Samenstelling
Norgestimaat/ethinylestradiol
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Verpakkingsvorm
- strip met 21 tabletten
Bevat per tablet: norgestimaat 250 microg, ethinylestradiol 35 microg. Sub-50 pil.
Uitleg symbolen
Samenstelling
Nomegestrol/estradiol
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Strip met 24 witte tabletten en 4 groene placebo-tabletten. Bevat per witte tablet: estradiol (als hemihydraat) 1,5 mg en nomegestrol(acetaat) 2,5 mg.
Zoely
Bijlage 2
Theramex Ireland Limited
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Strip met 24 witte tabletten en 4 gele placebo-tabletten. Bevat per witte tablet: estradiol (als hemihydraat) 1,5 mg en nomegestrol(acetaat) 2,5 mg.
Uitleg symbolen
Advies
Bespreek bij een anticonceptiewens de voorkeur, verwachte therapietrouw en persoonlijke situatie van de vrouw. Begeleid haar bij het kiezen voor een passende methode op basis van kenmerken van de verschillende methoden zoals betrouwbaarheid, toepassing, invloed op het bloedingspatroon, (ernstige) bijwerkingen en contra-indicaties; zie tabel 1 en 3 van de NHG-Standaard Anticonceptie via richtlijnen.nhg.org. De meest betrouwbare anticonceptiemethoden zijn (in willekeurige volgorde): combinatiepreparaten (pil, pleister, vaginale ring), de pil met alleen progestageen (desogestrel), het implantatiestaafje (etonogestrel), de prikpil (medroxyprogesteron) en de hormoonspiraal (levonorgestrel IUD) of koperspiraal. Bij combinatiepreparaten en bij de pil met alleen progestageen is de betrouwbaarheid afhankelijk van de therapietrouw.
Bij de keuze voor een combinatiepreparaat gaat de voorkeur uit naar een pil met ethinylestradiol (EE) 30 microg en levonorgestrel 150 microg. Tweede keus zijn EE/gestodeen (20/75 microg), EE/levonorgestrel (20/100 microg) en EE/norgestimaat (35/250 microg). Andere orale combinatiepreparaten en waarschijnlijk ook de ring en de pleister geven een grotere risicotoename op VTE.
Aan de vergoeding van ethinylestradiol/norgestimaat zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bespreek bij een anticonceptiewens de voorkeur, verwachte therapietrouw en persoonlijke situatie van de vrouw. Begeleid haar bij het kiezen voor een passende methode op basis van kenmerken van de verschillende methodes zoals betrouwbaarheid, toepassing, invloed op het bloedingspatroon, (ernstige) bijwerkingen en contra-indicaties; zie tabel 1 en 3 van de NHG-Standaard Anticonceptie. De meest betrouwbare anticonceptiemethoden zijn (in willekeurige volgorde): combinatiepreparaten (pil, pleister, vaginale ring), de pil met alleen progestageen (desogestrel), het implantatiestaafje (etonogestrel), de prikpil (medroxyprogesteron) en de hormoonspiraal (levonorgestrel IUD) of koperspiraal. Bij combinatiepreparaten en bij de pil met alleen progestageen is de betrouwbaarheid afhankelijk van de therapietrouw.
Bij de keuze voor een combinatiepreparaat gaat de voorkeur uit naar een pil met ethinylestradiol (EE) 30 microg en levonorgestrel 150 microg. Tweede keus zijn EE/gestodeen (20/75), EE/levonorgestrel (20/100 microg) en EE/norgestimaat (35/250 microg). Andere orale combinatiepreparaten en waarschijnlijk ook de ring en de pleister geven een grotere risicotoename op VTE.
Aan de vergoeding van estradiol/nomegestrol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Hormonale anticonceptie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hormonale anticonceptie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hormonale anticonceptie
Adviezen bij afwijkend gebruik
De tabletten elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip innemen.
Doseringen
Hormonale anticonceptie
Adviezen bij afwijkend gebruik
De tabletten elke dag rond hetzelfde tijdstip innemen, in de volgorde die op de strip staat aangegeven.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree. Dysmenorroe, doorbraakbloedingen of 'spotting'.
Vaak (1-10%): urineweginfectie, vaginale infectie. Overgevoeligheid. Vochtretentie, verandering in lichaamsgewicht. Depressie, nervositeit, stemmingswisselingen, slapeloosheid. Migraine, duizeligheid. Oedeem. Maag-darmpijn, buikkrampen, opgeblazen gevoel, obstipatie, winderigheid. Acne, huiduitslag. Spierspasmen, pijn in de ledematen, rugpijn. Amenorroe, toegenomen genitale afscheiding, pijnlijke of gevoelige borsten.
Soms (0,1-1%): cervicale dysplasie. Verandering in eetlust. Angst, verandering in libido, sneller prikkelbaar. Syncope, paresthesie. Zichtstoornis, droge ogen. Palpitaties. Trombose, hypertensie, opvlieger. Dyspneu. Colitis. Alopecia, hirsutisme, urticaria, jeuk, erytheem, huidverkleuring, chloasma. Myalgie. Galactorroe, vergrote borsten, vulvovaginale droogte, ovariumcyste.
Zelden (0,01-0,1%): borstcyste, borstcarcinoom, cervixcarcinoom. Vertigo. Tachycardie, myocardinfarct, diepveneuze trombose, veneuze of arteriële trombo-embolie. Pancreatitis, hepatitis. Hyperhidrose, fotosensibilisatie, erythema nodosum, erythema multiforme. Toegenomen vaginale afscheiding.
Verder zijn gemeld: leveradenoom, focale nodulaire hyperplasie, fibroadenoom in de borst. Dyslipidemie. Cerebrovasculair accident, convulsie. Retinale vasculaire trombose, levervenetrombose (incl. Budd-Chiarisyndroom), longembolie. Intolerantie voor contactlenzen. Angio-oedeem, nachtelijk transpireren.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): acne. Abnormale onttrekkingsbloeding.
Vaak (1-10%): verminderd libido. Depressie, stemmingswisselingen. Hoofdpijn, migraine. Misselijkheid. Metrorragie, menorragie, pijnlijke borsten, onderbuikpijn. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): toegenomen eetlust, vochtretentie. Opvlieger. Buikongemak. Hyperhidrose, haaruitval, jeuk, droge huid, seborroe. Hypomenorroe, gezwollen borsten, galactorroe, baarmoederspasme, premenstrueel syndroom (verergering van), borstgezwel, dyspareunie, vaginale droogheid. Prikkelbaarheid, oedeem. Stijging van leverenzymwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): verminderde eetlust. Verhoogd libido. Aandachtsstoornis. CVA, TIA. Intolerantie voor contactlenzen of droge ogen. Veneuze trombo-embolie. Droge mond. Cholelithiase, cholecystitis. Chloasma, hypertrichose.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met glecaprevir/pibrentasvir en sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir is gecontra-indiceerd, vanwege meer kans op bijwerkingen op de lever; een andere vorm van anticonceptie wordt aanbevolen (bv. anticonceptiva met alleen een progestageen of niet-hormonale methoden) tot 2 weken na afloop van de behandeling met deze geneesmiddelen.
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende stoffen (anti-epileptica zoals carbamazepine, felbamaat, fenobarbital, fenytoïne, oxcarbazepine, primidon, rufinamide, topiramaat; overige enzyminductoren zoals bosentan, griseofulvine, modafinil, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid) is de anticonceptiepil minder betrouwbaar door verlaging van de spiegels van het oestrogeen en progestageen. Indien deze interactie niet kan worden vermeden, de anticonceptiepil vervangen door een levonorgestrelbevattend spiraaltje, een koperhoudend spiraaltje of de prikpil. Een andere optie is het gebruik van condooms in combinatie met de anticonceptiepil; deze gebruiken tot ten minste 4 weken na staken van de inductor. Als de inductor nog in gebruik is na het einde van de strip, dan direct beginnen met een volgende strip zonder de gebruikelijke stopweek.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers kunnen de spiegels van het oestrogeen of progestageen uit de anticonceptiepil verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Bij gelijktijdig innemen met colesevelam of colestyramine neemt de absorptie af; de anticonceptiepil ten minste 4 uur vóór colesevelam of colestyramine innemen.
Etoricoxib kan de plasmaconcentratie van ethinylestradiol met ca. 50% verhogen.
Oestrogenen uit de anticonceptiepil en aromataseremmers of tamoxifen kunnen elkaars werking verminderen.
Door gebruik van hormonale anticonceptiva kan de plasmaspiegel van lamotrigine dalen en die van ciclosporine stijgen.
Het gebruik van anticonceptieve steroïden kan de uitslag van bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Interacties
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende stoffen (anti-epileptica zoals carbamazepine, felbamaat, fenobarbital, fenytoïne, oxcarbazepine, primidon, rufinamide, topiramaat; overige enzyminductoren zoals bosentan, griseofulvine, modafinil, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid) is de anticonceptiepil minder betrouwbaar door verlaging van de spiegels van het oestrogeen en progestageen. Indien deze interactie niet kan worden vermeden, de anticonceptiepil vervangen door een levonorgestrelbevattend spiraaltje, een koperhoudend spiraaltje of de prikpil. Een andere optie is het gebruik van condooms in combinatie met de anticonceptiepil; deze gebruiken tot ten minste 4 weken na staken van de inductor. Als de inductor nog in gebruik is na de laatste actieve tablet, dan direct beginnen met een volgende strip zonder de gebruikelijke placebofase.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers kunnen de spiegels van het oestrogeen of progestageen uit de anticonceptiepil verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Bij gelijktijdig innemen met colesevelam of colestyramine neemt de absorptie af; de anticonceptiepil ten minste 4 uur vóór colesevelam of colestyramine innemen.
Oestrogenen uit de anticonceptiepil en aromataseremmers of tamoxifen kunnen elkaars werking verminderen.
Door gebruik van hormonale anticonceptiva kan de plasmaspiegel van lamotrigine dalen en die van ciclosporine stijgen.
Het gebruik van anticonceptieve steroïden kan de uitslag van bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: In het geval van accidenteel (door)gebruik van de anticonceptiepil tijdens de vroege zwangerschap zijn er geen aanwijzingen voor nadelige effecten op de zwangerschap of foetus.
Overige: Vóór begin van het gebruik, zwangerschap uitsluiten. Mocht zich tijdens het gebruik het vermoeden van zwangerschap voordoen, dan de toediening staken en gebruik maken van een (betrouwbare) niet-hormonale methode van anticonceptie, totdat zwangerschap is uitgesloten.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: In het geval van accidenteel (door)gebruik van de anticonceptiepil tijdens de vroege zwangerschap zijn er geen aanwijzingen voor nadelige effecten op de zwangerschap of foetus.
Overige: Vóór begin van het gebruik, zwangerschap uitsluiten. Mocht zich tijdens het gebruik het vermoeden van zwangerschap voordoen, dan de toediening staken en gebruik maken van een (betrouwbare) niet-hormonale methode van anticonceptie, totdat zwangerschap is uitgesloten.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, zowel oestrogenen als progestagenen in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten op de zuigeling gezien. In de eerste zes weken na de bevalling, kan de combinatiepil de borstvoeding mogelijk nadelig beïnvloeden (gering effect op de productie en samenstelling van de moedermelk). Daarbij kan de combinatiepil de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.
Advies: Gebruik ontraden tijdens de eerste 6 weken na de bevalling; daarna kan dit middel waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, zowel oestrogenen als progestagenen in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten op de zuigeling gezien. In de eerste zes weken na de bevalling, kan de combinatiepil de borstvoeding mogelijk nadelig beïnvloeden (gering effect op de productie en samenstelling van de moedermelk). Daarbij kan de combinatiepil de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.
Advies: Gebruik ontraden tijdens de eerste 6 weken na de bevalling; daarna kan dit middel waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- (Risico op) veneuze trombo-embolie (VTE):
- voorgeschiedenis van diepe veneuze trombose of longembolie;
- trombofilie (APC-resistentie door factor-V-Leiden-mutatie, proteïne C-, proteïne S- of antitrombinedeficiëntie);
- zware operatie met langdurige immobilisatie;
- aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor VTE (zie Waarschuwingen en voorzorgen).
- (Risico op) arteriële trombo-embolie (ATE):
- voorgeschiedenis van myocardinfarct, cerebrovasculaire ziekte (beroerte of TIA), angina pectoris, perifeer arterieel vaatlijden;
- aandoening met verhoogd risico op ATE: diabetes mellitus met vasculaire symptomen, ernstige hypertensie, ernstige dyslipoproteïnemie, hyperhomocysteïnemie of aanwezigheid van anti-fosfolipide-antilichamen;
- voorgeschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen;
- aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor ATE (zie Waarschuwingen en voorzorgen).
- aandoening van de hartkleppen met complicaties;
- (voorgeschiedenis van) geslachtshormoon-afhankelijke maligniteit, zoals mammacarcinoom;
- drager BRCA-genmutatie of belaste familieanamnese bij leeftijd > 35 jaar;
- (voorgeschiedenis van) ernstige leveraandoening, zolang de leverfunctie niet is genormaliseerd, waaronder levertumor;
- (voorgeschiedenis van) pancreatitis, indien samenhangend met ernstige hypertriglyceridemie;
- voorgeschiedenis van cholestatische geelzucht tijdens zwangerschap of geelzucht bij eerder pilgebruik;
- bariatrische chirurgie, gericht op bereiken verminderde absorptie van voedingsstoffen;
- endometriumhyperplasie;
- vaginale bloeding met onbekende oorzaak.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- (Risico op) veneuze trombo-embolie (VTE):
- voorgeschiedenis van diepe veneuze trombose of longembolie;
- trombofilie (APC-resistentie door factor-V-Leiden-mutatie, proteïne C-, proteïne S- of antitrombinedeficiëntie);
- zware operatie met langdurige immobilisatie;
- aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor VTE (zie Waarschuwingen en voorzorgen).
- (Risico op) arteriële trombo-embolie (ATE):
- voorgeschiedenis van myocardinfarct, cerebrovasculaire ziekte (beroerte of TIA), angina pectoris, perifeer arterieel vaatlijden;
- aandoening met verhoogd risico op ATE: diabetes mellitus met vasculaire symptomen, ernstige hypertensie, ernstige dyslipoproteïnemie, hyperhomocysteïnemie of aanwezigheid van anti-fosfolipide-antilichamen;
- voorgeschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen;
- aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor ATE (zie Waarschuwingen en voorzorgen).
- (voorgeschiedenis van) geslachtshormoon-afhankelijke maligniteit, zoals mammacarcinoom;
- drager BRCA-genmutatie of belaste familieanamnese bij leeftijd > 35 jaar;
- (voorgeschiedenis van) meningeoom;
- (voorgeschiedenis van) ernstige leveraandoening, zolang de leverfunctie niet is genormaliseerd;
- (voorgeschiedenis van) levertumor;
- (voorgeschiedenis van) pancreatitis, indien samenhangend met ernstige hypertriglyceridemie;
- bariatrische chirurgie, gericht op bereiken verminderde absorptie van voedingsstoffen;
- vaginale bloeding met onbekende oorzaak.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het risico op veneuze trombo-embolie (VTE) neemt toe bij gebruik van een gecombineerd hormonaal anticonceptivum. Anticonceptiva die levonorgestrel of norgestimaat bevatten zijn geassocieerd met het kleinste risico. De meeste kans op VTE bestaat in het eerste jaar van het gebruik of bij opnieuw gebruiken van de pil na een onderbreking van ten minste een maand. Bij aanwezigheid van één of meerdere risicofactoren voor VTE, het gebruik afwegen. Bij verdenking op een erfelijke predispositie (eerstegraads familielid < 50 jaar met VTE), de vrouw doorverwijzen naar een gespecialiseerde arts. Risicofactoren zijn een leeftijd > 35 j., immobilisatie, een operatieve ingreep (m.n. operatie van de benen of neurochirurgie), groot trauma, een recente bevalling of miskraam in het tweede trimester en obesitas. Ook de volgende aandoeningen zijn een risicofactor: kanker, sikkelcelziekte, SLE, HUS en IBD en mogelijk oppervlakkige tromboflebitis en varicosis.
Het risico op arteriële trombo-embolie (ATE; myocardinfarct of ischemisch CVA) neemt iets toe bij gebruik van een gecombineerd hormonaal anticonceptivum. Bij aanwezigheid van één of meerdere risicofactoren voor ATE, het gebruik afwegen. Bij verdenking op een erfelijke predispositie de vrouw doorverwijzen naar een gespecialiseerde arts. Risicofactoren zijn een leeftijd > 35 j., roken, obesitas, hypertensie en migraine. Ook andere aandoeningen waarbij vaatstoornissen kunnen optreden zijn een risicofactor: diabetes mellitus, hartklepziekte en atriumfibrilleren, dyslipoproteïnemie en SLE.
Een lichte toename van de kans op mammacarcinoom is gerapporteerd in epidemiologisch onderzoek. Deze toegenomen kans verdwijnt binnen 10 jaar na staken van het gebruik. Het is onduidelijk of er een negatieve invloed is op de kans op cervixcarcinoom. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.
Staak gebruik bij:
- de eerste symptomen van tromboflebitis of trombo-embolie;
- een toename in frequentie of ernst van migraine;
- stijging van de bloeddruk die onvoldoende op antihypertensieve therapie reageert;
- achteruitgang van de leverfunctie (tot normalisatie optreedt).
Wees voorzichtig bij:
- hypertriglyceridemie, of een positieve familie-anamnese hiervoor (meer kans op pancreatitis);
- erfelijk of verworven angio-oedeem (exogene oestrogenen kunnen aanvallen van angio-oedeem induceren);
- diabetes mellitus (controleer met name in het begin van het gebruik zorgvuldig, omdat de glucosetolerantie kan veranderen);
- predispositie voor melasma (vermijd blootstelling aan zonlicht of UV-straling).
Depressie is gemeld; adviseer de vrouw contact op te nemen met de arts bij symptomen hiervan, ook kort na aanvang van de behandeling.
Beoordeling van eventueel onregelmatig bloedverlies is pas zinvol na een periode van 3 cycli, omdat vooral tijdens de eerste maanden van gebruik 'spotting' of doorbraakbloeding optreedt. Indien het anticonceptivum niet volgens de aanwijzingen is ingenomen voorafgaand aan een uitgebleven onttrekkingsbloeding of indien er tweemaal geen onttrekkingsbloeding optreedt, zwangerschap uitsluiten alvorens het gebruik voort te zetten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het risico op veneuze trombo-embolie (VTE) neemt toe bij gebruik van een gecombineerd hormonaal anticonceptivum. Estradiol/nomegestrol heeft mogelijk een risico op VTE in hetzelfde bereik als combinatiepreparaten met levonorgestrel. De meeste kans bestaat in het eerste jaar van het gebruik of bij opnieuw gebruiken van de pil na een onderbreking van ten minste een maand. Bij aanwezigheid van één of meerdere risicofactoren voor VTE, het gebruik afwegen. Bij verdenking op een erfelijke predispositie (eerstegraads familielid < 50 jaar met VTE), de vrouw doorverwijzen naar een gespecialiseerde arts. Risicofactoren zijn een leeftijd > 35 j., immobilisatie, een operatieve ingreep (m.n. operatie van de benen of neurochirurgie), groot trauma, een recente bevalling of miskraam in het tweede trimester en obesitas. Ook de volgende aandoeningen zijn een risicofactor: kanker, sikkelcelziekte, SLE, HUS en IBD en mogelijk oppervlakkige tromboflebitis en varicosis.
Het risico op arteriële trombo-embolie (ATE; myocardinfarct of ischemisch CVA) neemt iets toe bij gebruik van een gecombineerd hormonaal anticonceptivum. Bij aanwezigheid van één of meerdere risicofactoren voor ATE, het gebruik afwegen. Bij verdenking op een erfelijke predispositie de vrouw doorverwijzen naar een gespecialiseerde arts. Risicofactoren zijn een leeftijd > 35 j., roken, obesitas, hypertensie en migraine. Ook andere aandoeningen waarbij vaatstoornissen kunnen optreden zijn een risicofactor: diabetes mellitus, hartklepziekte en atriumfibrilleren, dyslipoproteïnemie en SLE.
Een lichte toename van de kans op mammacarcinoom is gerapporteerd in epidemiologisch onderzoek. Deze toegenomen kans verdwijnt binnen 10 jaar na staken van de inname. Het is onduidelijk of er een negatieve invloed is op de kans op cervixcarcinoom. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.
Het optreden van meningeoom is gemeld bij langdurig gebruik van nomegestrol als monotherapie in hoge doses (≥ 3,75 mg/dag). Bij diagnose van een meningeoom elke nomegestrolbevattende behandeling staken.
Staak gebruik bij
- de eerste symptomen van tromboflebitis of trombo-embolie;
- onverklaarbaar gezichtsverlies, proptose, diplopie, papiloedeem of retinale vasculaire schade;
- een toename in frequentie of ernst van migraine;
- stijging van de bloeddruk die onvoldoende op antihypertensieve therapie reageert;
- achteruitgang van de leverfunctie (tot normalisatie optreedt).
Wees voorzichtig bij
- hypertriglyceridemie, of een positieve familie-anamnese hiervoor (meer kans op pancreatitis);
- erfelijk of verworven angio-oedeem (exogene oestrogenen kunnen aanvallen van angio-oedeem induceren);
- diabetes mellitus (controleer met name in het begin van het gebruik zorgvuldig, omdat de glucosetolerantie kan veranderen);
- predispositie voor melasma (vermijd blootstelling aan zonlicht of UV-straling).
Depressie is gemeld; adviseer de vrouw contact op te nemen met de arts bij symptomen hiervan, ook kort na aanvang van de behandeling.
Beoordeling van eventueel onregelmatig bloedverlies is pas zinvol na een periode van 3 cycli, omdat vooral tijdens de eerste maanden van gebruik 'spotting' of doorbraakbloeding optreedt. Indien het anticonceptivum niet volgens de aanwijzingen is ingenomen voorafgaand aan een uitgebleven onttrekkingsbloeding of indien er tweemaal geen onttrekkingsbloeding optreedt, zwangerschap uitsluiten alvorens het gebruik voort te zetten.
Bij adolescenten < 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling de monografie orale anticonceptiva op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Combinatie van een vaste hoeveelheid progestageen en oestrogeen.
Eigenschappen
De werkzame tabletten bevatten een combinatie van een vaste hoeveelheid oestrogeen en progestageen. Nomegestrol is een hoogselectief progestageen, afgeleid van het natuurlijke progesteron. Het heeft een antigonadotrope, een progesteronreceptor-gemedieerde anti-oestrogene werking en een matige anti-androgene werking.
Groepsinformatie
ethinylestradiol/norgestimaat hoort bij de groep anticonceptiva, combinatiepreparaten.
- estetrol/drospirenon (G03AA18) Vergelijk
- estradiol/dienogest (G03AB08) Vergelijk
- estradiol/nomegestrol (G03AA14) Vergelijk
- ethinylestradiol/desogestrel (éénfase) (G03AA09) Vergelijk
- ethinylestradiol/drospirenon (G03AA12) Vergelijk
- ethinylestradiol/etonogestrel (G02BB01) Vergelijk
- ethinylestradiol/gestodeen (éénfase) (G03AA10) Vergelijk
- ethinylestradiol/levonorgestrel (driefasen) (G03AB03) Vergelijk
- ethinylestradiol/levonorgestrel (gefaseerd continu) (G03AB03) Vergelijk
- ethinylestradiol/levonorgestrel (éénfase) (G03AA07) Vergelijk
- ethinylestradiol/norelgestromine (G03AA13) Vergelijk
Groepsinformatie
estradiol/nomegestrol hoort bij de groep anticonceptiva, combinatiepreparaten.
- estetrol/drospirenon (G03AA18) Vergelijk
- estradiol/dienogest (G03AB08) Vergelijk
- ethinylestradiol/desogestrel (éénfase) (G03AA09) Vergelijk
- ethinylestradiol/drospirenon (G03AA12) Vergelijk
- ethinylestradiol/etonogestrel (G02BB01) Vergelijk
- ethinylestradiol/gestodeen (éénfase) (G03AA10) Vergelijk
- ethinylestradiol/levonorgestrel (driefasen) (G03AB03) Vergelijk
- ethinylestradiol/levonorgestrel (gefaseerd continu) (G03AB03) Vergelijk
- ethinylestradiol/levonorgestrel (éénfase) (G03AA07) Vergelijk
- ethinylestradiol/norelgestromine (G03AA13) Vergelijk
- ethinylestradiol/norgestimaat (G03AA11) Vergelijk