Samenstelling
Suprane XGVS Baxter bv
- Toedieningsvorm
- Vloeistof voor inhalatiedamp
- Sterkte
- 100 %
- Verpakkingsvorm
- glazen of aluminium flacon 240 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Isofluraan XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Vloeistof voor inhalatiedamp
- Sterkte
- 100 %
- Verpakkingsvorm
- glazen flacon 100 ml of 250 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Instandhouding van de anesthesie bij reeds geïntubeerde volwassenen en kinderen tijdens klinische en poliklinische operatieve ingrepen.
Indicaties
- Algemene inhalatie anesthesie.
Doseringen
Inhalatie anesthesie
Volwassenen en kinderen:
De MAC is afhankelijk van de leeftijd en de aanwezigheid van N 2O. Raadpleeg de tabel hieronder. Tijdens de ingreep wordt anesthesie gehandhaafd met 2–6% desfluraan in combinatie met lachgas; of met 2,5–8,5% desfluraan in combinatie met (lucht verrijkt met) zuurstof. Bij kinderen: 5–10 % desfluraan, al dan niet met lachgas; het inhalatiemengsel dient ten minste 25% zuurstof te bevatten. De MAC voor desfluraan neemt geleidelijk af met de leeftijd (zie tabel). Bij nier- en leverfunctiestoornissen is 1–4% desfluraan in lachgas/zuurstof toegepast; vanwege de zeer minimale metabolisering wordt niet verwacht dat de dosis hoeft te worden aangepast bij nier- of leverfunctiestoornissen. Na beëindiging van de toediening de patiënt beademen met 100% zuurstof tot deze volledig wakker is.
leeftijd |
MAC bij 100% O2 |
MAC bij 60% N2O |
---|---|---|
0–1 j. |
8,95–10,65% |
5,75–7,75% (3–12 mnd.) |
1–12 j. |
7,20–9,40% |
5,75–7,00% (1–5 j.) |
18–30 j. |
6,35–7,25% |
3,75–4,25% |
30–65 j. |
5,75–6,25% |
1,75–3,25% |
> 65 j. |
5,17 ± 0,6% |
1,67 ± 0,4% |
Doseringen
Inhalatie-anesthesie
Volwassenen
Inductie: aanbevolen wordt om de inductie te beginnen met een concentratie van 0,5%. Concentraties van 1,5–3,0% produceren gewoonlijk heelkundige anesthesie binnen 7–10 minuten.
Onderhoud: 1,0–2,5% in een mengsel van zuurstof/70% lachgas. Bij lagere lachgasniveaus, alleen zuurstof of een mengsel van lucht/zuurstof is 0,5–1% extra isofluraan nodig. Als de bloeddruk te veel daalt (indien geen heelkundige complicaties dan is deze toe te schrijven aan perifere vaatverwijding), de concentratie isofluraan verlagen.
Ontwaken: breng aan het einde van de ingreep de concentratie isofluraan terug tot 0,5%, of tot 0% bij het begin van sluiting van de operatiewond. Na staken van alle toediening van anesthetica de luchtwegen meerdere malen ventileren met 100% zuurstof tot volledig ontwaken.
Kinderen
Inductie: gemiddelde MAC-waarde in 100% zuurstof: bij leeftijd 2–5 jaar: 1,6%. Bij kinderen wordt een anticholinergicum als premedicatie aanbevolen voor de inductie middels inhalatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): braken, misselijkheid.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Conjunctivitis. Bradycardie, tachycardie, hypertensie, (nodale) aritmie. Apneu, hoesten, laryngospasmen, adem inhouden, faryngitis. Hypersecretie van speeksel. Verhoogd creatinekinase. Afwijkend elektrocardiogram.
Soms (0,1-1%): agitatie, duizeligheid. Myocardinfarct, myocardischemie. Vasodilatatie. Hypoxie. Myalgie.
Verder zijn gemeld: coagulopathie, leukocytose. Metabole acidose. Convulsies. Oculaire icterus. Hartstilstand, ventrikelfalen, ventriculaire hypokinesie, atriumfibrilleren, verlengd QT-interval, 'torsade de pointes'. Maligne hypertensie, bloedingen, hypotensie, shock. Ademhalingsstilstand, ademhalingsinsufficiëntie, ademnood, bronchospasmen, hemoptoë. Acute pancreatitis, buikpijn. Leverfalen, levernecrose, hepatitis, cytolytische hepatitis, fulminante hepatitis, cholestase, geelzucht, abnormale leverfunctie. Urticaria, erytheem. Rabdomyolyse. Maligne hyperthermie, asthenie. Postoperatieve agitatie (ook bij kinderen; bij hen kan na het ontwaken zich slaande bewegingen voordoen, desoriëntatie en huilerig gedrag). Delier. Hyperkaliëmie, hypokaliëmie. Verhoogde waarden van: ALAT, ASAT, bilirubinespiegel, ammoniakgehalte. Abnormale stollingstest. ECG: wijziging ST-T-segment, T-golfinversie.
