Samenstelling
Ilaris XGVS Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Sylvant XGVS Aanvullende monitoring Recordati
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusie
- Sterkte
- 100 mg, 400 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Stimuleer ter preventie van (verergering van) met jicht geassocieerde cardiovasculaire en metabole aandoeningen een gezonde leefstijl. Behandel een acute jichtaanval kortdurend met een hoge dosering klassieke NSAID’s oraal, orale glucocorticoïden of colchicine, afhankelijk van de comorbiditeit en comedicatie van de patiënt. Wissel van middel als na 3–5 dagen geen verbetering optreedt. Overweeg intra-articulaire corticosteroïdinjectie bij onvoldoende effect. Start, indien de diagnose voldoende zeker is, bij recidiverende jichtaanvallen of jichttophi profylaxe met allopurinol als urinezuurverlagende therapie. Behandel een ondanks profylaxe optredende jichtaanval als een acute jichtaanval. Overweeg bij hoge frequentie van tussentijdse aanvallen langdurige behandeling met een NSAID of colchicine.
Canakinumab kan worden ingezet bij de behandeling van CAPS bij volwassenen en kinderen. Voor de toepassing van canakinumab bij de overige indicaties is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Behandeling van auto-inflammatoire periodieke koortssyndromen bij volwassenen en kinderen van ≥ 2 jaar:
- 'Cryopyrin-associated periodic syndromes' (CAPS), waaronder:
- syndroom van Muckle-Wells (MWS; ook wel urticaria-doofheid-amyloïdose (UDA) genoemd);
- 'neonatal-onset multisystem inflammatory disease' (NOMID; ook wel 'chronic infantile neurological cutaneous articular syndrome' (CINCA) genoemd);
- ernstige vormen van 'familial cold autoinflammatory syndrome' (FCAS; familiaire koude urticaria (FCU) genoemd).
- Tumor necrose factor (TNF)-receptor-geassocieerd periodiek syndroom (TRAPS);
- Hyperimmunoglobulinemie-D-syndroom (HIDS)/mevalonaat-kinase-deficiëntie (MKD);
- Familiaire mediterrane koorts (FMF).
- 'Cryopyrin-associated periodic syndromes' (CAPS), waaronder:
- Behandeling, als monotherapie of in combinatie met methotrexaat, van actieve ziekte van Still, waaronder:
- de ziekte van Still op volwassen leeftijd ('adult-onset Still's disease'; AOSD);
- actieve Systemische Juveniele Idiopathische Artritis (SJIA) bij kinderen van ≥ 2 jaar met onvoldoende respons op behandeling met NSAID's en systemische corticosteroïden.
- Symptomatische behandeling van volwassenen met frequente aanvallen van jichtartritis (≥ 3 aanvallen in de afgelopen 12 maanden), bij wie NSAID's, colchicine en herhaalde kuren met corticosteroïden niet in aanmerking komen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Multicentrische vorm van de ziekte van Castleman (MCD) bij volwassenen die negatief zijn voor het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) en voor het humaan herpesvirus-8 (HHV-8).
Doseringen
CAPS
Volwassenen, jongeren en kinderen ≥ 4 jaar met lichaamsgewicht > 40 kg
s.c. 150 mg 1× per acht weken.
Volwassen, jongeren en kinderen ≥ 4 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 15 kg en ≤ 40 kg
s.c. 2 mg/kg lichaamsgewicht 1× per acht weken.
Kinderen ≥ 4 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 7,5 kg en < 15 kg
s.c. 4 mg/kg lichaamsgewicht 1× per acht weken.
Kinderen 2–4 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 7,5 kg
s.c. 4 mg/kg lichaamsgewicht 1× per acht weken.
Algemeen
Indien 7 dagen na de start van de medicatie met 150 mg of 2 mg/kg lichaamsgewicht onvoldoende klinische respons is opgetreden, een tweede dosis van 150 mg of 2 mg/kg overwegen. Als er vervolgens een volledige respons optreedt, het geïntensiveerde doseringsregime van 300 mg of 4 mg/kg lichaamsgewicht iedere 8 weken aanhouden. Indien 7 dagen na de verhoogde dosis niet voldoende respons is opgetreden, een derde dosis van 300 mg of 4 mg/kg overwegen. Als er vervolgens een volledige respons optreedt, het voortzetten van het regime van 600 mg of 8 mg/kg iedere 8 weken overwegen.
