Samenstelling
Tybost Gilead Sciences bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 150 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Eerste keus in de behandeling van therapie-naïeve volwassen patiënten met een HIV-1-infectie is meestal een tripeltherapie. Deze bestaat uit twee nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NRTI’s) in combinatie met een derde actief antiretroviraal middel uit een van de volgende drie klassen: bij voorkeur een integraseremmer (INSTI) met een hoge barrière tot resistentie (bictegravir of dolutegravir), en in specifieke situaties met een non-nucleoside reverse-transcriptaseremmer (NNRTI), of een proteaseremmer (PI) met een farmacokinetische booster (cobicistat of ritonavir). Bij de meeste personen met HIV is ook een behandelregime bestaande uit twee middelen mogelijk, meestal dolutegravir/lamivudine (een INSTI met één NRTI), na uitsluiting van enkele exclusiecriteria. De keuze voor een combinatie van antiretrovirale middelen is afhankelijk van diverse factoren, en dient te worden gemaakt op geleide van het resistentieprofiel. Zie voor meer informatie de richtlijn HIV op nvhb.nl.
Cobicistat kan worden gebruikt als booster, behalve tijdens de zwangerschap, omdat dit leidt tot inadequate geneesmiddelspiegels.
Indicaties
- Als farmacokinetische versterker van atazanavir of darunavir als onderdeel van een antiretrovirale combinatietherapie (cART) bij met HIV-1 geïnfecteerde:
- volwassenen;
- kinderen vanaf 12 jaar met een lichaamsgewicht van:
- ten minste 35 kg indien gelijktijdig toegediend met atazanavir óf;
- ten minste 40 kg indien gelijktijdig toegediend met darunavir.
Gerelateerde informatie
Doseringen
HIV-1-infectie
Volwassenen
Cobicistat 150 mg 1×/dag in combinatie met atazanavir 300 mg 1×/dag óf darunavir 800 mg 1×/dag.
Kinderen ≥ 12 jaar
Cobicistat 150 mg 1×/dag in combinatie met atazanavir 300 mg 1×/dag vanaf een lichaamsgewicht ≥ 35 kg óf darunavir 800 mg 1×/dag vanaf een gewicht ≥ 40 kg.
Vergeten dosis: Deze alsnog innemen indien bemerkt binnen 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van inname. Zijn er meer dan 12 uur verstreken, dan de vergeten dosis niet meer innemen en doorgaan met het gebruikelijke innameschema.
Toediening: Innemen op een vast tijdstip van de dag, tijdens de maaltijd. De tablet zonder kauwen of fijnmaken innemen.
Bijwerkingen
Bij therapie in combinatie met atazanavir: Zeer vaak (> 10%): misselijkheid. Geelzucht.
Vaak (1-10%): droge mond, braken, dyspepsie, buikpijn, flatulentie, diarree. Toegenomen eetlust, hyperglykemie. Hyperbilirubinemie. Hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, vermoeidheid, ongewone dromen, dysgeusie. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): koorts, asthenie. Depressie. Proteïnurie, hematurie, nefrolithiase. Spierpijn. Jeuk.
cART: Antiretrovirale combinatietherapie (cART) is in verband gebracht met gewichtstoename en metabole stoornissen, zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, insulineresistentie, hyperglykemie en ontstaan van of verergering van bestaande diabetes mellitus, en het immuun reconstitutie inflammatoir syndroom (IRIS) met bijvoorbeeld reactivering van herpesinfecties of auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Graves, auto-immuunhepatitis, polymyositis en het Guillain-Barré-syndroom. Osteonecrose komt ook voor, vooral bij gevorderde HIV-infectie of langdurige blootstelling aan combinatietherapie; wees hierop bedacht bij het optreden van pijnlijke en/of stijve gewrichten of ondervinden van problemen met bewegen.
Bij kinderen van 12–18 jaar is het veiligheidsprofiel vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
Interacties
Cobicistat is een sterke CYP3A-remmer en zelf ook substraat voor CYP3A. Verder remt het de transporteiwitten P-glycoproteïne (Pgp), BCRP, MATE1, OATP1B1 en -1B3. Gelijktijdige toediening met geneesmiddelen die substraten zijn van CYP3A en de genoemde transporteiwitten kan leiden tot verhoogde plasmaconcentraties van deze middelen.
Gelijktijdige toediening met geneesmiddelen die voor de klaring sterk afhankelijk zijn van CYP3A en waarvan verhoogde plasmaconcentraties geassocieerd zijn met ernstige of levensbedreigende bijwerkingen is gecontra-indiceerd. Volgens de fabrikant is daarom combineren met o.a. de volgende geneesmiddelen gecontra-indiceerd:
- alfuzosine, amiodaron, kinidine;
- sildenafil voor de indicatie pulmonale arteriële hypertensie;
- ergotderivaten (bv. ergotamine);
- oraal toegediend midazolam;
- sommige antipsychotica (bv. lurasidon, pimozide);
- simvastatine.
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan de actieve metaboliet(en) gevormd worden door CYP3A, kan leiden tot verlaagde plasmaconcentraties van deze actieve metaboliet(en), wat mogelijk leidt tot verlies van therapeutisch effect van die middelen.
Gelijktijdige toediening met sterke inductoren van CYP3A is gecontra-indiceerd vanwege potentieel verlies van therapeutisch effect. Daarom, volgens de fabrikant, niet gelijktijdig toedienen met de volgende middelen: carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine en sint-janskruid.
Ook combinatie met dabigatran (Pgp-substraat) is gecontra-indiceerd.
Zie voor meer informatie over deze en de andere interacties van cobicistat en eventuele benodigde dosisaanpassingen de pagina HIV Drug Interactions van de University of Liverpool.
Zwangerschap
Cobicistat passeert de placenta, in geringe mate. Let op: De blootstelling aan cobicistat is afgenomen gedurende de laatste twee trimesters van de zwangerschap, door – met de zwangerschap gepaard gaande – enzyminductie. De blootstelling aan darunavir geboost door cobicistat is als gevolg daarvan lager gedurende het 2e en 3e trimester (resp. 56% en 50%) dan post partum én de Cmin van darunavir neemt met ca. 90% af. Hierdoor is er meer kans op falen van de behandeling tijdens de zwangerschap en daardoor mogelijk ook van overdracht van het HIV op het ongeboren kind. Er zijn weinig gegevens over toepassing van de combinatie cobicistat en atazanavir tijdens de zwangerschap, de spiegels van cobicistat en bijgevolg die van atazanavir kunnen aanzienlijk afnemen.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (verstoring ossificatie van de wervelkolom en ribben) bij doses toxisch voor het moederdier.
Advies: Gebruik geen cobicistat als booster voor darunavir gedurende de zwangerschap; het wordt aangeraden vrouwen die zwanger worden tijdens de therapie over te zetten op een alternatief antiretroviraal regime, bv. darunavir geboost met ritonavir. Gebruik de combinatie cobicistat en atazanavir alleen op strikte indicatie.
Overig: Cobicistat kan interacties hebben met diverse orale anticonceptiva bv. een verlaagde plasmaconcentratie van ethinylestradiol en met drospirenon kans op hyperkaliëmie. Overweeg andere vormen van anticonceptie dan orale anticonceptiva.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Bij een maternale HIV-infectie borstvoeding ontraden omdat de kans bestaat op overdracht van HIV.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cobicistat niet gebruiken als booster voor andere HIV-1-proteaseremmers, aangezien door ontbreken van onderzoek geen doseeraanbevelingen beschikbaar zijn. Cobicistat (+ atazanavir óf darunavir) niet combineren met andere antiretrovirale geneesmiddelen die een booster nodig hebben, vanwege het ontbreken van juiste doseerschema's; de kans op vermindering van de werkzaamheid en ontwikkeling van resistentie neemt toe. Ritonavir heeft een ander interactieprofiel dan cobicistat; wees daarom tijdens de eerste 2 weken extra alert na het overschakelen van ritonavir op cobicistat als booster, vooral wanneer de doses van gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen zijn getitreerd of aangepast tijdens het gebruik van ritonavir.
Voor de behandeling van vruchtbare vrouwen zie ook de rubriek Zwangerschap.
Cobicistat verlaagt de geschatte creatinineklaring door remming van de tubulaire secretie van creatinine; de toename van de serumcreatininewaarde overschrijdt doorgaans niet de 35 micromol/l (= 0,4 mg/dl) ten opzichte van de uitgangswaarde.
Er zijn onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij:
- een leeftijd > 65 jaar;
- een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15);
- dialysepatiënten;
- bij kinderen:
- in combinatie met atazanavir bij een leeftijd < 12 jaar, of een lichaamsgewicht < 35 kg;
- in combinatie met darunavir bij een leeftijd < 12 jaar, of een lichaamsgewicht < 40 kg.
Eigenschappen
Cobicistat is een selectieve remmer van de CYP3A-subfamilie. Hierdoor verhoogt het de systemische blootstelling van geneesmiddelen waarvan het werkzame bestanddeel voornamelijk wordt gemetaboliseerd door CYP3A. Vooral als die middelen tevens een beperkte orale biologische beschikbaarheid en/of korte halfwaardetijd hebben (bv. atazanavir, darunavir).
Kinetische gegevens
T max | ca. 4 uur na inname met voedsel. |
Overig | De blootstelling aan cobicistat tijdens de laatste twee trimesters van de zwangerschap is duidelijk afgenomen (tot 76%) door enzyminductie als gevolg van de zwangerschap, zie ook rubriek Zwangerschap. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | in geringe mate, door vnl. CYP3A4 en in mindere mate door CYP2D6. |
Eliminatie | vnl. met de feces (ca. 86%), urine (ca. 8%), vnl. onveranderd en kleine hoeveelheden als metabolieten. |
T 1/2el | 3–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cobicistat hoort bij de groep CYP3A-remmers.