Samenstelling
Dacarbazine (als citraat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie-/infusievloeistof
- Sterkte
- 200 mg
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 500 mg, 1000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Temodal XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 100 mg, 250 mg
Temozolomide XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 5 mg, 20 mg, 100 mg, 140 mg, 180 mg, 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van melanoom en wekedelen-sarcoom staan op de richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijnen.
Zie voor de behandeling van Hodgkin-lymfoom de geldende behandelrichtlijn van HOVON.
Advies
Zie voor de adviezen van temozolomide in combinatie met radiotherapie bij multiform glioblastoom en temozolomide bij het maligne glioom de commissie BOM. De geldende behandelrichtlijn voor de behandeling van maligne glioom en multiform glioblastoom staat op richtlijnendatabase: gliomen.
Indicaties
- gemetastaseerd maligne melanoom;
- in combinatiechemotherapie bij vergevorderd Hodgkinlymfoom;
- in combinatiechemotherapie bij vergevorderd wekedelensarcoom (met uitzondering van mesothelioom en Kaposi-sarcoom).
Indicaties
- Nieuw gediagnosticeerd multiform glioblastoom bij volwassenen, in combinatie met radiotherapie en daarna als monotherapie.
- Maligne glioom bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen, zoals multiform glioblastoom of anaplastisch astrocytoom, bij recidieven of progressie na standaardtherapie.
Doseringen
Stel adequate anti–emetische therapie in.
Melanoom
Volwassenen
Monotherapie: i.v. 200–250 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen elke 3 weken óf i.v. 850 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 elke 3 weken.
Hodgkinlymfoom
Volwassenen
Combinatiechemotherapie: dosis is afhankelijk van het gekozen regime. Bijvoorbeeld ABVD-schema(adriamycine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine): i.v. 375 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 elke 15 dagen. Behandelduur is doorgaans 6 cycli.
Wekedelensarcoom
Volwassenen
Combinatiechemotherapie: i.v. 250 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen elke 3 weken.
Bij een lichte tot matige nier– of leverinsufficiëntie is een dosisvermindering meestal niet nodig. Bij een gecombineerde nier– en leverinsufficiëntie is de eliminatie van dacarbazine vertraagd; er kan echter geen doseringsadvies worden gegeven.
Toediening: doseringen tot 200 mg/m² lichaamsoppervlak als langzame injectie toedienen (bv. 1 min) en doseringen > 200 mg/m² lichaamsoppervlak intraveneus toedienen als infusie in 15–30 min.
Doseringen
Onlangs gediagnosticeerd multiform glioblastoom
Volwassenen:
Combinatiebehandelingsfase: 75 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 42 dagen (max. 49 dagen) in combinatie met focale radiotherapie (60 Gy toegediend in 30 fracties). Bij een neutrofielenaantal 0,5–1,5 × 10 9/l, trombocytenaantal 10–100 × 10 9/l óf CTCAE graad 2 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de behandeling onderbreken tot herstel; bij een neutrofielenaantal < 0,5 × 10 9/l, trombocytenaantal < 10 × 10 9/l óf graad 3–4 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de behandeling definitief staken.
Monotherapiefase (start 4 weken na de combinatiebehandelingsfase; max. 6 cycli): cyclus 1: 150 mg/m² lichaamsoppervlak 1× /dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 23 dagen zonder behandeling. Indien neutrofielenaantal ≥ 1,5 × 10 9/l, trombocytenaantal ≥ 100 × 10 9/l én niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken) ≤ graad 2, de dosis verhogen tot 200 mg/m²/dag bij de start van cyclus 2. Bij uitblijven van toxiciteit deze dosis handhaven in de volgende cycli. Indien de dosis bij cyclus 2 niet is verhoogd, geen verdere dosisescalatie toepassen in de volgende cycli.
Recidiverend of progressief maligne glioom
Volwassenen en kinderen ≥ 3 jaar:
Niet eerder behandelde patiënten: 200 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 23 dagen zonder behandeling (cyclusduur van 28 dagen).
