Samenstelling
Hibicet XGVS OTC Mölnlycke Health Care BV
- Toedieningsvorm
- Oplossing 'verdunning'
- Verpakkingsvorm
- flacon 15 ml, flacon 50 ml
Bevat per ml: cetrimide 1,5 mg, chloorhexidinedigluconaat 0,15 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Natriumhypochlorietsmeersel FNA (actief chloor als natriumhypochlorietoplossing) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Smeersel (0,25%)
- Sterkte
- 2,38 mg/g
Basis: emulsie van water en vloeibare paraffine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volgens de WIP (Werkgroep Infectie Preventie)-richtlijn Desinfectie huid en slijmvliezen (2018) op RIVM.nl is het advies om voor huiddesinfectie een desinfectans op basis van alcohol (60–90%) te gebruiken, met óf zonder toevoeging van 0,5% chloorhexidine of 1% jodium. De richtlijn beveelt voor desinfectie van slijmvliezen chloorhexidine 0,2–1% in water, of povidonjodium 10% in water, aan. De WIP heeft begin 2017 zijn activiteiten gestaakt.
De NVDV-richtlijn Infectiepreventie maatregelen bij dermatochirurgische ingrepen (2020) beveelt een pre-desinfectans op basis van alcohol (60–90%) met óf zonder toevoegingen aan (conform de WIP–richtlijn Desinfectie van huid en slijmvliezen). De chirurg dient daarbij rekening te houden met corneatoxiciteit van alcohol, jodiumallergieën en (tijdelijke) verkleuringen die een ingreep kunnen hinderen.
Advies
Zie voor aanbevelingen in de preventie en behandeling van decubitus de V&VN-Richtlijn Decubitus (2021) op venv.nl.
Volgens de NHG-Standaard Decubitus (2015) wordt het gebruik van lokale antiseptica zoals natriumhypochloriet ter behandeling van infecties bij decubitus ulcera afgeraden. Uit in-vitro-onderzoek blijkt dat de middelen cytotoxisch zijn voor cellen die essentieel zijn voor het wondgenezingsproces, zoals fibroblasten, keratinocyten en leukocyten. Natriumhypochloriet alleen toepassen als er geen geschikte alternatieven voorhanden zijn.
Indicaties
Reiniging en desinfectie van de intacte huid en beschadigd weefsel, zoals:
- grote, beschadigde huidoppervlakken;
- ongevalsverwondingen en brandwonden;
- uitwendige genitalia (tijdens de partus);
- operatiegebied (vóór aanleggen van het verband).
Indicaties
- Desinfectie van (necrotische) ulcera, zoals bij ulcus cruris venosum en decubituswonden graad III en IV.
Doseringen
Reiniging en desinfectie van de huid
Als zodanig.
Bij toepassing voor aseptische procedures de buitenkant van de flacon (ampul) desinfecteren. Een geopende ampul direct gebruiken; eventuele restanten niet bewaren.
Doseringen
Vooraf randen van de wond insmeren met zinkoxidezalf of zinkoxidepasta.
(Necrotische) ulcera en decubitus
2×/dag een met het natriumhypochlorietsmeersel geïmpregneerd gaas ten minste 1 uur in de wond leggen; wond afdekken met vaseline- of paraffinegaas en vochtdoorlatend wonddekkend verband. Na ten minste 1 uur het met het natriumhypochlorietsmeersel geïmpregneerd gaas verwijderen en de wond spoelen met water of fysiologische zoutoplossing. Vervolgens de wond afdekken met vaseline- of paraffinegaas en vochtdoorlatend verband en laten zitten tot de volgende behandeling. De behandeling voortzetten totdat de wond rood granulerend is.
Bij een vergeten dosis deze alsnog aanbrengen tenzij het minder dan 4 uur duurt voor de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Sla dan de vergeten behandeling over en ga verder met het normale behandelschema.
Toediening: vóór gebruik fles goed schudden. Vóór het aanbrengen eerst wegwerphandschoenen aantrekken om irritatie aan de handen te voorkomen.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: huidirritatie en -uitdroging, vertraagde overgevoeligheid, (allergisch) contacteczeem, urticaria, chemische brandwonden (bij pasgeborenen). Overgevoeligheid, anafylactische reactie, anafylactische shock. Hoornvlieserosie, epitheeldefect/hoornvliesletsel, ernstige blijvende visuele beperking; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): irritatie, pijn, erytheem en oedeem van de gezonde huid rondom de wond; daarom vóór gebruik de gezonde huid beschermen door zinkoxidezalf of -smeersel op de wondranden aan te brengen.
Soms (< 1%): overgevoeligheid.
Bij lokale toepassing kunnen bloedstolsels oplossen en bloedingen optreden.
Interacties
Cetrimide en chloorhexidinedigluconaat zijn onverenigbaar met anionogene stoffen, zoals bepaalde zepen.
Interacties
Natriumhypochlorietsmeersel en andere huidmiddelen kunnen elkaars werking beïnvloeden; geen andere huidmiddelen in de wond gebruiken. De randen van de wond kunnen wel worden beschermd met zinkoxidezalf of -smeersel.
Zwangerschap
Teratogenese: Cetrimide: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Chloorhexidine: Ruime ervaring laat geen nadelige effecten zien. Zowel cetrimide als chloorhexidine worden door sterke binding aan de huid nauwelijks geabsorbeerd, waardoor meetbare bloedspiegels bij de moeder onwaarschijnlijk zijn.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens geeft geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Chloorhexidine en cetrimide worden bij lokaal gebruik door de sterke binding aan de huid echter nauwelijks geresorbeerd bij de moeder, waardoor geen effecten bij de zuigeling worden verwacht.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Bij aanbrengen op de borsten deze eerst goed wassen voordat de baby wordt gevoed.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Nee. Ruime ervaring bij vrouwen die borstvoeding geven laat geen nadelige effecten zien bij de zuigeling.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: bij gebruik in de buurt van de tepel direct na de voeding aanbrengen; tepel en borst eerst goed wassen voor een volgende voeding.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Rood granulerende wond; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met de ogen en wees zeer voorzichtig bij het aanbrengen, om te voorkomen dat chloorhexidine buiten de bedoelde plaats van toediening, in de ogen terechtkomt. Bij contact, ondanks voorafgaande oogbeschermende maatregelen, de ogen direct grondig uitspoelen met water en een oogarts raadplegen. Ernstige gevallen van hoornvliesletsel zijn gemeld, waarvoor in sommige gevallen een hoornvliestransplantatie nodig was. Dit waren meldingen van onverwachte blootstelling van het oog aan chloorhexidine-bevattende middelen, doordat de oplossing buiten het beoogde chirurgische preparatiegebied terecht was gekomen, ondanks voorafgaande oogbeschermende maatregelen. Vermijd ook contact met hersenweefsel, hersenvliezen of middenoor (vooral bij beschadigd trommelvlies). Bij gebruik als huiddesinfectans voorafgaand aan procedures waarbij er een risico bestaat van meningeale blootstelling, de huid laten drogen alvorens de naald in te brengen.
Niet gebruiken in combinatie met andere middelen om de huid schoon te maken, zoals bijvoorbeeld (vloeibare) zeep; zie ook de rubriek Interacties.
Chemische brandwonden bij pasgeborenen: het gebruik van alcoholische en waterige chloorhexidine-oplossingen voor huiddesinfectie voorafgaand aan invasieve procedures hangt samen met chemische brandwonden bij pasgeborenen, met name bij prematuren (vooral bij een zwangerschapsduur < 32 weken) en in de eerste 2 weken na de geboorte.
Vermijd ophoping: verwijder bij huiddesinfectie van het operatiegebied eventuele met cetrimide/chloorhexidine-oplossing doordrenkte materialen, doeken of kleding vóórdat tot de ingreep wordt overgegaan. Gebruik geen overmatige hoeveelheden en zorg dat de oplossing niet ophoopt, bv. in huidplooien en dat deze niet op lakens of ander materiaal in direct contact met de patiënt druppelt. Controleer bij aanbrengen van een occlusief verband of er geen overmatige hoeveelheid cetrimide/chloorhexidine aanwezig is. Vermijd langdurig contact tussen huid en alcoholische oplossingen.
Vertraagde overgevoeligheid, inclusief allergisch contacteczeem zijn gemeld. Niet gebruiken bij een voorgeschiedenis van een allergische reactie op chloorhexidine. Het risico op sensibilisatie is groter bij een beschadigde huid, jonge kinderen, toepassing op een groot huidoppervlak of als gevolg van onvoldoende postoperatieve reiniging van het operatiegebied. Hernieuwde blootstelling aan chloorhexidine via chloorhexidine-bevattende producten kan bijdragen aan vertraagde overgevoeligheidsreacties, zelfs na maanden. Verwijder achtergebleven hoeveelheden chloorhexidine postoperatief met fysiologisch zout voordat verbanden worden aangebracht.
Rectaal gebruik (bv. als zeepklysma) kan tot zeer ernstige en zelfs fatale complicaties leiden.
Na contact met linnengoed kunnen bij bleken met chloorbevattende middelen bruine niet-verwijderbare vlekken ontstaan; bleken met perboraat geeft deze vlekken niet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vertraagde wondgenezing: bij in vitro-onderzoek is natriumhypochloriet toxisch voor fibroblasten, neutrofielen en endotheelcellen gebleken, waardoor de ontstekingsreactie mogelijk wordt verlengd en endotheelcellen worden beschadigd. De literatuur is echter niet eenduidig over een negatief effect van antiseptica zoals natriumhypochloriet op de wondgenezing. Een eventueel nadelig effect op granulatieweefsel is afhankelijk van de gebruikte concentratie en bij sommige antiseptica, mits voldoende verdund, afwezig.
Natriumhypochloriet is een basische stof. Bij mengen met zuren en bij contact met metalen oppervlakten kunnen zuren vrijkomen en chloorgas.
Natriumhypochloriet werkt blekend op kleding, beddengoed en op haren.
Overdosering
Bij accidentele orale inname door (kleine) kinderen kunnen systemische effecten optreden, zie Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Cetrimide is een quaternaire ammonium-verbinding, die werkzaam is tegen Gram-positieve bacteriën en Gram-negatieve bacteriën (incl. Staphylococcus aureus). Het minst gevoelig zijn: Pseudomonas spp. en Proteus spp. Cetrimide heeft naast desinfecterende eigenschappen ook een reinigend effect. Chloorhexidinegluconaat is een kationisch biguanide. Het werkt bactericide door coagulatie van het cytoplasma en beschadiging van de celmembraan. Chloorhexidine heeft een bactericide werking tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën en is in vitro werkzaam tegen dermatofyten en gisten. Het is niet werkzaam tegen sporen van bacteriën en schimmels.
Kinetische gegevens
Resorptie | nauwelijks (cetrimide), < 0,1% (chloorhexidine) na lokale toediening door stevige hechting aan huid en ander weefsel. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Natriumhypochloriet heeft een breed spectrum en werkt snel. De werkzaamheid wordt bepaald door de concentratie hypochloorzuur (HOCl). De microbicide werking berust waarschijnlijk op eiwitdenaturatie en inactivering van nucleïnezuren. Natriumhypochloriet heeft tevens een losmakend en oplossend effect op necrotisch weefsel; bloedstolsels worden echter ook opgelost en de bloedstolling vertraagt. De 'chloorlucht' van het smeersel vermindert de onaangename wondgeur. Vloeibare paraffine dekt de wond af en gaat hechting tegen van verbandmateriaal aan de wond.
Groepsinformatie
cetrimide/chloorhexidine hoort bij de groep desinfectantia, cutaan.
- benzalkonium (D08AJ01) Vergelijk
- chloorhexidine (cutaan) (D08AC02) Vergelijk
- chloorhexidine/isopropylalcohol (D08AC52) Vergelijk
- chloorxylenol (D08AE05) Vergelijk
- jodium (D08AG03) Vergelijk
- mecetronium (D08AX53) Vergelijk
- natriumhypochloriet (D08AX07) Vergelijk
- povidonjodium (behaarde hoofdhuid) (D11AC06) Vergelijk
- povidonjodium (cutaan) (D08AG02) Vergelijk
Groepsinformatie
natriumhypochloriet hoort bij de groep desinfectantia, cutaan.
- benzalkonium (D08AJ01) Vergelijk
- cetrimide/chloorhexidine (D08AC52) Vergelijk
- chloorhexidine (cutaan) (D08AC02) Vergelijk
- chloorhexidine/isopropylalcohol (D08AC52) Vergelijk
- chloorxylenol (D08AE05) Vergelijk
- jodium (D08AG03) Vergelijk
- mecetronium (D08AX53) Vergelijk
- povidonjodium (behaarde hoofdhuid) (D11AC06) Vergelijk
- povidonjodium (cutaan) (D08AG02) Vergelijk