen. Gezien de verzadigbare absorptie en de afwezigheid van bewijs voor acute toxiciteit, zal naar verwachting een hogere inname dan de aanbevolen dosis niet leiden tot toxiciteit.
Eigenschappen
Androgeenreceptorantagonist met niet-steroïde structuur. Apalutamide remt de werking van testosteron door binding aan androgeenreceptoren (AR). Remt tevens de nucleaire translocatie van geactiveerde AR, de binding van geactiveerde AR aan DNA en de AR-gemedieerde transcriptie. Door deze effecten vermindert de groei van prostaatkankercellen en kan regressie van prostaattumoren optreden. Apalutamide heeft zelf geen AR-agonistische activiteit.
Kinetische gegevens
F | ca. 100% |
T max | ca. 2 uur. |
V d | ca. 3,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 96% (apalutamide), 95% (actieve metaboliet). |
Metabolisering | In grote mate. Via CYP2C8 en CYP3A4 tot het werkzame N-desmethylapalutamide. Deze actieve metaboliet heeft in vitro ca. de helft van de werkzaamheid van apalutamide. Apalutamide en de actieve metaboliet worden verder gemetaboliseerd door carboxylesterasen tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | Voornamelijk in de vorm van inactieve metabolieten: ca. 65% met de urine en 24% met de feces. |
T 1/2el | ca. 3 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Darolutamide is een remmer van de androgeenreceptor (AR). Darolutamide remt competitief de androgeenbinding en gaat daarmee de werking van testosteron tegen, het remt de nucleaire translocatie van de AR naar de celkern, en het remt de door AR gemedieerde transcriptie. Dit leidt tot afname van de proliferatie van prostaatcarcinoomcellen. Darolutamide bestaat uit twee diastereomeren: (S,R)-darolutamide en (S,S)-darolutamide.
Kinetische gegevens
F | ca. 30% bij inname op een lege maag; voedsel verhoogt de biologische beschikbaarheid met een factor 2–2,5. |
T max | ca. 4 uur. |
Eiwitbinding | ca. 92% voor darolutamide en > 99% voor de actieve metaboliet ketodarolutamide. |
Overig | steady-state wordt bereikt na 2–5 dagen. |
V d | 1,7 l/kg. |
Metabolisering | wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4 via oxidatie en door glucuronidering door UGT1A9 en UGT1A1. Ketodarolutamide is ongeveer even actief. |
Eliminatie | wordt voor 63,4% uitgescheiden in de urine (waarvan ca. 7% onveranderd) en voor 32,4% uitgescheiden in de feces. |
T 1/2el | ca. 20 uur (darolutamide), ca. 9 uur (S,R)-darolutamide, ca. 22 uur (S,S)-darolutamide). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
apalutamide hoort bij de groep anti-androgenen.
Groepsinformatie
darolutamide hoort bij de groep anti-androgenen.