Samenstelling
Dopamine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Gutron (hydrochloride) XGVS Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Shock ten gevolge van pompfunctiestoornissen van het hart, zoals bij myocardinfarct, hartfalen of tijdens of na openhartchirurgie.
- Shock ten gevolge van trauma of sepsis, indien deze niet berust op ondervulling.
Indicaties
- Ernstige orthostatische hypotensie als gevolg van insufficiëntie van het autonome zenuwstelsel, wanneer corrigeerbare factoren uitgesloten en andere behandelingen onvoldoende zijn.
Doseringen
Uitsluitend klinisch toepassen via continue i.v. infusie in een grote vene (bij voorkeur centraal veneuze toediening) onder continue controle van bloeddruk, ECG, diurese en eventueel centraal veneuze druk en de pulmonale capillaire druk (wiggedruk). Bij een voorafbestaande arteriële afwijking of toegenomen kans op trombo-embolie tevens de extremiteiten voortdurend controleren.
Shock
Volwassenen
Geadviseerd wordt bij shock ten gevolge van hartfalen de dosis zo laag mogelijk te houden. Er worden 4 doseringsniveaus met bijbehorende effecten onderscheiden:
i.v.-infuus: 1-2 microg/kg/min aanhoudend tot ongeveer 20 microg/kg/min: verbetering van de renale doorbloeding en glomerulaire filtratie.
i.v.-infuus: 2-10 microg/kg/min: vergroting van het hartminuutvolume, zonder sterke verhoging van pols en bloeddruk.
i.v.-infuus: 10-20 microg/kg/min: verhoging van de bloeddruk door vaatvernauwing.
i.v.-infuus: > 20 microg/kg/min: gegeneraliseerde vaatvernauwing waardoor de renale doorbloeding weer kan verminderen. Het gewenste therapeutisch effect treedt gewoonlijk in bij een infuussnelheid van minder dan 20 microg/kg per min.; in sommige gevallen van ernstige circulatoire insufficiëntie zijn echter doses van meer dan 50 microg/kg per min toegepast.
Bij gebruik van een MAO-remmer (ook als deze recentelijk gestopt is) een lagere dosis geven, bijvoorbeeld 1/10e van de normale dosis of zelfs 1/20e. Ook bij combinatie met een tricyclisch antidepressivum de dosering van dopamine verlagen.
De oplossing bij voorkeur verdunnen met 0,9% NaCl-oplossing of 5% glucose-oplossing, niet verdunnen met alkalische oplossingen, omdat dopamine dan geïnactiveerd wordt.
De oplossing onmiddellijk vóór toepassing bereiden en minder dan 24 uur bewaren.
Doseringen
De tabletten van 5 mg hebben een breukgleuf ter verdeling van de tablet in gelijke helften.
Orthostatische hypotensie:
Volwassenen:
Begindosering 2,5 mg 3×/dag, op geleide van de bloeddruk wekelijks verhogen tot gebruikelijke onderhoudsdosering van 10 mg 3×/dag. De laatste dagdosis 4 uur vóór het slapen gaan innemen ter preventie van hypertensie in liggende positie.
Bijwerkingen
Hypotensie, hypertensie, vasoconstrictie. (Supra)ventriculaire ritmestoornissen, bradycardie, palpitaties, (sinus)tachycardie, angineuze pijn. Dyspneu, bronchospasmen. Overgevoeligheidsreactie. Hoofdpijn. Misselijkheid, braken. Perifere weefselnecrose, kippenvel. Gangreen. Uremie. Mydriase.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): dysurie. Jeuk, vnl. op de hoofdhuid. Kippenvel.
Vaak (1-10%): paresthesie, hoofdpijn. Bij hoge doses en m.n. bij langdurige behandeling hypertensie in liggende positie. Misselijkheid, dyspepsie, stomatitis. Huiduitslag, koude rillingen, blozen. Urineretentie.
Soms (0,1-1%): slaapstoornissen, slapeloosheid. Rusteloosheid, opwinding, irritatie. Reflexbradycardie. Drang tot urineren.
Zelden (0,01-0,1%): hartkloppingen, tachycardie. Abnormale leverfunctie, stijging van leverenzymwaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): ventriculaire tachycardie.
Verder zijn gemeld: angst. Buikpijn, diarree, braken.
Interacties
De werking van dopamine wordt door MAO-remmers versterkt; in combinatie met MAO-remmers de dosering van dopamine verlagen (zie rubriek Doseringen).
Bij combinatie met een tricyclisch antidepressivum wordt de werking van dopamine versterkt en verlengd; de dosering van dopamine aanpassen.
Wees voorzichtig bij combinatie met diuretica of een COMT-remmer vanwege een verlenging en versterking van het effect van dopamine.
Bij combinatie met oxytocica (o.a. oxytocine) of ergotalkaloïden kan een ernstige, persisterende bloeddrukverhoging optreden.
Bij combinatie met fenytoïne een ander anti-epilepticum overwegen vanwege meldingen van hypotensie en bradycardie bij deze combinatie.
Er is meer kans op aritmie bij combinatie met schildklierhormonen, digoxine, anti-aritmica omdat deze middelen effect hebben op de hartgeleiding.
Bij anesthesie met gehalogeneerde anesthetica kan de prikkelbaarheid van het myocard verhoogd zijn.
Remmend effect door α-, β- en dopamineblokkerende middelen (zoals haloperidol, pipamperon, fenothiazinen).
Interacties
Midodrine is een CYP2D6-remmer en verhoogt daardoor de spiegels van middelen die in belangrijke mate door CYP2D6 worden gemetaboliseerd zoals perfenazine of metoclopramide.
Combinatie met digoxine vermijden omdat geleidingsstoornissen kunnen ontstaan en de bradycardie kan toenemen.
Het bloeddrukverhogend effect van fludrocortison kan worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik van middelen die de hartfrequentie verminderen wordt bewaking aangeraden.
α-sympathicolytica, zoals prazosine, fentolamine antagoneren de werking.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij kippenembryo's werden hartafwijkingen gezien mogelijk veroorzaakt door een verhoogde intracardiale bloeddruk. Bij ratten embryotoxiciteit zonder teratogeniteit.
Farmacologisch effect: Er is zowel een verhoging als verlaging van de placentaire bloedstroom gezien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Midodrine paseert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: α-Mimetica kunnen uteruscontracties induceren.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Niet waarschijnlijk vanwege de lage orale biologische beschikbaarheid en korte halfwaardetijd van dopamine.
Advies: Indien mogelijk kan de borstvoeding na dopamine-behandeling hervat worden.
Overig: Dopamine kan de lactatie remmen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- feochromocytoom;
- tachyaritmie, atriumfibrilleren.
Contra-indicaties
- ernstige organische hartaandoeningen (bv. bradycardie, ischemisch hartlijden, hartfalen, geleidingsstoornissen van het hart, aneurysma van de aorta);
- ernstige occlusieve vaataandoeningen, cerebrovasculaire afsluitingen en vaatspasmen;
- acute nierinsufficiëntie, ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min);
- prostaathyperplasie;
- urineretentie;
- proliferatieve diabetische retinopathie;
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- hyperthyroïdie;
- hypertensie;
- feochromocytoom.
Waarschuwingen en voorzorgen
Indien de shock door hypovolemie is veroorzaakt (vooral hemorragische shock), eerst met bloed of plasma of andere fysiologische oplossingen het circulerend volume herstellen.
Wees extra voorzichtig vanwege een grotere cardiovasculaire gevoeligheid voor dopamine bij: aritmie, tachycardie, coronaire hartziekte, hypertensie, hyperthyroïdie, diabetes en bij ouderen. Verder ook voorzichtig toepassen bij occlusieve aandoeningen (zoals atherosclerose, ziekte van Raynaud etc.). Bij pulmonale hypertensie is er meer kans op pulmonale vasoconstrictie.
Om de minimale therapeutische dosis te vinden, de infuussnelheid doorlopend aan de hemodynamische parameters aanpassen.
Bij abusievelijke subcutane infiltratie of bij sterke overdosering kan weefselnecrose optreden of bestaande weefselnecrose verergeren. Infiltratie van de plaats van weefselnecrose met fentolamine kan verdere necrotisering voorkomen.
Hulpstof: Kaliummetabisulfiet, in de infusievloeistof, kan in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór de behandeling de lever-en nierfunctie controleren.
De bloeddruk zowel in liggende als staande positie controleren. Door 's nachts het hoofd hoger te leggen vermindert de kans op hypertensie. Indien in liggende positie hypertensie optreedt die niet reageert op dosisverlaging, de toediening staken. Patiënten controleren op mogelijke secundaire effecten van hypertensie.
Bij een ernstige stoornis van het autonome zenuwstelsel kan toediening leiden tot verdere afname van de bloeddruk in staande positie; in dat geval de toediening staken.
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij kinderen, ouderen en lever- of nierfunctiestoornissen.
Overdosering
Symptomen
gerelateerd aan de vasoconstrictie: o.a. flushing, koude extremiteiten.
Therapie
de toediening verminderen of staken. Tegenmaatregelen zijn meestal niet nodig, vanwege de zeer korte halfwaardetijd van dopamine.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met dopamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
hypertensie, (reflex-)bradycardie, urineretentie, koudegevoel, kippenvel.
Neem voor informatie over een midodrine-vergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Dopamine stimuleert direct dopamine1-, dopamine2-, α- en β-receptoren. De werking op de α2- en β2-receptoren is echter gering. Dopamine is de directe precursor van noradrenaline (een catecholamine) met positief-inotrope werking op het myocard; het verhoogt daardoor het hartminuutvolume. Het verwijdt de vaten van de nieren en het mesenterium; door de verhoogde renale doorbloeding nemen de nierfiltratie, diurese en natriumuitscheiding toe. In lage of gemiddelde dosering (2–10 microg/kg per min.) stimuleert dopamine de β-receptoren in het myocard; dit heeft toename van het minuutvolume, gewoonlijk zonder frequentietoename of bloeddrukstijging, tot gevolg. Dopamine onderscheidt zich hiermee van de andere catecholaminen. In hoge doses (10–20 microg/kg per min.) stimuleert het de α-receptoren; mede door de toename van het hartminuutvolume stijgt de bloeddruk. Bij doseringen boven 20 microg/kg per min. overweegt het α-adrenerge effect, waardoor de doorbloeding van de nier en het mesenterium weer afneemt. Werkingsaanvang: snel. Werkingsduur: minder dan 10 minuten.
Kinetische gegevens
V d | groot, dringt echter niet tot in de hersenen door. |
Metabolisering | in < 2 minuten: in lever, nieren en plasma door MAO en COMT tot inactieve metabolieten, ca. 25% tot noradrenaline. |
Eliminatie | ca. 80% binnen 24 uur met de urine, vnl. als metabolieten. |
T 1/2el | 2 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Midodrine is een pro-drug en wordt na snelle absorptie omgezet (in de darmen en in plasma) in het sympathicomimeticum desglymidodrine (--enantiomeer). Dit heeft een directe en selectieve werking op de perifere α1-adrenerge receptoren en resulteert in vasoconstrictie van het veneuze vaatbed. Ook de perifere arteriële weerstand wordt verhoogd, waardoor de bloeddruk stijgt. Tevens worden de α1-receptoren in de blaashals en de ureter gestimuleerd.
Kinetische gegevens
Overig | Midodrine: |
T max | ca. 30 min. |
T 1/2el | ca. 30 min. |
Overig | Desglymidodrine: |
T max | 1 uur. |
Overig | passage bloed-hersenbarrière: gering. |
Eliminatie | vnl. met de urine, 40% als actieve metaboliet, 55% als afbraakproduct. |
T 1/2el | ca. 3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dopamine hoort bij de groep adrenerge en dopaminerge middelen.
Groepsinformatie
midodrine hoort bij de groep adrenerge en dopaminerge middelen.