Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Orladeyo (als dihydrochloride) Aanvullende monitoring BioCryst Ireland Limited

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
150 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij de lange termijn preventieve behandeling (LTP) van aanvallen van erfelijk angio-oedeem als gevolg van C1-esteraseremmerdeficiëntie kunnen C1-esteraseremmerpreparaten, lanadelumab of berotralstat worden gebruikt. Deze middelen geven een vermindering in het aantal HAE-aanvallen en een verbetering in kwaliteit van leven.

Indicaties

  • Routinepreventie van recidiverende aanvallen van erfelijk angio-oedeem (HAE) bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Preventie van aanvallen bij hereditair angio-oedeem

Volwassenen (incl. ouderen > 65 j.) en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 40 kg

150 mg 1×/dag.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (eGFR < 30 ml/min) berotralstat bij voorkeur vermijden; overweeg passende controle (bijvoorbeeld ECG) als behandeling toch noodzakelijk is. Vermijd gebruik bij terminaal nierfalen (ESRD) met hemodialyse omdat er geen klinische gegevens zijn.

Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-6) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 7) gebruik vermijden.

Bij een gemiste dosis deze zo spoedig mogelijk alsnog innemen, zonder de eenmaaldaagse dosis te overschrijden.

Toediening: de capsule met voedsel innemen, ter beperking van gastro-intestinale bijwerkingen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): (sinus)hoofdpijn. Buikpijn, diarree; meestal in de eerste 1-3 maanden van gebruik en reversibel zonder de behandeling te staken.

Vaak (1-10%): braken, gastro-oesofageale reflux, flatulentie. Huiduitslag. Verhoogde waarden van ASAT, ALAT.

Verder is gemeld: misselijkheid.

Interacties

Berotralstat is een substraat van P-glycoproteïne (Pgp) en BCRP (breast cancer resistance protein). Het is een matige remmer van CYP3A4 en CYP2D6, en een zwakke remmer van CYP2C9 en Pgp.

Ciclosporine (een Pgp- en BCRP-remmer) verhoogt de AUC van berotralstat met ca. 27% en verlaagt de Cmax met ca. 7%. Dosisaanpassing van berotralstrat wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met Pgp- en BCRP-remmers.

Pgp- en BCRP-inductoren (bv. rifampicine, sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentratie van berotralstat verlagen. Het gebruik van Pgp-inductoren wordt niet aanbevolen met berotralstat.

Bij combinatie met een CYP3A4-substraat kan dosisaanpassing van het substraat nodig zijn, met name als het een smalle therapeutische breedte heeft (zoals ciclosporine, fentanyl). Berotralstat verhoogt de AUC van oraal midazolam met ca. 124% en de Cmax met ca. 45%; berotralstat verhoogt de AUC van amlodipine met ca. 77% en de Cmax met ca. 45%. Berotralstat kan de AUC van orale anticonceptiva die door CYP3A4 worden gemetaboliseerd verhogen. Combinatie met desogestrel verhoogde de AUC van etonogestrel met 58%, zonder invloed op de Cmax. Dosisaanpassing wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met desogestrel.

Bij combinatie met een Pgp-substraat kan dosisaanpassing nodig zijn, bijvoorbeeld als het Pgp-substraat een smalle therapeutische breedte heeft (zoals digoxine). Berotralstat verhoogt bijvoorbeeld de AUC van digoxine met ca. 48% en de Cmax met ca. 58%.

Bij combinatie met een CYP2D6-substraat kan dosisaanpassing nodig zijn, met name als het een smalle therapeutische breedte heeft (zoals pimozide).

Berotralstat verhoogt de AUC en Cmax van tolbutamide (CYP2C9-substraat) met ca. 73% resp. ca. 19%. Dosisaanpassing van het substraat wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met CYP2C9-substraten.

Voorzichtig zijn bij combinatie met andere middelen die het QT-interval verlengen, vanwege een mogelijke verlenging van het QT-interval door berotralstat.

Zwangerschap

Berotralstat passeert de placenta (bij ratten en konijnen).

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Gebruik ontraden.

Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 1 maand na de laatste dosis.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Een nadelig effect voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Acute aanval van hereditair angio-oedeem (HAE): berotralstat is alleen geïndiceerd voor preventief gebruik; bij een doorbraakaanval deze behandelen met een ander hiervoor geregistreerd middel, zie ook middelen bij hereditair angio-oedeem.

QT-verlenging kan optreden, met name als hoger dan de aanbevolen dosering gebruikt wordt. Dit risico is mogelijk verhoogd bij een verminderde nierfunctie; bij een ernstig verminderde nierfunctie alleen gebruiken onder passende controle zoals een ECG. Er zijn geen gegevens over gebruik bij risicofactoren voor QT-verlenging, zoals verstoring van de elektrolytenhuishouding, bestaande QT-verlenging (verworven of familiair), hogere leeftijd of gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen. Bij deze patiënten gebruik van berotralstat bij voorkeur vermijden. Overweeg passende controle (bijvoorbeeld ECG’s) als behandeling noodzakelijk is.

Er zijn geen gegevens over gebruik bij patiënten met HAE met een normale C1-esterase-activiteit, bij een lichaamsgewicht < 40 kg en bij kinderen < 12 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met berotralstat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Eigenschappen

Plasmakallikreïneremmer. Bij HAE is er sprake van verhoogde activiteit van plasmakallikreïne, wat resulteert in de vorming van bradykinine, een krachtige vasodilatator die de vasculaire permeabiliteit verhoogt en verantwoordelijk is voor de HAE-aanvallen. Berotralstat voorkomt een toegenomen activiteit van plasmakallikreïne en daarmee angio-oedeemaanvallen bij HAE.

Kinetische gegevens

T max 5 uur (met voedsel), 2 uur (nuchter).
V d 44,6 l/kg.
Eiwitbinding ca. 99%.
Metabolisering in de lever door CYP2D6 en CYP3A4 tot 8 metabolieten.
Eliminatie ca. 9% in de urine (ca. 3,4% onveranderd), ca. 79% in de feces (ca. 50% onveranderd). Berotralstat wordt waarschijnlijk niet geëlimineerd door hemodialyse.
T 1/2el 93 uur (39-152 uur).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Externe links