Samenstelling
Suprane XGVS Baxter bv
- Toedieningsvorm
- Vloeistof voor inhalatiedamp
- Sterkte
- 100 %
- Verpakkingsvorm
- glazen of aluminium flacon 240 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Sevorane XGVS Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- Vloeistof voor inhalatiedamp 'quick fill'
- Sterkte
- 250 ml
- Verpakkingsvorm
- flacon (met quick-fill sluiting)
Sevofluraan XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Vloeistof voor inhalatiedamp
- Sterkte
- 250 ml
- Verpakkingsvorm
- aluminium of glazen flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Instandhouding van de anesthesie bij reeds geïntubeerde volwassenen en kinderen tijdens klinische en poliklinische operatieve ingrepen.
Indicaties
- Inductie en onderhoud van algemene anesthesie voor klinische en poliklinische operatieve ingrepen, bij volwassenen en kinderen van alle leeftijden, incl. pasgeborenen na een voldragen zwangerschap.
Doseringen
Inhalatie anesthesie
Volwassenen en kinderen:
De MAC is afhankelijk van de leeftijd en de aanwezigheid van N 2O. Raadpleeg de tabel hieronder. Tijdens de ingreep wordt anesthesie gehandhaafd met 2–6% desfluraan in combinatie met lachgas; of met 2,5–8,5% desfluraan in combinatie met (lucht verrijkt met) zuurstof. Bij kinderen: 5–10 % desfluraan, al dan niet met lachgas; het inhalatiemengsel dient ten minste 25% zuurstof te bevatten. De MAC voor desfluraan neemt geleidelijk af met de leeftijd (zie tabel). Bij nier- en leverfunctiestoornissen is 1–4% desfluraan in lachgas/zuurstof toegepast; vanwege de zeer minimale metabolisering wordt niet verwacht dat de dosis hoeft te worden aangepast bij nier- of leverfunctiestoornissen. Na beëindiging van de toediening de patiënt beademen met 100% zuurstof tot deze volledig wakker is.
leeftijd |
MAC bij 100% O2 |
MAC bij 60% N2O |
---|---|---|
0–1 j. |
8,95–10,65% |
5,75–7,75% (3–12 mnd.) |
1–12 j. |
7,20–9,40% |
5,75–7,00% (1–5 j.) |
18–30 j. |
6,35–7,25% |
3,75–4,25% |
30–65 j. |
5,75–6,25% |
1,75–3,25% |
> 65 j. |
5,17 ± 0,6% |
1,67 ± 0,4% |
Doseringen
Inhalatie anesthesie:
Volwassenen en kinderen
Inductie: de MAC-waarden nemen af met de leeftijd en de toevoeging van lachgas (zie tabel). Doseer individueel en titreer tot het gewenste effect. Een kortwerkend barbituraat of een ander i.v. inductiemiddel kan worden gegeven vóór de inhalatie van sevofluraan. Inductie met sevofluraan is mogelijk door inhalatie van 0,5–1,0 % sevofluraan in zuurstof óf in zuurstof-lachgasmengsel, verhoog stapsgewijs de concentratie sevofluraan met 0,5–1,0 %, tot een maximum van 8 % bij volwassenen en kinderen. Ingeademde concentraties tot 5% bij volwassenen en tot 7 % bij kinderen geven gewoonlijk operatieve anesthesie binnen 2 minuten.
Onderhoud: een heelkundig anesthesieniveau kan worden gehandhaafd met een concentratie van 0,5%–3% sevofluraan, met of zonder gelijktijdig gebruik van lachgas.
Ontwaken: de tijd tot ontwaken is kort; postoperatieve pijnverlichting kan eerder nodig zijn. Na het staken van de toediening van alle gegeven anesthetica, de luchtwegen ventileren met 100% zuurstof tot volledig ontwaken.
leeftijd |
sevofluraan in zuurstof |
sevofluraan in 65% N2O/35% O2 |
---|---|---|
0–1 maand (uitgezonderd prematuren) |
3,3% |
|
1–6 maanden |
3,0% |
|
6 mnd. – 3 jaar |
2,8% |
2,0% (1–3 j.: 60% N2O/40% O2) |
3–12 j. |
2,5% |
|
25 j. |
2,6% |
1,4% |
40 j. |
2,1% |
1,1% |
60 j. |
1,7% |
0,9% |
80 j. |
1,4% |
0,7% |
Bij verminderde nierfunctie (serumcreatinine ≥ 133 micromol/l): voorzichtig toedienen omdat slechts een beperkte groep met een verminderde nierfunctie is bestudeerd.
Toedieningsinformatie: toedienen via een gezichtsmasker of een endotracheale tube. Voorzieningen voor handhaving van open luchtwegen, kunstmatige beademing, zuurstoftoediening en reanimatie dienen onmiddellijk voorhanden te zijn. Gebruik een voor sevofluraan gekalibreerde verdamper. Vervang het kooldioxide-absorbens als deze is uitgedroogd; koolmonoxide kan ontstaan.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): braken, misselijkheid.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Conjunctivitis. Bradycardie, tachycardie, hypertensie, (nodale) aritmie. Apneu, hoesten, laryngospasmen, adem inhouden, faryngitis. Hypersecretie van speeksel. Verhoogd creatinekinase. Afwijkend elektrocardiogram.
Soms (0,1-1%): agitatie, duizeligheid. Myocardinfarct, myocardischemie. Vasodilatatie. Hypoxie. Myalgie.
Verder zijn gemeld: coagulopathie, leukocytose. Metabole acidose. Convulsies. Oculaire icterus. Hartstilstand, ventrikelfalen, ventriculaire hypokinesie, atriumfibrilleren, verlengd QT-interval, 'torsade de pointes'. Maligne hypertensie, bloedingen, hypotensie, shock. Ademhalingsstilstand, ademhalingsinsufficiëntie, ademnood, bronchospasmen, hemoptoë. Acute pancreatitis, buikpijn. Leverfalen, levernecrose, hepatitis, cytolytische hepatitis, fulminante hepatitis, cholestase, geelzucht, abnormale leverfunctie. Urticaria, erytheem. Rabdomyolyse. Maligne hyperthermie, asthenie. Postoperatieve agitatie (ook bij kinderen; bij hen kan na het ontwaken zich slaande bewegingen voordoen, desoriëntatie en huilerig gedrag). Delier. Hyperkaliëmie, hypokaliëmie. Verhoogde waarden van: ALAT, ASAT, bilirubinespiegel, ammoniakgehalte. Abnormale stollingstest. ECG: wijziging ST-T-segment, T-golfinversie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypotensie, bradycardie. Hoest. Misselijkheid en braken. Agitatie (bij kinderen).
Vaak (1-10%): hypertensie, tachycardie. Ademhalingsmoeilijkheden, laryngospasmen. Speekselvloed. Delier. Koude rillingen, koorts. Slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn. Abnormale bloedglucosewaarde, abnormale uitslagen leverfunctietest, abnormaal aantal witte bloedcellen.
Soms (0,1-1%): volledig AV-blok, ventriculaire of andere aritmieën, extrasystolen, atriumfibrilleren. Longoedeem, hypoxie, astma. Urineretentie. Verhoogd serumcreatinine, verhoogd ASAT en ALAT, verhoogde melkzuurdehydrogenasespiegel.
Zelden (< 0,1%): maligne hyperthermie. Hyperkaliëmie (bij kinderen is postoperatief overlijden als gevolg van hartaritmieën gemeld).
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, anafylactoïde reactie, hypersensitiviteit. Convulsie, dystonie, spierrigiditeit. Ongemakkelijk gevoel op de borst. Hartstilstand, verlengd QT-interval, geassocieerd met 'torsade de pointes'. Verhoogde intra-craniële druk. Bronchospasmen, dyspneu, piepende ademhaling. Leukopenie, leukocytose. Hepatitis, leverfalen, levernecrose, geelzucht, pancreatitis. Tubulo-interstitiële nefritis. Contacteczeem, jeuk, huiduitslag, gezwollen gezicht, urticaria. Tijdelijk verhoogde fluoridespiegel.
Bij kinderen onder de 6 jaar komt 2–3× zo vaak als bij volwassenen een ontwakingsdelier voor. Agitatie bij het ontwaken bij jonge kinderen komt vaker voor bij anesthetica met een korte ontwakingsduur zoals sevofluraan in vergelijking met sommige andere anesthetica met een langere ontwakingsduur, zoals propofol en halothaan.
Bij kinderen zijn het meest gemeld: agitatie (bij het ontwaken), hoest, braken en misselijkheid. Convulsies zijn gemeld.
Bij ouderen zijn het meest gemeld: bradycardie, hypotensie en misselijkheid.
Interacties
De MAC voor desfluraan neemt af door gelijktijdige toediening van N2O.
Desfluraan versterkt het effect van spierrelaxantia; het herstel van een neuromusculair blok duurt langer met desfluraan dan met isofluraan.
Opioïden en benzodiazepinen verlagen de hoeveelheid desfluraan die nodig is voor behoud van anesthesie; fentanyl (3–6 micro/kg) geeft een grotere afname in de MAC (46–64% bij volwassenen tot 65 j.) dan de toepassing van midazolam (ca. 16–17%).
Gehalogeneerde anesthetica geven een lichte intraoperatieve stijging van de bloedglucosespiegel.
Het hepatotoxische effect van isoniazide kan toenemen; staak indien mogelijk isoniazide tijdelijk van 1 week voor tot 2 weken na de ingreep of kies een ander anestheticum.
Bij combinatie met β-sympathicomimetica of α- en β-sympathicomimetica neemt de kans op ernstige ventriculaire aritmie toe, als gevolg van de toegenomen hartfrequentie.
Bij combinatie met een β-blokker neemt de kans op blokkering van het cardiovasculaire compensatiemechanisme toe, met versterkt negatief inotroop en negatief chronotroop effect. Staken van de β-blokker is in het algemeen niet nodig, vermijd plotselinge verlaging van de dosering; tijdens de ingreep kunnen β-sympathicomimetica toegepast worden om de blokkering tegen te gaan.
Beperk het gebruik van adrenaline (óók lokaal bv. subcutaan of gingivaal) tot 0,1 mg binnen 10 minuten of 0,3 mg binnen een uur, vanwege de kans op ernstige ventriculaire aritmie als gevolg van een toegenomen hartfrequentie.
Indirectwerkende sympathicomimetica (psychostimulantia, eetlustremmers, efedrinederivaten): kans op een intraoperatieve hypertensieve episode. Onderbreek de behandeling vanaf enkele dagen voor de ingreep.
Interacties
Bij gebruik van niet-selectieve MAO-remmers is er een risico van een crisis (intra-operatieve collaps) gedurende de operatie; staak de behandeling 2 weken voor de ingreep.
Sevofluraan beïnvloedt de intensiteit en duur van de neuromusculaire blokkade door niet-depolariserende spierrelaxantia (bv. vecuronium); advies is om een derde tot de helft van de gebruikelijke dosis van deze middelen toe te dienen. Voor endotracheale intubatie de dosis van niet-depolariserende spierrelaxantia niet verlagen. De werking van niet-depolariserende spierrelaxantia kan worden geantagoneerd met neostigmine.
CYP2E1-inductoren zoals isoniazide en alcohol kunnen het metabolisme van sevofluraan verhogen. Het hepatotoxische effect van isoniazide kan toenemen. Staak de behandeling met isoniazide 1 week voor de ingreep en hervat pas 15 dagen na de ingreep.
Langdurig gebruik van sint-janskruid kan ernstige hypotensie en vertraagd ontwaken na anesthesie geven.
Benzodiazepinen en opiaten kunnen de MAC van sevofluraan verlagen.
Narcotische analgetica versterken de werking. Opioïden kunnen een synergistische afname van de hartslag, bloeddruk en ademfrequentie geven.
De MAC van sevofluraan wordt verlaagd bij toediening in combinatie met distikstofoxide (N2O; lachgas). Het MAC equivalent wordt circa 50% gereduceerd bij volwassenen en 25% bij kinderen.
Na toediening van een i.v. anestheticum zoals propofol kunnen lagere concentraties sevofluraan nodig zijn.
Toevoeging van sevofluraan aan alfentanil/N2O anesthesie kan een door vecuronium of atracurium geïnduceerde neuromusculaire blokkade versterken.
Gelijktijdig gebruik van suxamethonium met inhalatie-anesthetica is in verband gebracht met hartaritmieën en overlijden van pediatrische patiënten in de postoperatieve fase als gevolg van hyperkaliëmie.
In combinatie met β-sympathicomimetica (bv. isoprenaline) en α- en β-sympathicomimetica (adrenaline, noradrenaline) neemt de kans op ventriculaire aritmieën toe. Beperk de dosering van adrenaline voor lokale hemostase via subcutane of gingivale injecties bij volwassenen tot bv. 0,1 mg adrenaline binnen 10 minuten of 0,3 mg binnen 1 uur. Parenterale toediening vermijden.
Indirect werkende sympathicomimetica (amfetaminederivaten, psychostimulantia, eetlustremmers, efedrine(derivaten) kunnen een acute (pre-operatieve) hypertensieve periode veroorzaken. Overweeg de behandeling enkele dagen voor de ingreep te onderbreken.
Sevofluraan heeft een vaatverwijdend effect (systemisch en op de coronairarteriën); het bloeddrukverlagende effect van vaatverwijdende middelen kan toenemen. Handhaaf een normale hemodynamiek om myocardischemie te voorkomen.
Combinatie met calciumantagonisten, met name dihydropyridinederivaten, kan leiden tot merkbare hypotensie en additieve negatief-inotrope effecten. Bij gelijktijdige behandeling met verapamil kan een AV-geleidingsstoornis optreden.
β-Blokkers blokkeren cardiovasculaire compensatiemechanismen waardoor negatief-inotrope, -chronotrope en -dromotrope effecten worden versterkt; medicatie met een β-blokker bij voorkeur niet staken, en een abrupte vermindering van de dosering vermijden.
Sevofluraan kan gecombineerd worden met o.a. skeletspierrelaxantia, aminoglycosiden, (synthetische) hormonen, bloedproducten.
Zwangerschap
Desfluraan passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren veroorzaken anesthetica tijdens de periode van snelle hersengroei of synaptogenese, celverlies in de ontwikkelende hersenen; dit wordt geassocieerd met langdurige cognitieve tekortkomingen.
Farmacologisch effect: Desfluraan relaxeert de baarmoeder (met kans op weeënremming) en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Advies: Kan volgens Lareb kortdurend (< 3 uur) gebruikt worden; de fabrikant adviseert om het alleen indien strikt noodzakelijk toe te passen bij zwangeren en bij vruchtbare vrouwen die geen adequate anticonceptie toepassen.
Zwangerschap
Sevofluraan passeert de placenta.
Teratogenese: bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren resulteert gebruik van narcosemiddelen tijdens de periode van snelle groei van de hersenen of veranderingen in synaptische morfologie in celverlies in de zich ontwikkelende hersenen. Dit wordt in verband gebracht met langdurige cognitieve beperkingen.
Farmacologisch effect: bij gebruik in de perinatale fase kan de relaxerende werking op de uterusmusculatuur weeënremming en een verhoogd maternaal bloedverlies veroorzaken. Het kan ademhalingsdepressie bij de pasgeborene veroorzaken.
Advies: Kan volgens Lareb kortdurend (< 3 uur) worden gebruikt. Kan gebruikt worden tijdens een keizersnede.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Desfluraan kan volgens Lareb (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. De hoeveelheid die in de melk terechtkomt is hoogstwaarschijnlijk klein. Bij binnenkrijgen via de melk wordt nauwelijks absorptie verwacht bij de zuigeling.
Advies: De fabrikant adviseert om tot 48 uur na toediening geen borstvoeding te geven. Volgens Lareb kan sevofluraan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor (andere) gehalogeneerde anesthetica;
- bekende of vermoede genetische aanleg voor maligne hyperthermie;
- voorgeschiedenis van bevestigde hepatitis door, of onverklaarde matige tot ernstige leverfunctiestoornis (bv. koorts met icterus en/of eosinofilie) na toediening van een gehalogeneerd inhalatieanestheticum;
- groter risico van bronchoconstrictie;
- voor gebruik als inductie van de anesthesie bij kinderen (m.n. < 6 j.) vanwege frequent voorkomen van hoesten, inhouden van de adem, apneu, laryngospasmen en verhoogde secreties.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor (andere) gehalogeneerde anesthetica;
- bekende of vermoede genetische aanleg voor maligne hyperthermie;
- voorgeschiedenis van onverklaarde matige tot ernstige leverfunctiestoornissen met geelzucht, koorts en/of eosinofilie in tijd gerelateerd aan de toediening van gehalogeneerde anesthetica.
Waarschuwingen en voorzorgen
Fatale maligne hyperthermie is gemeld. Hypercapnie is een teken hiervan, eventueel gepaard gaand met spierstijfheid, tachycardie, tachypneu, cyanose, aritmie en/of instabiele bloeddruk. Stop de inducerende middelen, geef i.v.-dantroleen en ondersteunende behandeling. Nierinsufficiëntie kan later optreden.
Inhalatieanaesthetica kunnen hyperkaliëmie geven. Postoperatief kunnen mogelijk fatale cardiale aritmieën optreden. Patiënten met spierdystrofie (m.n. Duchenne) zijn meer gevoelig. Bij deze patiënten is ook een significante stijging van de creatinekinasewaarde in het serum en soms myoglobinurie vast te stellen. Ondanks gelijkenissen met maligne hyperthermie wordt in deze gevallen geen spierstijfheid of een verhoogde stofwisseling vastgesteld. Indien hyperkaliëmie en resistente aritmieën optreden deze agressief behandelen.
Desfluraan is niet geschikt voor het onderhouden van anesthesie bij niet-geïntubeerde kinderen < 6 jaar wegens een verhoogde incidentie van pulmonale bijwerkingen/complicaties. Wees voorzichtig met de toepassing bij kinderen van < 6 jaar voor onderhoud van anesthesie wanneer de luchtweg gezekerd is met een larynx- of gezichtsmasker vanwege meer kans op pulmonale bijwerkingen als hoesten en laryngospasmen, vooral wanneer tijdens diepe anesthesie het larynxmasker wordt weggenomen. Voorzichtig zijn met de toepassing bij kinderen met een voorgeschiedenis van een recente infectie van de bovenste luchtwegen vanwege mogelijke luchtwegvernauwing en een verhoogde luchtwegweerstand.
Doordat kortstondige agitatie mogelijk is na het ontwaken kunnen kinderen tijdelijk verminderd coöperatief zijn.
Desfluraan relaxeert de baarmoeder en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Cirrose, virale hepatitis of een andere leveraandoening kan een reden zijn om een ander dan een gehalogeneerd anestheticum te kiezen.
Desfluraan kan aanleiding geven tot een toename van de cerebrospinale vloeistof en/of intracraniële druk bij patiënten met een ruimte-innemend proces in de schedel. Bij dergelijke patiënten een MAC van ≤ 0,8% desfluraan geven, gecombineerd met inductie met een barbituraat en hyperventilatie voorafgaand aan de craniale decompressie.
Wanneer tijdens het onderhoud van de anesthesie, stijging van hartslag en bloeddruk optreden na snelle incrementele verhogingen van de eindexpiratoire concentratie desfluraan, wijst dit op sympathische activering en niet op een ontoereikende anesthesie; de wijzigingen in hartslag en bloeddruk verdwijnen vanzelf in ca. vier minuten. Een wijziging van bloeddruk of hartslag vóór of zonder verhoging van de concentratie desfluraan, kan wel wijzen op een (te) lichte anesthesie. Desfluraan niet als enig middel gebruiken bij patiënten met een risico voor coronaire aandoening of bij wie stijging van hartslag of bloeddruk (door toename (nor)adrenalinespiegel) niet gewenst is; combineer bijvoorbeeld, met i.v.-opioïden en hypnotica. Voorzichtig zijn bij patiënten gevoelig voor verlenging van het QT-interval of als gelijktijdige geneesmiddelen gebruikt worden die het QT-interval kunnen verlengen.
De toediening bij verzwakte, hypotensieve en/of hypovolemische patiënten is niet uitgebreid onderzocht; toepassing van een lagere concentratie wordt aanbevolen.
Er is onvoldoende ervaring met de herhaalde toepassing van desfluraan binnen een kort tijdsbestek; net als bij andere gehalogeneerde anesthetica voorzichtig zijn bij herhaald gebruik binnen een korte termijn.
Vanwege de snelle ontwaking tijdig analgesie geven.
Desfluraan niet gebruiken voor de inductie van anesthesie in verband met bijwerkingen zoals hoesten, apneu, laryngospasmen en verhoogde speekselafscheiding. Daarnaast kunnen de systemische en pulmonale bloeddruk stijgen tijdens de inductie.
Bij patiënten met myasthenia gravis is er meer kans op ademhalingsdepressie.
Vermijd autorijden en het bedienen van zware machines gedurende 24 uur na de toediening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer de patiënt constant, met inbegrip van ademhaling, zuurstofverzadiging en de maximale CO2-concentratie aan het einde van de uitademing (end-tidal CO2), bloeddruk en ECG.
Ademhalingsdepressie kan optreden. Ondersteun zo nodig de ademhaling. Patiënten met myasthenia gravis zijn extra gevoelig voor middelen die de ademhaling onderdrukken.
Sevofluraan is niet oplosbaar in bloed; hemodynamische veranderingen kunnen sneller optreden dan bij andere inhalatie-anesthetica. Wees zeer voorzichtig bij hemodynamisch verzwakte patiënten (bv. bij hypovolemie of hypotensie). Een te sterke bloeddrukdaling kan gecorrigeerd worden door verlaging van de concentratie sevofluraan.
Maligne hyperthermie: Bij gevoelige patiënten kunnen inhalatie-anesthetica een hypermetabole toestand van de skeletspieren veroorzaken welke leidt tot een hoge zuurstofbehoefte en tot het klinisch syndroom maligne hyperthermie gekenmerkt door hypercapnie met eventueel spierrigiditeit, cyanose, tachycardie, aritmie en/of instabiele bloeddruk. Als maligne hyperthermie optreedt, sevofluraan staken en i.v. dantroleen toedienen, naast ondersteunende behandeling (zoals normaliseren van de lichaamstemperatuur, herstel van elektrolyten- en zuurbase-evenwicht). Nierfalen kan in een later stadium optreden.
Een aanzienlijke verhoging van het serumcreatinekinase kan optreden, en een verandering in de urine die overeenkomt met myoglobinurie. De symptomen lijken op het maligne hyperthermie-syndroom maar er treedt geen spierrigiditeit of overmatige stofwisseling in de skeletspieren op.
Bij patiënten met mitochondriale aandoeningen algehele anesthesie met voorzichtigheid toepassen.
Perioperatieve hyperkaliëmie kan zelden optreden en heeft bij pediatrische patiënten tot hartaritmieën en overlijden geleid. Bij optreden van hyperkaliëmie en resistente hartritmestoornissen deze snel en agressief behandelen. Patiënten met een latente of manifeste neuromusculaire aandoening (m.n. de ziekte van Duchenne) lijken het meest kwetsbaar. In de meeste gevallen is er een samenhang gezien met het gebruik van suxamethonium .
Een AV-junctioneel ritme kan ontstaan, met name na toediening van een vagolyticum zoals atropine.
Verlenging QT-interval: Wees bij risicopatiënten (bv. ouderen, patiënten met een congenitaal verlengd QT-interval) bedacht op het optreden van een verlengd QT-interval.
Bij kinderen met de ziekte van Pompe is ventriculaire aritmie gemeld.
Bij kinderen met het syndroom van Down komt bradycardie vaker voor en is het ernstiger dan bij andere kinderen.
Wees voorzichtig bij onderliggende leverproblemen zoals levercirrose of een virale hepatitis; postoperatieve leverfunctiestoornis of hepatitis (met of zonder icterus) zijn gemeld. De kans op leverschade neemt toe bij herhaalde toediening van gehalogeneerde anesthetica, met name binnen 3 maanden. Bij patiënten met leverschade, geelzucht, onverklaarde koorts of eosinofilie na toediening van andere inhalatie-anesthetica, heeft anesthesie met i.v. middelen of regionale anesthesie de voorkeur boven sevofluraan.
De veiligheid bij een nierfunctiestoornis (met een baseline serumcreatinine > 133 micromol/l) is niet volledig vastgesteld; voorzichtig toedienen bij een GFR ≤ 60 ml/min. Een afbraakprodukt van sevofluraan, Compound A, kan mogelijk nierschade veroorzaken. Controleer de nierfunctie postoperatief.
Toename intracraniële druk: Sevofluraan verhoogt de hersendoorbloeding wat kan leiden tot een voorbijgaande verhoging van de intracraniële druk. Deze is te voorkomen of behandelen door de patiënt voor of tijdens de anesthesie te hyperventileren en/of andere middelen of technieken toe te passen die de intracraniële druk verlagen.
Convulsies: Wees voorzichtig bij patiënten met een predispositie voor convulsies. Beperk bij kinderen de diepte van de anesthesie. Een EEG kan helpen de dosering sevofluraan te optimaliseren en de ontwikkeling van convulsieve activiteit te voorkomen bij patiënten met predisponerende factoren.
Houd bij obstetrische anesthesie rekening met het relaxerende effect op de baarmoeder en de daarmee samenhangende vergrote kans op baarmoederbloedingen.
Overdosering
Symptomen
versterkte anesthesie, hart- en of ademhalingsdepressie.
Therapie
stop de toediening, of beperk tot een minimum; start 100% zuurstof; ondersteun de hemodynamische toestand.
Overdosering
Symptomen
ademhalingsdepressie en circulatoire insufficiëntie.
Therapie
Staak onmiddellijk de toediening. Pas gecontroleerde beademing met zuivere zuurstof toe.
Eigenschappen
Desfluraan is een uitsluitend met fluor gehalogeneerd algeheel anestheticum. Geeft een dosisgerelateerd tijdelijk verlies van bewustzijn en pijnsensaties, onderdrukking van willekeurige motorische activiteit, modificatie van autonome reflexen en onderdrukking van het respiratoire en cardiovasculaire systeem. De MAC (minimum alveolaire concentratie) neemt af naar mate de leeftijd vordert.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
Metabolisering | minimaal (0,02%). |
Eliminatie | Via de longen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Het inhalatie-anestheticum sevofluraan is een gehalogeneerde methyl-isopropylether. Geeft zowel een snelle inductie als snel herstel na stoppen van toediening. De MAC (minimum alveolaire concentratie) in zuurstof voor leeftijd 40 jaar is 2,05%; neemt af met de leeftijd en toevoeging van lachgas. De bloed-gas verdelingscoëfficiënt is 0,65. Sevofluraan veroorzaakt dosisafhankelijk: bewusteloosheid, reversibele uitschakeling van pijn en motorische activiteit, afname van autonome reflexen, ademhalingsdepressie en cardiovasculaire depressie.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. De 'wash in' waarde na 30 minuten: 0,85. |
Metabolisering | < 5% via CYP2E1 isovorm tot hexafluorisopropanol (HFIP). |
Eliminatie | grootste deel via pulmonale eliminatie; metaboliet HFIP geconjugeerd via urine (< 5%). De 'wash out' waarde na 5 minuten: 0,15. |
Overig | voorbijgaande verhoging van de concentratie anorganisch fluoride in het serum kan voorkomen; de concentratie anorganisch fluoride is doorgaans het hoogst < 2 uur na het einde van de anesthesie en keert < 48 uur na het einde van de anesthesie terug naar normale waarden. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
desfluraan hoort bij de groep anesthetica, inhalatie.
Groepsinformatie
sevofluraan hoort bij de groep anesthetica, inhalatie.