Samenstelling
Scemblix XGVS Aanvullende monitoring Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 20 mg, 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van chronische myeloïde leukemie de geldende behandelrichtlijn op hovon.nl.
Indicaties
Philadelphia-chromosoompositieve chronische myeloïde leukemie in de chronische fase (Ph+ CML-CP) bij volwassenen na eerdere behandeling met twee of meer tyrosinekinaseremmers.
Doseringen
Philadelphia-chromosoompositieve CML in de chronische fase
Volwassenen (incl. ouderen)
40 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of tot onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Dosisaanpassing vanwege bijwerkingen: verlaag de dosis naar 20 mg 2×/dag. Bij niet verdragen van deze dosis de behandeling definitief staken. Zie verder voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (zoals trombocytopenie en/of neutropenie, stijging lipase en/of amylase of niet-hematologische bijwerkingen), de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1).
Verminderde nierfunctie er is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Gemiste dosis: binnen 6 uur innemen, daarna niet meer.
Toediening
- de tabletten in hun geheel (dus niet breken, fijnmaken of kauwen) innemen met water;
- innemen op een lege maag: vanaf 2 uur voor tot 1 uur na inname niet eten.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie. Trombocytopenie, neutropenie, anemie. Dyslipidemie. Hoofdpijn, duizeligheid. Hypertensie. Hoesten, dyspneu. Stijging lipase- en amylase-spiegel in het bloed, hyperlipasemie, braken, diarree, misselijkheid, buikpijn. Stijging ALAT, ASAT en gamma-GT . (Maculopapuleuze) huiduitslag, jeuk. Spierpijn, gewrichtspijn, botpijn. Vermoeidheid, asthenie, (perifeer) oedeem, koorts.
Vaak (1-10%): ondersteluchtweginfectie, influenza. Verminderde eetlust, hyperglykemie. Droge ogen, wazig zien. Hartkloppingen. Pleurale effusie, niet-cardiale pijn op de borst. Pancreatitis. Stijging bilirubine in het bloed. Urticaria. Stijging creatinekinase in het bloed. QT-interval verlengd.
Soms (0,1-1%): febriele neutropenie, pancytopenie. Overgevoeligheid.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen met een bekend risico op 'torsade de pointes' (zoals chloroquine, claritromycine, haloperidol, methadon, moxifloxacine, pimozide).
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne of sint-janskruid (Hypericum perforatum), omdat de blootstelling aan asciminib kan verminderen.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met CYP3A4-substraten met een smalle therapeutische breedte (zoals fentanyl, alfentanil, ergotamine), omdat de blootstelling van het substraat kan toenemen. Aanpassing van de dosis asciminib is niet nodig.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische breedte (zoals fenytoïne), omdat de blootstelling van het substraat kan toenemen. Aanpassing van de dosis asciminib is niet nodig.
Op basis van farmacokinetisch onderzoek is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik met substraten van OATP1B en/of BCRP, waaronder atorvastatine, methotrexaat, rosuvastatine, simvastatine, sulfasalazine.
Op basis van farmacokinetisch onderzoek is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik met Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte, zoals colchicine, dabigatran en digoxine,
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (embryotoxisch, foetotoxisch en teratogeen)
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 3 dagen na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende én tot ten minste 3 dagen na de therapie.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Beenmergdepressie is een risico, daarom tijdens de eerste 3 maanden van de behandeling complete bloedtellingen uitvoeren, daarna maandelijks of op klinische indicatie. Controleer op tekenen en klachten van beenmergdepressie. Op basis van de ernst van de trombocytopenie en/of neutropenie de dosis verlagen of de behandeling tijdelijk of definitief staken. Beenmergdepressie komt vaak voor, waaronder ernstige (CTCAE graad 3 of 4) trombocytopenie en neutropenie. In klinisch onderzoek was deze doorgaans reversibel na tijdelijk staken van de behandeling.