Bijwerkingen
Gemeld zijn:
Aritmie, tachycardie, bradycardie, hartstilstand, verlengd QT-interval, 'torsade de pointes'. Hypotensie (progressief bij diepere anesthesie), bloeding.
Bronchospasme, dyspneu, piepende ademhaling, ademdepressie, laryngospasme (vooral bij kinderen).
Ileus, braken, misselijkheid. Levernecrose, hepatocellulaire schade.
Zwelling van het gezicht, contacteczeem, huiduitslag.
Postoperatief: agitatie, delier, cognitieve of stemmingsverandering (tot 6 dagen na toediening).
Diverse: convulsie. Myoglobinurie, rabdomyolyse. Afwijkend elektro-encefalogram. Maligne hyperthermie, pijn op de borst, rillingen. Anafylactische reactie.
Onderzoek: hyperkaliëmie (bij kinderen is in de postoperatieve periode fatale afloop als gevolg van hartritmestoornissen gemeld), verhoogde glucosespiegel. Verhoogde creatinekinasespiegel. Verhoogde serumcreatininespiegel, verlaagde ureumspiegel. Leukocytose, stijging van leverenzymwaarden, verhoogde bilirubinespiegel, verhoogde fluoridespiegel. Carboxyhemoglobinemie.
Interacties
De MAC voor desfluraan neemt af door gelijktijdige toediening van N2O.
Desfluraan versterkt het effect van spierrelaxantia; het herstel van een neuromusculair blok duurt langer met desfluraan dan met isofluraan.
Opioïden en benzodiazepinen verlagen de hoeveelheid desfluraan die nodig is voor behoud van anesthesie; fentanyl (3–6 micro/kg) geeft een grotere afname in de MAC (46–64% bij volwassenen tot 65 j.) dan de toepassing van midazolam (ca. 16–17%).
Gehalogeneerde anesthetica geven een lichte intraoperatieve stijging van de bloedglucosespiegel.
Het hepatotoxische effect van isoniazide kan toenemen; staak indien mogelijk isoniazide tijdelijk van 1 week voor tot 2 weken na de ingreep of kies een ander anestheticum.
Bij combinatie met β-sympathicomimetica of α- en β-sympathicomimetica neemt de kans op ernstige ventriculaire aritmie toe, als gevolg van de toegenomen hartfrequentie.
Bij combinatie met een β-blokker neemt de kans op blokkering van het cardiovasculaire compensatiemechanisme toe, met versterkt negatief inotroop en negatief chronotroop effect. Staken van de β-blokker is in het algemeen niet nodig, vermijd plotselinge verlaging van de dosering; tijdens de ingreep kunnen β-sympathicomimetica toegepast worden om de blokkering tegen te gaan.
Beperk het gebruik van adrenaline (óók lokaal bv. subcutaan of gingivaal) tot 0,1 mg binnen 10 minuten of 0,3 mg binnen een uur, vanwege de kans op ernstige ventriculaire aritmie als gevolg van een toegenomen hartfrequentie.
Indirectwerkende sympathicomimetica (psychostimulantia, eetlustremmers, efedrinederivaten): kans op een intraoperatieve hypertensieve episode. Onderbreek de behandeling vanaf enkele dagen voor de ingreep.
Interacties
In combinatie met β-sympathicomimetica (bv. isoprenaline) en α- en β-sympathicomimetica (noradrenaline en adrenaline , laatstgenoemde ook bij subcutaan of gingivaal gebruik) neemt de kans op ventriculaire aritmieën toe.
Niet combineren met MAO-remmers gedurende 15 dagen voorafgaand aan de operatieve ingreep, wegens de kans op een crisis tijdens de ingreep.
Bij combinatie met indirect werkende sympathicomimetica (amfetaminederivaten, psychostimulantia, eetlustremmers, efedrine(derivaten)) neemt de kans op peri-operatieve hypertensie toe. Bij voorkeur deze behandelingen staken enkele dagen voor een electieve ingreep, waarbij men voornemens is isofluraan te gebruiken.
Isofluraan kan de effecten van spierverslappende middelen versterken, vooral bij niet-depolariserende spierverslappende middelen: bij voorkeur een derde tot de helft van de gebruikelijke dosis geven van deze middelen. Neostigmine kan de werking van niet-depolariserende spierverslappers antagoneren, maar heeft geen invloed op de relaxerende werking van isofluraan. Het verdwijnen van de myoneurale werking van genoemde relaxantia duurt met isofluraan langer dan met andere gebruikelijke anesthetica.
Bij combinatie met vasodilatatoren, bv. calciumantagonisten, met name de dihydropyridinederivaten, kan ernstige hypotensie optreden; ook is er kans op een additief negatief inotroop effect.
Het effect van β-blokker kan tijdens de ingreep onderdrukt worden met β-sympathicomimetica, om blokkade van cardiovasculaire compensatiemechanismen te voorkomen. β-Blokker bij voorkeur niet stoppen of abrupt verminderen in dosering.
Het hepatotoxische effect van isoniazide kan toenemen; staak indien mogelijk isoniazide tijdelijk van 1 week voor tot 2 weken na de ingreep of kies een ander anestheticum.
Narcotische analgetica kunnen de werking van isofluraan versterken. Wees voorzichtig bij combinatie met sedatieve middelen die geassocieerd zijn met ademdepressie (opioïden, benzodiazepinen).
De MAC (zie Eigenschappen) neemt af bij combinatie met N2O bij volwassenen.
Zwangerschap
Desfluraan passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren veroorzaken anesthetica tijdens de periode van snelle hersengroei of synaptogenese, celverlies in de ontwikkelende hersenen; dit wordt geassocieerd met langdurige cognitieve tekortkomingen.
Farmacologisch effect: Desfluraan relaxeert de baarmoeder (met kans op weeënremming) en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Advies: Kan volgens Lareb kortdurend (< 3 uur) gebruikt worden; de fabrikant adviseert om het alleen indien strikt noodzakelijk toe te passen bij zwangeren en bij vruchtbare vrouwen die geen adequate anticonceptie toepassen.
Zwangerschap
Isofluraan passeert de placenta.
Teratogenese: bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (celverlies in de zich ontwikkelende hersenen is waargenomen na gebruik van anesthetica, resulterend in langdurige cognitieve deficiënties).
Farmacologisch effect: Isofluraan heeft een ontspannend effect op de uterusmusculatuur (met kans op weeënremming); pas de laagst mogelijke concentratie toe bij obstetrische ingrepen (zie Contra-indicaties).
Advies: Kan volgens Lareb kortdurend (< 3 uur) gebruikt worden. Kan in concentraties tot 0,75% gebruikt worden voor onderhoudsanesthesie tijdens een keizersnede.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Desfluraan kan volgens Lareb (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: ja. De hoeveelheid die in de melk terechtkomt is hoogstwaarschijnlijk klein. Bij binnenkrijgen via de melk wordt nauwelijks absorptie verwacht bij de zuigeling.
Advies: De fabrikant adviseert om tot 12 uur na beëindiging van de anesthesie geen borstvoeding te geven. Volgens Lareb kan isofluraan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor (andere) gehalogeneerde anesthetica;
- bekende of vermoede genetische aanleg voor maligne hyperthermie;
- voorgeschiedenis van bevestigde hepatitis door, of onverklaarde matige tot ernstige leverfunctiestoornis (bv. koorts met icterus en/of eosinofilie) na toediening van een gehalogeneerd inhalatieanestheticum;
- groter risico van bronchoconstrictie;
- voor gebruik als inductie van de anesthesie bij kinderen (m.n. < 6 j.) vanwege frequent voorkomen van hoesten, inhouden van de adem, apneu, laryngospasmen en verhoogde secreties.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor (andere) gehalogeneerde anesthetica;
- bekende of vermoede aanleg voor maligne hyperthermie;
- icterus en/of onverklaarbare koorts bij eerdere toepassing van een gehalogeneerd anestheticum;
- obstetrische ingrepen (voor toepassing bij keizersnede zie onder Zwangerschap);
- leeftijd < 2 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Fatale maligne hyperthermie is gemeld. Hypercapnie is een teken hiervan, eventueel gepaard gaand met spierstijfheid, tachycardie, tachypneu, cyanose, aritmie en/of instabiele bloeddruk. Stop de inducerende middelen, geef i.v.-dantroleen en ondersteunende behandeling. Nierinsufficiëntie kan later optreden.
Inhalatieanaesthetica kunnen hyperkaliëmie geven. Postoperatief kunnen mogelijk fatale cardiale aritmieën optreden. Patiënten met spierdystrofie (m.n. Duchenne) zijn meer gevoelig. Bij deze patiënten is ook een significante stijging van de creatinekinasewaarde in het serum en soms myoglobinurie vast te stellen. Ondanks gelijkenissen met maligne hyperthermie wordt in deze gevallen geen spierstijfheid of een verhoogde stofwisseling vastgesteld. Indien hyperkaliëmie en resistente aritmieën optreden deze agressief behandelen.
Desfluraan is niet geschikt voor het onderhouden van anesthesie bij niet-geïntubeerde kinderen < 6 jaar wegens een verhoogde incidentie van pulmonale bijwerkingen/complicaties. Wees voorzichtig met de toepassing bij kinderen van < 6 jaar voor onderhoud van anesthesie wanneer de luchtweg gezekerd is met een larynx- of gezichtsmasker vanwege meer kans op pulmonale bijwerkingen als hoesten en laryngospasmen, vooral wanneer tijdens diepe anesthesie het larynxmasker wordt weggenomen. Voorzichtig zijn met de toepassing bij kinderen met een voorgeschiedenis van een recente infectie van de bovenste luchtwegen vanwege mogelijke luchtwegvernauwing en een verhoogde luchtwegweerstand.
Doordat kortstondige agitatie mogelijk is na het ontwaken kunnen kinderen tijdelijk verminderd coöperatief zijn.
Desfluraan relaxeert de baarmoeder en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Cirrose, virale hepatitis of een andere leveraandoening kan een reden zijn om een ander dan een gehalogeneerd anestheticum te kiezen.
Desfluraan kan aanleiding geven tot een toename van de cerebrospinale vloeistof en/of intracraniële druk bij patiënten met een ruimte-innemend proces in de schedel. Bij dergelijke patiënten een MAC van ≤ 0,8% desfluraan geven, gecombineerd met inductie met een barbituraat en hyperventilatie voorafgaand aan de craniale decompressie.
Wanneer tijdens het onderhoud van de anesthesie, stijging van hartslag en bloeddruk optreden na snelle incrementele verhogingen van de eindexpiratoire concentratie desfluraan, wijst dit op sympathische activering en niet op een ontoereikende anesthesie; de wijzigingen in hartslag en bloeddruk verdwijnen vanzelf in ca. vier minuten. Een wijziging van bloeddruk of hartslag vóór of zonder verhoging van de concentratie desfluraan, kan wel wijzen op een (te) lichte anesthesie. Desfluraan niet als enig middel gebruiken bij patiënten met een risico voor coronaire aandoening of bij wie stijging van hartslag of bloeddruk (door toename (nor)adrenalinespiegel) niet gewenst is; combineer bijvoorbeeld, met i.v.-opioïden en hypnotica. Voorzichtig zijn bij patiënten gevoelig voor verlenging van het QT-interval of als gelijktijdige geneesmiddelen gebruikt worden die het QT-interval kunnen verlengen.
De toediening bij verzwakte, hypotensieve en/of hypovolemische patiënten is niet uitgebreid onderzocht; toepassing van een lagere concentratie wordt aanbevolen.
Er is onvoldoende ervaring met de herhaalde toepassing van desfluraan binnen een kort tijdsbestek; net als bij andere gehalogeneerde anesthetica voorzichtig zijn bij herhaald gebruik binnen een korte termijn.
Vanwege de snelle ontwaking tijdig analgesie geven.
Desfluraan niet gebruiken voor de inductie van anesthesie in verband met bijwerkingen zoals hoesten, apneu, laryngospasmen en verhoogde speekselafscheiding. Daarnaast kunnen de systemische en pulmonale bloeddruk stijgen tijdens de inductie.
Bij patiënten met myasthenia gravis is er meer kans op ademhalingsdepressie.
Vermijd autorijden en het bedienen van zware machines gedurende 24 uur na de toediening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Tijdens de inductiefase kunnen de speekselafscheiding en tracheobronchiale secretie geprikkeld worden, wat kan leiden tot laryngospasme, met name bij kinderen; bij kinderen wordt een anticholinergicum aangeraden. Voor het inhaleren kan een kortwerkend barbituraat of ander intraveneus inductiemiddel gebruikt worden om hoesten tegen te gaan.
Levercirrose of een andere leveraandoening die een leverfunctiestoornis tot gevolg heeft (met inbegrip van virale hepatitis) kan een reden zijn om een ander anestheticum dan een gehalogeneerd anestheticum te kiezen, vooral indien in de voorgaande 3 maanden eerder anesthesie met een gehalogeneerd anestheticum is gegeven, omdat dit de kans op leverschade vergroot.
Verhoogd bloedverlies bij een abortus provocatus is net als bij andere inhalatie anesthetica waargenomen.
Bij patiënten met een coronair sclerose of coronaire angiopathie myocardischemie vermijden door een normale hemodynamiek in stand te houden.
Isofluraan verhoogt de hersendoorbloeding (gedurende de diepere stadia van de anesthesie; bij ca. 1,5%) wat kan leiden tot een voorbijgaande verhoging van de liquordruk. Wees daarom voorzichtig bij patiënten met een verhoogde intracraniële druk. Deze drukverhoging is volledig reversibel en te voorkomen of behandelen door de patiënt voor of tijdens de narcose te hyperventileren.
Doseer voorzichtig (lagere concentratie) bij hypovolemische, hypotensieve of verzwakte patiënten.
Voorzichtig toepassen bij patiënten met neuromusculaire aandoeningen zoals myasthenia gravis, omdat toegenomen neuromusculaire vermoeidheid kan voorkomen.
Als maligne hyperthermie (gekenmerkt door hypercapnie met eventueel spierrigiditeit, cyanose, tachycardie, aritmie en/of instabiele bloeddruk) optreedt, isofluraan staken en i.v. dantroleen toedienen, naast ondersteunende behandeling (zoals ondersteuning van de circulatie, ademhaling, het normaliseren van de lichaamstemperatuur, herstel van elektrolyten- en zuurbase-evenwicht). Nierfalen kan in een later stadium optreden.
Bij het optreden van hyperkaliëmie en resistente ritmestoornissen deze snel en agressief behandelen. Patiënten met een sluimerende of actieve neuromusculaire aandoening, met name de ziekte van Duchenne, lijken het meest kwetsbaar.
Bij patiënten met mitochondriale aandoeningen dient algehele anesthesie met voorzichtigheid te worden toegepast.
Isofluraan kan gedurende de eerste 2–4 dagen een lichte vermindering in het cognitief functioneren veroorzaken. Kleine veranderingen in stemming en symptomen tot 6 dagen na toediening aanhouden. Houd hier rekening mee in verband met het hervatten van dagelijkse werkzaamheden.
Voor inhalatie anesthetica wordt aanbevolen om 24 uur te wachten na toediening alvorens auto te rijden of een machine te bedienen.
Overdosering
Symptomen
versterkte anesthesie, hart- en of ademhalingsdepressie.
Therapie
stop de toediening, of beperk tot een minimum; start 100% zuurstof; ondersteun de hemodynamische toestand.
Overdosering
Symptomen
Sterke depressie van het cardiovasculaire systeem; hypotensie en ademdepressie.
Therapie
Staak onmiddellijk de toediening. Pas gecontroleerde beademing met zuivere zuurstof toe.
Eigenschappen
Desfluraan is een uitsluitend met fluor gehalogeneerd algeheel anestheticum. Geeft een dosisgerelateerd tijdelijk verlies van bewustzijn en pijnsensaties, onderdrukking van willekeurige motorische activiteit, modificatie van autonome reflexen en onderdrukking van het respiratoire en cardiovasculaire systeem. De MAC (minimum alveolaire concentratie) neemt af naar mate de leeftijd vordert.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
Metabolisering | minimaal (0,02%). |
Eliminatie | Via de longen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Isofluraan is een gehalogeneerd inhalatie anestheticum. Gehalogeneerde anesthetica verminderen het ademvolume, terwijl het ademritme ongewijzigd blijft. Bij gecontroleerde ademhaling en een normaal paCO2 blijft het hartminuutvolume behouden, vooral door versnelling van de hartslag, die een verminderd slagvolume compenseert. Bij spontane ademhaling treedt hypercapnie op onder isofluraan-anesthesie, waardoor het hartritme versnelt en het hartminuutvolume kan toenemen boven waarden gezien in de wakkere toestand. De MAC (minimum alveolaire concentratie) is ca. 1,15% voor patiënten van middelbare leeftijd; hoger bij kinderen. Vermindert snel faryngeale en laryngeale reflexen waardoor intubatie vergemakkelijkt wordt. Het ontwaken na staken van de toediening is sneller dan bij halothaan.
Kinetische gegevens
Resorptie | Isofluraan heeft een zeer lage oplosbaarheid in bloed en lichaamsweefsels, Door deze lage oplosbaarheid ontstaat snel een alveolaire partiële druk die voldoende is om anesthesie te verkrijgen. |
Metabolisering | Slechts 0,2% wordt gemetaboliseerd, tot trifluoroazijnzuur en difluoromethanol dat hydrolyseert tot mierenzuur en fluoride. |
T 1/2el | via de urine fluoride 36 uur; organisch fluor 41 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
desfluraan hoort bij de groep anesthetica, inhalatie.
Groepsinformatie
isofluraan hoort bij de groep anesthetica, inhalatie.