Indien 7 dagen na de start van de medicatie met 4 mg/kg lichaamsgewicht onvoldoende klinische respons is bereikt, een tweede dosis van 4 mg/kg overwegen. Als er vervolgens een volledige respons optreedt, het voortzetten van het regime van 8 mg/kg iedere 8 weken overwegen.
Er is weinig ervaring met doses van > 600 mg of 8 mg/kg en met toedieningsintervallen < 4 weken.
TRAPS, HIDS/MKD en FMF
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar met lichaamsgewicht > 40 kg
s.c. 150 mg 1× per vier weken.
Volwassen en kinderen ≥ 2 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 7,5 en ≤ 40 kg
s.c. 2 mg/kg lichaamsgewicht 1× per vier weken.
Algemeen
Indien 7 dagen na de start van de medicatie met 150 mg of 2 mg/kg lichaamsgewicht onvoldoende klinische respons is opgetreden, een tweede dosis van 150 mg of 2 mg/kg overwegen. Als er vervolgens een volledige respons optreedt, het geïntensiveerde doseringsregime van 300 mg of 4 mg/kg lichaamsgewicht iedere 4 weken aanhouden. Heroverweeg de behandeling indien geen klinische verbetering optreedt.
Ziekte van Still (AOSD en SJIA)
Kinderen ≥ 2 jaar
Bij een lichaamsgewicht ≥ 7,5 kg: s.c. 4 mg/kg 1×/4 weken. Maximaal 300 mg per keer. Heroverweeg de behandeling indien geen klinische verbetering optreedt.
Aanval van jichtartritis
Volwassenen
Tevens een urinezuurverlagende therapie starten of optimaliseren. Dosering: s.c. 150 mg zo snel mogelijk na het begin van de aanval. Behandeling niet herhalen bij onvoldoende respons. Bij voldoende respons zonodig maximaal 1× per twaalf weken toedienen.
Bij ouderen: een dosisaanpassing is niet nodig.
Bij verminderde leverfunctie: er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege het ontbreken van gegevens.
Bij verminderdernierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig. Klinische ervaring is echter beperkt.
Toediening: geschikte injectieplaatsen zijn bovenbeen, buik, bovenarm of billen. Niet toedienen op beschadigde huid, gebieden met huiduitslag, littekenweefel, of gekneusde gebieden.
Doseringen
Multicentrische vorm van de ziekte van Castleman (MCD):
Volwassenen:
11 mg/kg lichaamsgewicht in 1 uur als i.v. infuus, per 3 weken, totdat de behandeling faalt.
Bij ouderen is een dosisaanpassing niet nodig.
Bij lever- of nierfunctiestoornis is gebruik niet onderzocht. Er kan geen dosisadvies worden gegeven.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfecties, waaronder sinusitis, rinitis, tonsillitis, influenza, nasofaryngitis, faryngitis; daarnaast bronchitis, pneumonie. Virale infectie, influenza. Oorinfectie. Gastro-enteritis, buikpijn. Urineweginfectie, verminderde creatinineklaring, proteïnurie. Artralgie. Cellulitis, reactie op injectieplaats. Leukopenie.
Vaak (1-10%): vulvovaginale candidiasis. Duizeligheid, vertigo. Rugpijn, pijn aan het skeletspierstelsel. Vermoeidheid, asthenie. Neutropenie.
Soms (0,1-1%): gastro-oesofageale refluxziekte. Verlaagd aantal bloedplaatjes.
Verder zijn gemeld: opportunistische infecties (waaronder aspergillose, atypische mycobacteriële infecties, herpes zoster). Trombocytopenie. Stijging ALAT en ASAT, verhoogde waarden van bilirubine, urinezuur- of triglyceridenspiegel.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Bovenste luchtweginfectie, nasofaryngitis, urineweginfectie. Verminderde nierfunctie. Duizeligheid, hoofdpijn. Orofaryngeale pijn. Misselijkheid, buikpijn, braken, obstipatie, diarree, gastro-oesofageale reflux, mondzweer. Rash, jeuk, eczeem. Artralgie, pijn in extremiteit. Neutropenie, trombocytopenie. Hypertriglyceridemie, hyperurikemie. Lokaal oedeem. Gewichtstoename.
Vaak (1-10%): anafylactische of overgevoeligheidsreactie. infusiegerelateerde reactie. Hypercholesterolemie.
Verder is gemeld: gastro-intestinale perforatie.
Interacties
Vaccinaties met levende vaccins dienen niet gelijktijdig met canakinumab plaats te vinden. Bij voorkeur een tijdsperiode van drie maanden tussen vaccinatie met levende vaccins en canakinumab injectie aan te houden.
Combinatie met TNF-α-blokkerende middelen wordt niet aanbevolen in verband met een mogelijk hogere incidentie van ernstige infecties.
IL-1 onderdrukt de expressie van CYP450-enzymen; canakinumab kan als IL-1-blokker daardoor het metabolisme van geneesmiddelen die via dit enzymsysteem worden gemetaboliseerd beïnvloeden. Het klinisch belang van deze interactie wordt groter naarmate het therapeutisch venster (therapeutische breedte) van het CYP450-substraat smaller is.
Interacties
Combinatie met substraten van CYP450 met een smalle therapeutische breedte kan mogelijk het effect of de geneesmiddelconcentratie van deze middelen veranderen (bv. bij ciclosporine) door toegenomen metabolisering; monitoring en eventuele dosisaanpassing bij begin én eind van de behandeling met siltuximab zijn aangewezen.
Levende verzwakte vaccins niet gelijktijdig met of binnen 4 weken voor het begin van de behandeling geven wegens ontbreken van gegevens. Voorzichtig zijn bij toediening van levende vaccins aan zuigelingen van behandelde moeders.
Zwangerschap
Monoklonale antilichamen passeren geleidelijk in toenemende mate tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 3 maanden na de therapie. Toediening van levende vaccins aan pasgeborenen die in utero zijn blootgesteld aan canakinumab wordt niet aanbevolen gedurende 16 weken volgend op de moeders laatste dosis voor de geboorte. Laat de moeder de arts van de baby inlichten voordat er vaccinaties aan haar baby worden gegeven.
Zwangerschap
Siltuximab passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: De pasgeborene kan meer kans op infecties hebben.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende 3 maanden na de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van canakinumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt. Bij dieren zijn geen ongewenste effecten gezien bij zogende jongen.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
- actieve, ernstige infecties.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bloedbeeld: aanbevolen wordt het aantal witte bloedcellen inclusief het aantal neutrofielen te bepalen vóór het begin van de behandeling, en nogmaals na 1–2 maanden; bij langdurig gebruik óók daarna regelmatig controleren. Bij neutropenie (ANC < 1,5 × 109/l) of leukopenie de behandeling niet beginnen en een bestaande behandeling eventueel staken.
Vóór aanvang van de behandeling de patiënten alle aanbevolen vaccinaties geven.
(Risico van) infecties: niet toedienen tijdens een actieve infectie. Vóór het begin van, gedurende en na de behandeling patiënten nauwkeurig beoordelen op infecties, in het bijzonder een latente of actieve tuberculose-infectie. Patiënten instrueren bij tekenen van tuberculose (aanhoudend hoesten, gewichtsverlies, koorts) contact op te nemen met de arts. Behandeling met canakinumab kan tot positieve PPD-huidtest leiden zonder klinisch bewijs van actieve tuberculose. Wees voorzichtig bij de toediening van canakinumab bij patiënten die vatbaar zijn voor ernstige infecties, zoals bij bestaande infecties, een voorgeschiedenis van recidiverende infecties of onderliggende aandoeningen die het ontstaan van infecties vereenvoudigen.
Als macrofaag-activatiesyndroom (MAS) optreedt of wordt vermoed (symptomen van infectie of verergering van SJIA), zo snel mogelijk onderzoek en behandeling beginnen. De aandoening is levensbedreigend; deze bijwerking kan vooral voorkomen bij reumatische aandoeningen, in het bijzonder de ziekte van Still. Bij MAS is er sprake van een (paradoxaal) verlaagde sedimentatiesnelheid van de erytrocyten.
DRESS: Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) is zelden gemeld, voornamelijk bij patiënten met systemische juveniele idiopathische artritis (sJIA). Bij tekenen en symptomen van DRESS, behandeling definitief staken.
Risico op maligniteiten is niet uitgesloten.
Klinische ervaring bij patiënten met CAPS zonder bevestigde mutatie in het NLRP3 gen is beperkt.
Vanwege te weinig onderzoeksgegevens voorzichtig zijn bij ouderen en bij een gestoorde nierfunctie. Canakinumab is niet onderzocht bij patiënten met een gestoorde leverfunctie. Het gebruik bij kinderen < 2 jaar of met een lichaamsgewicht < 7,5 kg wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende klinische gegevens.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorafgaand aan elke dosis hematologisch onderzoek laten verrichten in het eerste jaar, daarna voorafgaand aan elke 3e dosering. Behandelcriteria zijn: absoluut aantal neutrofielen ≥1,0 × 109/l, aantal plaatjes voor eerste toediening ≥ 75 × 109/l en voor herbehandeling ≥ 50 × 109/l , hemoglobine < 170 g/l (10,6 mmol/l).
Siltuximab kan symptomen van acute ontsteking maskeren. Ernstige infecties zoals pneumonie en sepsis zijn gemeld.
De behandeling onderbreken bij een ernstige infectie of ernstige niet-hematologische toxiciteit, na herstel verdergaan met dezelfde dosis. Staken als in de eerste 48 weken > 2× een dosis werd uitgesteld wegens toxiciteit. Bij ernstige allergische reactie, ernstige infusiegerelateerde reactie, anafylaxie of het 'cytokine release syndrome' (CRS) de behandeling staken.
Hypoglobulinemie tijdens behandeling is gemeld.
Wees voorzichtig bij een toegenomen kans op gastro-intestinale perforatie.
Monitor patiënten met bekende leverinsufficiëntie of verhoogde transaminasen of verhoogd bilirubine; er zijn meldingen van verhoogde waarden na behandeling.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Eigenschappen
Canakinumab is een humaan monoklonaal anti-humaan interleukine-1 bèta (IL-1β) antilichaam van het IgG1/κ isotype, geproduceerd door middel van recombinant-DNA-technologie in muizenmyeloma Sp2/0 cellen. Het bindt met hoge affiniteit specifiek aan humaan IL-1 β en neutraliseert de biologische activiteit van humaan IL-1 β door de interactie met IL-1 receptoren te blokkeren en daardoor IL-1 β geïnduceerde genactivatie en de productie van ontstekingsmediatoren te voorkomen. IL-1β is een pro-inflammatoire cytokine, die als reactie op verwondingen en ontstekingen door mononucleaire fagocyten wordt geproduceerd.
Urinezuurkristallen in en om het gewricht kunnen macrofagen aanzetten tot productie van IL-1β. Canakinumab vermindert via binding aan IL-1β de verschijnselen van acute ontsteking.
Kinetische gegevens
F | s.c. ca. 70%. |
T max | na s.c.-injectie: 7 dagen (volwassene), 2–7 dagen (kind). |
V d | ca. 0,10 l/kg. |
Metabolisering | als endogeen IgG, dus via proteolytisch katabolisme in het gehele lichaam. |
T 1/2el | ca. 26 dagen (volwassenen), 23–26 dagen (kind). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Recombinant chimerisch (mens-muis) monoklonaal antilichaam van G1κ-immunoglobuline (IgG1κ). Vormt complexen met de oplosbare biologisch actieve vormen van humaan interleukine-6, verhindert hiermee de binding van IL-6 aan IL-6-receptoren en neutraliseert daardoor de biologische activiteit van IL-6. Overproductie van IL-6 wordt in verband gebracht met anemie en cachexie, wat waarschijnlijk een centrale rol speelt bij systemische manifestaties van de ziekte van Castleman.
Kinetische gegevens
T 1/2el | ca. 16 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
canakinumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk
Groepsinformatie
siltuximab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk