Samenstelling
Teveten (als mesilaat) Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 400 mg, 600 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Olmesartan (medoxomil) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg, 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Indicaties
- Essentiële hypertensie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Essentiële hypertensie bij volwassenen.
- Hypertensie bij kinderen van 6–18 jaar.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hypertensie
Volwassenen
600 mg 1×/dag.
Doseringen
Essentiële hypertensie
Volwassenen
Begindosering 10 mg 1×/dag, zo nodig verhogen tot 20 mg/dag, maximaal 40 mg 1×/dag.
Hypertensie
Kinderen van 6-18 jaar
Begindosering 10 mg 1×/dag, zo nodig verhogen tot 20 mg/dag; kinderen vanaf 35 kg tot maximaal 40 mg 1×/dag, kinderen lichter dan 35 kg maximaal 20 mg 1×/dag.
De maximale dosering bij lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 20–60 ml/min) of bij een matig-ernstige leverfunctiestoornis is 20 mg/dag.
Toediening: De tablet zonder kauwen iedere dag rond hetzelfde tijdstip innemen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): duizeligheid, vermoeidheid, asthenie, depressie. Misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree, buikpijn. Palpitaties, pijn op de borst, oedeem. Artralgie, myalgie, rugpijn. Allergische huidreacties, Hoest. Infectie van de bovenste luchtwegen, bronchitis, sinusitis. Urineweginfectie. Hypertriglyceridemie.
Soms (0,1-1%): hyperkaliëmie, overgevoeligheid, angio-oedeem, (orthostatische) hypotensie.
Zelden (0,01-0,1%): verlaagd hemoglobinegehalte, verhoogde ureumwaarde in het bloed.
Zeer zelden (< 0,01%): gestoorde leverfunctie.
Verder is nog gemeld: verminderde nierfunctie (nierfalen bij risicopatiënten).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): duizeligheid. Hoofdpijn. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, buikpijn, diarree, dyspepsie, gastro-enteritis. Griepachtige symptomen, infecties van de urinewegen, hematurie. Bronchitis, faryngitis, rinitis, hoesten. Artritis, rugpijn, skeletpijn, pijn (op de borst). Perifeer oedeem, vermoeidheid. Stijging van leverenzymwaarden, creatinekinase. Hypertriglyceridemie. Hyperurikemie.
Soms (0,1-1%): exantheem, allergische dermatitis, urticaria, huiduitslag, jeuk. Braken. Spierpijn. Vertigo. Angina pectoris. Gezichtsoedeem, asthenie, malaise. Trombocytopenie. Anafylactische reactie.
Zelden (0,01-0,1%): hypotensie (bij ouderen frequenter). Hyperkaliëmie. Angio-oedeem. Spierspasmen. Nierfunctiestoornis, acuut nierfalen. Lethargie. Verhoogd serumcreatinine.
Zeer zelden (< 0,01%): spruwachtige enteropathie.
Verder zijn gemeld: rabdomyolyse. Auto-immuunhepatitis (latentietijd van enkele maanden tot jaren, reversibel na staken behandeling).
Bij kinderen vaker duizeligheid en hoofdpijn dan bij volwassenen; tevens kwam epistaxis vaak voor in klinische studies.
Interacties
ACE-remmers, kaliumzouten en kaliumsparende diuretica, zoals spironolacton, heparine en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. trimethoprim, tacrolimus, ciclosporine) kunnen het effect op het serumkaliumgehalte versterken en leiden tot hyperkaliëmie, met name bij gestoorde nierfunctie en hartfalen. Combinatie met NSAID's vermindert het antihypertensieve effect, en vergroot het risico van achteruitgang van de nierfunctie en van hyperkaliëmie. Thiazide-diuretica en calciumantagonisten hebben een additief effect op eprosartan. Bij combinatie met lithium kan door de stijging van de lithiumconcentratie in het bloed de toxische grens eerder bereikt worden.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met een ACE–remmer en een ARB vermeerdert de kans op hypotensie, syncope, hyperkaliëmie en achteruitgang van de nierfunctie; een dubbele blokkade alleen toepassen onder supervisie van een gespecialiseerde arts bij afzonderlijk gedefinieerde patiënten (zonder diabetische nefropathie) bij wie de nierfunctie, bloeddruk en het elektrolytengehalte regelmatig worden gecontroleerd. Bij diabetespatiënten of een verminderde nierfunctie (GFR < 60 ml/min/1,73 m² ) is het gebruik van olmesartan in combinatie met aliskiren gecontra–indiceerd. Bij andere patiënten wordt de combinatie ontraden; indien de combinatie toch toegepast dient te worden, is periodieke bepaling van de nierfunctie, bloeddruk en serumelektrolyten aanbevolen.
Kaliumzouten en kaliumsparende diuretica, zoals spironolacton, heparine en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. trimethoprim, tacrolimus, ciclosporine) kunnen het effect op het serumkaliumgehalte versterken en leiden tot hyperkaliëmie, met name bij gestoorde nierfunctie en hartfalen.
Combinatie met NSAID's vermindert het antihypertensieve effect en vermeerdert de kans op hyperkaliëmie en de kans op achteruitgang van de nierfunctie.
Bij combinatie met lithium kan door de stijging van de lithiumconcentratie in het bloed de toxische grens van lithium eerder bereikt worden.
Bij combinatie met colesevelam vermindert de systemische blootstelling, piekplasmaconcentratie en de halfwaardetijd van olmesartan; olmesartan minimaal 4 uur voor colesevelam innemen.
Zwangerschap
Teratogenese: Gebruik van ACE-remmers en mogelijk ook van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensine systeem beïnvloeden tijdens het tweede en derde trimester is schadelijk, zich uitend in neonatale longhypoplasie, intra-uteriene groeivertraging, persisterende ductus arteriosus en schedelhypoplasie.
Farmacologisch effect: Gebruik van ACE-remmers en mogelijk ook van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensine systeem beïnvloeden tijdens het tweede en derde trimester kan leiden tot foetale en/of neonatale toxiciteit zoals gestoorde nierfunctie, nierfalen, oligohydramnion, hypotensie en hyperkaliëmie.
Advies: Gebruik tijdens het eerste trimester wordt niet aanbevolen; gebruik tijdens het tweede en derde trimester is gecontra-indiceerd.
Overige: Bij kinderwens en zwangerschap instellen op een alternatieve therapie; aangeraden wordt de patiënte bij het begin van de behandeling al hierop te wijzen. Als blootstelling vanaf het tweede trimester heeft plaatsgevonden, een echoscopie verrichten van de nieren en de schedel van de foetus. Neonaten nauwkeurig controleren op hypotensie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij gebruik van ARB's in het 2e en 3e trimester worden dezelfde effecten gezien als bij het gebruik van ACE-remmers, waaronder neonatale longhypoplasie, intra-uteriene groeivertraging, persisterende ductus arteriosus, schedelhypoplasie, ledemaatsafwijkingen en toegenomen sterfte.
Farmacologisch effect: Gebruik van ARB's tijdens het 2e en 3e trimester, kan leiden tot foetale en/of neonatale toxiciteit zoals gestoorde nierfunctie, nierfalen, oligohydramnion, hypotensie en hyperkaliëmie.
Advies: Gebruik tijdens het eerste trimester ontraden; gebruik tijdens het 2e en 3e trimester is gecontra-indiceerd.
Overige: Bij kinderwens en zwangerschap instellen op een alternatieve therapie; aangeraden wordt de patiënte bij het begin van de behandeling al hierop te wijzen. Als blootstelling vanaf het 2e trimester heeft plaatsgevonden, een echoscopie verrichten van de nieren en de schedel van de foetus. Neonaten nauwkeurig controleren op hypotensie.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik ontraden, met name bij prematuren en neonaten.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden met name bij neonaten en prematuren.
Contra-indicaties
- ernstig verminderde leverfunctie;
- hemodynamisch significante bilaterale stenose of ziekte van de arteriae renales of unilaterale stenose bij slechts één functionerende nier.
Contra-indicaties
- galwegobstructie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vooral bij volume- en/of zoutdepletie en hartfalen is er meer kans op een hypotensieve reactie. Bij ernstig chronisch hartfalen is veiligheid van gebruik niet vastgesteld.
Er is meer kans op hyperkaliëmie bij een leeftijd > 70 jaar, diabetes mellitus, een gestoorde nierfunctie of plotseling verslechterende nierfunctie, dehydratie, metabole acidose, acuut hartfalen en cel-afbraak (ischemie, trauma, rabdomyolyse).
Voorzichtigheid is geboden bij aorta- of mitralisstenose of bij obstructieve hypertrofische cardiomyopathie vanwege het potentiële risico van verminderde coronaire en cerebrale doorbloeding door de verlaagde bloeddruk.
Bij bilaterale stenose van de arteriae renales of bij unilaterale stenose bij slechts één functionerende nier kunnen plasma-ureum- en creatininegehalte stijgen gezien de hemodynamische effecten van eprosartan; er is geen ervaring bij deze patiënten met eprosartan. Bij patiënten met een creatinineklaring ≤ 30 ml/min en patiënten die hemodialyse ondergaan wordt aangeraden de nierfunctie tijdens behandeling te controleren. Eprosartan is niet onderzocht bij patiënten met een recente niertransplantatie.
Voorzichtigheid is geboden bij lichte tot matige leverfunctiestoornissen.
Niet toepassen bij primair hyperaldosteronisme.
Vanwege het ontbreken van gegevens over veiligheid en werkzaamheid bij kinderen wordt behandeling van kinderen afgeraden.
ACE-remmers en ARB's zijn minder effectief tegen hypertensie bij mensen van Afrikaanse herkomst (sub-Sahara).
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij optreden van ernstige chronische diarree met gewichtsafname de mogelijkheid van een spruwachtige enteropathie overwegen; een intestinale biopsie toont bij deze patiënten vaak villeuze atrofie aan. Als een andere oorzaak voor de klachten is uitgesloten, de behandeling direct staken en niet meer opnieuw beginnen. Raadpleeg een gespecialiseerde arts als de diarree niet minder wordt in de week na het staken van olmesartan.
Hypotensieve reactie: Vooral bij ernstige volume- en/of zoutdepletie en renine-afhankelijke hypertensie is er meer kans op een hypotensieve reactie. Daarom bestaande volume- en/of natriumdepletie voor gebruik corrigeren. Hypotensie die tijdens anesthesie/operatie optreedt als gevolg van geblokkeerde angiotensine II-werking, kan worden gecorrigeerd door volumevergroting.
Wees voorzichtig bij aorta- of mitralisklepstenose of bij obstructieve hypertrofische cardiomyopathie vanwege het potentiële risico van verminderde coronaire en cerebrale doorbloeding door de verlaagde bloeddruk.
Er is meer kans op hyperkaliëmie bij een leeftijd > 70 jaar, diabetes mellitus, een gestoorde nierfunctie of plotseling verslechterende nierfunctie, dehydratie, metabole acidose, acuut hartfalen en cel-afbraak (ischemie, trauma, rabdomyolyse) en bij combinatie met andere kaliumverhogende medicatie (zie rubriek Interacties).
Bij een nierfunctiestoornis rekening houden met acute achteruitgang van de nierfunctie en deze daarom blijven controleren. Bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 20 ml/min) wordt gebruik van olmesartan niet aanbevolen; olmesartan is niet onderzocht bij terminale nierinsufficiëntie en bij patiënten met een recente niertransplantatie. Bij bilaterale stenose van de arteriae renales of bij unilaterale stenose bij slechts één functionerende nier is er meer kans op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie.
Werkzaamheid en veiligheid bij ernstige leverinsufficiëntie zijn niet vastgesteld.
Onderzoeksgegevens: Er zijn onvoldoende gegevens voor een doseeradvies bij een leeftijd van 1–5 jaar. Olmesartan niet toepassen bij een leeftijd < 1 jaar vanwege veiligheidsoverwegingen en het ontbreken van gegevens.
ACE-remmers en ARB's zijn minder effectief tegen hypertensie bij mensen van Afrikaanse herkomst (sub-Sahara).
Overdosering
Symptomen
Hypotensie.
Therapie
Maagspoelen, geactiveerde kool. Eprosartan kan niet verwijderd worden door hemodialyse.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Angiotensinereceptorblokker (ARB) die de effecten van angiotensine II op de bloeddruk, de bloeddoorstroming in de nieren, de proliferatie van gladde spiercellen en aldosteronafgifte antagoneert. Dit leidt o.a. tot vasodilatatie en een verminderde aldosteronsecretie. Bloeddrukverlagend effect: maximaal na 2–3 weken. Bloeddrukverlagende werkingsduur: 24 uur bij dosering eenmaal per dag.
Kinetische gegevens
Resorptie | beperkt. |
F | gem. 13%. |
T max | 1–2 uur. |
V d | 0,19 l/kg. |
Eiwitbinding | 98%. |
Eliminatie | vnl. via de lever (90%), vnl. onveranderd. |
T 1/2el | 5–9 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Olmesartan medoxomil is een pro-drug die tijdens de absorptie door esterasen in de darmmucosa en het portale bloed snel wordt omgezet in het actieve olmesartan, een angiotensinereceptorblokker (ARB), die veroorzaakt o.a. vasodilatatie en een verminderde aldosteronsecretie. Werking: binnen 2 weken, maximaal na 8 weken. Werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
F | ca. 26%. |
T max | binnen 2 uur. |
V d | 0,23–0,41 l/kg. |
Overig | Bij leverinsufficiëntie en bij nierinsufficiëntie is de blootstelling aan olmesartan verhoogd. |
Eiwitbinding | 99,7%. |
Eliminatie | onveranderd (olmesartan) met de urine (ca. 40%) en de feces (ca. 60%). |
Overig | De klaring bij een leeftijd van 1–16 jaar is vergelijkbaar met de klaring bij volwassenen, na correctie voor het lichaamsgewicht. |
T 1/2el | 10–15 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
eprosartan hoort bij de groep ARB's.
Groepsinformatie
olmesartan hoort bij de groep ARB's.