Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cimzia XGVS UCB Pharma bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
200 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 1 ml, voorgevulde pen 1 ml, patroon 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen. Certolizumab pegol komt bij RA in aanmerking na falen van een csDMARD, bij voorkeur in combinatie met methotrexaat.

Voor de medicamenteuze behandeling van arthritis psoriatica staat de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.

Zie voor de behandeling van axiale spondyloartritis de richtlijn Diagnostiek en behandeling van axiale spondylartritis op nvr.nl.

Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Certolizumab pegl is een optie als inductie- of onderhoudsbehandeling voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

Indicaties

  • Reumatoïde artritis, in combinatie met methotrexaat:
    • matige tot ernstige, actieve reumatoïde artritis (RA) bij volwassenen die onvoldoende reageren op 'disease modifying antirheumatic drugs' (DMARD's), waaronder methotrexaat. Bij intolerantie voor methotrexaat of indien verdere behandeling met methotrexaat ongewenst is, kan certolizumab pegol als monotherapie worden gegeven;
    • ernstige, actieve en progressieve RA bij volwassenen die niet eerder werden behandeld met methotrexaat of andere DMARD's.
  • Axiale spondylartritis:
    • ernstige actieve spondylitis ankylopoetica (SA) (radiografisch axiale spondylartritis) bij volwassenen die onvoldoende reageren op of die intolerant zijn voor NSAID's;
    • ernstige actieve axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van SA (niet-radiografische axiale spondylartritis) bij volwassenen die onvoldoende reageren op of die intolerant zijn voor NSAID's, maar met objectieve tekenen van ontsteking door een verhoogde CRP en/of positieve MRI.
  • Arthritis psoriatica, in combinatie met methotrexaat:
    • actieve arthritis psoriatica bij volwassenen die onvoldoende reageerden op eerdere behandeling met DMARD's. Bij intolerantie voor methotrexaat of indien verdere behandeling met methotrexaat ongewenst is, kan certolizumab pegol als monotherapie worden gegeven.
  • Plaque psoriasis:
    • matige tot ernstige plaque psoriasis bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische behandeling.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

RA, arthritis psoriatica

Volwassenen (incl. ouderen)

Begindosering 400 mg subcutaan (2 injecties van 200 mg) in week nul, 2 en 4. Onderhoudsdosering 200 mg elke 2 weken, overweeg bij een bevestigde klinische respons 400 mg om de 4 weken.

Zet de behandeling met methotrexaat, waar van toepassing, voort. Overweeg de behandeling te staken als er na 12 weken geen therapeutisch voordeel is.

AS

Volwassenen (incl. ouderen)

Begindosering 400 mg subcutaan (2 injecties van 200 mg) in week nul, 2 en 4. Onderhoudsdosering 200 mg elke 2 weken of 400 mg om de 4 weken. Overweeg na ten minste 1 jaar behandeling én aanhoudende remissie een verlaagde onderhoudsdosering van 200 mg om de 4 weken.

Plaque psoriasis

Volwassenen (incl. ouderen)

Begindosering 400 mg subcutaan (2 injecties van 200 mg) in week nul, 2 en 4. Onderhoudsdosering 200 mg elke 2 weken. Overweeg bij een onvoldoende respons een dosis van 400 mg om de 2 weken. Behandeling heroverwegen als er binnen de eerste 16 weken geen therapeutisch voordeel is. Bij gedeeltelijke respons kan voortzetting van de behandeling nog verbetering geven.

Verminderde nier- of leverfunctie: er is geen doseringsadvies in verband met het ontbreken van gegevens.

Gemiste dosis: deze zo snel mogelijk inhalen en daarna doorgaan met het oorspronkelijke doseerschema.

Toediening: geschikte injectieplaatsen zijn het bovenbeen en de buik.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): bacteriële en virale infecties (onder andere herpes zoster, papillomavirus, influenza). Eosinofiele afwijkingen, leukopenie. Misselijkheid. Hoofdpijn, sensorische afwijkingen. Hypertensie. Hepatitis. Huiduitslag. Koorts, pijn, asthenie, jeuk, reacties op injectieplaats.

Soms (0,1-1%): mogelijk fatale sepsis, tuberculose (o.a. miliaire, gedissemineerde en extrapulmonale), (opportunistische) schimmelinfecties. Solide orgaantumoren, niet-melanomateuze huidkanker, bloed- en lymfestelselmaligniteiten (waaronder lymfoom, leukemie), precancereuze laesies, benigne tumoren en cysten. Anemie, lymfadenopathie, trombocytopenie, trombocytose. Vasculitiden, lupus erythematodes, allergische aandoeningen, anafylactische shock. Elektrolyt-onbalans, dyslipidemie, eetluststoornissen, gewichtsverandering. Angst, stemmingsstoornis. Perifere neuropathie, duizeligheid, tremor. Visusstoornis, oog- en ooglidontsteking, stoornis traansecretie. Vertigo, tinnitus. Cardiomyopathie (o.a. hartfalen), ischemische coronaire aandoening, aritmieën (o.a. atriumfibrilleren), palpitaties. Bloeding, toegenomen bloedstolling, syncope, oedeem, ecchymose. Astma en verwante verschijnselen, pleura-effusie, hoesten, luchtwegcongestie en -ontsteking. Ascites, maag-darmontsteking, -ulcus en –perforatie, stomatitis, dyspepsie, orofaryngeale droogheid. Hepatopathie, cholestase, hyperbilirubinemie. Alopecia, (toename of optreden van) psoriasis, dermatitis, eczeem, huidulcus, zweetklierstoornis, fotosensibilisatie, acne, huidverkleuring, droge huid, nagel(bed)aandoeningen. Spieraandoeningen, verhoogde waarden creatinekinase. Nierfunctiestoornis, blaas- en urethrasymptomen. Menstruatiecyclus- en uteriene bloedingsstoornissen (waaronder amenorroe), borstaandoeningen. Rillingen, influenza-achtig beeld, nachtzweten, opvliegers. Verhoogde alkalische fosfatase, verlengde bloedstollingtijd. Huidletsels, verstoorde genezing.

Zelden (0,01-0,1%): maag-darmtumoren, melanoom. Pancytopenie, vergroting van de milt, erytrocytose, morfologisch abnormale leukocyten. Angioneurotisch oedeem, sarcoïdose, serumziekte, panniculitis, verergering symptomen dermatomyositis. Schildklieraandoeningen. Hemosiderose. Suïcidepoging, verminderd geestelijk vermogen, delier. Schedelzenuwontsteking, coördinatie- of evenwichtsstoornis, stuip. Pericarditis, AV-blok. CVA, arteriosclerose, Raynaudfenomeen, livedo reticularis, teleangiëctasie. Interstitiële longziekte, pneumonitis. Odynofagie, hypermotiliteit. Cholelithiase. Huidexfoliatie en -desquamatie, bulleuze aandoeningen, aandoening van de haartextuur, Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, lichenoïde reacties. Nefropathie. Seksuele disfunctie. Fistels. Verhoogde waarden urinezuur.

Verder zijn gemeld: multipele sclerose, Guillain-Barré-syndroom, Merkel-celcarcinoom, Kaposi-sarcoom.

Voor andere indicaties zijn gemeld: gastro-intestinale stenose en obstructies, verslechtering gezondheid, spontane abortus en azoöspermie.

Interacties

Gelijktijdige toediening met abatacept of anakinra geeft een hogere frequentie van algemene en ernstige infecties en wordt daarom afgeraden. Levend verzwakte vaccins niet geven tijdens behandeling met certolizumab pegol vanwege onvoldoende gegevens. Pasgeborenen, van moeders die certolizumab pegol gebruiken of hebben gebruikt, niet vaccineren met levende of verzwakte levende vaccins tot minimaal 5 maanden na de laatste toediening aan de moeder, tenzij het voordeel van vaccinatie opweegt tegen het theoretische risico van toediening van levende of verzwakte levende vaccins aan zuigelingen.

Zwangerschap

Certolizumab passeert de placenta niet tot nauwelijks.

Teratogenese: Bij de mens redelijk veel onderzocht. Het geeft waarschijnlijk geen hogere kans op aangeboren afwijkingen.

Farmacologisch: Omdat certolizumab de placenta nauwelijks passeert, is een verhoogd risico op immunosuppressie en infecties in het eerste levensjaar niet waarschijnlijk.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Overig: De fabrikant adviseert een vruchtbare vrouw om adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste vijf maanden na de laatste toediening.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate; 0,04%-0,30% van de maternale dosis in 24 uur. Wordt na orale toediening afgebroken in maag-darmkanaal.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • actieve tuberculose of andere ernstige infecties als sepsis of opportunistische infecties;
  • matig tot ernstig hartfalen (NYHA-klasse III/IV).

Waarschuwingen en voorzorgen

(Reactivering van) infecties: bij anti-TNF-therapie bestaat de mogelijkheid dat de afweer tegen infecties is verminderd. Voorzichtigheid is geboden bij een chronische infectie of een voorgeschiedenis van recidiverende infecties of bij onderliggende ziekten die patiënten vatbaarder kunnen maken voor infecties. Patiënten voor, tijdens en tot 5 maanden na de behandeling zorgvuldig controleren op infecties, waaronder tuberculose. Bij ontwikkeling van ernstige infecties, sepsis of vermoeden van acute tuberculose de behandeling staken. Voor aanvang van de behandeling dient screening op tuberculose plaats te vinden met een thoraxfoto en een tuberculine huidtest. Bij latente tbc profylactisch anti-tuberculosetherapie starten alvorens tot behandeling met certolizumab pegol over te gaan. Ook antituberculosetherapie starten bij risicofactoren op het ontwikkelen van tuberculose of indien adequate behandeling van tuberculose niet kon worden bevestigd. Risicopatiënten voor aanvang van de behandeling screenen op hepatitis B. Dragers van het virus tijdens behandeling met certolizumab pegol en tot 5 maanden erna zorgvuldig monitoren op symptomen van actieve ziekte en bij reactivering van hepatitis B de behandeling staken.

Comorbiditeit: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van maligniteiten, bij COPD-patiënten, bij patiënten met meer kans op maligniteit als gevolg van zwaar roken, bij licht hartfalen, bij demyeliniserende ziekteaandoeningen (zoals MS), bij ernstige overgevoeligheidsreacties op een andere TNF-α-blokker, bij een operatie. Bij verergering van hartfalen, demyeliniserende aandoening of bij ernstige overgevoeligheidsreacties de behandeling staken.

Bij bewezen significant hematologische afwijkingen (leukopenie, pancytopenie, trombocytopenie) overwegen de behandeling te staken.

Maligniteiten: kans op ontwikkeling van lymfomen (incl. hepatosplenisch T-cellymfoom), leukemie of andere hematopoëtische of vaste maligniteiten door behandeling met een TNF–α-antagonist kan niet worden uitgesloten. Bij risicofactoren voor huidkanker wordt periodiek huidonderzoek aanbevolen.

Vorming van antinucleaire antilichamen en een soms lupusachtig syndroom is gemeld; niet bekend is of certolizumab pegol de ontwikkeling van auto-immuunziekten beïnvloedt. Door antilichaamvorming kan de plasmaspiegel van certolizumab pegol afnemen, geassocieerd bij sommige patiënten met een verminderde werkzaamheid. Bij de ontwikkeling van een lupusachtig syndroom de behandeling staken.

Diverse aPTT-stollingstesten kunnen worden verstoord.

Bij ouderen is voorzichtigheid geboden vanwege een ogenschijnlijk hogere incidentie van infecties.

Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid bij een verminderde nier- of leverfunctiestoornis zijn niet vastgesteld. Er is geen ervaring met gebruik bij kinderen en adolescenten (< 18 j.).

Eigenschappen

Certolizumab pegol is een recombinant, gehumaniseerd Fab’2-fragment van een antilichaam tegen tumornecrosefactor-alfa (TNF-α), tot expressie gebracht in E-coli en geconjugeerd met PEG. Het neutraliseert TNF-α, een pro-inflammatoire cytokine, selectief en dosisafhankelijk.

Kinetische gegevens

Resorptie langzaam vanuit de s.c.-injectieplaats.
F ca. 80%.
T max 54–171 uur.
V d ca. 0,11 l/kg bij RA en 0,07 l/kg bij plaque psoriasis.
Overig door de pegylering is de metabolisering en eliminatie van het antilichaam vertraagd.
T 1/2el ca. 14 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd