Samenstelling
Calcipotriol/Betamethason Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Gel
- Verpakkingsvorm
- 60 g
Bevat per g: calcipotriol (als monohydraat) 50 microg, betamethason (als dipropionaat) 500 microg.
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 60 g
Bevat per g: calcipotriol (als monohydraat) 50 microg, betamethason (als dipropionaat) 500 microg.
Dovobet Leo Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Gel
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Bevat per g: calcipotriol (als monohydraat) 50 microg, betamethason (als dipropionaat) 500 microg.
Enstilar Leo Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Schuim voor cutaan gebruik
- Verpakkingsvorm
- 60 g
Bevat per g: calcipotriol (als monohydraat) 50 microg, betamethason (als dipropionaat) 500 microg.
Wynzora Almirall bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 60 g
Bevat per g: calcipotriol 50 microg, betamethason (als dipropionaat) 500 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Diprosalic Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 30 g, 50 g
Bevat per g: betamethasondipropionaat 0,64 mg (= 0,5 mg betamethason (0,05%)), salicylzuur 30 mg (3%).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Overweeg het combinatiepreparaat calcipotriol/betamethason alleen als het meerwaarde heeft voor de patiënt (eenmaal daags doseren). Houd rekening met de kosten.
Advies
Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Indicaties
- Psoriasis vulgaris
Gerelateerde informatie
Indicaties
Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen die onvoldoende reageren op lokale corticosteroïden uit klasse 2 en 3 zoals:
- Psoriasis vulgaris;
- Lichen planus;
- Lichen sclerosus et atrophicus;
- Granuloma annulare;
- Pustulosus palmaris et plantaris.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Maximaal 15 g per dag (aan calcipotriolbevattende producten) gebruiken en aanbrengen op maximaal 30% van het lichaamsoppervlak vanwege de kans op hypercalciëmie.
Psoriasis
Volwassenen
Zalf: 1×/dag op de aangedane huid aanbrengen en inwrijven; max. 15 g per dag en ≤ 30% van het lichaamsoppervlak behandelen. De behandelduur is 4 weken. Voortzetten of hervatten van de behandeling alleen na medische evaluatie en onder regelmatig medisch toezicht. Er is ervaring met herhaalde behandelingen met de zalf tot 52 weken.
Gel: psoriasis op de hoofdhuid: 1×/dag 1–4 g van de gel op de aangedane plekken op de (behaarde) hoofdhuid aanbrengen gedurende 4 weken. Psoriasis elders op het lichaam: 1×/dag op de aangedane huid aanbrengen en inwrijven gedurende 8 weken. Max. 15 g per dag en ≤ 30% van het lichaamsoppervlak behandelen. Voortzetten of hervatten van de behandeling alleen na medische evaluatie en onder regelmatig medisch toezicht.
Schuim: 1×/dag op de aangedane huid aanbrengen en inwrijven, bij gebruik op de (behaarde) hoofdhuid het schuim in de handpalm spuiten en met de vingertoppen aanbrengen op de aangedane plekken. De behandelduur is 4 weken. Max. 15 g per dag en ≤ 30% van het lichaamsoppervlak behandelen. Voortzetten of hervatten van de behandeling alleen na medische evaluatie en onder regelmatig medisch toezicht. Bij langdurige onderhoudsbehandeling 2× per week aanbrengen met tussenpozen van 2–3 dagen.
Crème: 1×/dag op de aangedane huid aanbrengen en inwrijven, bij gebruik op de (behaarde) hoofdhuid de crème met de vingertoppen aanbrengen op de aangedane plekken. Max. 15 g per dag en ≤ 30% van het lichaamsoppervlak behandelen. De behandelduur is max. 8 weken. Alleen voortzetten of hervatten van de behandeling na medische evaluatie en onder regelmatig medisch toezicht.
Toediening
- Voor een optimaal effect gedurende 8 uur (dag of nacht) op het haar en/of de huid laten zitten; gedurende die tijd niet douchen, baden of het haar wassen.
- Niet onder occlusie, in het gezicht of op de genitaliën toepassen, vanwege toegenomen kans op bijwerkingen. Na gebruik direct de handen wassen (tenzij de handen worden behandeld) om onbewuste verspreiding naar met name het gezicht en ogen te voorkomen.
- Gel: 4 g gel komt overeen met 1 theelepel gel.
- Schuim: voor 0,5 g de sproeiknop 2 seconden indrukken (= een te behandelen oppervlak van de grootte van een volwassen hand). De max. hoeveelheid van 15 g schuim per dag komt overeen met de hoeveelheid schuim die wordt geleverd als de sproeiknop van de spuitbus gedurende ca. 1 minuut volledig wordt ingedrukt (= een te behandelen oppervlak van ca. 30× de grootte van een volwassen hand).
- Het flesje met de gel en de spuitbus met schuim schudden voor gebruik.
Doseringen
Steroïdgevoelige dermatosen
Volwassenen
1-2×/dag dun aanbrengen en voorzichtig inwrijven, bij verbetering dosering verlagen naar 1×/dag of minder (afbouwen). Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE). In het algemeen minder dan 30-60 g zalf per week gebruiken. Nadat de aandoening is onderdrukt met dit preparaat, zo mogelijk vervangen door een minder sterk werkend middel.
Toediening: Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.
Bijwerkingen
Lokaal
Vaak (1-10%): jeuk. Huidschilfering (zalf).
Soms (0,1-1%): huidklachten (pijn, irritatie, branderig gevoel) en droogheid (gel), verergering van psoriasis, huiduitslag (waaronder papuleuze, pustuleuze, erythemateuze en exfoliatieve uitslag), pigmentatieveranderingen, purpura of ecchymose, huidatrofie, acne, erytheem, dermatitis, folliculitis en huidinfecties (bacteriële-, virale- en schimmelinfecties). Oogirritatie.
Zelden (0,01-0,1): droge huid (zalf), huidschilfering (gel), furunkel, striae, fotosensibilisatie- of overgevoeligheidsreacties, gegeneraliseerde psoriasis pustulosa. Reboundeffect.
Verder zijn gemeld: eczeem, teleangiëctasieën, allergisch contacteczeem, peri-orale dermatitis, colloïd milium. Hypertrichose. Tijdelijke geelkleuring van grijs of wit haar bij toediening op de hoofdhuid. Ernstig plakkerig haar na accidenteel gebruik van het schuim op de behaarde hoofdhuid (Lareb); schuim is niet bestemd voor de behaarde hoofdhuid (zie ook de rubrieken Indicaties en Dosering).
Systemisch
Soms (0,1-1%): hypercalciëmie (bij zalf en gel zeer zelden).
Zeer zelden (< 0,01%): hypercalciurie. Angio-oedeem, gezichtsoedeem.
Verder is gemeld: wazig zicht.
Meer informatie:
Bijwerkingen
Lokaal: huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, neiging tot bloeden.
Verder: Depigmentatie, overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis, maskeren van parasitaire, schimmel- en bacteriële infecties.
Zelden (0,01-0,1 %): verhoging intra-oculaire druk, colloïd-milia, erythrosis interfollicularis colli, granuloma gluteale, contactallergie, hypertrichosis.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Betamethason passeert de placenta; de foetale serumconcentratie is ca. 30% van de maternale concentratie.
Teratogenese: Calcipotriol: bij de mens, onvoldoende gegevens; bij dieren na orale toediening schadelijk gebleken. Corticosteroïden zijn bij dieren in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis); bij de mens geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat. Er zijn onvoldoende gegevens over lokaal gebruik van calcipotriol tijdens de zwangerschap. Hoewel de absorptie via de huid gering is, zijn nadelige effecten bij de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Corticosteroïden en salicylaten passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens is er geen duidelijk hoger risico op schadelijkheid gebleken bij gebruik van corticosteroïden. Salicylzuur: Bij de mens, bij systemisch gebruik van lagere doseringen salicylaten (acetylsalicylzuur tot 160 mg/dag) geen aanwijzingen voor schadelijkheid; bij gebruik van hoge doses aanwijzingen tot schadelijkheid. Bij lokale toediening van salicylzuur treedt 9-25% absorptie op; deze neemt toe bij gebruik onder occlusie.
Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling toe. Ook door de combinatie met penetratiebevorderaars zoals salicylzuur kan de absorptie van dermatocorticosteroïden toenemen. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.
Advies: Kan kortdurend op kleine huidoppervlakken waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Calcipotriol: onbekend. Betamethason: ja. Bij langdurig gebruik, gebruik op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de systemische blootstelling bij de moeder toe en zijn effecten op de zuigeling via de moedermelk niet uit te sluiten.
Advies: Kan bij beperkt gebruik waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd langdurig gebruik of gebruik op grote oppervlakken.
Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (betamethason, salicylzuur). Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling bij de moeder toe. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden zijn effecten op de zuigeling via de moedermelk niet uit te sluiten.
Advies: Kan kortdurend op kleine huidoppervlakken waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.
Contra-indicaties
- psoriasis erythrodermica, psoriasis pustulosa en exfoliatieve psoriasis;
- bekende stoornissen van het calciummetabolisme;
- huidaandoeningen primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel of parasiet;
- huidaandoeningen in relatie tot tuberculose of syfilis;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, peri-orale dermatitis, huidatrofie, striae atrophicae, fragiliteit van de huidvaten;
- peri-anale en genitale jeuk.
Contra-indicaties
- huidinfecties primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
- bijwerkingen door eerder gebruik van corticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen op grote beschadigde huidoppervlakken, slijmvliezen, onder occlusie of in huidplooien, vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Indien bijwerkingen optreden als gevolg van langdurig gebruik de behandeling staken.
Controleer de behandeling met dermatocorticosteroïden zorgvuldig, vanwege risico op het ontstaan van pustuleuze psoriasis en reboundeffecten bij staken van de behandeling.
UV-straling: Vermijd of beperk overmatige blootstelling aan zonlicht of zonnebank.
Huidinfecties: Het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie moet de behandeling met corticosteroïden worden gestaakt.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (m.n. sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Onderzoeksgegevens: Er is geen ervaring met het gebruik bij de behandeling van psoriasis guttata. De veiligheid en werkzaamheid bij ernstige nierinsufficiëntie of leverstoornissen zijn niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: niet toepassen op de (gevoelige) huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Vermijd contact met en rond de ogen, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract; was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij langdurig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers), vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Excessief langdurig gebruik kan symptomen van salicylisme veroorzaken.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling.
De behandeling staken als ernstige irritatie en/of droogheid optreedt.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.
Huidinfecties: het (onjuist ) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.
De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).
Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïd-insufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met vooral (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Kinderen: het gebruik van (zeer) sterk werkende corticosteroïden bij kinderen zoveel mogelijk vermijden. Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Gebruik bij hen kan sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.
Wees ook voorzichtig bij het gebruik bij ouderen (dunne huid en verhoogd risico op huidatrofie) vanwege de toegenomen kans op lokale en systemische bijwerkingen.
Overdosering
Het aanbrengen van grotere hoeveelheden dan aanbevolen kan leiden tot verhoogde serumcalciumspiegels. Neem voor informatie over een vergiftiging met calcipotriol/betamethason contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Excessief of langdurig gebruik kan leiden tot systemische toxiciteit van salicylzuur en betamethason. Zie voor symptomen en behandeling toxicologie.org/salicylaten en onder de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen (betamethason).
Eigenschappen
Betamethason is een sterkwerkend (klasse 3) corticosteroïd. Het heeft een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Calcipotriol is een synthetisch vitamine D3-derivaat. Het remt de proliferatie en stimuleert de differentiatie van epidermale keratinocyten.
Kinetische gegevens
Resorptie | < 1% indien aangebracht op de intacte huid gedurende 12 uur (betamethason, calcipotriol). Voor betamethasondipropionaat is de absorptie groter bij gebruik onder occlusie; bij een beschadigde huid bedraagt deze ca. 24%. |
Metabolisering | snel en voor een groot gedeelte (betamethason, calcipotriol); in lever en nieren tot glucuronide- en sulfaatesters (betamethasondipropionaat). |
Eliminatie | vnl. via urine (betamethason) en feces (calcipotriol). |
T 1/2el | ca. enkele dagen vanwege depotopbouw in de huid (betamethason). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Betamethason is een sterk werkend corticosteroïd, klasse 3. Betamethason heeft in combinatie met salicylzuur een werking op de huid die vergelijkbaar is met de werking van zeer sterk werkende corticosteroïden (klasse 4). Het heeft een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Verder remt het de celdelingen van de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Salicylzuur werkt keratolytisch waardoor de onderliggende lagen toegankelijker worden voor betamethason.
Kinetische gegevens
Resorptie | Betamethason en salicylzuur kunnen systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie van betamethason en salicylzuur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calcipotriol/betamethason hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (cutaan) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
betamethason/salicylzuur hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (cutaan) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk