Samenstelling
Lendormin
Bijlage 2
Boehringer Ingelheim bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Flurazepam
(hydrochloride)
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 15 mg, 30 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van slapeloosheid is vooral niet-medicamenteus. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.
Aan de vergoeding van brotizolam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Flurazepam is vanwege de lange werkingsduur niet geschikt als slaapmiddel.
Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie Slapeloosheid.
Aan de vergoeding van flurazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Slaapstoornissen:
Volwassenen
0,25 mg per dag, innemen vlak vóór het slapen gaan. Max. 2 weken gebruiken zonder herevaluatie. Bouw daarna geleidelijk af.
Bij ouderen: 0,125 mg (= ½ tablet) per dag, in uitzonderingssituaties de dosis verhogen tot max. 0,25 mg.
Bij leverfunctiestoornis: 0,125 mg (= ½ tablet) per dag. Toepassing bij ernstige leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Bij chronisch verminderde longfunctie met hypercapnie lager dan gewoonlijk doseren, vanwege risico van (nachtelijke) ademhalingsdepressie.
Toedieningsinformatie: Op lege maag direct voor het slapen gaan innemen met vloeistof, zorg na inname voor een ononderbroken slaapduur van 6-7 uur. De tablet kan ook sublinguaal worden ingenomen. De Lendormin tablet kan in gelijke helften verdeeld worden.
Doseringen
Slaapstoornissen:
Volwassenen
Gewoonlijk 30 mg een half uur vóór het slapengaan, zo nodig 15–60 mg, afhankelijk van de ernst en individuele reactie.
Bij ouderen en bij een lever- en/of nierfunctiestoornis: startdosering: 15 mg een half uur vóór het slapengaan. Dosis aanpassen op individuele reactie.
Controleer de patiënt tijdens de behandeling regelmatig en pas zo nodig de dosis en/of toedieningsfrequentie aan om overdosering door cumulatie te voorkomen.
Bijwerkingen
Vaak (≥ 10%): slaperigheid (vooral bij start), hoofdpijn (vooral bij start). Gastro-intestinale stoornis.
Soms (1-10%): nachtmerries, (latente) depressie, veranderde stemming (vooral bij start), angst, afhankelijkheid, emotionele vervlakking, ongewoon gedrag, agitatie, libidostoornis. Duizeligheid, sedatie, ataxie, anterograde amnesie, dementie, geestelijke achteruitgang, verminderde psychomotorische vaardigheden. Diplopie (vooral bij start). Droge mond. huidreacties. Spierzwakte (vooral bij start). Ontwenningsverschijnselen, paradoxale reacties, rebound-verschijnselen, prikkelbaarheid, vermoeidheid (vooral bij start). Vallen. Afwijkende leverfunctietest.
Zelden (0,1-1%): verwardheid (vooral bij start), rusteloosheid, verminderde alertheid (vooral bij start).
Bijwerkingen
Vooral in het begin van de behandeling slaperigheid overdag, spierzwakte, duizeligheid, verwarring, moeheid en dubbelzien.
Soms (0,1-1%): slikstoornissen, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, opwekking van de eetlust en gewichtstoename, verminderd libido en huidreacties. Anterograde amnesie kan enkele uren na inname optreden. Manifest worden van een onopgemerkte depressie. Vooral bij kinderen en ouderen kunnen zich paradoxale reacties met acute opwinding, verwarring en verandering van de psychische toestand voordoen. Gebruik van benzodiazepinen kan leiden tot fysieke afhankelijkheid; bij staken van de behandeling kunnen onthoudings- of rebound-verschijnselen optreden. Psychische afhankelijkheid kan optreden.
Verder zijn gemeld: emotionele afvlakking, vergroot valrisico met name bij ouderen.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centraal depressieve effect. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine) kan de activiteit van brotizolam verlagen.
Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol) of -substraten dient men rekening te houden met een verlengde halfwaardetijd van brotizolam.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Flurazepam kan versterkt werkzaam zijn bij gelijktijdig gebruik van middelen met een sterke invloed op leverenzymen, zoals cimetidine en hormonale anticonceptiva.
Zwangerschap
Passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect:Op grond van de farmacologische werkzaamheid kunnen hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen bij pasgeborenen optreden, vooral na gebruik tijdens het laatste trimester. Bovendien kan bij de pasgeborene dan afhankelijkheid zijn opgetreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen in de postnatale periode.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, zo kort mogelijk en in een lage dosis.
Zwangerschap
Teratogenese: Gebruik van flurazepam is schadelijk gebleken voor de vrucht.
Farmacologisch effect: hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen bij pasgeborenen, vooral na langdurig gebruik tijdens het laatste trimester. Bovendien kan bij de pasgeborene dan afhankelijkheid zijn opgetreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen in de postnatale periode.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Tijdens gebruik geen borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis;
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis;
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Indien minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen en bij hogere doseringen is er meer kans op anterograde amnesie. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Het risico van afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur, en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie).
In verband met de risico's van afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen dient het gebruik te worden beperkt tot bij voorkeur enkele dagen en maximaal twee weken. Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling de dosering geleidelijk te verminderen. Er zijn aanwijzingen dat bij benzodiazepine(-achtige)n met een korte werkingsduur binnen het toedieningsinterval, onthoudingsverschijnselen kunnen optreden (m.n. bij hoge doseringen).
Benzodiazepine(-achtige)n niet toepassen bij kinderen en adolescenten < 18 jaar. Wees terughoudend bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er is gedurende enige tijd meer kans op anterograde amnesie, wanneer minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen.
Wees voorzichtig bij ouderen en patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis; bij voorkeur lager doseren. Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten en het gevaar van cumulatie is groter; ouderen hebben een groter valrisico.
Wees voorzichtig bij chronische respiratoire insufficiëntie met hypercapnie, vanwege de kans op ademhalingsdepressie; bij voorkeur lager doseren.
Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie). De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. In verband met de risico's van afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen dient het gebruik te worden beperkt tot bij voorkeur 1–2 weken en maximaal 2 maanden. Bij staken van de behandeling of bij overstappen van een langwerkende naar een kortwerkende benzodiazepine het oorspronkelijke middel afbouwen (in de loop van enkele weken), om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen. Bij rebound-verschijnselen de behandeling pas na 10–14 dagen herstarten om de noodzaak tot de behandeling te beoordelen.
Benzodiazepinen niet toepassen bij kinderen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
slaperigheid, ernstige bewustzijnsdaling tot coma, ademhalingsdepressie, hypotensie, hyporeflexie, hypotonie.
Therapie
toediening van een benzodiazepine-antagonist zoals flumazenil kan aangewezen zijn.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum en toxicologie.org/benzodiazepinen.
Eigenschappen
Hypnoticum, in werking overeenkomend met benzodiazepinen. Heeft tevens anxiolytische, sedatieve en spierverslappende eigenschappen.
Kinetische gegevens
F | 70%. |
T max | 1 uur bij jongeren, 1,7 uur bij ouderen. |
V d | 0,66 l/kg. |
Eiwitbinding | 90%. |
Metabolisering | in de lever o.a. via CYP3A4 tot weinig actieve metabolieten. |
Eliminatie | ²/3 met de urine, rest met de feces, < 1% onveranderd. |
T 1/2el | 3–8 uur, bij ouderen 9 uur, bij gestoorde nierfunctie 7–8 uur, bij levercirrose 13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als hypnoticum. Werking: na 14–45 min.
Kinetische gegevens
Resorptie | Snel en bijna volledig. |
Overig | Ca. 70% van de dosis wordt via 'first pass'-metabolisme in de lever omgezet. |
Metabolisering | o.a. tot actief desalkylflurazepam en hydroxyethylflurazepam. |
Eliminatie | 60% (in de vorm van metabolieten) met de urine binnen 48 uur. 9% via feces. |
T 1/2el | 47–100 uur (desalkylflurazepam), 10-20 uur (hydroxyethylflurazepam), 2-3 uur flurazepam. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
brotizolam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Groepsinformatie
flurazepam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk