Samenstelling
Hidroferol XGVS Goodlife Pharma Nederland
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 0,266 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Rocaltrol
Bijlage 2
Atnahs Pharma
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 0,25 microg, 0,5 microg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef voor de behandeling van een vitamine D-deficiëntie bij ouderen > 70 jaar met een calcidiolspiegel < 50 nmol/liter, colecalciferol (vitamine D3). Geef een oplaaddosering bij < 35 nmol/l. Voeg bij een ernstige nierinsufficiëntie (eGFR < 15 ml/min) alfacalcidol toe. Zie voor de preventie van een vitamine D-deficiëntie de vitamine D-suppletieadviezen van de Gezondheidsraad via het vitamine D stroomdiagram op voedingscentrum.nl.
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met vitamine D3 en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie zijn zoledroninezuur of denosumab alternatieven, en ibandroninezuur of raloxifeen wanneer hiermee niet wordt uitgekomen. Kies voor teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor bovengenoemde middelen, bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling, of als initiële therapie bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken.
Dit geneesmiddel wordt aanbevolen indien er meer tijd tussen de doseringen nodig is.
Bij patiënten die hun streefwaarde voor calcidiolspiegel niet halen ondanks behandeling met colecalciferol, kan calcifediol worden overwogen.
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Geef voor de behandeling van een vitamine D-deficiëntie bij ouderen > 70 jaar met een calcidiolspiegel < 50 nmol/liter, colecalciferol (vitamine D3). Geef een oplaaddosering bij < 35 nmol/l. Voeg bij een ernstige nierinsufficiëntie (eGFR < 15 ml/min) alfacalcidol toe. Zie voor de preventie van een vitamine D-deficiëntie de vitamine D-suppletieadviezen van de Gezondheidsraad via het vitamine D stroomdiagram op voedingscentrum.nl.
Aan de vergoeding van calcitriol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Behandeling van vitamine D-deficiëntie (25(OH)D spiegels < 25 nmol/L) bij volwassenen;
- Preventie van vitamine D-deficiëntie bij volwassenen met bekende risico's zoals malabsorptiesyndroom, mineraal- en botaandoening bij chronische nierziekte (CKD-MBD);
- Als adjuvans voor de specifieke behandeling van osteoporose, of als adjuvans voor de specifieke behandeling van osteoporose/osteopenie geïnduceerd door behandeling met corticosteroïden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Preventie en behandeling van renale osteodystrofie bij matige tot ernstige (creatinineklaring 15–55 ml/min) nierinsufficiëntie, met of zonder toepassing van hemodialyse.
- Postchirurgische hypoparathyroïdie;
- Idiopathische hypoparathyroïdie;
- Pseudohypoparathyroïdie;
- Vitamine D-afhankelijke rachitis;
- Hypofosfatemische vitamine D-resistente rachitis.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Houd bij het vaststellen van de dosering rekening met inname van vitamine D via de voeding en blootstelling aan de zon, aangezien deze kunnen variëren per persoon.
Over het algemeen worden de dosis, frequentie en behandelduur bepaald overeenkomstig de 25-OH-vitamine D3 spiegel, type en aandoening van de patiënt en andere comorbiditeiten, zoals obesitas, malabsorptiesyndroom, behandeling met corticosteroïden.
.
Vitamine D-deficiëntie en osteoporose
Volwassenen
266 microg 1× per maand. Hogere doseringen tot maximaal 266 microg 1× per week kunnen noodzakelijk zijn nadat de omvang van het tekort is vastgesteld. Controleer na 3-4 maanden gebruik de 25-OH-vitamine D 3 spiegel. Zodra de plasmaspiegels van 25(OH)D zijn gestabiliseerd binnen het gewenste bereik, de behandeling staken of de doseerfrequentie verlagen.
Toediening: innemen met water, melk of sap.
Doseringen
Doseer op geleide van de serumcalciumspiegel. Bij hypercalciëmie de behandeling onmiddellijk staken tot normocalciëmie is bereikt. Daarna therapie herstarten met een dosis die 0,25 microg lager is dan de voorheen toegediende dosis; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Renale osteodystrofie
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering: 0,25 microg 1×/dag, bij normocalciëmie of geringe hypocalciëmie 0,25 microg iedere 2 dagen. Bij onvoldoende verbetering binnen 2–4 weken de dosering verhogen met 0,25 microg/dag per 2–4 weken onder controle van de serumcalciumspiegel minstens tweemaal per week. Gewoonlijk is 0,5–1 microg/dag voldoende. Bij nierdialyse kan 0,5–1,0 microg/dag nodig zijn, indien dit onvoldoende effectief is, kan een orale stoottherapie van 0,1 microg/kg/week (initiële dosering) verdeeld over 2 of 3 gelijke doses 's avonds effectief zijn. De cumulatieve dosis is maximaal 12 microg per week.
Hypoparathyroïdie en rachitis
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering: 0,25 microg 1×/dag 's morgens. Bij onvoldoende verbetering de dosering verhogen met 0,25 microg iedere 2–4 weken onder controle van de serumcalciumspiegel minstens tweemaal per week. Bij hypoparathyroïdie kunnen door malabsorptie hogere doses nodig zijn. Bij zwangeren met hypoparathyroïdie kan in de tweede helft van de zwangerschap een hogere dosis nodig zijn; post partum deze weer verlagen.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn het gevolg van overmatige inname of langdurige behandeling, met name wanneer hypercalciëmie optreedt.
Soms (0,1-1%): verhoging van bloed-ureum-stikstof-waarde (BUN), albuminurie, hypercholesterolemie, hypercalciëmie.
Als gevolg van hypercalciëmie: bot- en spierpijn (vroege stadia van hypercalciëmie). Calcificatie van weke delen. Nefrocalcinose, verslechtering van de nierfunctie (met polyurie, polydipsie, nachtelijke mictie en proteïnurie). Hartritmestoornissen. Zwakte, vermoeidheid, zich suf voelen. Hoofdpijn. Prikkelbaarheid. Misselijkheid, braken, anorexie, droge mond, obstipatie, smaakstoornissen met een metaalsmaak, buikkrampen. Verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT). Latere symptomen van hypercalciëmie zijn o.a.: rinorroe, jeuk, hyperthermie, verminderd libido, pancreatitis.
Zelden (0,01-0,1%): fotofobie en conjunctivitis met corneacalcificaties (bij zeer hoge doses).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypercalciëmie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Buikpijn, misselijkheid. Huiduitslag. Urineweginfectie.
Soms (0,1-1%): verminderde eetlust, braken. Verhoogd creatininegehalte.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, urticaria. Dorst, polydipsie, polyurie, dehydratie. Apathie, spierzwakte, sensorische stoornissen. Obstipatie, maagpijn. Erytheem, jeuk. Groeivertraging. Calcinose. Koorts, gewichtsverlies. Hyperfosfatemie.
Interacties
Vermijd gelijktijdig gebruik met andere vitamine D-analoga en houd rekening met voeding waaraan vitamine D is toegevoegd.
Vermijd ongecontroleerde inname van extra calciumbevattende geneesmiddelen en calciumsupplementen.
Controleer bij gelijktijdige behandeling met fenytoïne, fenobarbital, primidon en/of andere CYP3A4-inductoren de plasmawaarden van 25(OH)D, aangezien de werking van calcifediol kan verminderen door verlaging van de plasmaconcentratie.
Calcifediol kan hypercalciëmie veroorzaken, dat in combinatie met digoxine kan leiden tot hartritmestoornissen.
Colestyramine, colesevelam en orlistat kunnen de opname van calcifediol verminderen. Houd bij gelijktijdig gebruik een tussenpoos aan van ten minste 2 uur bij inname.
Gelijktijdig gebruik van thiazide-diuretica bij patiënten met hypoparathyroïdie vermeerdert de kans op hypercalciëmie, hetgeen tijdelijk kan zijn of tijdelijk staken van calcifediol vereist.
Omdat calcifediol ook het fosfaattransport in darmen, nieren en botten beïnvloedt, de dosering van fosfaatbindende stoffen afstemmen op de fosfaatconcentratie in het serum. Gelijktijdig gebruik van de fosfaatbinder magnesiumcarbonaat kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Corticosteroïden kunnen het effect van vitamine D-analoga antagoneren.
Sorbitol, in de capsule, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Thiazide-diuretica kunnen het risico van hypercalciëmie vergroten. Gelijktijdig gebruik met digoxine heeft een risico van cardiale aritmieën (vooral bij hypercalciëmie).
Corticosteroïden kunnen het effect van vitamine D-analoga antagoneren. Colestyramine en sevelameer kunnen de intestinale absorptie van calcitriol verminderen.
Omdat calcitriol ook het fosfaattransport in darm, nieren en botten beïnvloedt, de dosering van fosfaatbindende stoffen afstemmen op de fosfaatconcentratie in het serum (normale waarden: 0,65–1,62 mmol/l of 2–5 mg/100 ml).
Gelijktijdig gebruik van magnesiumbevattende antacida en laxantia kan bij dialysepatiënten leiden tot hypermagnesiëmie.
Ongecontroleerde inname van extra calciumbevattende geneesmiddelen en calcium-supplementen dient te worden vermeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij dieren is in zeer hoge doseringen reproductietoxiciteit aangetoond, bij de mens onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect:Volgens de fabrikant kan een hoge dosering vitamine D leiden tot hypercalciëmie bij zwangere vrouwen, hetgeen kan leiden tot supravalvulaire aortastenose, retinopathie en mentale achterstand bij zuigelingen en pasgeborenen.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Calcitriol passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij enkele dieren na toediening van zeer hoge orale doses schadelijk gebleken.
Advies: Volgens de fabrikant alleen op strikte indicatie gebruiken. Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt volgens Lareb. Aanpassing van de dosis kan nodig zijn in de 2e helft van de zwangerschap.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Inname van hoge doses kan leiden tot hoge calcitriolwaarden in de moedermelk en daardoor tot hypercalciëmie bij de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt mits regelmatig de serumcalciumspiegel wordt bepaald bij zowel moeder als kind.
Contra-indicaties
- Hypercalciëmie (serumcalcium > 10,5 mg/dl) of hypercalciurie;
- Calciumlithiase;
- Hypervitaminose D.
Contra-indicaties
- hypercalciëmie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voor een optimale werkzaamheid van vitamine D is voldoende calciuminname noodzakelijk.
Controleer regelmatig de serumspiegels van 25-hydroxyvitamine D3, calcium, fosfaat, alkalische fosfatase en de hoeveelheid calcium en fosfaat in de urine per etmaal. Een daling van serumwaarden van alkalische fosfatase is doorgaans een voorbode voor het ontwikkelen van hypercalciëmie. Ook bij stabilisatie van de betreffende parameters en een onderhoudsbehandeling met calcifediol zijn periodieke controles aangewezen, met name van 25-hydroxyvitamine D3 en calcium.
Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis; controleer regelmatig de calcium- en fosfaatserumspiegels. Bij een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) kan vitamine D in de vorm van calcifediol in de nieren niet meer voldoende worden omgezet naar de actieve vorm van vitamine D3 (calcitriol).
Wees zeer voorzichtig bij hartfalen; constante controle van de calciumwaarde in serum is vereist. Dit geldt in het bijzonder bij patiënten die digoxine gebruiken, omdat hypercalciëmie kan optreden en zich hartritmestoornissen kunnen voordoen. Aan het begin van de behandeling wordt aanbevolen om bepalingen tweemaal per week uit te voeren
Bij hypoparathyroïdie kan de activiteit van calcifediol afnemen door onvoldoende activatie van het enzym 1α-hydroxylase door parathyroïdhormoon.
Wees voorzichtig bij nierstenen (in de voorgeschiedenis) aangezien door vitamine D de absorptie van calcium toeneemt en niersteenvorming kan verergeren; controleer de calciumspiegel.
Bij patiënten met langdurige immobilisatie kan het noodzakelijk zijn de dosis te verlagen om hypercalciëmie te voorkomen.
Wees voorzichtig bij sarcoïdose, tuberculose of andere granulomateuze aandoeningen in verband met verhoogde gevoeligheid voor vitamine D; monitor het calciumgehalte in serum en urine.
Calcifediol is niet geschikt voor kinderen, omdat de veiligheid en effectiviteit nog niet zijn vastgesteld.
Calcifediol kan interferentie vertonen met de Zlatkis-Zak-methode, hetgeen leidt tot valse stijgingen van de cholesterolwaarden in serum.
Hulpstof: Calcifediolcapsules bevatten zonnegeel (E 110) wat allergische reacties kan veroorzaken (m.n. bij voor acetylsalicylzuur allergische personen).
Waarschuwingen en voorzorgen
Voor een optimale werkzaamheid van vitamine D is voldoende calciuminname noodzakelijk aan het begin van de behandeling. Vermijd echter overmatige inname van calcium; een totale calciuminname van ca. 800 mg (incl. de hoeveelheid calcium via de voeding) is voldoende. Vanwege een verbeterde opname van calcium in het maag-darmkanaal tijdens behandeling kan de calciuminname soms worden verminderd.
Plotselinge verhoging van de calciuminname kan leiden tot hypercalciëmie. Controleer de calciumspiegels tijdens de titratiefase ten minste 2×/week en daarna elke maand. Zodra het serumcalcium 0,25 mmol/l boven de norm (gem. 2,25–2,75 mmol/l) komt te liggen of het serumcreatinine stijgt > 120 micromol/l, de toediening van calcitriol tijdelijk onderbreken. Gedurende een periode van hypercalciëmie moeten serumcalcium en -fosfaat dagelijks worden gecontroleerd. Als normale waarden zijn bereikt, kan de behandeling met calcitriol worden voortgezet met een lagere dosis. Immobilisatie (bv. na een operatie) vermeerdert de kans op hypercalciëmie.
Aangeraden wordt regelmatig het gehalte plasmacalcium, -fosfaat, -magnesium, -creatinine en -alkalische fosfatase te bepalen.
Bij nierinsufficiëntie een fosfaatbinder gebruiken i.c.m. een fosfaatarm dieet, om de fosfaatspiegel onder controle te houden. Gelijktijdige hypercalciëmie en hyperfosfatemie (> 1,74 mmol/l; het serumcalcium × fosfaatproduct mag niet hoger worden dan 5,6 mmol²/l²) leidt tot ectopische verkalkingen in de weke delen. Bij normale nierfunctie kan chronische hypercalciëmie gepaard gaan met toename van het serumcreatinine. Er moet voor voldoende vloeistoftoevoer worden gezorgd.
Patiënten met vitamine D-resistente rachitis moeten hun orale fosfaattherapie voortzetten. Daarbij rekening houden met eventuele stimulering van de intestinale fosfaatabsorptie door calcitriol. Dit effect kan de behoefte aan extra fosfaat veranderen.
Calcitriol is de meest werkzame metaboliet van vitamine D; om deze reden geen ander preparaat van vitamine D gelijktijdig voor schrijven. Gebruik van calciumverrijkte voedingsmiddelen dient te worden vermeden.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn onvoldoende onderzocht om doseringsaanbevelingen te doen.
Overdosering
Symptomen
Toediening bij hogere doses of gedurende lange perioden kan leiden tot: hypercalciëmie, hypercalciurie, hyperfosfatemie, nierfalen en hartfalen. Tevens zijn verhoogde waarden voor albumine, bloed-ureum-stikstof (BUN), cholesterol en bloedtransaminasen kenmerkend. Extreme hypercalciëmie (serumcalcium > 12 mg/dl) kan leiden tot syncope, metabole acidose en coma.
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie vitamine D3 op vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Acute vitamine D-intoxicatie: anorexie, hoofdpijn, braken, obstipatie; chronische intoxicatie: dystrofie (zwakte, gewichtsverlies), sensorische stoornissen, koorts met dorst, polyurie, dehydratie, apathie, groeistilstand en infecties van de urinewegen, hypercalciëmie met als gevolg verkalking van nierschors, myocardium, longen en pancreas.
Therapie
Bij acute overdosering kan men maagspoeling (indien qua tijdstip nog relevant) of opwekken van braken overwegen om verdere absorptie tegen te gaan alsmede vloeibare paraffine om te laxeren. Indien verhoogde calciumconcentraties in het serum aanhouden, kan men fosfaten of corticosteroïden toedienen en maatregelen nemen om voldoende diurese te bewerkstelligen.
Voor meer informatie over een vergiftiging na systemische toediening van calcitriol neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Calcifediol is de 25-hydroxymetaboliet van vitamine D3 (colecalciferol) en wordt o.a. in de nieren omgezet naar calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D3), de actieve vorm van vitamine D. Omzetting tot 1,25-dihydroxyvitamine D wordt gereguleerd door het parathyroïdhormoon (PTH) en door de calcium- en fosfaatconcentratie in serum. Calcitriol speelt een rol bij de skeletopbouw en -instandhouding, onder andere door handhaving van de calcium/fosfaatspiegel. Het bevordert de fosfaat- en calciumabsorptie uit het maag- darmkanaal en de terugresorptie van calcium door de nieren. Het bevordert de normale botvorming en –mineralisatie door verhoging van de calcium- en fosfaatwaarden en door stimulatie van osteoblasten. Tevens onderdrukt calcitriol de afscheiding van parathyroïdhormoon door de bijschildklieren.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 75-80% (indien vetabsorptie normaal) via chylomicronen, vnl. in middelste gedeelten dunne darm. |
T max | ca. 4 uur. |
Metabolisering | Calcifediol ondergaat in nierweefsel o.i.v. 1α-hydroxylase hydroxylering tot calcitriol (1,25-dihydroxycolecalciferol), de actieve vorm van vitamine D3. |
Eliminatie | vnl. via gal. |
T 1/2el | 18-21 dagen. |
Lipofiliteit | Calcifediol wordt gedurende lange periode opgeslagen in vetweefsel en spieren. De opslag in vetweefsel is echter veel minder significant dan bij colecalciferol, waarschijnlijk doordat het minder vetoplosbaar is. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Calcitriol, de biologisch meest actieve vitamine D3-metaboliet, wordt normaal in de nier gevormd uit zijn precursor 25-hydroxy-colecalciferol, dat in de lever uit vitamine D3 wordt gevormd. Calcitriol bindt aan de vitamine-D-receptor en bevordert de intestinale absorptie van calcium. In het bot stimuleert calcitriol, samen met parathyroïdhormoon, de absorptie van calcium; in de nier verhoogt het de tubulaire terugresorptie van calcium. Tevens onderdrukt het de synthese en secretie van parathyroïdhormoon. Werkingsduur: 3–5 dagen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | binnen 2–6 uur. |
Metabolisering | hydroxylering en oxidatie in nier en lever, vooral via CYP24A1. |
Eliminatie | vnl. met de feces als (deels werkzame) metabolieten. Niet gemetaboliseerd calcitriol doorloopt via uitscheiding met de gal een enterohepatische kringloop. |
T 1/2el | 5–8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calcifediol hoort bij de groep vitamine D en analoga.
Groepsinformatie
calcitriol (systemisch) hoort bij de groep vitamine D en analoga.