Samenstelling
Pombiliti XGVS Aanvullende monitoring Amicus Therapeutics Europe Limited
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 105 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat na reconstitutie 15 mg cipaglucosidase alfa per ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Strensiq Aanvullende monitoring Alexion Pharma Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,45 ml, 0,7 ml, 1,0 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,8 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Er zijn geen klinisch relevante verschillen aangetoond tussen cipaglucosidase alfa (in combinatie met miglustat) en alglucosidase alfa, welke beide als enzymvervangende therapie kunnen worden toegepast bij late-onset ziekte van Pompe. Voor evidence-based aanbevelingen met betrekking tot het voorschrijven van alglucosidase alfa bij volwassenen met de ziekte van Pompe, raadpleeg de Europese richtlijnen voor start/stop behandeling met enzymtherapie (van der Ploeg et al., Eur J Neurol 2017). Dezelfde aanbevelingen kunnen ook gelden voor cipaglucosidase alfa.
Advies
Bij hypofosfatasie (HPP) met een perinatale of infantiele aanvang, waarbij de eerste symptomen van de ziekte zijn opgetreden in de baarmoeder of vóór een leeftijd van 6 maanden, lijkt asfotase alfa een positief effect te hebben op de overleving en de respiratoire functie. Vanwege beperkingen in de studieopzet (niet-vergelijkende studies met zeer kleine aantallen patiënten) bestaat onzekerheid over de grootte van het effect. Er zijn onvoldoende onderzoeksgegevens over het toepassen van asfotase alfa bij HPP met juveniele aanvang (eerste symptomen op een leeftijd van 6 maanden tot 18 jaar).
Aan de vergoeding van asfotase alfa zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder uitzonderlijke omstandigheden; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte zijn er relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Indicaties
Langdurige enzymsubstitutietherapie, in combinatie met de enzymstabilisator miglustat, bij volwassenen met op latere leeftijd gemanifesteerde ziekte van Pompe (zure α-glucosidasedeficiëntie).
Indicaties
Langdurige enzymvervangingstherapie bij patiënten met botmanifestaties bij hypofosfatasie, indien de eerste symptomen vóór de leeftijd van 18 jaar zijn opgetreden.
Doseringen
Raadpleeg ook de productinformatie van miglustat 65 mg capsules voor de dosering en wanneer te vasten.
Ziekte van Pompe
Volwassenen incl. ouderen
Als intraveneus infuus: 20 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per twee weken. Start de infusie met cipaglucosidase alfa 1 uur na het innemen van capsules miglustat, max. 3 uur erna.
Overweeg staken van de behandeling bij ontoereikende respons of onaanvaardbare veiligheidsrisico's. In dat geval moet zowel cipaglucosidase alfa als miglustat worden stopgezet.
Bij overschakelen van een andere enzymsubstitutietherapie (EST) naar cipaglucosidase alfa in combinatie met miglustat: begin met cipaglucosidase alfa en miglustat op het volgende geplande doseringstijdstip; dat is ongeveer 2 weken na de laatste EST-toediening. Zet eventuele premedicatie voort, die samen met de vorige EST werd gebruikt om infusiereacties te minimaliseren. Afhankelijk van verdraagbaarheid kan de premedicatie worden gewijzigd.
Bij verminderde nierfunctie is naar verwachting geen dosisaanpassing nodig.
Bij verminderde leverfunctie kan geen doseringsadvies worden gegeven. Er zijn geen gegevens.
Gemiste dosis: als de infusie met cipaglucosidase alfa niet kan worden gestart binnen 3 uur na de orale toediening van miglustat, verzet de behandeling met cipaglucosidase alfa en miglustat dan ten minste 24 uur na inname van miglustat. Als cipaglucosidase alfa en miglustat beide zijn gemist, de behandeling zo snel mogelijk toedienen.
Toediening
- Toedienen via een intraveneuze infusie gedurende 4 uur, indien verdragen.
- Begin met een infusiesnelheid van 1 mg/kg/uur. Verhoog stapsgewijs met 2 mg/kg/uur ongeveer om de 30 minuten indien er geen tekenen zijn van infusiereacties, tot een maximale infusiesnelheid van 7 mg/kg/uur. Stem de snelheid af op basis van de eerdere ervaring van de patiënt tijdens infusie.
- Thuisinfusie is mogelijk voor patiënten die de infusies goed verdragen en gedurende een paar maanden geen matige of ernstige infusiegerelateerde bijwerkingen hebben gehad. De voorwaarden staan vermeld in de officiële productinformatie CBG/EMA onder Zie ook.
Doseringen
Hypofosfatasie
Kinderen en volwassenen
S.c. 2 mg/kg lichaamsgewicht 3×/week óf s.c. 1 mg/kg lichaamsgewicht 6×/week. De max. dosis is 6 mg/kg/week. Zie voor meer informatie het doseerschema in de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).
Een vergeten dosis mag niet worden ingehaald door een dubbele dosis te injecteren.
Toediening: subcutaan. Als meer dan 1 ml per injectie nodig is, dan toedienen via meerdere injecties. Geef elke volgende injectie op een andere plaats volgens een rotatieschema, en controleer nauwkeurig op tekenen van mogelijke reacties.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): anafylactische of anafylactoïde reactie. Duizeligheid, rillingen, slaperigheid, dysgeusie, paresthesie. Tachycardie, blozen, hypotensie, hypertensie. Dyspneu, hoest. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, diarree, winderigheid. Urticaria, (maculopapuleuze en erythemateuze) huiduitslag, jeuk, hyperhidrose. Spierspasmen, spierpijn, gewrichtspijn, spierzwakte. Vermoeidheid, koorts, koude rillingen, pijn en ongemak op de borst, zwelling op de infusieplaats, perifere zwelling.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Evenwichtsstoornis, branderig gevoel, migraine, presyncope. Bleekheid. Astma, orofaryngeaal ongemak en oedeem, piepende ademhaling. Dyspepsie, oesofageale pijn en spasme, pijn in de mond, gezwollen tong. Huidverkleuring, huidoedeem. Pijn in de zij, vermoeide spieren, musculoskeletale stijfheid. Asthenie, gezichtspijn, pijn op de infusieplaats, malaise, zwelling van het gezicht. Schommeling in lichaamstemperatuur, verminderd aantal lymfocyten. Schaafwonden op de huid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Erytheem. Pijn in extremiteit. Injectieplaatsreactie (waaronder atrofie, abces, erytheem, pijn, jeuk, zwelling, lipodystrofie, verharding, nodule, uitslag, papula, hematoom, ontsteking, urticaria, calcificatie, warmte, hemorragie, exfoliatie en blaasjes op de injectieplaats), koorts, prikkelbaarheid. Kneuzing.
Vaak (1-10%): anafylactoïde reacties, overgevoeligheid. Cellulitis op de injectieplaats. Verhoogde neiging tot bloeduitstorting. Hypocalciëmie. Opvliegers. Orale hypo-esthesie, misselijkheid. Huidverkleuring, uitgerekte huid. Nefrolithiase. Spierpijn. Koude rillingen. Litteken.
Interacties
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties met cipaglucosidase alfa.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
De toediening van asfotase alfa interfereert met de bepaling van serum-alkalische fosfatase en vele laboratoriumtesten waarbij alkalische fosfatase als detectiereagens wordt gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is de combinatie cipaglucosidase alfa en miglustat schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot 4 weken na de therapie.
Zwangerschap
Asfotase alfa passeert de placenta bij dieren.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- levensbedreigende overgevoeligheid voor cipaglucosidase alfa, wanneer hernieuwde toediening ('rechallenge') niet succesvol was;
- overgevoeligheid voor miglustat.
Contra-indicaties
Ernstige of levensbedreigende overgevoeligheid voor asfotase alfa als de overgevoeligheid niet onder controle is te brengen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anafylaxie en infusiereacties zijn opgetreden bij sommige patiënten tijdens en na de infusie. Cardiopulmonale reanimatieapparatuur moet beschikbaar zijn. Premedicatie met een oraal antihistaminicum, antipyreticum en/of corticosteroïd kan nodig zijn als reacties zijn opgetreden bij een eerdere enzymsubstitutietherapie. Als anafylaxie of ernstige allergische reacties optreden, de infusie onmiddellijk stopzetten en een passende medische behandeling opstarten. Bij lichte tot matige en voorbijgaande infusiereacties, de infusiesnelheid vertragen of de infusie onderbreken. Opnieuw toedienen van cipaglucosidase alfa na anafylaxie of ernstige allergische respons alleen na zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen, en uitsluitend in een klinische omgeving.
Bij een acute onderliggende aandoening van de luchtwegen of verminderde hart- of ademhalingsfunctie is er meer kans op ernstige exacerbatie van deze aandoening tijdens de infusie. Geschikte medische ondersteuning en toezichtsmaatregelen moeten onmiddellijk beschikbaar zijn tijdens de infusie.
Immuuncomplexgerelateerde reacties, waaronder ernstige huidreacties en nefrotisch syndroom, werden gemeld bij andere enzym-subsitutietherapieën, bij patiënten die hoge IgG-antilichaamtiters hadden. Een mogelijk klasse-effect kan niet worden uitgesloten. Controleer op tekenen en symptomen van systemische immuuncomplex-gerelateerde reacties tijdens het innemen van cipaglucosidase alfa met miglustat. Overweeg staken van de toediening als deze reacties optreden.
Er is weinig ervaring bij ouderen > 65 jaar.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij personen met verminderde nier- en/of leverfunctie of bij kinderen < 18 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties kunnen bestaan uit anafylactoïde reacties (moeite met ademhalen, gevoel van stikken, periorbitaal oedeem en duizeligheid), misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, blozen, prikkelbaarheid, koude rillingen, erytheem, huiduitslag, jeuk en orale hypo-esthesie; ze treden op binnen minuten na toediening, en kunnen nog optreden na een behandelduur van 1 jaar. Als deze reacties optreden, de toediening direct staken. Na behandeling van een ernstige reactie de risico's en voordelen van opnieuw toedienen afwegen. Hernieuwde toediening dient onder medisch toezicht plaats te vinden, bij daarop volgende toedieningen is dit afhankelijk van het oordeel van de arts.
Injectiegerelateerde reacties treden veelal voor het eerst op binnen de eerste 12 weken van behandeling, maar kunnen tot 1 of meer jaren na aanvang van de behandeling nog optreden. Onderbreek de toediening bij een ernstige injectiegerelateerde reactie.
Voorvallen van craniostenose (geassocieerd met verhoogde intracraniale druk), waaronder verergering van reeds bestaande craniostenose en het voorkomen van Arnold-Chiari-malformatie zijn gemeld bij patiënten < 5 jaar. Er zijn onvoldoende gegevens om een causaal verband vast te stellen met blootstelling aan asfotase alfa. Craniostenose kan ook een manifestatie van hypofosfatasie zijn. Periodiek monitoren (met inbegrip van fundoscopie ter controle op tekenen van papiloedeem) wordt aanbevolen bij patiënten < 5 jaar.
Ectopische calcificatie (oftalmische calcificatie en nefrocalcinose) zijn gemeld. Er zijn onvoldoende gegevens om een causaal verband vast te stellen met blootstelling aan asfotase alfa. Oftalmische calcificatie en nefrocalcinose kunnen ook manifestaties van hypofosfatasie zijn. Oogonderzoek en echoscopie van de nieren worden bij baseline en periodiek aanbevolen.
De concentratie parathyroïdhormoon in serum kan stijgen tijdens de behandeling (met name de eerste 12 weken). Controle van parathyroïdhormoon en calcium in serum wordt aanbevolen. Suppletie van calcium en orale vitamine D kan nodig zijn.
Patiënten kunnen disproportionele gewichtstoename vertonen. Toezicht op het dieet wordt aanbevolen.
Indien de patiënt laboratoriumonderzoek moet krijgen, het laboratorium informeren dat de patiënt wordt behandeld met medicatie die invloed heeft op de AF-concentratie.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij ouderen of bij personen met een verminderde nier- of leverfunctie.
Eigenschappen
Cipaglucosidase alfa is een vorm van het menselijk enzym zure α-glucosidase (GAA), geproduceerd in ovariumcellen van Chinese hamsters met behulp van DNA-recombinatietechniek. Het is geconjugeerd met bis-M6P N-glycans, dat bindt aan de kation-onafhankelijke mannose-6-fosfaatreceptor (CI-MPR). Na binding aan CI-MPR wordt cipaglucosidase alfa geïnternaliseerd in het lysosoom, waar de actieve vorm van het GAA-enzym wordt gevormd. Cipaglucosidase alfa zorgt voor het afbreken van glycogeen tot glucose, het verminderen van intramusculair glycogeen en het verbeteren van de weefselschade bij de ziekte van Pompe. Cipaglucosidase alfa wordt gestabiliseerd door miglustat voor zo min mogelijk verlies van enzymactiviteit in het bloed tijdens de infusie.
Kinetische gegevens
V d | 0,03-0,07 l/kg. |
Overig | Cipaglucosidase alfa passeert de bloed-hersenbarrière niet. |
Metabolisering | in de lever door proteolytische hydrolyse. |
T 1/2el | 1,6-2,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Asfotase alfa is een humaan, recombinant, niet-weefselspecifiek alkalische fosfatase-Fc-deca-aspartaatfusie-eiwit met enzymactiviteit. Het bevordert de mineralisatie van het skelet bij patiënten met hypofosfatasie.
Hypofosfatasie is een zeldzame, levensbedreigende, erfelijke aandoening veroorzaakt door mutaties in het gen dat codeert voor niet-weefselspecifieke alkalische fosfatase. De aandoening gaat gepaard met meerdere botmanifestaties, waaronder rachitis (bij baby's en kinderen), osteomalacie, veranderd calcium- en fosfaatmetabolisme, groei- en mobiliteitsstoornissen, respiratoire insufficiëntie waarvoor beademing nodig kan zijn en vitamine B₆-afhankelijke epileptische aanvallen.
Kinetische gegevens
F | ca. 60%. |
T 1/2el | 1,7–2,9 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cipaglucosidase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk
Groepsinformatie
asfotase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- cipaglucosidase alfa (A16AB23) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk