Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Pabal XGVS Ferring bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
100 microg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 1 ml

De oxytocische activiteit is gelijk aan ca. 50 IE oxytocine/injectieflacon.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de plaats van carbetocine bij de preventie van post-partumbloedverlies door uterusatonie de NVOG-richtlijn Haemorrhagia post partum (pagina 13).

Indicaties

  • Preventie van post-partumbloedverlies door uterusatonie.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Preventie post-partumbloedverlies door uterusatonie

Volwassenen

Toedienen zo snel mogelijk na de bevalling, bij voorkeur vóór verwijderen van de placenta.

Keizersnede bij epidurale of spinale anesthesie: i.v.-injectie 100 microg eenmalig.

Vaginale bevalling: i.v. óf i.m.-injectie 100 microg eenmalig.

Toediening: i.v.-injectie langzaam gedurende 1 minuut toedienen.

Bijwerkingen

Intraveneuze toediening (bij keizersnede)

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, tremor. Hypotensie, opvliegers. Misselijkheid, buikpijn. Jeuk. Gevoel van warmte.

Vaak (1-10%): anemie. Duizeligheid. Borstpijn, dyspneu. Metaalsmaak, braken. Rugpijn. Rillingen.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (incl. anafylactische reactie). Tachy- of bradycardie, aritmie, myocardiale ischemie, QT-verlenging. Zweten.

Intramusculaire toediening (bij vaginale bevalling)

Zeer vaak (> 10%): anemie. Hoofdpijn, duizeligheid. Tachycardie. Hypotensie. Borstpijn. Misselijkheid, braken, buikpijn. Rugpijn, spierzwakte. Gevoel van warmte.

Vaak (1-10%): tremor. Opvliegers. Dyspneu. Jeuk. Urineretentie. Rillingen.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (incl. anafylactische reactie). Bradycardie, aritmie, myocardiale ischemie, verlengd QT-interval.

Interacties

Bij combinatie met ergot-alkaloïden of, bijvoorbeeld tijdens of na caudale anesthesie, met sympathicomimetica (m.n. (pseudo-)efedrine) kan ernstige bloeddrukverhoging optreden.

Gelijktijdig gebruik van prostaglandinen wordt niet aanbevolen, aangezien ze het effect van carbetocine kunnen versterken; indien de combinatie toch strikt noodzakelijk is, de patiënt nauwkeurig controleren.

Sommige inhalatie-anesthetica (cyclopropaan, halothaan) kunnen het hypotensieve effect van carbetocine versterken en het effect op de uterus verzwakken.

Zwangerschap

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap en de bevalling (niet gebruiken voor de inleiding van weeën).

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Waarschijnlijk wordt deze kleine hoeveelheid afgebroken door darmenzymen van de zuigeling.

Farmacologisch effect: In klinische studies zijn geen significante effecten op de melksecretie gerapporteerd.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • toediening voorafgaand aan de geboorte;
  • epilepsie;
  • ernstige cardiovasculaire aandoening;
  • lever- of nierfunctiestoornis;
  • overgevoeligheid voor oxytocine.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overweeg in geval van persisterende uterusatonie en de hevige bloedingen als gevolg daarvan, een additionele behandeling met een ander uterotonicum. Er zijn geen gegevens over additionele doses van carbetocine of over het gebruik na een persisterende uterusatonie na toediening van oxytocine.

Antidiuretische werking: Wees bedacht op hyponatriëmie bij patiënten die grote volumes intraveneuze vloeistoffen toegediend krijgen, omdat carbetocine enige antidiuretische activiteit bezit. Wees tevens voorzichtig bij migraine, astma en cardiovasculaire aandoeningen of elke toestand waarbij een snelle vermeerdering van het extracellulaire vocht risicovol kan zijn.

Onderzoeksgegevens: Het gebruik bij diabetes mellitus is niet onderzocht. De veiligheid en werkzaamheid bij adolescenten zijn niet vastgesteld.

Monitor patiënten met (pre-)eclampsie zorgvuldig, vanwege het ontbreken van gegevens.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met carbetocine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Langwerkende oxytocineagonist. Het stimuleert de ritmische contracties van de uterus, verhoogt de frequentie van de bestaande contracties en verhoogt de tonus van de uterusmusculatuur. De werking treedt binnen 2 min na toediening in en houdt enkele uren aan.

Kinetische gegevens

F ca. 77% (na i.m.-toediening).
T max 30 min (na i.m.-toediening).
V d ca. 0,31 l/kg.
Eliminatie < 1% onveranderd met de urine.
T 1/2el ca. 33 min (na i.v.-toediening); ca. 55 min (na i.m.-toediening).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

carbetocine hoort bij de groep oxytocineagonisten.