Samenstelling
Perfan Carinopharm GmbH
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 20 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Milrinon (als lactaat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Acuut harfalen: Start zo snel mogelijk met toediening van zuurstof via een ‘non-rebreathing’-masker of neusbril. Geef bij een systolische bloeddruk > 90 mmHg, in afwachting van i.v.-behandeling, nitroglycerine sublinguaal elke 5 minuten tot de klachten voldoende verbeteren. In de tweedelijnszorg worden nitraten veelal i.v. toegepast. Geef in geval van dyspneu door vochtretentie i.v.-furosemide of bumetanide. Overweeg morfine i.v. uitsluitend bij persisterende ernstige onrust, dyspneu, angst of pijn in de vroege fase. Aanvullend onderzoek in de tweedelijnszorg bepaalt de verdere behandeling.
Volgens Het Acute Boekje komen positief inotrope middelen, zoals dobutamine, milrinon en enoximon alleen in aanmerking bij patiënten op de hartbewakingsafdeling; bij onvoldoende effect van vaatverwijders en diuretica of indien sprake is van hypotensief hartfalen (SBD < 85–90 mmHg).
Advies
Acuut harfalen: Start zo snel mogelijk met toediening van zuurstof via een ‘non-rebreathing’-masker of neusbril. Geef bij een systolische bloeddruk > 90 mmHg, in afwachting van i.v.-behandeling, nitroglycerine sublinguaal elke 5 minuten tot de klachten voldoende verbeteren. In de tweedelijnszorg worden nitraten veelal i.v. toegepast. Geef in geval van dyspneu door vochtretentie i.v.-furosemide of bumetanide. Overweeg morfine i.v. uitsluitend bij persisterende ernstige onrust, dyspneu, angst of pijn in de vroege fase. Aanvullend onderzoek in de tweedelijnszorg bepaalt de verdere behandeling.
Volgens Het Acute Boekje komen positief inotrope middelen, zoals dobutamine, milrinon en enoximon alleen in aanmerking bij patiënten op de hartbewakingsafdeling; bij onvoldoende effect van vaatverwijders en diuretica of indien sprake is van hypotensief hartfalen (SBD < 85–90 mmHg).
Indicaties
- Hartfalen, als het hartminuutvolume is verminderd en de einddiastolische druk is verhoogd bij volwassenen met matig tot ernstig chronisch congestief hartfalen of na open hartchirurgie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Volwassenen:
- Kortdurende behandeling (max. 48 uur) van ernstig congestief hartfalen, dat niet reageert op de gebruikelijke onderhoudsbehandeling.
Kinderen:
- Maximaal 35 uur bij ernstig congestief hartfalen dat niet reageert op de gebruikelijke onderhoudsbehandeling;
- Maximaal 35 uur bij acuut hartfalen, inclusief laag hartminuutvolume volgend op hartchirurgie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hartfalen
Volwassenen
Intraveneus: Dosering instellen op geleide van hemodynamische effecten en het optreden van bijwerkingen als hypotensie en ritmestoornissen. Begindosering: 0,5-1 mg/kg lichaamsgewicht met een max. infusiesnelheid van 12,5 mg/min (= 750 mg/uur), vervolgens 0,5 mg/kg elke 30 min. tot een voldoende hemodynamisch effect of tot een totale cumulatieve dosis van 3 mg/kg. Alternatieve begindosering: 90 microg/kg/min (= 5400 microg/kg/uur) gedurende 10-30 min. tot het gewenste hemodynamisch effect.
Onderhoudsdosering: de begindosering (max. 3 mg/kg) vier- tot achtmaal per dag; alternatief: continu of onderbroken infuus van 5-20 microg/kg/min (= 300-1200 microg/kg/uur) gedurende max. 48 uur.
Bij ouderen, bij symptomatische hypotensie en bij lichte tot matige lever- of nierinsufficiëntie kan dosisaanpassing nodig zijn.
Doseringen
Dosering instellen onder continue hemodynamische bewaking (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Kortdurend bij ernstig congestief hartfalen
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v.-oplaaddosis 50 microg/kg lichaamsgewicht in 10 min. Onderhoudsdosering: 0,375–0,75 microg/kg/min als continu i.v.-infuus; maximaal 1,13 mg/kg per dag gedurende maximaal 48 uur.
Bij verminderde nierfunctie: oplaaddosis: 50 microg/kg lichaamsgewicht i.v. in 10 min; de onderhoudsdosering is bij een creatinineklaring van 5 ml/min/1,73 m²: 0,20 microg/kg/min; 10 ml/min/1,73 m²: 0,23 microg/kg/min; bij 20 ml/min/1,73 m²: 0,28 microg/kg/min; bij 30 ml/min/1,73 m²: 0,33 microg/kg/min; bij 40 ml/min/1,73 m²: 0,38 microg/kg/min; bij 50 ml/min/1,73 m²: 0,43 microg/kg/min.
Kortdurende bij ernstig congestief hartfalen en acuut hartfalen o.a. laag hartminuutvolume na een hartoperatie
Kinderen
I.v.-oplaaddosis: volgens de fabrikant: 50–75 microg/kg in 30–60 min. Onderhoudsdosering: i.v. continu-infuus 0,25–0,75 microg/kg/min gedurende maximaal 35 uur.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Premature neonaten (zwangerschapsduur < 37 weken): oplaaddosis 0,75 microg/kg/min gedurende 3 uur, gevolgd door 0,15–0,2 microg/kg/min als continue infusie. Aterme neonaten en kinderen vanaf 1 maand: oplaaddosis 1,25 microg/kg/min gedurende 1 uur, gevolgd door 0,25–0,75 microg/kg/min als continue infusie.
Bij verminderde nierfunctie: de fabrikant beveelt gebruik bij kinderen met een verminderde nierfunctie niet aan vanwege onvoldoende gegevens. Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens bij kinderen > 3 maanden: bij creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m² wordt geen algemeen doseeradvies gegeven; bij 10–30 ml/min/1,73 m²: normale oplaaddosis en daarna 0,15–0,33 microg/kg/min; bij 30–50 ml/min/1,73 m²: normale oplaaddosis en daarna 0,22–0,43 microg/kg/min; bij 50–80 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- De injectievloeistof of het concentraat voor infusievloeistof verdunnen met natriumchloride 4,5 of 9 mg/ml óf met glucose 50 mg/ml. Niet verdunnen met natriumbicarbonaatoplossing.
- Vanwege neerslagvorming furosemide of bumetanide via een separaat infuussysteem toedienen.
Bijwerkingen
Extrasystolen, supraventriculaire aritmie, ventriculaire tachyaritmie. Hypotensie, hoofdpijn, slapeloosheid. Maag-darmklachten zoals misselijkheid, braken, diarree (soms dosisaanpassing nodig). Matige trombocytopenie. Reversibele verhoging van leverenzymen.
Zelden: koude rillingen, oligurie, urineretentie, spierpijn in de extremiteiten.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hypotensie (zelden leidend tot nierfalen). Ectopische ventriculaire aritmieën, ventriculaire en supraventriculaire aritmieën. Lichte tot matige hoofdpijn.
Soms (0,1-1%): pijn op de borst, angina pectoris, ventrikelfibrilleren. Tremor. Trombocytopenie (vooral bij kinderen). Hypokaliëmie, afwijkende leverfunctiewaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): 'torsade de pointes'. Anafylactische shock. Bronchospasmen. Huidreacties zoals uitslag.
Verder zijn nog gemeld: persisterende ductus arteriosus, intraventriculaire bloeding (bij kinderen), reactie op de toedieningsplaats van het infuus, afname van aantal rode bloedcellen en/of hemoglobineconcentratie.
Klinische gegevens suggereren dat aan milrinon gerelateerde aritmieën minder vaak voorkomen bij kinderen dan bij volwassenen.
Interacties
Door verbetering van het hartminuutvolume neemt de diurese toe en kan dosisverlaging van diuretica nodig zijn.
Interacties
Milrinon versterkt de inotrope activiteit van andere inotrope middelen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Wees voorzichtig met ethanol, in het concentraat voor infusievloeistof. Propyleenglycol, ook als hulpstof aanwezig in het concentraat voor infusievloeistof, bij voorkeur niet gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Overig: Wees voorzichtig met ethanol, in het concentraat voor infusievloeistof. Propyleenglycol, ook als hulpstof aanwezig in het concentraat voor infusievloeistof, bij voorkeur niet gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Ernstige lever- of nierfunctiestoornissen.
Contra-indicaties
- ernstige hypovolemie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toedienen onder continue bewaking van ECG, bloeddruk, vochtbalans, nierfunctie en elektrolyten. Bij een uitgesproken bloeddrukdaling de infusiesnelheid verlagen of toediening stoppen. Niet toedienen bij ernstige hypotensie.
Bij voorafgaande behandeling met hoge doses diuretica kan de vullingsdruk van het hart onvoldoende zijn voor een adequate reactie op enoximon. Voorzichtig toepassen bij hypertrofische cardiomyopathie, stenotische of obstructieve klepaandoeningen of een andere uitgangobstructie.
Onderzoeksgegevens: Er zijn onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij kinderen.
Hulpstoffen
- Wees voorzichtig met ethanol, in het concentraat voor infusievloeistof, bij alcoholisme, leverziekte, epilepsie, zwangerschap, lactatie en kinderen. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben (en de rijvaardigheid beïnvloeden). Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die ethanol of propyleenglycol bevatten.
- Wees voorzichtig met natrium, in het concentraat voor infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
- Propyleenglycol, in het concentraat voor infusievloeistof, bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken met extra controle op achteruitgang. Bij (langdurig) gebruik van de hoge dosis propyleenglcol kunnen ernstige (reversibele) bijwerkingen optreden, zoals hyperosmolaliteit, melkzuuracidose, convulsies, cardiotoxiciteit, hemolytische reacties, ademhalingsdepressie, acuut nierfalen, multiorgaanfalen, coma.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorafgaand aan de infusie is correctie van de water- en elektrolytenbalans aangewezen; bij voorafgaande behandeling met hoge doses lisdiuretica kan de vullingsdruk van het hart onvoldoende zijn voor een adequate reactie op milrinon.
Tijdens infusie veranderingen in de water- en elektrolytenbalans en in de nierfunctie volgen: bij verbeterd slagvolume en toegenomen diurese kan verlaging van de diureticumdosis aangewezen zijn en bij hypokaliëmie kaliumsuppletie.
Toedienen onder continue bewaking (bloeddruk, hartslag, ECG, klinische toestand, vochtbalans, elektrolyten, nierfunctie). Bij een uitgesproken bloeddrukdaling de behandeling stop zetten en eventueel na normalisering van de bloeddruk hervatten met een lagere infusiesnelheid. Staak de toediening eveneens als er ritmestoornissen optreden.
Tijdens de acute fase van een myocardinfarct kan milrinon de myocardiale zuurstofconsumptie verhogen. Gebruik onmiddellijk na een myocardinfarct wordt ontraden omdat de veiligheid en werkzaamheid niet aangetoond zijn.
Wees voorzichtig bij hypertrofische cardiomyopathie, stenotische of obstructieve klepaandoeningen of een andere uitstroomobstructie. Milrinon kan de uitstroomobstructie bij deze aandoeningen verergeren.
Wees tevens voorzichtig bij een verminderde leverfunctie.
Bij niet gedigitaliseerde patiënten met atriumfibrilleren of -flutter behandeling overwegen met middelen die de AV-geleiding vertragen zoals digoxine; er zijn aanwijzingen dat milrinon bij deze patiënten de ventriculaire respons vergroot. Het optreden van levensbedreigende supraventriculaire en ventriculaire aritmieën is niet gerelateerd aan de dosis, maar hangt vaak samen met de ten grondslag liggende factoren zoals bestaande aritmieën, metabole afwijkingen (bv. hypokaliëmie), abnormale digoxinespiegels en katheterisatie.
Vanwege meer kans op trombocytopenie of anemie bij risicopatiënten de betreffende laboratoriumparameters volgen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet aangetoond bij toepassing langer dan 48 uur bij volwassenen en langer dan 35 uur bij kinderen.
Bij kinderen de behandeling alleen beginnen als de patiënt hemodynamisch stabiel is. Bij pasgeborenen is extra controle nodig en moeten bloedplaatjes, kaliumspiegel, leverfunctie en nierfunctie gemeten worden. Milrinon kan de sluiting van de ductus arteriosus vertragen.
Overdosering
Symptomen
Hypotensie, ritmestoornissen.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met enoximon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Hypotensie, hartaritmieën.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met milrinon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Fosfodi-esteraseremmer met positief-inotrope en vaatverwijdende werking. Het werkingsmechanisme van enoximon is niet volledig bekend; de positief-inotrope werking berust gedeeltelijk op selectieve remming van cardiaal fosfodi-esterase III, waardoor cAMP intracellulair toeneemt.
De toename van de cardiale index is maximaal na 10-30 min en houdt 3-6 uur aan.
Kinetische gegevens
V d | 1-4 l/kg. |
Metabolisering | tot minder actief sulfoxide. |
Eliminatie | vnl. via de nieren als metaboliet (78% van de dosis binnen 24 uur). |
T 1/2el | ca. 6 uur bij hartfalen, bij continue infusie van hogere dosis 8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Milrinon is een fosfodi-esteraseremmer met positief-inotrope, vaatverwijdende en geringe chronotrope werking. C-AMP-fosfodi-esterase III in cardiale en vasculaire spiercellen wordt selectief geremd. De toegenomen c-AMP-concentratie leidt in de myocyt tot meer calciumionen tijdens de systole, terwijl tijdens de diastole de calciumconcentratie sneller afneemt. In de gladde spiercellen van de vaatwand leidt het tot minder beschikbaar calcium en tot vaatverwijding. Bij een verminderde hartwerking zorgt milrinon voor een snelle toename van het hartminuutvolume en vermindert het de pulmonale capillaire wigdruk en de perifere vaatweerstand. Het myocardiale zuurstofgebruik neemt niet toe.
Kinetische gegevens
V d | 0,38–0,45 l/kg bij volwassenen; 0,35–0,9 l/kg bij kinderen, zuigelingen en neonaten; 0,5 l/kg bij prematuren. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine. |
T 1/2el | bij volwassenen ca. 2,4 uur, bij nierinsufficiëntie langer. Kinderen en zuigelingen: 2–4 uur. Prematuren: 10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
enoximon hoort bij de groep fosfodi-esterase-3-remmers.
Groepsinformatie
milrinon hoort bij de groep fosfodi-esterase-3-remmers.