Samenstelling
Bromazepam
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 3 mg, 6 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Byfavo (als besilaat) XGVS Aanvullende monitoring PAION Deutschland GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie
- Sterkte
- 20 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per ml: remimazolam 2,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie/infusie
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.
Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.
Aan de vergoeding van bromazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Voor de toepassing van remimazolam is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Symptomatische behandeling van pathologische angst en spanning, die ernstig is, invaliderend is of ernstig lijden veroorzaakt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Procedurele sedatie bij volwassenen;
- Inductie en onderhoud van anesthesie bij volwassenen.
Doseringen
Angst en spanning
Volwassenen
Voor ambulante patiënten: gemiddeld 1,5–3 mg 3×/dag. In ernstige gevallen, bij klinische behandeling: 6–12 mg 2–3x/dag. Om cumulatie te voorkomen tijdens de behandeling de patiënt in het begin van de behandeling regelmatig controleren. Na enkele weken, max. na 2 maanden, de behandeling staken. Als, na herevaluatie, behandeling langer dan 2 maanden nodig is, de behandeling geleidelijk staken.
Bij ouderen en patiënten met chronische respiratoire insufficiëntie: lager dan gewoonlijk doseren.
Doseringen
Controleer voortdurend de hart- en ademhalingsfunctie.
Er moet een benzodiazepine-antidotum (flumazenil) en bewakings- en reanimatieapparatuur klaarstaan voor direct gebruik.
Procedurele sedatie met gelijktijdig gebruik van een opioïd
Volwassenen (exclusief ouderen ≥ 65 jaar, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg)
Dien het opioïd eerst toe en wacht 1–2 min. Bv. 50 microg fentanyl.
Aanvangsdosis remimazolam: i.v. 5 mg (2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 2,5 mg (1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 33 mg.
Ouderen (≥ 65 jaar) en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Dien het opioïd eerst toe en wacht 1–2 min. Bv. 50 microg fentanyl of een voldoende verlaagde dosis voor oudere of verzwakte patiënten.
Aanvangsdosis remimazolam: i.v. 2,5–5 mg (1–2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 1,25–2,5 mg (0,5–1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 17,5 mg.
Procedurele sedatie zonder gelijktijdig gebruik van een opioïd
Volwassenen (exclusief ouderen, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg)
Aanvangsdosis: i.v. 7 mg (2,8 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 2,5 mg (1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 33 mg.
Ouderen (≥ 65 jaar) en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Aanvangsdosis: i.v. 2,5–5 mg (1–2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 1,25–2,5 mg (0,5–1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 17,5 mg.
Algemene anesthesie
Volwassenen
Inductie: individueel. Aanvankelijk 6 mg/min, zo nodig optitreren tot max. 12 mg/min. afhankelijk van respons en gebruike pre-medicatie is veelal 10–40 mg remimazolam nodig voor de inductie. Gewoonlijk worden aanvullend opioïde analgetica gegeven in combinatie met remimazolam.
Onderhoud: Aanbevolen startdosis middels continue infusie is 1 mg/min met een bereik van 0,1–2,5 mg/min. Aanvullend kunnen bolussen van 6 mg gedurende 1 min. gegeven worden. Max. 3 bolussen per 60 min, met een minimale tussentijd van 5 min per bolus. Tegen het einde van de operatie eventueel de dosis neertitreren, om sneller herstel mogelijk te maken.
Ouderen ≥ 65 jaar, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Overweeg een startdosis in een lager bereik.
Verminderde nierfunctie: Een dosisaanpassing is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Uit relatief weinig gegevens bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) blijkt dat klinische effecten (waaronder ademhalingsdepressie) meer uitgesproken zijn en langer aanhouden; een dosisaanpassing is niet nodig maar het tijdstip van de titratiedoses tot een werkzame dosis moet zorgvuldig worden bepaald.
Toediening: Bedoeld voor i.v.-gebruik, vóór toediening reconstitueren met natriumchloride (0,9%) oplossing voor injectie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): sufheid.
Zelden (0,01-0,1%): diplopie. Misselijkheid, braken, obstipatie. Verwardheid, emotionele stoornis, libidostoornis, geneesmiddelafhankelijkheid, onthoudingsverschijnselen, depressie. Paradoxale reacties, zoals rusteloosheid, agitatie, irritatie, opwinding, agressie, woede-aanvallen, wanen, hallucinaties, psychosen, nachtmerries, geheugenverlies, gedragsstoornissen. Spierzwakte. Huiduitslag, jeuk, urticaria,
Verder zijn gemeld: Hartfalen (incl. hartstilstand). Ademhalingsdepressie. Urineretentie. Overgevoeligheid, angio-oedeem, anafylactische shock. Hoofdpijn, duizeligheid, verminderde alertheid, ataxie. Moeheid. Toegenomen neiging tot vallen en kans op fracturen (vooral bij ouderen bij gelijktijdig gebruik van sedativa).
De bijwerkingen die vooral aan het begin van de behandeling optreden, zijn: sufheid, moeheid, verminderde alertheid, verwardheid, spierzwakte, hoofdpijn, duizeligheid, ataxie. Diplopie. Emotionele stoornis. Misselijkheid, braken.
Bijwerkingen
Bij procedurele sedatie
Zeer vaak (> 10%): Hypotensie. Ademhalingsdepressie.
Vaak (1-10%): Hoofdpijn, duizeligheid. (Sinus)bradycardie. Misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): Slaperigheid. Hik. Koude rillingen, koud gevoel.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Anterograde amnesie.
Bij anesthesie
Zeer vaak (> 10%): (sinus)bradycardie. Hypotensie. Misselijkheid, braken.
Vaak (1-10%): agitatie. Hoofdpijn, duizeligheid. Ademhalingsdepressie. Koude rillingen. Verlengd effect.
Soms (0,1-1%): glossoptose. Hik. Hypothermie.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Anterograde amnesie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende middelen (zoals antidepressiva, anti-epileptica, antipsychotica, anxiolytica, sedatieve H1-antihistaminica) versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers (zoals azoolderivaten, proteaseremmers, macroliden)kan de plasmaspiegel van bromazepam stijgen en daardoor een significante dosisreductie nodig zijn.
Cimetidine en mogelijk propranolol verminderen de renale klaring en verlengen zo de eliminatiehalfwaardetijd van bromazepam.
Fluvoxamine verhoogt de blootstelling aan bromazepam aanzienlijk en tevens de eliminatiehalfwaardelijd.
Narcotische analgetica kunnen ook euforie en daardoor ook de psychische afhankelijkheid versterken.
Interacties
Vermijd alcohol (gedurende 24 uur voorafgaand aan de toediening van remimazolam) en andere centraal dempende middelen (zoals antipsychotica, barbituraten, benzodiazepinen, centraalwerkende antihypertensiva, etomidaat, ketamine, niet-recente H1-antihistaminica, opioïden, propofol, sedatieve antidepressiva) versterken de sedatie en cardiorespiratoire depressie.
Bij chronisch gebruik van benzodiazepinen kan tolerantie optreden voor de sedatieve effecten van remimazolam; een hogere cumulatieve dosis kan nodig zijn.
Gelijktijdig gebruik met opioïden kan leiden tot diepe sedatie en ademhalingsdepressie (onderdrukking van de ademhalingsreactie op CO2-stimulatie), coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend hierop.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen ('floppy-infant syndrome') kunnen bij pasgeborenen optreden bij gebruik tijdens het laatste trimester. Bij langdurig gebruik tot aan de bevalling kan afhankelijkheid bij de pasgeborene optreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, convulsies, onregelmatige ademhaling, braken, diarree en hard huilen) in de postnatale periode. Hoge doses voor de bevalling kunnen leiden tot neonatale depressie.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, kortdurend en in een zo laag mogelijke dosering.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend bij de mens, geen aanwijzingen voor reproductietoxiciteit bij dieren.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (in geringe mate).
Farmacologisch effect: Eventuele bijwerkingen zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht kunnen optreden. Na langdurig gebruik kunnen er bij staken onthoudingsverschijnselen optreden bij de zuigeling.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af. Controleer de zuigeling bij aanvang en staken van de behandeling of borstvoeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens, wel bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding of het geven van dit geneesmiddel ontraden. Als remimazolam moet worden toegediend, wordt geadviseerd borstvoeding gedurende 24 uur te staken.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaapapneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie;
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen.
Contra-indicaties
- instabiele myasthenia gravis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer op symptomen van ademhalingsdepressie en sedatie.
Staak de behandeling bij het optreden van paradoxale reacties, zoals rusteloosheid, agitatie, wanen, hallucinaties, nachtmerries en ongepast gedrag.
Amnesie: Benzodiazepinen kunnen anterograde amnesie geven, meestal enkele uren na inname. Door enkele uren ononderbroken slaap wordt het risico beperkt. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Afhankelijkheid, tolerantie en rebound: De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis; wees terughoudend bij middelenmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden. Beperk het gebruik in verband met de kans op afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen tot maximaal 8–12 weken (incl. afbouwen). Bouw bromazepam af bij beëindigen van de behandeling en bij overschakelen op een kortwerkend benzodiazepine, om mogelijke onthoudings- en/of reboundverschijnselen te voorkomen.
Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter.
Toedieningsinformatie: De veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen < 18 jaar niet vastgesteld; vermijd gebruik bij kinderen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cardiorespiratoire effecten: ademhalingsdepressie, bradycardie en hypotensie zijn gemeld. Toediening kan gepaard gaan met een tijdelijke verhoging van de hartslag (10–20 slagen/min.) die na 30 s (= Tmax) al kan optreden en weer binnen ca. 30 min na het einde van de toediening verdwijnt. De hartslagverhoging valt samen met een bloeddrukdaling en mogelijk een lichte verlenging van de QTcF-interval in de eerste minuten na toediening. Controleer tijdens het toedienen nauwlettend op tekenen en symptomen van ademhalingsdepressie. Wees voorzichtig bij ouderen (≥ 65 j.), bij verminderde hart- en ademhalingsfunctie en bij slechtere algemene gezondheidstoestand.
Amnesie: Kan (langdurig) anterograde amnesie veroorzaken, controleer hierop bij ontslag uit ziekenhuis of behandelkamer.
Myasthenia gravis: Wees voorzichtig bij myasthenia gravis, dit middel is gecontra-indiceerd bij instabiele myasthenia gravis.
Misbruik: Remimazolam heeft het potentieel voor misbruik en afhankelijkheid; houd hiermee rekening bij voorschrijven of toedienen bij patiënten met een verhoogd risico op misbruik.
Paradoxale reacties: Paradoxale reacties, zoals onwillekeurige bewegingen, hyperactiviteit en agressie, zijn gemeld bij het gebruik van benzodiazepinen. Er is meer kans op deze reacties bij ouderen, hogere doses en snelle toediening.
Verlengd effect: Een verlengd effect van remimazolam (sedatie, tijd tot oriëntatie) werd soms na operaties waargenomen en trad vaker op bij ouderen, bij ASA-classificatie III-IV en bij hogere doses.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn nog niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid bij intracraniële chirurgie en bij een reeds aanwezige cognitieve stoornis zijn nog niet vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
o.a. duizeligheid, verwardheid, sufheid, wazig zien of nystagmus, agitatie, zwakte, hypotensie, bradycardie, ademhalingsdepressie en coma.
Therapie
specifiek antidotum: flumazenil.
Neem voor meer informatie over symptomen en behandeling van een remimazolam-intoxicatie contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als anxiolyticum.
Kinetische gegevens
F | 75–80%. |
T max | 1–2 uur. |
V d | 0,7 l/kg. |
Metabolisering | in de lever tot o.a. 3-hydroxybromazepam. |
Eliminatie | met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 15–22 uur, bij ouderen langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Ultrakortwerkend benzodiazepine-agonist. Bindt met hoge affiniteit aan benzodiazepine-bindingsplaatsen van γ-aminoboterzuur type A (GABAA)-receptoren, zonder duidelijke selectiviteit. Het effect treedt na 1 tot 2 minuten op. Leidt tot een snelle inductie (pieksedatie na 3–3,5 min) en een snel herstel van sedatie (volledig alert na 12–14 min).
Kinetische gegevens
T max | 30 s. |
V d | 0,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Metabolisering | voornamelijk via omzetting in de inactieve carboxylzuur metaboliet CNS7054, vervolgens verdere metabolisering door hydroxylering en glucuronidering. |
Eliminatie | ten minste 80% met de urine als metaboliet. |
T 1/2el | 7–11 min. |
Overig | Een ernstige leverfunctiestoornis leidt tot een verminderde klaring en dientengevolge tot een vertraagd herstel van sedatie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
bromazepam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Groepsinformatie
remimazolam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk