Samenstelling
Atosiban (als acetaat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 7,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,9 ml
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 7,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Veoza Aanvullende monitoring Astellas Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 45 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De werkzaamheid van atosiban bij de behandeling van dreigende vroeggeboorte (voor vervoer naar een perinatologisch centrum en/of toediening van corticosteroïden) komt overeen met die van de middelen nifedipine en indometacine. Bij dreigende vroeggeboorte gaat de voorkeur uit naar de middelen nifedipine en atosiban. Wanneer contra-indicaties aanwezig zijn voor nifedipine, zoals een cardiovasculaire voorgeschiedenis of een kans op hypotensie, wordt van atosiban gebruik gemaakt. Atosiban heeft als nadeel een intraveneuze toediening. Voordelen van atosiban zijn een gunstig bijwerkingenprofiel en grote toepasbaarheid. Atosiban is wel aanzienlijk duurder dan de andere middelen. Indien met nifedipine en atosiban niet wordt uitgekomen kan tot 30 weken draagtijd worden uitgeweken naar indometacine.
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen een oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Voor fezolinetant is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Dreigende vroeggeboorte in geval van regelmatige baarmoedercontracties met een duur van minimaal 30 s en een frequentie ≥ 4 per half uur, ontsluiting van 1–3 cm (0–3 voor nullipara) en verstrijken van de portio ≥ 50%, bij een doorlopen zwangerschap tussen 24 en 33 volledige weken én een normale hartslag van de foetus.
Indicaties
- Matige tot ernstige vasomotorische symptomen (VMS) tijdens de peri- en postmenopauze.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Dreigende vroeggeboorte bij een zwangerschapsduur van 24–33 volledige weken
Zo spoedig mogelijk na de diagnose van premature weeën starten met een i.v. bolusinjectie van 6,75 mg in 1 min, onmiddellijk gevolgd door een oplaadinfuus van 18 mg (= 24 ml)/uur (= 300 microg/min) gedurende 3 uur en een vervolginfuus van 6 mg (= 100 microg /min = 8 ml)/uur) over maximaal 45 uur. De totale behandelduur is maximaal 48 uur; de totale dosering ≤ 330,75 mg atosiban. Indien de uteruscontracties tijdens toediening blijven voortduren, een alternatieve therapie overwegen. Bij een eventuele herhaling hetzelfde doseringsadvies volgen.
Het concentraat voor infusievloeistof verdunnen in een isotone zoutoplossing, Ringer-oplossing of een 5% isotone glucoseoplossing tot een concentratie van 0,75 mg/ml.
Doseringen
Vasomotorische symptomen
Volwassenen
45 mg 1×/dag. Beoordeel periodiek of behandeling nog nodig is.
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (eGFR ≥ 30 ml/min/1,73 m²) is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik wordt ontraden bij een ernstig verminderde nierfunctie (eGFR < 30ml/min/1,73 m²). Fezolinetant is niet onderzocht bij terminaal nierfalen (eGFR < 15ml/min/1,73 m²).
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik wordt ontraden bij een matig tot ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 7–15).
Ouderen (> 65 j.): er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Gemiste dosis: een gemiste dosis binnen 12 uur zo spoedig mogelijk innemen. Als er meer dan 12 uur verstreken is, de gemiste dosis overslaan. Hierna de behandeling via het gebruikelijke schema vervolgen.
Toediening: de tablet in zijn geheel innemen met vloeistof, met of zonder voedsel. Dagelijks innemen op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, opvliegers. Tachycardie, hypotensie. Braken. Hyperglykemie. Reactie op de injectieplaats.
Soms (0,1-1%): koorts. Slapeloosheid. Jeuk, huiduitslag.
Zelden (0,01-0,1%): allergische reactie. Uteriene bloedingen en uteriene atonie.
Verder zijn gemeld: dyspneu en pulmonaal oedeem, met name in combinatie met andere geneesmiddelen met tocolytische activiteit en/of bij meerlingenzwangerschap.
Bij de pasgeborenen zijn in klinisch onderzoek geen bijwerkingen waargenomen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): Slapeloosheid. Diarree, buikpijn. ALAT of ASAT verhoogd.
Zelden (0,01-0,1%): adenocarcinoom van het endometrium.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van matige of krachtige CYP1A2-remmers (bv. ethinylestradiolbevattende anticonceptiva en fluvoxamine) is gecontra-indiceerd. Deze verhogen de plasmaspiegel van fezolinetant.
In vitro remt fezolinetant OAT1 en OAT3.
Zwangerschap
Teratogenese: Schadelijke effecten zijn niet gezien bij gebruik bij een zwangerschapsduur van 24 tot 33 weken. Er zijn ook geen aanwijzingen voor langetermijneffecten bij kinderen, maar er is nog weinig onderzoek naar gedaan.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: in toxiciteitsonderzoeken met dieren werden embryonale letaliteit, late resorptie, een lager foetaal gewicht, een toegenomen verlies van embryo's/het optreden van miskramen en verminderde mannelijke geslachtsrijpheid gezien.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd. Adviseer perimenopauzale vrouwen die zwanger kunnen worden effectieve niet-hormonale anticonceptie te gebruiken. Staak de behandeling onmiddellijk indien patiënte zwanger wordt tijdens het gebruik van fezolinetant.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Advies: Borstvoeding (aan een eerder kind) tijdens zwangerschap staken, aangezien het bij borstvoeden vrijkomende oxytocine de uteruscontractie kan doen toenemen en het effect van de tocolyse kan tegenwerken.
Overig: Geeft een remming van de afscheiding van moedermelk.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Onbekend bij de mens.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
- zwangerschapsduur van < 24 of > 33 volledige weken;
- voortijdig breken van de vruchtvliezen bij > 30 weken zwangerschap;
- verdenking op intra-uteriene infectie;
- placenta praevia;
- abruptio placenta;
- abnormale hartslag van de foetus;
- uteriene hemorragie ante partum, eclampsie en ernstige pre-eclampsie, waardoor onmiddellijke bevalling noodzakelijk is;
- foetale dood in utero;
- iedere andere conditie van moeder of foetus die voortzetting van de zwangerschap gevaarlijk maakt.
Contra-indicaties
- gelijktijdig gebruik van matige of krachtige CYP1A2-remmers (zie ook de rubriek Interacties);
- bekende of vermoede zwangerschap (zie ook de rubriek Zwangerschap).
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening dient plaats te vinden door een arts met ervaring in de behandeling van premature weeën.
Wees voorzichtig indien het vroegtijdig breken van de vliezen niet kan worden uitgesloten, vanwege het potentiële risico van chorioamnionitis.
Ervaring bij verminderde lever- of nierfunctie ontbreekt. De ervaring is daarnaast beperkt bij meervoudige zwangerschappen, bij zwangerschappen van 24–27 weken en bij (max. 3) herhalingsbehandelingen. Wees voorzichtig bij toepassing bij een meerlingenzwangerschap en/of gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen met tocolytische activiteit, zoals calciumantagonisten en β-mimetica.
In geval van vertraging van de groei in utero hangt de beslissing om toediening van atosiban voort te zetten of te herhalen af van een evaluatie van de foetale rijpheid.
Tijdens de behandeling en bij voortdurende contracties bewaking van de uteriene contracties en van de hartslag van de foetus overwegen.
Omdat atosiban als antagonist van oxytocine de uterus kan verslappen en het post partum bloedverlies kan versterken, na de bevalling het bloedverlies controleren.
De veiligheid en effectiviteit bij zwangeren < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór (her)start met fezolinetant, neem een volledige anamnese af en controleer periodiek gedurende de behandeling conform de gangbare klinische praktijk.
Monitor de leverfunctie bij een vermoedelijke of bekende leveraandoening gedurende de behandeling. Vrouwen met een actieve leverziekte of chronisch matig of ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 7–15) zijn niet opgenomen in de klinische onderzoeken. De farmacokinetiek van fezolinetant is niet onderzocht bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15).
Verhogingen van transaminasewaarden van ≥ 3× ULN kwamen voor bij 2,1% (ALAT) resp. 1,0% (ASAT) van de vrouwen die fezolinetant gebruikten. Deze stijgingen waren over het algemeen asymptomatisch en dit ging niet gepaard met een stijging van de bilirubinewaarde (> 2× ULN). De transaminasewaarden keerden zowel bij voortzetting als na onderbreking of beëindiging van de toediening terug naar (dichtbij) het niveau van voor de behandeling. Bij acute levertestafwijkingen, staak het gebruik van fezolinetant tot deze waarden normaliseren.
Gebruik bij vrouwen die een oncologische behandeling ondergaan voor borstkanker of andere oestrogeenafhankelijke maligniteiten is niet onderzocht en wordt daarom ontraden. Maak een baten/risicoafweging per individu voor het gebruik bij vrouwen die eerder borstkanker of andere oestrogeenafhankelijke maligniteiten hadden en die geen oncologische behandeling meer ondergaan.
Gelijktijdig gebruik van hormoonsubstitutietherapie met oestrogeen is niet onderzocht en wordt daarom ontraden.
Vrouwen met een voorgeschiedenis van convulsies zijn niet onderzocht, maak een baten/risicoafweging bij de beslissing om te behandelen met fezolinetant.
Overdosering
Symptomen
hoofdpijn, misselijkheid en paresthesie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met fezolinetant contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Synthetisch peptide. Competitieve antagonist voor humaan oxytocine op de receptor. Gaat bij premature weeën de baarmoedercontracties tegen, waardoor een rusttoestand van de baarmoeder wordt verkregen. Werking: binnen 10 minuten na toediening.
Werkingsduur: gedurende 12 uur (≤ 4 contracties per uur).
Kinetische gegevens
Overig | Een steady-state-plasmaconcentratie wordt binnen 1 uur na aanvang van het infuus bereikt. |
V d | circa 0,26 l/kg. |
Metabolisering | de belangrijkste metaboliet is 10× minder effectief dan atosiban. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als de actieve metaboliet. |
T 1/2el | ca. 1,7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fezolinetant is een niet-hormonale selectieve neurokinine 3 (NK3)-receptorantagonist. Het blokkeert de binding van neurokinine B (NKB) op het kisspeptine/neurokinine B/dynorfine (KNDy)-neuron, waarvan verondersteld wordt dat het de balans in de neuronale activiteit van KNDy in het thermoregulatiecentrum van de hypothalamus herstelt. Bij postmenopauzale vrouwen werd bij behandeling een tijdelijke afname van de waarde van het luteïniserend hormoon (LH) gezien.
Kinetische gegevens
T max | 1–4 uur. |
V d | 2,7 l/kg. |
Metabolisering | fezolinetant wordt door CYP1A2 hoofdzakelijk omgezet in de voornaamste metaboliet ES259564, deze is 20× minder krachtig tegen de NK3-receptor. |
Eliminatie | vooral met de urine (77%), in mindere mate met de feces (15%). |
T 1/2el | 9,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
atosiban hoort bij de groep gynaecologische middelen, overige.
Groepsinformatie
fezolinetant hoort bij de groep gynaecologische middelen, overige.