Samenstelling
Aerius Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg
Desloratadine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg
Neoclarityn Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mizollen Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg
Bevat tevens: gedehydreerde castorolie 25 mg/tablet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica (zoals mizolastine) worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Indicaties
Verlichting van symptomen van:
- allergische rinitis;
- urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rinoconjunctivitis;
- Urticaria.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Allergische rinitis of urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
5 mg 1×/dag.
Kinderen ≥ 6 jaar en < 12 jaar
2,5 mg 1×/dag.
Kinderen > 1 jaar en < 6 jaar
2,5 ml (1,25 mg) drank 1×/dag.
Intermitterende allergische rinitis kan worden behandeld tijdens het optreden van symptomen. Persistente allergische rinitis kan eventueel worden doorbehandeld gedurende de perioden van blootstelling aan allergenen.
Verminderde leverfunctie: zie voor het doseeradvies van Stichting Health Base bij levercirrose de webpagina Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.
Toediening
- De omhulde tablet heel innemen met wat water;
- De orodispergeerbare tablet onmiddellijk na opening van de blisterverpakking op de tong leggen, waar deze direct uiteen zal vallen; in principe is het niet nodig water na te drinken.
Doseringen
Allergische rinoconjunctivitis en bij urticaria:
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:
10 mg 1 ×/dag.
Verminderde leverfunctie: volgens de productinformatie niet gebruiken (contra-indicatie) bij een significant verminderde leverfunctie. Zie voor het doseeradvies van de Stichting Health Base bij levercirrose de webpagina Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Droge mond. Vermoeidheid.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (anafylaxie, angio-oedeem, dyspneu, jeuk, huiduitslag en urticaria). Tachycardie, palpitaties. Duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, psychomotorische hyperactiviteit, convulsies, hallucinaties. Misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, diarree. Myalgie. Hepatitis, stijging van leverenzymwaarden, verhoogd bilirubine.
Verder zijn gemeld: QT-verlenging. Icterus. Fotosensibilisatie. Asthenie. Abnormaal gedrag, agressie, zwaarmoedigheid. Toegenomen eetlust, gewichtstoename. Droge ogen.
Bij kinderen jonger dan twee jaar is vaak (1-10%) gemeld: diarree, koorts en slapeloosheid, en met een onbekende frequentie: QT-verlenging, bradycardie, aritmie, abnormaal gedrag en agressie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): buikpijn, diarree, misselijkheid, dyspepsie, droge mond. Slaperigheid en asthenie (vaak van voorbijgaande aard), hoofdpijn, duizeligheid. Eetlust- en gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): hypotensie, tachycardie, hartkloppingen. Angst, depressie. Gewrichts- en spierpijn. Stijging van leverenzymwaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): allergische reacties zoals anafylaxie, angio-oedeem, gegeneraliseerde huiduitslag of urticaria, jeuk, vasovagale aanval. Daling van het aantal neutrofiele granulocyten.
Verder is gemeld: braken.
Interacties
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Alcoholintolerantie en -intoxicatie zijn gemeld; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik.
Sorbitol in drank kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
De combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica) is gecontra–indiceerd.
Wees voorzichtig bij comedicatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals calciumantagonisten, macrolide-antibiotica, imidazool-antimycotica, HIV-proteaseremmers).
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring met loratadine bij de mens laat geen schadelijke effecten zien. Aangezien desloratadine de actieve metaboliet is van loratadine, wordt er op theoretische gronden geen verschil verwacht. Gebruik van desloratadine bij > 1000 zwangerschappen duidt niet op schadelijke effecten op de zwangerschap of het kind.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden, vooral tijdens het 1e trimester.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. De relatief weinig gegevens wijzen niet op nadelige effecten bij de zuigeling.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor loratadine.
Contra-indicaties
- significant verminderde leverfunctie;
- pre-existent verlengd QT-interval;
- klinisch significante hartaandoening of symptomatische aritmie in de anamnese, bradycardie;
- verstoord elektrolytenevenwicht, vooral hypokaliëmie.
Zie ook de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij ernstige nierinsufficiëntie.
Wees voorzichtig bij patiënten met medische of familiegeschiedenis van insulten, vooral bij jonge kinderen.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Er is weinig ervaring in klinische studies m.b.t de werkzaamheid bij kinderen van 1–18 jaar. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 1 jaar zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen
- Benzylalcohol, in de drank, maximaal één week gebruiken bij kinderen jonger dan 3 jaar, vanwege stapeling. In grote hoeveelheden kan het zich ophopen in het lichaam en metabole acidose veroorzaken; wees voorzichtig tijdens zwangerschap, lactatie en bij een verminderde lever- of nierfunctie.
- Propyleenglycol (in de drank) bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken met extra controle op achteruitgang. Wees voorzichtig bij kinderen < 5 jaar, zeker in combinatie met andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals propyleenglycol of ethanol, bevatten.
- Aspartaam in de orodispergeerbare tablet kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU).
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Met name ouderen kunnen gevoelig zijn voor de sedatieve effecten van mizolastine, evenals voor de mogelijke gevolgen op de cardiale repolarisatie.
QT-intervalverlenging kan optreden bij daarvoor gevoelige personen; daarom letten op risicofactoren voor QT-verlenging (zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie).
Kleine veranderingen van bloedsuikergehalte en elektrolyten zijn mogelijk; risicopatiënten regelmatig controleren.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
Slaperigheid, hoofdpijn en tachycardie. Incidentele meldingen van aritmieën en QT-verlenging. Bij kinderen zijn extrapiramidale symptomen en palpitaties gemeld.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling zie de stofmonografie desloratadine via de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de monografie tweede generatie antihistaminica op vergiftigingen.info (zoek bv. op mizolastine).
Eigenschappen
Desloratadine, de belangrijkste actieve metaboliet van loratadine, is een selectieve H1-receptorantagonist. De antihistaminerge werking treedt in binnen 1 uur en houdt 24 uur aan. Desloratadine heeft geen centraal aangrijpingspunt.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | ca. 3 uur. |
Overig | passage bloed-liquorbarrière: niet. |
Metabolisering | in de lever tot het actieve 3–hydroxydesloratadine, dat vervolgens glucuronidering ondergaat. |
Eliminatie | met de urine en feces (gelijke verhoudingen), ca. 87% als metabolieten. Geen eliminatie door hemodialyse. Eliminatie door peritoneale dialyse onbekend. |
T 1/2el | ca. 27 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve H1-receptorantagonist zonder anticholinerge werking. Niet centraal aangrijpend. Werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
F | 65%. |
T max | ca. 1½ uur. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten, vnl. via glucuronidering en daarnaast via het CYP3A4-enzymsysteem. |
T 1/2el | ca. 13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
desloratadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (oraal) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
mizolastine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (oraal) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk