Samenstelling
Dimethylsulfoxide vaselinecrème/oplossing FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Crème (50%)
- Sterkte
- 500 mg/g
- Toedieningsvorm
- Oplossing (50%)
- Sterkte
- 500 mg/g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Klisyri Aanvullende monitoring Almirall bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 250 mg zalf
Basis: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de Medicamenteuze behandeling van CRPS-1 de aanbevelingen in de NVA-richtlijn Complex regionaal pijnsyndroom type 1. Volgens de module Behandeling met scavengers bij CRPS-I wordt dimethylsulfoxidecreme 50% aanbevolen bij CRPS-I waarbij ontstekingsverschijnselen op de voorgrond staan.
Advies
Actinische keratose hoeft niet altijd behandeld te worden. Bij een enkele kleine actinische keratose is behandeling meestal niet nodig. De noodzaak voor behandeling neemt toe naarmate er meer of grotere laesies zijn (arbitrair: > 5 laesies of > 1 cm), bij risicofactoren (actinische veldveranderingen, voorgeschiedenis van huidkanker, immuungecompromitteerden) of als de patiënt er hinder van ondervindt, zoals pijn, jeuk of cosmetische bezwaren. Kies dan in de eerstelijnszorg voor cryotherapie (bij ≤5 laesies) of behandeling met 5-fluoro-uracil (5-FU)-crème. Zie verder Verdachte huidafwijkingen.
Geef bij multipele actinische keratose laesies (actinische veldveranderingen) in de tweedelijnszorg 5-FU-crème. Bij onvoldoende effect bij een eerste behandeling, eventueel de behandeling herhalen. Overweeg imiquimodcrème 5 % bij eerder geen of onvoldoende effect van 5-FU-crème of indien de smeerfrequentie van 5-FU-crème niet behaald kan worden. Bij onvoldoende effect, kan de behandeling worden herhaald. Overweeg fotodynamische therapie (PDT) met methylaminolevulinaat i.c.m. daglicht of i.c.m. rood licht indien de patiënt het veld niet kan bereiken of 'non-compliant' is. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Actinische keratose (2021) op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Complex regionaal pijnsyndroom type I (CRPS-1, posttraumatische dystrofie);
- Extravasatie van oncolytica (amsacrine, cisplatine en mitomycine).
Indicaties
- Niet-hyperkeratotische, niet-hypertrofische actinische keratose (Olsen graad 1) in het gezicht of op de hoofdhuid bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Dimethylsulfoxide in een vette crèmebasis geeft minder huidirritatie dan in een waterige oplossing. Indien het aanbrengen van de vaselinecrème te pijnlijk is, kan de oplossing worden gebruikt.
Complex regionaal pijnsyndroom
Crème: 5×/dag dun aanbrengen op de pijnlijke huidgedeelten; indien te veel droogheid en schilfering optreedt 3×/dag aanbrengen. Behandelduur: bij patiënten die korter dan een jaar CRPS-I hebben 3 maanden; bij patiënten die langer dan een jaar CRPS-I hebben aanvankelijk een proefbehandeling van 1 maand, bij een gunstig effect behandeling gedurende 3 maanden continueren.
Oplossing: 5×/dag op de pijnlijke huidgedeelten penselen of dun verstuiven; na 10 min inwerken het restant verwijderen door deppen of douchen. Indien te veel droogheid en schilfering optreedt 3×/dag aanbrengen. Behandelduur: bij patiënten die korter dan een jaar CRPS-I hebben 3 maanden; bij patiënten die langer dan een jaar CRPS-I hebben aanvankelijk een proefbehandeling van 1 maand, bij een gunstig effect behandeling gedurende 3 maanden continueren.
Extravasatie van oncolytica
Bij amsacrine, cisplatine en mitomycine: oplossing: op de huid aanbrengen en aan de lucht laten drogen, elke 8 uur herhalen gedurende ten minste 7 dagen.
Vergeten dosis: deze alsnog aanbrengen; zorg daarbij dat de huid voldoende tijd heeft (enkele uren) om te herstellen voordat een nieuwe dosis wordt aangebracht.
Toediening
- Crème voorzichtig aanbrengen, zodat de gezonde huid er zo min mogelijk mee in aanraking komt.
- Oplossing:
- Bij complex regionaal pijnsyndroom: dek de gezonde huid af met verbandgaas en verstuif de oplossing met de spray op de pijnlijke huiddelen. Breng niet te veel aan; de huid moet vochtig worden maar niet nat. Na het inwerken van de oplossing het restant verwijderen door deppen met een tissue of door afspoelen onder de douche met water met zeep of wasgel.
- Bij extravasatie: bevochtig het aangetaste deel van de huid met de spray. Laat drogen aan de lucht in verband met mogelijke blaarvorming indien onder occlusie. Gebruik geen verbandgaas over het aangetaste deel.
Doseringen
Niet aanbrengen op nog niet genezen huid na een voorgaande lokale behandeling, procedure of operatieve ingreep. Niet aanbrengen op open wonden of beschadigde huid.
Actinische keratose
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag een dunne laag op de aangedane plekken van het gezicht of de hoofdhuid aanbrengen gedurende 5 opeenvolgende dagen (totaal 5 sachets nodig). Max. gebied van 25 cm² huidoppervlak behandelen (=max. 1 sachet per dag). Beoordeel het effect vanaf ca. 8 weken na aanvang van de behandeling; bij een niet-complete respons het behandelen opnieuw evalueren en overwegen. Er zijn geen gegevens over gebruik van meer dan één behandelcyclus van 5 dagen; overweeg bij een recidief of nieuwe laesies in het behandelde gebied andere behandelopties.
Een vergeten dosis zo snel mogelijk alsnog aanbrengen, daarna doorgaan met het gewone schema; de zalf niet vaker dan 1× per dag aanbrengen.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Breng de zalf iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip aan.
- Was vóór het aanbrengen, het te behandelen gebied met milde zeep en water en laat goed drogen.
- Was de handen vóór en direct na het aanbrengen van de zalf met zeep en water.
- Knijp de zalf van 1 sachet voor eenmalig gebruik op een vingertop om vervolgens aan te brengen op de te behandelen plekken; vermijd hierbij contact met ogen, lippen, binnenkant neusgaten en oren.
- Na het aanbrengen het te behandelen gebied niet inzwachtelen, bedekken, wassen of aanraken gedurende ca. 8 uur; hierna kan de huid gewassen worden met een milde zeep en water.
- Elk sachet is uitsluitend voor eenmalig gebruik en moet na gebruik worden weggegooid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): uien- of knoflookgeur van de huid en adem (zie de rubriek Kinetische gegevens); de geur kan tot 72 uur aanhouden. Knoflookachtige smaak. Irritatie van de huid: jeuk, brandend gevoel, erytheem, schilfering, blaarvorming, oedeem en urticaria; huidirritatie treedt bij de vaselinecrème minder op dan bij de oplossing.
Vaak (1-10%): overgevoeligheid.
Soms (0,1-1%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree, obstipatie en anorexie. Hoofdpijn, duizeligheid, sufheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): Erytheem, schilfervorming, korstvorming, zwelling en erosie of ulcera op de toedienplaats.
Vaak (1-10%): pijn, gevoeligheid, stekend of branderig gevoel, jeuk en vesikels of pustels op de toedienplaats.
De meeste lokale huidreacties zijn licht tot matig ernstig en voorbijgaand. Ernstige lokale huidreacties treden op bij ca. 13% van de patiënten. De lokale huidreacties bereiken over het algemeen een piek 8 dagen na aanvang van de behandeling en verdwijnen meestal binnen 2–3 weken na afloop van de behandeling.
Interacties
Het effect van dexrazoxaan kan afnemen door dimethylsulfoxide; de combinatie wordt ontraden.
Gelijktijdig gebruik van andere lokale geneesmiddelen op dezelfde plaats zorgt voor verhoogde absorptie hiervan.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken. Dimethylsulfoxide wordt na cutane toediening snel en goed geabsorbeerd.
Advies: Niet gebruiken tijdens de zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren reproductietoxiciteit aangetoond.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de behandeling.
Vruchtbaarheid: Uit dieronderzoek is mannelijke vruchtbaarheidstoxiciteit gebleken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, echter vanwege de goede absorptie door de huid lijkt dit wel aannemelijk.
Advies: Niet gebruiken tijdens borstvoeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij
- een ernstig verminderde lever- en/of nierfunctie;
- oogafwijkingen in de voorgeschiedenis;
- overgevoeligheid.
Bij langdurig gebruik regelmatig (elke 6 mnd.) de ogen, lever- en nierfunctie controleren. Er is weinig bekend over de langetermijngevolgen; mogelijk heeft het schadelijke effecten op de ogen, nieren, lever en bloedcellen. In dierstudies is gebruik van dimethylsulfoxide geassocieerd met veranderingen in de ooglens. Refractieafwijkingen, resulterend in myopie, en lens-troebeling zijn gerapporteerd. Een vergelijkbaar effect bij de mens heeft men tot dusver echter nooit kunnen aantonen.
Laat de patiënt contact opnemen bij het optreden van systemische bijwerkingen als misselijkheid, braken, hoofdpijn en duizeligheid . Mogelijk moet de crème of oplossing dunner en/of minder frequent worden aangebracht. laat de patiënt ook contact opnemen bij het optreden van overgevoeligheidsreacties.
Dimethylsulfoxide lost bepaalde synthetische weefsels in kleding op (sterk polair oplosmiddel); tijdens behandeling wordt aangeraden om katoen of wol te dragen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: contact met ogen (ook via de vingers) vermijden; indien contact optreedt direct uitspoelen met overvloedig water en medische hulp zoeken. Vermijd ook contact met lippen of de binnenkant van neusgaten en oren. In het geval van onbedoeld inslikken, veel water drinken en medische hulp zoeken.
Lokale huidreacties , waaronder erytheem, schilfering, korstvorming, zwelling, erosie/ulceratie en vesiculatie/pustulatie, kunnen zich voordoen in het behandelde gebied. Het effect van de behandeling kan mogelijk niet adequaat worden beoordeeld tot de lokale huidreacties zijn verdwenen.
Overmatige blootstelling aan zonlicht (waaronder zonnelampen en zonnebanken) vermijden of beperken.
Wees voorzichtig bij immuungecompromitteerde patiënten.
Risico op ontstaan huidkanker: wees alert op veranderingen in het uiterlijk van actinische keratose laesies omdat dit kan wijzen op het ontstaan van invasief plaveiselcelcarcinoom. Klinisch atypische laesies van actinische keratose of vermoede maligniteiten moeten dienovereenkomstig worden behandeld.
Eigenschappen
Dimethylsulfoxide (DMSO) heeft diverse farmacologische eigenschappen waaronder membraan penetratie, lokale analgesie, wegvangen van vrije radicalen, oplossen van collageen, vaatverwijding, anti-inflammatoire effecten, zwak bacteriostatische eigenschappen en diurese.
DMSO remt lokaal de prikkelgeleiding in perifere zenuwen en werkt daardoor analgetisch bij bepaalde pijnsyndromen (o.a. complex regionaal pijnsyndroom type 1). Het heeft hierbij vooral een gunstig effect wanneer ontstekingsverschijnselen op de voorgrond staan (primair warme CRPS-I). DMSO dringt goed door in diepere weefsellagen. Het maakt het stratum corneum meer permeabel en bevordert daardoor de penetratie van andere stoffen; vanwege de bijwerkingen wordt het echter alleen bij enkele specialistische indicaties als penetratiebevorderaar toegepast.
Het werkingsmechanisme bij de behandeling van extravasatie van bepaalde oncolytica (zoals mitomycine) berust onder andere op het wegvangen van vrije cytotoxische radicalen en het versnellen van de resorptie van het oncolyticum.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en goed. |
Metabolisering | na absorptie gedeeltelijk tot dimethylsulfon en dimethylsulfide. |
Eliminatie | dimethylsulfoxide en dimethylsulfon voornamelijk met de urine en een klein deel met de feces. Een klein gedeelte als dimethylsulfide via de longen en huid; dit geeft de kenmerkende knoflookgeur van adem en huid. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tirbanibuline voorkomt dat cellen in de huidwoekeringen zich delen en nieuwe cellen aanmaken. Het werkingsmechanisme berust op binding aan het eiwit tubuline dat een belangrijk bestanddeel is van het ‘celskelet’ (microtubuli). Hierdoor kunnen de microtubuli niet meer groeien, wat leidt tot stopzetting van de celcyclus en apoptose van prolifererende cellen. Tevens remt tirbanibuline de Src-tyrosinekinasesignalering in snel delende cellen. Tyrosinekinasen spelen een rol bij de celdeling.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal na cutane toediening. |
Metabolisering | in vitro door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C8. Belangrijkste metabolisatiereacties zijn N-debenzylering en hydrolyse. De meest relevante metabolieten tonen minimale systemische blootstelling. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dimethylsulfoxide hoort bij de groep dermatica, overige.
- abrocitinib (D11AH08) Vergelijk
- brimonidine (cutaan) (D11AX21) Vergelijk
- deoxycholzuur (D11AX24) Vergelijk
- ditranol (D05AC01) Vergelijk
- eflornithine (D11AX16) Vergelijk
- glycopyrronium (cutaan) (D11AA01) Vergelijk
- ichthammol (D05AA) Vergelijk
- ivermectine (cutaan) (D11AX22) Vergelijk
- lebrikizumab (D11AH10) Vergelijk
- levomenthol (cutaan) (D04AX) Vergelijk
- metronidazol (cutaan steriel) (D06BX01) Vergelijk
- metronidazol (cutaan) (D06BX01) Vergelijk
- minoxidil (cutaan) (D11AX01) Vergelijk
- tirbanibuline (D06BX03) Vergelijk
Groepsinformatie
tirbanibuline hoort bij de groep dermatica, overige.
- abrocitinib (D11AH08) Vergelijk
- brimonidine (cutaan) (D11AX21) Vergelijk
- deoxycholzuur (D11AX24) Vergelijk
- dimethylsulfoxide (M02AX03) Vergelijk
- ditranol (D05AC01) Vergelijk
- eflornithine (D11AX16) Vergelijk
- glycopyrronium (cutaan) (D11AA01) Vergelijk
- ichthammol (D05AA) Vergelijk
- ivermectine (cutaan) (D11AX22) Vergelijk
- lebrikizumab (D11AH10) Vergelijk
- levomenthol (cutaan) (D04AX) Vergelijk
- metronidazol (cutaan steriel) (D06BX01) Vergelijk
- metronidazol (cutaan) (D06BX01) Vergelijk
- minoxidil (cutaan) (D11AX01) Vergelijk