Bij eerder behandelde patiënten (chemotherapie): begindosering 150 mg/m²/dag, te verhogen tot 200 mg/m²/dag in de tweede cyclus, indien neutrofielenaantal ≥ 1,5 × 10 9/l én trombocytenaantal ≥ 100 × 10 9/l is.
Ouderen (> 65 j.): er is geen dosisaanpassing nodig. Er is bij personen > 70 jaar wel meer kans op neutropenie en trombocytopenie.
Nier- of leverfunctiestoornis: op basis van farmacokinetische gegevens is de verwachting dat een dosisaanpassing niet nodig is.
Bij braken na inname géén tweede dosis innemen.
Bij ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (neutropenie, trombocytopenie, niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).
Toediening: de capsules heel (zonder openmaken of fijnkauwen) innemen op de nuchtere maag met een glas water.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): anemie, leukopenie, trombocytopenie. Anorexie, misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): infecties. Alopecia, hyperpigmentatie, gevoeligheid voor licht. Griepachtige symptomen (de eerste dagen na toediening).
Zelden (0,01-0,1%): pancytopenie, agranulocytose. Anafylactische reacties. Hoofdpijn, visusstoornis, verwardheid, lethargie, convulsies. faciale paresthesie (kort na toediening), overmatig blozen (kort na toediening). Diarree. Levernecrose door veno-occlusieve ziekte (mogelijk fataal). Erytheem, maculopapuleus exantheem, urticaria. Nierfunctiestoornis. Irritatie op toedieningsplaats. Verhoogde leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, AF), verhoogd LDH, verhoogd serumcreatinine, verhoogd bloedureum.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): convulsie, hemiparese, dysfasie, afasie, hoofdpijn. Misselijkheid, braken, obstipatie, diarree. Anorexie. Vermoeidheid. Huiduitslag, alopecia.
Vaak (1-10%): bloeding, longembolie, diepveneuze trombose, hypertensie. Pneumonie, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, bv. sinusitis, dyspneu, hoest. Infectie (o.a. met Herpes zoster),, faryngitis (o.a. nasofaryngeaal, streptokokkenfaryngitis), orale candidiase.. Stomatitis, buikpijn, dyspepsie, smaakstoornis, dysfagie. Ataxie, evenwichtsstoornis, verminderde cognitie, geheugenstoornis, verminderde concentratie, verminderd bewustzijn, spraakstoornis, (draai-)duizeligheid, slaperigheid, neuropathie (o,a, perifere neuropathie, polyneuropathie), paresthesie, tremor. Agitatie, depressie, angst, verwardheid, slapeloosheid. Visusstoornis (zoals gezichtsuitval, verminderd zicht, wazig zien, diplopie, oogpijn). Doofheid (o.a. bilateraal, unilateraal, neurosensorisch), oorsuizen, oorpijn. Droge huid, jeuk, erytheem. Spierzwakte, myalgie, myopathie, artralgie, rugpijn. Allergische reactie. Koorts, griepachtige symptomen, asthenie, malaise, (perifeer) oedeem. Cushing-achtig beeld. Hyperglykemie. Stijging van leverenzymwaarden (o.a. ALAT, ASAT). Anemie, leukopenie, lymfopenie, trombocytopenie, (febriele) neutropenie. Veranderingen in het gewicht.
Soms (0,1-1%): hartkloppingen. Hersenbloeding, blozen, opvliegers. Respiratoir falen (soms fataal), (interstitiële) pneumonitis, longfibrose, neusverstopping. Opportunistische infectie, soms fataal (o.a. pneumocystis jiroveci-pneumonie (PCP), sepsis, herpes-meningo-encefalitis, cytomegalovirus (CMV)-infectie, infectie met hepatitis B, infectie met herpes simplex, wondinfectie). Abdominale distensie, fecale incontinentie, (virale) gastro-enteritis, aambeien, droge mond. Anafylaxie. Status epilepticus, extrapiramidale stoornis, hemiplegie, reukstoornis, hyperesthesie, afwijkende coördinatie, loopstoornis, sensibiliteitsstoornis. Gedragsproblemen, emotionele labiliteit, hallucinatie, apathie. Droge ogen. Gehoorbeschadiging, hyperacusis, otitis media. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), angio-oedeem, erythema multiforme, erytrodermie, huidexfoliatie, fotosensibilisatie, urticaria, dermatitis, toegenomen transpiratie, afwijkende pigmentatie. Stijfheid. Leverbeschadiging, hepatitis, cholestase, leverfalen (soms fataal). Dysurie. Diabetes insipidus. Menorragie, amenorroe, vaginitis, erectiestoornis, borstpijn. Gezichtsoedeem, tongverkleuring, dorst, tandaandoening. Myelodysplastisch syndroom (MDS), secundaire maligniteiten (o.a. myeloïde leukemie). Hypokaliëmie, hyperbilirubinemie, stijging waarden alkalische fosfatase (AF), γ-glutamyltransferase. Pancytopenie, aplastische anemie (soms fataal), petechiën.
Verder zijn gemeld: geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS).
Interacties
Bij combinatie met doxorubicine vermeerdert bij kinderen de kans op cardiomyopathie.
Kan de effecten van methoxsaleen versterken als gevolg van fotosensibilisatie.
Vermijd combinatie met hepatotoxische geneesmiddelen vanwege het grotere risico van veno-occlusieve ziekte.
Vermijd immunisatie met levende vaccins tot ten minste 3 maanden na de laatste toediening.
Verhoog de frequentie van INR-monitoring bij gelijktijdige toediening van orale anticoagulantia.
De absorptie van fenytoïne kan verminderd zijn.
Interacties
Er is meer kans op beenmergsuppressie bij de combinatie met andere myelosuppressieve geneesmiddelen; dit is ook gezien bij de comedicatie met carbamazepine, fenytoïne en cotrimoxazol.
In combinatie met corticosteroïden is er meer kans op Pneumocystis jiroveci-pneumonie. In combinatie met dexamethason (of andere corticosteroïden) is fataal respiratoir falen gemeld.
Valproïnezuur kan een kleine vermindering van de temozolomideklaring veroorzaken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (mutageen, teratogeen en carcinogeen).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Mannen wordt aangeraden voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma omdat temozolomide tot irreversibele infertiliteit kan leiden.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste zes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: mutageen en carcinogeen.
Advies: Het gebruik van het geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
- ernstige lever- of nierfunctiestoornis.
- leukopenie en/of trombocytopenie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- ernstige myelosuppressie (ANC < 0,5 × 109/l en/of trombocyten < 10 × 109/l);
- overgevoeligheid voor dacarbazine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer regelmatig het bloedbeeld in verband met beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapie-vrije interval nodig zijn.
Staak de behandeling bij optreden van lever- of nierfunctiestoornissen of symptomen van een overgevoeligheidsreactie.
Vermijd alcohol en controleer in verband met het risico van veno-occlusieve ziekte leidend tot levernecrose regelmatig de levergrootte, leverfunctie en het bloedbeeld (m.n. eosinofiele granulocyten).
Voorzichtig injecteren om extravasatie met plaatselijk pijn en weefselbeschadiging te voorkomen, bij extravasatie direct het injecteren stoppen en de resterende dosis in een andere ader toedienen.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 15 jaar zijn niet vastgesteld. Er is weinig ervaring bij ouderen.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Lleverbeschadiging, soms met fataal verloop, is gemeld. Vóór de behandeling een leverfunctietest uitvoeren; bij afwijkende waarden behandeling zorgvuldig afwegen. Na elke behandelcyclus, en bij een behandelcyclus van 42 dagen tevens halverwege de cyclus, een leverfunctietest uitvoeren. Levertoxiciteit kan verscheidene weken of langer ná de laatste behandeling met temozolomide nog optreden.
Opportunistische infecties en reactivatie van infecties: bij gelijktijdige behandeling met temozolomide en radiotherapie is profylaxe tegen Pneumocystis jiroveci-pneumonie vereist voor de 42 dagen behandeling, ongeacht de lymfocytentelling. Bij lymfopenie de profylaxe voortzetten tot de lymfopenie tot graad ≤ 1 hersteld is. Alle patiënten, in het bijzonder die corticosteroïden krijgen, controleren op de ontwikkeling van deze pneumonie. In combinatie met radiotherapie zijn gevallen van herpes-meningo-encefalitis (ook met fataal verloop) gemeld. Reactivatie van HBV komt ook voor (ook met fataal verloop). Vóór aanvang van de behandeling controleren op hepatitis B; bij een positieve hepatitis B-serologie (waaronder actieve hepatitis) een expert op het gebied van leveraandoeningen raadplegen. Tijdens de behandeling de patiënt nauwgezet controleren en begeleiden.
Vanwege misselijkheid en braken wordt bij multiform glioblastoom anti-emetische therapie aanbevolen vóór de initiële dosis van de combinatiebehandeling met radiotherapie en tijdens monotherapie. Bij recidiverend of progressief maligne glioom kan anti–emetische therapie nodig zijn bij ernstig braken tijdens de voorafgaande cyclus.
Beenmergremming treedt bij maligne glioom meestal binnen de eerste cycli op, met een nadir tussen dag 21–28 en een herstel binnen 1–2 weken. Het volledige bloedbeeld controleren op dag 22 van de cyclus (of binnen 48 uur van die dag), en wekelijks tot het neutrofielenaantal > 1,5 × 109/l en trombocytenaantal > 100 × 109/l is. Langdurige pancytopenie komt voor, wat kan leiden tot aplastische anemie (soms met fataal verloop); comedicatie met carbamazepine, fenytoïne en cotrimoxazol kan echter ook de oorzaak van de aplastische anemie zijn. Wees voorzichtig bij ouderen (> 70 jaar) in verband met een toegenomen kans op neutropenie en trombocytopenie.
Onderzoeksgegevens: wees voorzichtig bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) of bij een verminderde nierfunctie vanwege het ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan drie jaar zijn niet vastgesteld; bij oudere kinderen is de ervaring zeer beperkt.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.
Overdosering
Symptomen
klachten passend bij beenmergsuppressie.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling, neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
met name hematologisch van aard; beenmergsuppressie, pancytopenie, met of zonder infectie. Bij één casus na 10 g in 5 dagen pancytopenie, koorts, multi-orgaanfalen en overlijden.
Voor meer informatie over een vergiftiging met temozolomide neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Alkylerend oncolyticum. Dacarbazine werkt waarschijnlijk ten dele als antimetaboliet die de DNA-opbouw verstoort en ten dele als alkylerende stof die wordt geactiveerd in de lever. De ontledingsproducten hebben geen antitumor-activiteit, maar kunnen de vaatwand beschadigen.
Kinetische gegevens
Metabolisering | is zelf inactief en wordt gedeeltelijk in de lever omgezet in o.a. het actieve 5-amino-4–imidazole-carboxamide (A.I.C., een voorloper van purine) en een methylkation, dat een alkylerend effect heeft, en inactieve metabolieten. De metabolisering verloopt o.a. via CYP1A2 en CYP2E1. |
Eliminatie | met de urine: onveranderd (20–50%) via tubulaire secretie en als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Triazeenderivaat, verwant aan dacarbazine (DTIC). Temozolomide wordt snel omgezet in de actieve metaboliet monomethyl-triazeno-imidazoolcarboxamide (MTIC), dat na hydrolyse tot (o.a.) methylhydrazine een DNA-alkylerende werking heeft.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. Beïnvloeding door gelijktijdige toediening met voedsel is niet uitgesloten. |
T max | ca. 20 min. |
Overig | passeert snel de bloed-hersenbarrière. De blootstelling in de liquor cerebrospinalis is ca. 30% van die in het plasma. |
Metabolisering | Niet in de lever. Wordt snel omgezet in de metaboliet MTIC, waarna na hydrolyse het werkzame methylhydrazine ontstaat. |
Eliminatie | vnl. met de urine, waarvan 5–10% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 1,8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dacarbazine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk
Groepsinformatie
temozolomide hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk