Samenstelling
Dupixent XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 2 ml, voorgevulde spuit 2 ml (= 300 mg)
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 175 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1,14 ml, voorgevulde spuit 1,14 ml (= 200 mg)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bimzelx XGVS Aanvullende monitoring UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 160 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1 ml, 2 ml, wegwerpspuit 1 ml, 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De NVDV beveelt het gebruik van biologicals en JAK-remmers aan bij volwassen patiënten met constitutioneel eczeem (CE), waarbij het CE niet goed genoeg onder controle is ondanks optimale lokale therapie én een periode van minimaal 4 maanden behandeling met één of meer orale conventionele immunosuppressiva (ciclosporine, methotrexaat , azathioprine en mycofenolaatmofetil/mycofenolzuur) in een afdoende dosis, tenzij er contra-indicaties zijn voor of bijwerkingen zijn van deze middelen. Zie voor meer informatie de submodule Keuze voor en tussen biologics en JAK-remmers (update 2024).
Dupilumab kan in de tweedelijnszorg worden voorgeschreven bij patiënten vanaf 6 jaar met ernstig astma met een type 2-ontsteking die ondanks optimale medicamenteuze therapie ≥ 2 longaanvallen per jaar hebben óf bij wie het astma slechts met onderhoudsbehandeling met orale corticosteroïden onder controle is.
Zie de NVKNO-richtlijn voor de behandeling van Chronische rinosinusitis (CRS) en neuspoliep op de richtlijnendatabase.nl.
Zie de NVALT-richtlijn voor de behandeling van COPD op de richtlijnendatabase.nl. Er is nog geen advies vastgesteld voor dupilumab.
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Bimekizumab is een optie als inductie- of onderhoudsbehandeling voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Zie voor de medicamenteuze behandeling van arthritis psoriatica de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Zie voor de behandeling van Hidradenitis suppurativa (HS) de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Matig-ernstig tot ernstig constitutioneel eczeem bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar en ernstig constitutioneel eczeem bij kinderen van 6 maanden t/m 11 jaar die in aanmerking komen voor een systemische behandeling.
- Aanvullende onderhoudsbehandeling bij ernstig astma met type 2 ontsteking gekenmerkt door verhoogde bloed-eosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), die onvoldoende onder controle is ondanks:
- hoog gedoseerde inhalatiecorticosteroïden en een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar.
- gemiddeld tot hoog gedoseerde inhalatiecorticosteroïden en een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling bij kinderen van 6 t/m 11 jaar.
- Aanvullende behandeling met intranasale corticosteroïden bij volwassenen met ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP) die onvoldoende onder controle is ondanks systemische corticosteroïden en/of chirurgie.
- Matige tot ernstige prurigo nodularis (PN) bij volwassenen die in aanmerking komen voor een systemische behandeling.
- Eosinofiele oesofagitis (EoE) bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar en ≥ 40 kg lichaamsgewicht, die onvoldoende onder controle zijn met, intolerant of niet in aanmerking komen voor een conventionele behandeling met geneesmiddelen.
- Aanvullende onderhoudsbehandeling voor ongecontroleerde chronische obstructieve longziekte (COPD) gekenmerkt door verhoogde bloed-eosinofielen op een combinatie van een geïnhaleerd corticosteroïd (ICS), een langwerkende β2-agonist (LABA) en een langwerkende muscarine-antagonist (LAMA), of op een combinatie van een LABA en een LAMA als ICS niet aangewezen is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Matige tot ernstige plaque-psoriasis bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische therapie.
- Actieve arthritis psoriatica, alleen of in combinatie met methotrexaat, bij volwassenen die één of meer therapieën met DMARD's niet verdragen of hierop onvoldoende respons geven.
- Actieve axiale spondylartritis (axSpA):
- Spondylitis ankylopoetica (AS, röntgenologische axiale spondylartritis) bij volwassenen met onvoldoende respons op conventionele behandeling of die deze niet verdragen;
- Niet-röntgenologische axiale spondylartritis (nr-axSpA) met objectieve tekenen van ontsteking in de vorm van verhoogd C-reactief proteïne (CRP) en/of MRI-bewijs bij volwassenen met onvoldoende respons op NSAID's of die deze niet verdragen.
- Actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS, acne inversa) bij volwassenen met een onvoldoende respons op conventionele systemische HS-therapie
Gerelateerde informatie
Doseringen
Constitutioneel eczeem
Algemeen
Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijke gedeeltelijke respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden. Als een onderbreking van de behandeling met dupilumab noodzakelijk wordt, kunnen patiënten nog steeds met succes opnieuw behandeld worden. Tijdens de behandeling kan zonodig tevens een lokaal corticosteroïd worden gebruikt. Een lokaal calcineurine-remmer is ook mogelijk, maar deze alleen gebruiken op probleemgebieden zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar met ≥ 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 12-17 jaar met < 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 400 mg (twee injecties van 200 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen), na 2 weken gevolgd door 200 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6–11 jaar met ≥ 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6–11 jaar en 15-< 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 300 mg op dag 1 en 300 mg op dag 15, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken, eventueel verhogen naar 200 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6 maanden-5 jaar en 15-< 30 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 300 mg, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken. De voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Kinderen 6 maanden-5 jaar en 5-<15 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 200 mg, na 4 weken gevolgd door 200 mg 1×/4 weken. De voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Ernstig eosinofiel astma
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
Begindosering s.c. 400 mg (twee injecties van 200 mg na elkaar op verschillende plaatsen) gevolgd door 200 mg 1×/ 2 weken. Bij gebruik van orale corticosteroïden of comorbide matig-ernstig tot ernstig constitutioneel eczeem of volwassenen met comorbide ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen: begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg), gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6-11 jaar en ≥ 60 kg lichaamsgewicht
s.c. 200 mg 1×/2 weken. Bij comorbide ernstig constitutioneel eczeem: begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6-11 jaar en 30-< 60 kg lichaamsgewicht
s.c. 200 mg 1×/2 weken of 300 mg 1×/4 weken. Bij comorbide ernstig constitutioneel eczeem: begindosering s.c. 300 mg op dag 1 en 300 mg op dag 15, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken, eventueel verhogen naar 200 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6-11 jaar en 15-< 30 kg lichaamsgewicht
s.c. 300 mg 1×/ 4 weken. Bij comorbide ernstig constitutioneel eczeem: begindosering s.c. 300 mg op dag 1 en 300 mg op dag 15, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken, eventueel verhogen naar 200 mg 1×/2 weken.
Chronische rinosinusitis met neuspoliepen
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering s.c. 300 mg, gevolgd door 300 mg 1×/2 weken. Overweeg de behandeling te staken indien na 24 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk gedeeltelijke respons kan bij doorbehandelen na 24 weken nog een verbetering optreden.
Prurigo nodularis
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken. Tijdens de behandeling kan zonodig tevens een lokaal corticosteroïd worden gebruikt. Overweeg de behandeling te staken als na 24 weken geen respons is opgetreden.
Eosinofiele oesofagitis
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar en ≥ 40 kg
s.c. 300 mg 1×/week.
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 300 mg 1×/2 weken. Overweeg de behandeling te staken als na 52 weken geen respons is opgetreden.
Verminderde nierfunctie: bij licht tot matig gestoorde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig gestoorde nierfunctie kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Verminderde leverfunctie: er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Gemiste dosis
- Bij vergeten van een wekelijkse dosis: deze alsnog zo snel mogelijk toedienen, start een nieuw tijdschema gebaseerd op deze datum.
- Bij vergeten van een tweewekelijkse dosis: tot 7 dagen na de gemiste dosis deze alsnog toedienen. Daarna het normale tijdschema hervatten. Bij meer dan 7 dagen na gemiste dosis, wachten tot de volgende dosis van het normale tijdschema.
- Bij vergeten van een vierwekelijkse dosis: tot 7 dagen na de gemiste dosis deze alsnog toedienen. Daarna het normale tijdschema hervatten. Bij meer dan 7 dagen na de gemiste dosis, deze alsnog toedienen en start een nieuw tijdschema gebaseerd op deze datum.
Toediening
- De voorgevulde spuit niet schudden;
- Subcutaan toedienen in dij of buik, met uitzondering van 5 cm rond de navel. Indien iemand anders de injectie toedient, kan de bovenarm ook worden gebruikt;
- Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid of in de buurt van littekenweefsel;
- Bij dosis met twee injecties deze na elkaar toedienen op verschillende injectieplaatsen.
Doseringen
Plaque-psoriasis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 320 mg 1× in week 0, 4, 8, 12, 16 en daarna 1× elke 8 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken. Voor sommige patiënten met een lichaamsgewicht ≥ 120 kg die niet volledig psoriasisvrij zijn in week 16, kan 320 mg elke 4 weken na week 16 mogelijk een betere behandelrespons geven.
Actieve arthritis psoriatica
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 160 mg 1×/ 4 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken. Bij gelijktijdige matige tot ernstige plaque psoriasis, schema bij plaque psoriasis aanhouden. Bij onvoldoende respons in de gewrichten na 16 weken, overwegen om over te schakelen op s.c. 160 mg 1×/4 weken.
Axiale spondylartritis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 160 mg 1×/4 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken.
Hidradenitis suppurativa
Volwassenen
s.c. 320 mg elke 2 weken tot week 16, vervolgens 320 mg elke 4 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken.
Verminderde lever- of nierfunctie: dosisaanpassingen worden niet nodig geacht op basis van de farmacokinetiek.
Toediening
- De voorgevulde spuit of pen niet schudden;
- Subcutaan injecteren in het bovenbeen, de buik of de bovenarm;
- Wissel injectielocaties af en niet toedienen in gebieden waar de huid gevoelig, rood of verhard is, blauwe plekken heeft of is aangedaan door psoriasis. Injecteer niet twee keer achter elkaar op dezelfde plek.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals pijn, zwelling, jeuk en erytheem. (Allergische) conjunctivitis. Orale herpes. Eosinofilie. Artralgie.
Soms (0,1-1%): keratitis, blefaritis, oculaire jeuk, droog oog. Huiduitslag in gezicht. Angio-oedeem. Keratitis.
Zelden (0,01-0,1%): serumziekte/serumziekte-achtige verschijnselen, anafylactische reactie. Ulceratieve keratitis.
Verder zijn gemeld: artralgie.
Oogaandoeningen en orale herpes kwamen vooral voor in onderzoeken naar CE waarbij vaak oculaire jeuk, droog oog en blefaritis en soms ulceratieve keratitis.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie.
Vaak (1-10%): orale candidiase (zeer vaak bij ouderen ≥ 65 j. met plaque-psoriasis), tinea-infectie, oorontsteking, herpes-simplexinfectie, orofaryngeale candidiase, gastro-enteritis, folliculitis, vulvovaginale mycotische infectie (waaronder vulvovaginale candidiasis). Hoofdpijn. Huiduitslag, eczeem, acne. Injectieplaatsreacties (roodheid, oedeem, pijn, zwelling, hematoom), vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): mucosale en cutane candidiase (waaronder oesofageale candidiase), conjunctivitis. Neutropenie. Inflammatoire darmziekte.
Interacties
Vanwege de kans op ernstige infecties tijdens de therapie géén levende vaccins toedienen; geef deze vaccinaties voorafgaand aan de behandeling. Geïnactiveerde of niet-levende vaccins kunnen wel worden toegediend; voor zover bekend wordt daarbij doorgaans een adequate immuunrespons bereikt.
Er zijn geen aanwijzingen dat interacties tussen dupilumab en diverse CYP-enzymen (CYP1A2, CYP3A4, CYP2C19, CYP2D6, en CYP2C9) waarschijnlijk zijn.
Interacties
Geef geen levend verzwakte vaccins tijdens de behandeling met bimekizumab. Verricht vaccinaties voorafgaand aan de behandeling.
Een klinisch relevant effect op CYP450-substraten met een smalle therapeutische index kan niet worden uitgesloten. De vorming van enkele CYP450-enzymen wordt onderdrukt door verhoogde niveaus van cytokinen tijdens chronische ontsteking. Behandelingen voor ontsteking, zoals bimekizumab, zou kunnen leiden tot normalisatie van CYP450-niveaus met bijbehorende lagere blootstelling aan CYP450-gemetaboliseerde geneesmiddelen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor directe of indirecte schadelijke effecten.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende ten minste 17 weken na de laatste dosis.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. IgG gaat over in de moedermelk. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- actieve infectie van klinische betekenis (zoals actieve tuberculose).
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige overgevoeligheidsreacties (onmiddellijk of vertraagd) zijn gemeld, waaronder zeer zelden serumziekte/serumziekte-achtige symptomen. Laat de patiënt zich direct melden bij eerste symptomen van een overgevoeligheidsreactie; staak de toediening onmiddellijk bij een ernstige overgevoeligheidsreactie en stel een passende therapie in.
Bij astma of COPD niet gebruiken voor het behandelen van acute astmasymptomen, exacerbaties, bronchospasmen of status asthmaticus.
Comorbide astma-behandelng niet aanpassen of stopzetten zonder overleg. Na staken van dupilumab de patiënt met comorbide astma zorgvuldig volgen.
Bij intestinale worminfecties kan dupilumab een negatieve invloed hebben op de reactie van het immuunsysteem; daarom vóór aanvang van de behandeling bestaande intestinale worminfecties behandelen. Stop dupilumab als tijdens de behandeling een worminfectie optreedt die niet goed reageert op behandeling. Gevallen van enterobiase zijn gemeld bij kinderen van 6 tot 12 jaar met matig tot ernstig astma.
Aan conjunctivitis of keratitis gerelateerde voorvallen zijn gemeld, waaronder visuele stoornissen. Adviseer om nieuw opgetreden of verergerende oogsymptomen te melden. Bij het ontwikkelen van een onbehandelbare conjunctivitis of tekenen en symptomen van keratitis tijdens de behandeling, oogonderzoek laten uitvoeren.
Type 2-ontstekingsbiomarkers kunnen worden onderdrukt door systemisch gebruik van corticosteroïden. Gebruik van corticosteroïden niet abrupt staken maar geleidelijk afbouwen. Systemische ontwenningssymptomen en/of aandoeningen kunnen zichtbaar worden.
Ernstige systemische eosinofilie kan optreden bij patiënten die behandeld worden voor astma, soms met eosinofiele pneumonie en vasculitis die overeenkomt met eosinofiele granulomatose met polyangiitis (EGPA). Gevallen van vasculitis met EGPA zijn ook gemeld bij volwassen patiënten met CRSwNP en comorbide astma. Het kan samenhangen met het verlagen van de behandeling met orale corticosteroïden. Let op vasculitische uitslag, verslechterende pulmonale symptomen, cardiale complicaties en/of neuropathie.
Vorming van neutraliserende antistoffen is gemeld. Het heeft in het algemeen geen invloed op blootstelling aan dupilumab, veiligheid en werkzaamheid.
Onderzoekgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 5 kg lichaamsgewicht, bij kinderen met constitutioneel eczeem < 6 maanden, bij kinderen met ernstig astma < 6 jaar, bij kinderen < 18 jaar met CRSwNP en PN, bij kinderen met EoE < 12 jaar en kinderen met COPD < 18 jaar, wegens het ontbreken van gegevens. Er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik bij ouderen ≥ 65 jaar en bij patiënten met een verminderde nierfunctie. Dupilumab is niet onderzocht bij patiënten met een verminderde leverfunctie en bij patiënten met EoE die < 40 kg wegen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het risico op infecties is verhoogd, zoals bovensteluchtweginfecties en orale candidiase. Wees voorzichtig bij patiënten met een chronische infectie of een voorgeschiedenis van recidiverende infectie. Niet starten bij patiënten met een klinisch belangrijke actieve infectie tot de infectie is verdwenen of voldoende is behandeld. Instrueer patiënt een arts te raadplegen bij symptomen die kunnen wijzen op een infectie. Bij optreden van een klinisch belangrijke infectie of geen reactie op de standaardtherapie, behandeling staken en pas hervatten als de infectie is verdwenen.
Een actieve tuberculose (TB)-infectie vóór start van de behandeling uitsluiten en tijdens de behandeling controleren op symptomen van actieve TB. Overweeg anti-TB-therapie vóór start bij patiënten met een voorgeschiedenis van latente of actieve TB waarvan niet zeker is of deze afdoende is behandeld.
Wees voorzichtig bij patiënten met inflammatoire darmziekte. Nieuwe gevallen en exacerbaties van inflammatoire darmziekte zijn gemeld. Bij symptomen of een verergering van de darmziekte, behandeling staken.
Overgevoeligheid: Behandeling direct staken bij ernstige overgevoeligheid of anafylactische reactie; er zijn ernstige overgevoeligheidsreacties inclusief anafylactische reacties gemeld bij IL-17 remmers.
Zeer vaak ontwikkelen zich neutraliserende antilichamen tegen bimekizumab. Er is geen bewijs dat het in verband gebracht kan worden met een gewijzigde klinische respons of een significant gewijzigd veiligheidsprofiel.
Niet onderzocht: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met dupilumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met bimekizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie blokkeert via de type I-receptor (IL-4Rα/γc) voor IL-4 en via de type II-receptor (IL-4Rα/IL13Rα) voor zowel IL-4 als IL-13. IL-4 en IL-13 zijn type 2-cytokinen (inclusief Th2) die een belangrijke rol spelen bij ziekten met ontsteking type 2, zoals atopisch eczeem, astma en CRSwNP.
Kinetische gegevens
F | s.c. ca. 64%. |
T max | 3–7 dagen. |
V d | 0,07 l/kg. |
Metabolisering | op dezelfde manier als endogeen immunoglobuline via intracellulair katabolisme tot kleine peptiden en aminozuren. |
Overig | de steady-state-concentratie wordt doorgaans bereikt in week 16. Na staken van de behandeling is de mediane tijd tot daling van de dupilumabconcentratie tot onder de laagst detecteerbare limiet, ca. 9-13 weken bij volwassenen, en ca. 1,5 keer langer bij kinderen van 6-11 jaar en 2,5 keer langer bij kinderen < 6 jaar. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bimekizumab is een interleukineremmer. Het is een gehumaniseerd monoklonaal IgG1/κ-antilichaam. Het bindt selectief, met hoge affiniteit aan IL-17A-, IL-17F- en IL-17AF-cytokinen, wat de interactie ervan met het IL-17RA/IL-17RC-receptorcomplex blokkeert. Verhoogde concentraties IL-17A en IL-17F zijn in verband gebracht met de pathogenese van meerdere immuungemedieerde ontstekingsziekten, waaronder plaque-psoriasis, arthritis psoriatica, axiale spondylartritis en hidradenitis suppurativa. Bimekizumab remt deze pro-inflammatoire cytokinen, wat resulteert in de normalisatie van de ontsteking van de huid en vermindering van plaatselijke en systemische ontsteking.
Kinetische gegevens
F | 70,1% |
T max | 3–4 dagen; de steady-state wordt bereikt na ca. 16 weken met een doseerschema van eens per 4 weken. |
V d | 0,16 l/kg |
Metabolisering | op dezelfde manier als endogeen immunoglobuline via intracellulair katabolisme tot kleine peptiden en aminozuren. |
T 1/2el | 23 dagen |
Overig | De voorspelde gemiddelde plasmaconcentratie bij volwassen patiënten ≥ 120 kg was na een subcutane injectie van 320 mg minstens 30% lager dan bij volwassen patiënten die 90 kg wogen. Zie rubriek Doseringen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dupilumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk
Groepsinformatie
bimekizumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk