Samenstelling
Cardioxane (als hydrochloride) XGVS Clinigen Healthcare Ltd.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor oplossing voor infusievloeistof
- Sterkte
- 500 mg
Savene (als hydrochloride) XGVS Clinigen Healthcare Ltd.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor oplossing voor infusievloeistof
- Sterkte
- 500 mg
- Verpakkingsvorm
- Met specifiek verdunningsmiddel 500 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Folikabi (als Ca-zout) Fresenius Kabi Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Infusie-/injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml, 10 ml, 20 ml, 35 ml, 50 ml
Folinezuur (als Ca-zout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 40 ml
Leucovorine (als Ca-zout) Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 15 mg
Rescuvolin (als Ca-zout) Pharmachemie bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml, 10 ml, 30 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dexrazoxaan is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Folinezuur kan worden toegepast als antidotum bij een behandeling met methotrexaat in hoge doses.
Voor de behandeling van colorectaal carcinoom staat op de richtlijnendatabase de geldende behandelrichtlijn (2019), met de plaats van folinezuur + 5-FU daarbij.
Zie voor het advies voor folinezuur + 5-FU (FOLFIRINOX) bij gemetastaseerd pancreascarcinoom de commissie BOM op NVMO.org.
Voor de behandeling van pancreascarcinoom staat op de richtlijnendatabase de geldende behandelrichtlijn (2019).
Indicaties
Cardioxane
- Preventie van chronische cumulatieve cardiotoxiciteit door gebruik van antracyclinederivaten bij volwassenen met gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom na voorafgaande antracyclinehoudende behandeling (cumulatieve dosis 300 mg/m² voor doxorubicine óf 540 mg/m² voor epirubicine), indien verdere antracyclinebehandeling vereist is.
Savene
- Behandeling van antracycline-extravasatie bij volwassenen.
Indicaties
- Ter vermindering van de toxiciteit en het tegengaan van de werking van foliumzuurantagonisten zoals methotrexaat bij een cytotoxische behandeling ("folinaat-rescue") bij volwassenen en kinderen, alsmede bij overdosering.
- In combinatie met 5-fluoro-uracil (5-FU) bij cytotoxische therapie.
- Antidotum: vermindering van toxiciteit van pyrimethamine en trimethoprim.
Doseringen
Preventie van chronische cumulatieve cardiotoxiciteit door gebruik van antracyclinederivaten zoals doxorubicine en epirubicine:
Volwassenen:
Cardioxane: via een korte intraveneuze infusie (15 min), ca. 30 min voorafgaande aan de toediening van het antracycline, bij zowel doxorubicine als epirubicine 10× equivalente dosis (bv. 500 mg/m² lichaamsoppervlak dexrazoxaan bij gebruik van doxorubicine 50 mg/m² of 600 mg/m² lichaamsoppervlak dexrazoxaan bij gebruik van epirubicine 60 mg/m²). De doseringsverhouding altijd in stand houden; bij dosisverlaging van de antracycline de dosis van dexrazoxaan dus eveneens verlagen.
Antracycline-extravasatie:
Volwassenen:
Savene: gedurende 3 opeenvolgende dagen 1×/dag toedienen als i.v. infusie. Op dag 1 en 2: 1000 mg/m² lichaamsoppervlak, op dag 3: 500 mg/m². Bij een lichaamsoppervlak van > 2 m² is de maximale dosis 2000 mg. Het eerste infuus zo spoedig mogelijk en binnen de eerste 6 uur na het incident starten. Behandeling op dag 2 en 3 ongeveer (spreiding ± 3 uur) op hetzelfde tijdstip beginnen. De i.v. infusie in 1–2 uur toedienen in een grote ader in een andere extremiteit of ander gebied dan aangetast is door de extravasatie. Koelmiddelen (zoals ijspakkingen) ten minste 15 min vóór toediening verwijderen, om voldoende doorbloeding mogelijk te maken.
Ouderen: er kan geen doseringsaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens; de fabrikant van Savene raadt gebruik bij ouderen af.
Verminderde nierfunctie: bij beide indicaties: bij een creatinineklaring < 40 ml/min de dexrazoxaandosis met 50% verlagen.
Verminderde leverfunctie: er kan geen doseringsaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens; de fabrikant van Savene raadt gebruik bij verminderde leverfunctie af. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
In geval van i.v.-toediening mag wegens het hoge calciumgehalte van de oplossing maximaal 160 mg/min worden toegediend.
Parenteraal toedienen bij malabsorptiesyndromen of andere gastro-intestinale stoornissen en bij doses boven de 25–50 mg.
Rescue-medicatie bij behandeling met methotrexaat
Volwassenen (incl. ouderen), kinderen
Individueel te bepalen op basis van de dosis en wijze van toediening van de methotrexaatbehandeling, het optreden van toxiciteitssymptomen en de individuele excretiecapaciteit voor methotrexaat. Een behandeling met folinezuur is noodzakelijk bij methotrexaatdosering > 500 mg/m² lichaamsoppervlakte en is te overwegen bij doses van 100–500 mg/m² lichaamsoppervlakte.
Oraal, intramusculair, intraveneus: eerste dosis folinezuur 6–12 mg/m² lichaamsoppervlak, veelal 15 mg, 12–24 uur na het begin van de methotrexaattherapie, vervolgens de toediening iedere 6 uur herhalen gedurende 72 uur.
48 uur na start van de methotrexaatinfusie de methotrexaatconcentratie meten en eventueel folinezuurdosering aanpassen: bij methotrexaatconcentratie ≥ 0,5 micromol/l: dosering folinezuur ophogen tot 15 mg/m², bij methotrexaatconcentratie ≥ 1 micromol/l: dosering folinezuur ophogen tot 100 mg/m², bij methotrexaatconcentratie ≥ 2 micromol/l: dosering folinezuur ophogen tot 200 mg/m² lichaamsoppervlak, om de 6 uur gedurende 48 uur óf totdat de methotrexaatconcentratie lager is dan 0,05 micromol/l. Na toediening van verschillende parenterale doses kan overgestapt worden op de orale vorm. Parenteraal toedienen bij malabsorptiesyndromen of andere gastro-intestinale stoornissen en bij doses boven de 25–50 mg.
In combinatie met 5-FU bij de behandeling van kanker
Volwassenen (incl. ouderen)
Wekelijks schema: 20 mg/m² als i.v.-bolusinjectie óf 200–500 mg/m² folinezuur in een 2 uur durend i.v.-infuus. In het midden of aan het eind van het infuus 500 mg/m² 5-FU als i.v.-bolusinjectie toedienen.
Tweewekelijks schema: 200 mg/m² in een 2 uur durend i.v.-infuus, gevolgd door 400 mg/m² 5-FU als i.v.-bolusinjectie en 600 mg/m² 5-FU in een 22 uur durend infuus op dag 1 en 2, elke 2 weken.
Maandelijks schema: 20 mg/m² als i.v.-bolusinjectie óf 200–500 mg/m² folinezuur in een 2 uur durend i.v.-infuus, onmiddellijk gevolgd door 425 of 370 mg/m² 5-FU als i.v.-bolusinjectie, dagelijks gedurende 5 opeenvolgende dagen. Dit schema elke 4 weken herhalen.
Toxiciteit van trimethoprim
Na stoppen trimethoprim: i.v. 3–10 mg/dag totdat een normaal bloedbeeld wordt bereikt.
Toxiciteit van pyrimethamine
Bij hoge doses pyrimethamine of een langdurige behandeling met lage doses: folinezuur gelijktijdig toedienen: 5–50 mg per dag afhankelijk van het bloedbeeld.
Toediening: folinezuur alléén oraal, intramusculair of intraveneus toedienen; niet intrathecaal. Voor toediening als infuus mag folinezuur worden verdund met NaCl-oplossing (0,9%) of een glucose-oplossing (5%).
Bijwerkingen
Cardioxane
Zeer vaak (> 10%): stomatitis, misselijkheid, braken. Asthenie. Alopecia. Anemie, leukopenie.
Vaak (1–10%): afgenomen ejectiefractie, tachycardie. Infectie van de luchtwegen, faryngitis, dyspneu, hoest. Mucosa-infectie, koorts, malaise, vermoeidheid, oedeem. Dyspepsie, diarree, obstipatie, buikpijn, anorexie. Duizeligheid, hoofdpijn, perifere neuropathie, paresthesie. Erytheem, nagelafwijkingen. Flebitis. Reactie op de infusieplaats zoals pijn, zwelling, branderig gevoel, jeuk, erytheem, trombose. Neutropenie, febriele neutropenie, granulocytopenie, trombocytopenie, febriele beenmergaplasie. Verhoging transaminasen.
Soms (0,1–1%): infectie, sepsis. Veneuze trombose, lymfoedeem. Dorst. Syncope. Gingivitis, orale candidiasis. Vertigo, oorinfectie. Cellulitis. Acute myeloïde leukemie. Verhoogd aantal leukocyten, neutrofielen, eosinofielen, trombocyten en verlaagd aantal lymfocyten en monocyten.
Verder zijn gemeld: (long)embolie. Overgevoeligheid, anafylactische reactie. Een verhoogde incidentie van sterfte.
Savene
Zeer vaak (> 10%): postoperatieve infectie. Misselijkheid. Pijn op de infusieplaats. Anemie (43%), verlaagd aantal leukocyten, waaronder neutrofielen (CTC-graad 3-4: ca. 46%), verlaagd aantal bloedplaatjes (CTC-graad 3-4: ca. 21%). Verhoging ASAT en ALAT (beide indien gedefinieerd als > 2,5× ULN), creatinine (> 1,5× ULN).
Vaak (1–10%): infectie, neutropene infectie. Pneumonie, dyspneu. (Trombo)flebitis, veneuze trombose van ledemaat. Wondcomplicatie. Stomatitis, droge mond, braken, diarree, anorexie, gewichtsafname. Syncope, tremor, sensorisch verlies, duizeligheid. Slaperigheid, koorts, perifeer oedeem, vermoeidheid. Jeuk, alopecia. Myalgie. Vaginale bloeding. Overige reacties op de infusieplaats zoals zwelling, erytheem, flebitis en verharding. Hyponatriëmie, hypokaliëmie, hyperkaliëmie, hypocalciëmie, verhoging alkalisch fosfatase, lactaatdehydrogenase en bilirubine.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Ter vermindering van de toxiciteit van foliumzuurantagonisten:
Soms (0,1-1%): koorts (na injectie).
Zelden (0,01-0,1%): bij hoge doses: maag-darmklachten, slapeloosheid, agitatie en depressie. Verder: toename epileptische aanvallen bij patiënten bekend met epilepsie (zie ook de rubriek Interacties).
Zeer zelden (< 0,01%): allergische reacties, met inbegrip van urticaria en anafylactoïde reacties/anafylactische reacties.
In combinatie met 5-fluoro-uracil:
Zeer vaak (> 10%): beenmergfalen incl. fatale gevallen. Mucositis incl. stomatitis en cheilitis; sterfgevallen zijn voorgekomen ten gevolge van mucositis. Maag-darmstoornissen: bij wekelijks regime ernstige diarree met dehydratie (kan fataal verlopen); maandelijks regime: misselijkheid, braken.
Vaak (1–10%): hand-voetsyndroom.
Verder zijn gemeld: hyperammoniëmie.
Interacties
Combinatie met gelekoortsvaccin is gecontra-indiceerd, vanwege het risico van systemische, mogelijk dodelijke gegeneraliseerde vaccinatieziekte. Combinatie met andere levende verzwakte vaccins wordt afgeraden.
De absorptie van fenytoïne kan afnemen met convulsies als gevolg; de combinatie vermijden.
Bij de combinatie met chemotherapie en/of radiotherapie is er meer kans op hematologische toxiciteit; tijdens de eerste 2 behandelcycli hematologische parameters zorgvuldig bewaken.
Bij combinatie met ciclosporine of tacrolimus is er meer kans op overmatige immunosuppressie resulterend in lymfoproliferatieve ziekte.
Vanwege een verminderde werkzaamheid van dexrazoxaan bij extravasatie van antracycline, niet gebruiken in combinatie met topisch dimethylsulfoxide (DMSO); er is meer kans op de ontwikkeling van huidwonden.
Savene bevat na reconstitutie en verdunning met het bijbehorende verdunningsmiddel een significante hoeveelheid kalium. De kans op hyperkaliëmie kan toenemen bij de combinatie met geneesmiddelen die hyperkaliëmie kunnen geven zoals ACE-remmers, kaliumzouten en kaliumsparende diuretica, zoals spironolacton en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. heparine, trimethoprim, tacrolimus en ciclosporine).
Savene bevat na reconstitutie en verdunning met het bijbehorende verdunningsmiddel een significante hoeveelheid natrium. Wees voorzichtig bij een natriumarm dieet.
Interacties
Bij combinatie met 5-FU neemt de werkzaamheid van 5-FU toe en wordt de toxische grens eerder bereikt.
Combinatie met een foliumzuurantagonist (bv. pyrimethamine of trimethoprim) kan de werkzaamheid hiervan verminderen.
Vanwege de verhoging van het levermetabolisme door folaten kan het effect van enkele anti-epileptica zoals fenytoïne, primidon en fenobarbital verminderen door een verminderde plasmaspiegel van het anti-epilepticum. Klinische opvolging en zo mogelijk controle van de plasmaspiegels van de anti-epileptica wordt aanbevolen; een dosisaanpassing van het anti-epilepticum kan nodig zijn bij de start van folinezuur en bij het staken ervan.
Zeer hoge doses folinezuur kunnen de oncolytische werking van methotrexaat verminderen, vooral bij tumoren van het centraal zenuwstelsel aangezien folinezuur daar kan cumuleren na herhaalde toediening.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken. Dexrazoxaan heeft een mutagene werking.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Over het algemeen is de intoxicatie waar folinezuur voor gegeven wordt schadelijker voor de moeder en de vrucht. Bovendien laat ruime ervaring met folinezuur als antidotum geen aanwijzingen zien voor schadelijke effecten op de foetus. Bij het optreden van toxiciteit door methotrexaat worden echter hoge doseringen folinezuur gebruikt. Daarmee is geen ervaring opgedaan.
Advies: Kan als antidotum waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Gebruik in combinatie met 5-fluoro-uracil als cytostaticum is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd tijdens de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Tijdens een intoxicatie is het geven van borstvoeding over het algemeen af te raden. Kan als antidotum waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Gebruik in combinatie met 5-fluoro-uracil als cytostaticum is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
Cardioxane
- gebruik bij kinderen < 18 jaar, die volgens planning een cumulatieve dosis doxorubicine < 300 mg/m² of een equivalente cumulatieve dosis van een ander antracycline gaan krijgen.
Zie voor meer contra-indicaties voor Cardioxane én Savene de rubrieken Interacties en Lactatie.
Contra-indicaties
- pernicieuze anemie of andere anemieën veroorzaakt door een tekort aan vitamine B12.
Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij verminderde nier- of leverfunctie. Bij verminderde nierfunctie extra letten op hematologische toxiciteit en bij Savene ook op het ontstaan van hyperkaliëmie. Dexrazoxaan kan vooral bij hoge doses (> 1000 mg/m²) een stijging van de leverfunctiewaarden veroorzaken. Bij een bestaande leverfunctiestoornis wordt daarom aanbevolen om voorafgaand aan elke toediening de leverfunctie te testen.
Hematologische toxiciteit: dexrazoxaan kan in combinatie met chemotherapie/radiotherapie de hematologische toxiciteit doen toenemen, vooral bij hoge doses (> 1000 mg/m²). Ook de kans op trombo-embolieën neemt toe. Regelmatige controle van hematologische parameters is daarom noodzakelijk.
Tweede primaire maligniteiten: dexrazoxaan is een cytotoxisch middel met topo-isomerase-II-remmende activiteit; combinatie met chemotherapie vermeerdert de kans op tweede primaire maligniteiten. Verder hebben oncologiepatiënten, ongeacht de therapie, een toegenomen kans op een tweede primaire maligniteit.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.
Kinderen: Cardioxane: er zijn weinig farmacokinetische gegevens over gebruik bij kinderen. Absolute klaringswaarden van dexrazoxaan lijken hoger, maar de voor lichaamsoppervlak genormaliseerde waarden lijken niet significant te verschillen van die bij volwassenen. Savene: niet aanbevolen bij kinderen wegens het ontbreken van gegevens.
Onderzoeksgegevens: bij de indicatie preventie van cumulatieve cardiotoxiciteit van antracyclinederivaten zijn er geen gegevens over het gebruik bij:
- patiënten > 65 jaar;
- leverfunctiestoornissen;
- reeds bestaand hartfalen (incl. door antracyclinegebruik);
- angina pectoris die onvoldoende onder controle is;
- symptomatische hartklepafwijkingen;
- een voorgeschiedenis van myocardinfarct (in de afgelopen 12 maanden).
Waarschuwingen en voorzorgen
Folinezuur niet intrathecaal toedienen; er is melding gemaakt van overlijden na dergelijke toediening in het kader van een overdosering intrathecaal methotrexaat.
Maskering anemie: folinezuur kan een pernicieuze anemie of andere anemieën als gevolg van een tekort aan vitamine B12 maskeren.
Folinezuur niet gebruiken bij macrocytose door cytotoxische geneesmiddelen (remmers van de DNA-synthese) zoals hydroxycarbamide, cytarabine, mercaptopurine en tioguanine.
In combinatie met methotrexaat: overmatige doses vermijden omdat dit de oncolytische werking van methotrexaat kan aantasten, vooral bij tumoren van het centrale zenuwstelsel waar folinezuur zich na herhaalde kuren kan ophopen. Folinezuur heeft geen effect op de niet-hematologische toxiciteit van methotrexaat, zoals de niertoxiciteit. Bij een nierfunctiestoornis kan in verband met een vertraagde eliminatie van methotrexaat een hogere dosis of een langduriger gebruik van folinezuur nodig zijn. Resistentie tegen methotrexaat door een verminderd membraantransport impliceert ook een resistentie tegen een rescue-behandeling met folinezuur, aangezien ze beide van hetzelfde transportsysteem gebruikmaken.
In combinatie met 5-FU: folinezuur versterkt de toxiciteit van 5-FU (met verschijnselen zoals leukopenie, mucositis, stomatitis en/of diarree), vooral bij ouderen en/of verzwakte patiënten. Bij optreden van diarree en/of stomatitis, ongeacht de ernst, is controle noodzakelijk, omdat een plotselinge achteruitgang met dodelijke afloop kan optreden. De dosering 5-FU verlagen tot de diarree is verdwenen. Bij toxiciteit bij gebruik van deze combinatie de dosering 5-FU sterker verlagen dan als 5-FU alleen wordt gebruikt. Behandeling met folinezuur/5-FU niet starten of voortzetten indien toxiciteit van het maag-darmkanaal aanwezig is, ongeacht de ernst van de symptomen. Bij ouderen en bij patiënten die eerder radio-therapie hebben gehad starten met een lagere dosis 5-FU. In combinatie met 5-FU de calciumspiegel vervolgen en eventueel bijstellen.
Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over het gebruik van folinezuur in combinatie met 5-FU bij kinderen < 18 jaar.
Overdosering
Er zijn geen meldingen van toxiciteit bij patiënten die significant hogere doses kregen dan de aanbevolen dosering.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met folinezuur contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Dexrazoxaan is een analoog van ethyleendiaminetetra-acetaat (EDTA) en wordt in hartcellen gehydrolyseerd tot ICRF-198, dat net als dexrazoxaan (ICRF-187) een chelaat kan vormen met metaalionen. Aangenomen wordt dat de cardioprotectieve werking berust op het afvangen van metaalionen, waardoor wordt verhinderd dat ijzer-antracyclinecomplexen vrije radicalen gaan vormen, die de hartspier beschadigen. Dexrazoxaan heeft daarnaast een anti-neoplastische werking door remming van topo-isomerase II. Het is niet bekend in welke mate elk van deze werkingsmechanismen bijdraagt aan het beschermende effect tegen weefseldestructie na antracycline-extravasatie.
Kinetische gegevens
V d | 0,13–1,3 l/kg (mediaan 0,49 l/kg). |
Eliminatie | 34–60% onveranderd met de urine. |
T 1/2el | ca. 2,8 uur (1,9–9,1 uur), langer bij verminderde nierfunctie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Folinezuur is de via reductie gevormde, werkzame metaboliet van foliumzuur. Het maakt als deel van enzymen of als co-enzym de synthese van nucleïnezuren en eiwitten mogelijk. Ter vermindering van de toxiciteit van foliumzuurantagonisten werkt folinezuur door in competitie te treden voor dezelfde membraancarrier voor transport de cellen in. Tevens beschermt het de cellen tegen de effecten van foliumzuurantagonisten door suppletie van de verminderde folaatpool; het is daarmee een bron van foliumzuur voor de diverse co-enzymen. In de oncologie kan folinezuur in combinatie met fluoropyrimidinen zoals 5-fluoro-uracil (5-FU) het therapeutisch en toxisch effect versterken, door de binding van fluorodeoxyuridilzuur (een metaboliet van 5-FU) aan het enzym thymidilaatsynthetase (belangrijk voor DNA herstel en duplicatie) te stabiliseren en op die manier de inhibitie van het enzym te vergroten. Werking: oraal na ca. 20–30 min, werkingsduur 3–6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal is het absorptieproces verzadigbaar vanaf een dosis van 25 mg; tot die dosering wordt het bijna volledig geabsorbeerd, bij doseringen van 50 en 100 mg wordt resp. 75% en 37% opgenomen. |
F | na i.m.-toediening is de biologische beschikbaarheid ca. 100%, met lagere piekserumconcentraties. |
T max | oraal ca. 3 uur, i.v. 10 min. |
Overig | passeert de bloed-hersenbarrière. |
Metabolisering | in de lever en het darmslijmvlies merendeels tot actief 5-methyltetrahydrofoliumzuur. |
Eliminatie | voornamelijk (80–90%) met de urine als metabolieten; 5–8% met de feces. |
T 1/2el | ca. 32–35 min, ca. 6 uur (metaboliet). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dexrazoxaan hoort bij de groep detoxificantia bij oncolytica.
Groepsinformatie
folinezuur (calciumzout, systemisch) hoort bij de groep detoxificantia bij oncolytica.