Pancreastoxiciteit is gemeld en kan ernstig zijn. Daarom de serumlipase- en amylasewaarden tijdens de behandeling maandelijks of op klinische indicatie beoordelen. Controleer op tekenen en klachten van pancreastoxiciteit, in het bijzonder bij een voorgeschiedenis van pancreatitis. Als verhogingen van serumlipase en amylase gepaard gaan met abdominale klachten, de behandeling tijdelijk staken en onderzocht verrichten om pancreatitis uit te sluiten. Op basis van de ernst van de serumlipase- en amylaseverhogingen de dosis verlagen of de behandeling tijdelijk of definitief staken.
QT-verlenging is mogelijk, daarom aan het begin van de behandeling een ECG maken en tijdens de behandeling op klinische indicatie. Corrigeer hypokaliëmie en hypomagnesiëmie voorafgaand aan de behandeling en controleer de waarden tijdens de behandeling op klinische indicatie.
Op hypertensie en andere cardiovasculaire risicofactoren regelmatig controleren tijdens de behandeling. Behandel indien nodig.
Op het hepatitis B-virus (HBV)-dragerschap controleren voorafgaand aan de behandeling. Dragers van HBV tijdens de behandeling en een aantal maanden daarna nauwlettend op klachten en verschijnselen van een actieve HBV-infectie controleren. Van andere BCR-ABL-tyrosinekinaseremmers is bekend dat bij chronische dragers van HBV, reactivatie kan optreden.
Niet onderzocht: de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar is niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met asciminib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Tyrosinekinaseremmer. Asciminib is een sterke remmer van BCR-ABL, een fusie-eiwit dat wordt geproduceerd door het Philadelphia(Ph)-chromosoom. Het bindt binnen de zogenoemde myristoyl-pocket en induceert een inactieve conformatie.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel volledig. |
T max | 2–3 uur |
F | ca. 73%. |
V d | ca. 1,6 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 97,3%. |
Metabolisering | voornamelijk via CYP3A4-gemedieerde oxidatie en UGT2B7- en UGT2B17-gemedieerde glucuronidering. |
Eliminatie | uitscheiding voornamelijk via de feces (80%, waarvan 56,7% in onveranderde vorm) en in mindere mate in de urine (11%). Eliminatie vindt plaats via de gal door BCRP. |
T 1/2el | 7-15 uur. |
Overig | Een vetrijke maaltijd verlaagt de AUC van asciminib met ca. 62,3%. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
asciminib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.
- abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
- acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
- afatinib (L01EB03) Vergelijk
- alectinib (L01ED03) Vergelijk
- avapritinib (L01EX18) Vergelijk
- axitinib (L01EK01) Vergelijk
- binimetinib (L01EE03) Vergelijk
- bosutinib (L01EA04) Vergelijk
- brigatinib (L01ED04) Vergelijk
- cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
- ceritinib (L01ED02) Vergelijk
- cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
- crizotinib (L01ED01) Vergelijk
- dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
- dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
- dasatinib (L01EA02) Vergelijk
- encorafenib (L01EC03) Vergelijk
- entrectinib (L01EX14) Vergelijk
- erlotinib (L01EB02) Vergelijk
- everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
- fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
- gefitinib (L01EB01) Vergelijk
- gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
- ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
- idelalisib (L01EM01) Vergelijk
- imatinib (L01EA01) Vergelijk
- lapatinib (L01EH01) Vergelijk
- larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
- lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
- lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
- midostaurine (L01EX10) Vergelijk
- neratinib (L01EH02) Vergelijk
- nilotinib (L01EA03) Vergelijk
- nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
- nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
- osimertinib (L01EB04) Vergelijk
- palbociclib (L01EF01) Vergelijk
- pazopanib (L01EX03) Vergelijk
- pemigatinib (L01EN02) Vergelijk
- pirtobrutinib (L01EL05) Vergelijk
- ponatinib (L01EA05) Vergelijk
- regorafenib (L01EX05) Vergelijk
- ribociclib (L01EF02) Vergelijk
- ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
- selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
- sorafenib (L01EX02) Vergelijk
- sunitinib (L01EX01) Vergelijk
- temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
- tepotinib (L01EX21) Vergelijk
- tivozanib (L01EK03) Vergelijk
- trametinib (L01EE01) Vergelijk
- tucatinib (L01EH03) Vergelijk
- vandetanib (L01EX04) Vergelijk
- vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
- zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk