Samenstelling
Pombiliti XGVS Aanvullende monitoring Amicus Therapeutics Europe Limited
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 105 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat na reconstitutie 15 mg cipaglucosidase alfa per ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Replagal XGVS Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor i.v.-infusie
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 3,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Er zijn geen klinisch relevante verschillen aangetoond tussen cipaglucosidase alfa (in combinatie met miglustat) en alglucosidase alfa, welke beide als enzymvervangende therapie kunnen worden toegepast bij late-onset ziekte van Pompe. Voor evidence-based aanbevelingen met betrekking tot het voorschrijven van alglucosidase alfa bij volwassenen met de ziekte van Pompe, raadpleeg de Europese richtlijnen voor start/stop behandeling met enzymtherapie (van der Ploeg et al., Eur J Neurol 2017). Dezelfde aanbevelingen kunnen ook gelden voor cipaglucosidase alfa.
Advies
Bij de ziekte van Fabry (onvoldoende activiteit van het enzym α-galactosidase) leidt stapeling van glycosfingolipiden, vooral globotriaosylceramide (Gb3), tot progressieve orgaandisfunctie. Symptomatische behandeling bestaat uit onder andere nierdialyse en -transplantatie bij nierinsufficiëntie, behandeling van hartritmestoornissen en pijnbestrijding met carbamazepine. De Commissie beveelt enzymtherapie met agalsidase α of agalsidase β aan, omdat er aanwijzingen zijn dat dit effectiever is dan niet behandelen met enzymtherapie.
Indicaties
Langdurige enzymsubstitutietherapie, in combinatie met de enzymstabilisator miglustat, bij volwassenen met op latere leeftijd gemanifesteerde ziekte van Pompe (zure α-glucosidasedeficiëntie).
Indicaties
Chronische enzym-substitutietherapie bij patiënten met een bevestigde diagnose van de ziekte van Fabry.
Doseringen
Raadpleeg ook de productinformatie van miglustat 65 mg capsules voor de dosering en wanneer te vasten.
Ziekte van Pompe
Volwassenen incl. ouderen
Als intraveneus infuus: 20 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per twee weken. Start de infusie met cipaglucosidase alfa 1 uur na het innemen van capsules miglustat, max. 3 uur erna.
Overweeg staken van de behandeling bij ontoereikende respons of onaanvaardbare veiligheidsrisico's. In dat geval moet zowel cipaglucosidase alfa als miglustat worden stopgezet.
Bij overschakelen van een andere enzymsubstitutietherapie (EST) naar cipaglucosidase alfa in combinatie met miglustat: begin met cipaglucosidase alfa en miglustat op het volgende geplande doseringstijdstip; dat is ongeveer 2 weken na de laatste EST-toediening. Zet eventuele premedicatie voort, die samen met de vorige EST werd gebruikt om infusiereacties te minimaliseren. Afhankelijk van verdraagbaarheid kan de premedicatie worden gewijzigd.
Bij verminderde nierfunctie is naar verwachting geen dosisaanpassing nodig.
Bij verminderde leverfunctie kan geen doseringsadvies worden gegeven. Er zijn geen gegevens.
Gemiste dosis: als de infusie met cipaglucosidase alfa niet kan worden gestart binnen 3 uur na de orale toediening van miglustat, verzet de behandeling met cipaglucosidase alfa en miglustat dan ten minste 24 uur na inname van miglustat. Als cipaglucosidase alfa en miglustat beide zijn gemist, de behandeling zo snel mogelijk toedienen.
Toediening
- Toedienen via een intraveneuze infusie gedurende 4 uur, indien verdragen.
- Begin met een infusiesnelheid van 1 mg/kg/uur. Verhoog stapsgewijs met 2 mg/kg/uur ongeveer om de 30 minuten indien er geen tekenen zijn van infusiereacties, tot een maximale infusiesnelheid van 7 mg/kg/uur. Stem de snelheid af op basis van de eerdere ervaring van de patiënt tijdens infusie.
- Thuisinfusie is mogelijk voor patiënten die de infusies goed verdragen en gedurende een paar maanden geen matige of ernstige infusiegerelateerde bijwerkingen hebben gehad. De voorwaarden staan vermeld in de officiële productinformatie CBG/EMA onder Zie ook.
Doseringen
Ziekte van Fabry
Volwassenen en kinderen ≥ 7 jaar
I.v. als infusie: 0,2 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken.
Verminderde nierfunctie: de dosering hoeft niet aangepast te worden. Een omvangrijke vermindering van de nierfunctie (eGFR < 60 ml/min) kan de respons van de nieren op de enzymvervangingstherapie wel beperken. Ondanks relatief weinig gegevens over gebruik door patiënten die dialyse of een niertransplantatie (hebben) ondergaan, wordt aanpassing van de dosis niet aanbevolen.
Toediening
- Het infuus met behulp van een intraveneuze lijn met een integraalfilter gedurende 40 min toedienen. Niet gelijktijdig toedienen met andere geneesmiddelen in dezelfde lijn.
- Thuisinfusie en/of zelftoediening overwegen voor patiënten die de infusies goed verdragen. De dosis en infusiesnelheid moet thuis constant blijven. Bij optreden van bijwerkingen de thuisinfusie direct stopzetten en contact opnemen met de arts.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): anafylactische of anafylactoïde reactie. Duizeligheid, rillingen, slaperigheid, dysgeusie, paresthesie. Tachycardie, blozen, hypotensie, hypertensie. Dyspneu, hoest. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, diarree, winderigheid. Urticaria, (maculopapuleuze en erythemateuze) huiduitslag, jeuk, hyperhidrose. Spierspasmen, spierpijn, gewrichtspijn, spierzwakte. Vermoeidheid, koorts, koude rillingen, pijn en ongemak op de borst, zwelling op de infusieplaats, perifere zwelling.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Evenwichtsstoornis, branderig gevoel, migraine, presyncope. Bleekheid. Astma, orofaryngeaal ongemak en oedeem, piepende ademhaling. Dyspepsie, oesofageale pijn en spasme, pijn in de mond, gezwollen tong. Huidverkleuring, huidoedeem. Pijn in de zij, vermoeide spieren, musculoskeletale stijfheid. Asthenie, gezichtspijn, pijn op de infusieplaats, malaise, zwelling van het gezicht. Schommeling in lichaamstemperatuur, verminderd aantal lymfocyten. Schaafwonden op de huid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): perifeer oedeem. Hoofdpijn, duizeligheid, neuropathische pijn, tremor, hypo-esthesie, paresthesie. Tinnitus. Hartkloppingen. Dyspneu, hoesten, (naso)faryngitis. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Huiduitslag. Artralgie, myalgie, pijn in ledemaat, rugpijn. Pijn of beklemd gevoel in de borst, koorts, asthenie, vermoeidheid.
Vaak (1-10%): dysgeusie, hypersomnie. Verhoogde traanvochtproductie. Verergering van tinnitus. Tachycardie, atriumfibrilleren. Hypertensie, hypotensie, overmatig blozen. Heesheid, beklemd gevoel in de keel, rinorroe. Urticaria, erytheem, jeuk, acne, hyperhidrose. Gewrichtszwelling. Overgevoeligheid. Gevoel van warmte of koude, griepachtige verschijnselen, malaise.
Soms (0,1-1%): parosmie. Tragere cornea-reflex. Tachyaritmie. Daling zuurstofsaturatie, toename keelsecretie. Angioneurotisch oedeem, livedo reticularis. Zwaar gevoel. Anafylactische reactie. Huiduitslag op de injectieplaats.
Verder zijn gemeld: myocardischemie, hartfalen, ventriculaire extrasystolen.
De meest voorkomende infusiegerelateerde reacties zijn rillingen, koorts, roodheid in het gezicht, hoofdpijn, misselijkheid, dyspneu, tremor, jeuk en vermoeidheid. Infusiegerelateerde reacties kunnen ook cardiale gebeurtenissen zijn (hartritmestoornis, myocardischemie, hartfalen) bij patiënten met de ziekte van Fabry waarbij structuren van het hart zijn aangetast.
Ernstige bijwerkingen zijn vaker gemeld bij patiënten die van agalsidase β overstapten op agalsidase α, dan bij patiënten die therapienaïef waren.
Interacties
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties met cipaglucosidase alfa.
Interacties
Niet combineren met chloroquine, amiodaron of gentamicine vanwege een theoretische kans op remming van intracellulaire activiteit van α-galactosidase.
Niet gelijktijdig met andere werkzame stoffen in dezelfde intraveneuze lijn toedienen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is de combinatie cipaglucosidase alfa en miglustat schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot 4 weken na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
- levensbedreigende overgevoeligheid voor cipaglucosidase alfa, wanneer hernieuwde toediening ('rechallenge') niet succesvol was;
- overgevoeligheid voor miglustat.
Contra-indicaties
Eerder voorgekomen levensbedreigende overgevoeligheid voor agalsidase α.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anafylaxie en infusiereacties zijn opgetreden bij sommige patiënten tijdens en na de infusie. Cardiopulmonale reanimatieapparatuur moet beschikbaar zijn. Premedicatie met een oraal antihistaminicum, antipyreticum en/of corticosteroïd kan nodig zijn als reacties zijn opgetreden bij een eerdere enzymsubstitutietherapie. Als anafylaxie of ernstige allergische reacties optreden, de infusie onmiddellijk stopzetten en een passende medische behandeling opstarten. Bij lichte tot matige en voorbijgaande infusiereacties, de infusiesnelheid vertragen of de infusie onderbreken. Opnieuw toedienen van cipaglucosidase alfa na anafylaxie of ernstige allergische respons alleen na zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen, en uitsluitend in een klinische omgeving.
Bij een acute onderliggende aandoening van de luchtwegen of verminderde hart- of ademhalingsfunctie is er meer kans op ernstige exacerbatie van deze aandoening tijdens de infusie. Geschikte medische ondersteuning en toezichtsmaatregelen moeten onmiddellijk beschikbaar zijn tijdens de infusie.
Immuuncomplexgerelateerde reacties, waaronder ernstige huidreacties en nefrotisch syndroom, werden gemeld bij andere enzym-subsitutietherapieën, bij patiënten die hoge IgG-antilichaamtiters hadden. Een mogelijk klasse-effect kan niet worden uitgesloten. Controleer op tekenen en symptomen van systemische immuuncomplex-gerelateerde reacties tijdens het innemen van cipaglucosidase alfa met miglustat. Overweeg staken van de toediening als deze reacties optreden.
Er is weinig ervaring bij ouderen > 65 jaar.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij personen met verminderde nier- en/of leverfunctie of bij kinderen < 18 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Infusiegerelateerde bijwerkingen treden meestal op in de eerste 2 tot 4 maanden, maar ook wel na een jaar behandeling. De lichte tot matige overgevoeligheidsreacties (infusiereacties) kunnen worden verminderd door preventief antihistaminica en/of corticosteroïden te geven. Tevens dient men de infusie tijdelijk (5–10 min) te onderbreken. Bij ernstige overgevoeligheidsreacties de toediening onmiddellijk staken.
Bij circa 24% van de volwassen patiënten en bij ca. 7% van de kinderen ontwikkelen zich na 3-12 maanden IgG-antistoffen tegen agalsidase α.
De werkzaamheid en veiligheid zijn onvoldoende vastgesteld bij kinderen ≤ 6 jaar (de relatief weinig beschikbare gegevens tonen geen specifieke veiligheidsproblemen aan). De werkzaamheid en veiligheid zijn eveneens onvoldoende vastgesteld bij ouderen > 65 jaar.
Eigenschappen
Cipaglucosidase alfa is een vorm van het menselijk enzym zure α-glucosidase (GAA), geproduceerd in ovariumcellen van Chinese hamsters met behulp van DNA-recombinatietechniek. Het is geconjugeerd met bis-M6P N-glycans, dat bindt aan de kation-onafhankelijke mannose-6-fosfaatreceptor (CI-MPR). Na binding aan CI-MPR wordt cipaglucosidase alfa geïnternaliseerd in het lysosoom, waar de actieve vorm van het GAA-enzym wordt gevormd. Cipaglucosidase alfa zorgt voor het afbreken van glycogeen tot glucose, het verminderen van intramusculair glycogeen en het verbeteren van de weefselschade bij de ziekte van Pompe. Cipaglucosidase alfa wordt gestabiliseerd door miglustat voor zo min mogelijk verlies van enzymactiviteit in het bloed tijdens de infusie.
Kinetische gegevens
V d | 0,03-0,07 l/kg. |
Overig | Cipaglucosidase alfa passeert de bloed-hersenbarrière niet. |
Metabolisering | in de lever door proteolytische hydrolyse. |
T 1/2el | 1,6-2,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Agalsidase α is een recombinante vorm van het enzym α-galactosidase A en is vervaardigd in een menselijke cellijn. Het wordt na toediening snel opgenomen in de lysosomen van o.a. endotheel- en gladde spiercellen van de bloedvaten, waar het opgehoopt Gb3 of GL-3 in nieren-, hart- en huidweefsel afbreekt.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,17 l/kg. |
Metabolisering | door hydrolyse. |
T 1/2el | 80–120 minuten bij 0,2 mg/kg in ca. 40 min toegediend. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cipaglucosidase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk
Groepsinformatie
agalsidase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- cipaglucosidase alfa (A16AB23) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk