Samenstelling
Trelegy Ellipta GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder '92/55/22'
- Verpakkingsvorm
- 30 doses
Bevat per afgegeven dosis: fluticasonfuroaat 92 microg, umeclidinium (als bromide) 55 microg, vilanterol (als trifenataat) 22 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Duaklir Genuair Aanvullende monitoring Covis Pharma Europe bv
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder
- Verpakkingsvorm
- 60 doses
Bevat per dosis: aclidinium (als bromide) 340 microg en formoterol(fumaraat) 12 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling bij volwassenen met matige tot ernstige chronische obstructieve longziekte (COPD) waarbij een combinatie van een inhalatiecorticosteroïd en een langwerkend β2-sympathicomimeticum, óf een combinatie van een parasympathicolyticum en een langwerkend β2-sympathicomimeticum onvoldoende effectief is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling van chronische obstructieve longziekte (COPD) ter verlichting van symptomen bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
De aanbevolen en maximale dosering is 1 inhalatie '92/55/22' 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: Er is geen aanpassing van de dosering nodig.
Verminderde leverfunctie: Er is geen aanpassing van de dosering nodig.
Gemiste dosis: Bij vergeten van een dosis, de volgende dosis op het geplande tijdstip innemen.
Toediening
- Iedere dag op hetzelfde tijdstip toedienen, 's ochtends of 's avonds.
- Na inhalatie de mond goed spoelen met water (niet doorslikken), dit vermindert de kans op orofaryngeale candidiase of heesheid.
Doseringen
Onderhoudsbehandeling COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
1 inhalatie 2×/dag.
Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Gemiste dosis: deze zo snel mogelijk alsnog innemen en de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip nemen. Indien het bijna tijd is voor de volgende dosis, de gemiste dosis overslaan.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoesten, rinitis, sinusitis, (naso)faryngitis, orofaryngeale candidiase en pijn, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, pneumonie (één fataal geval gemeld), griep. Urineweginfectie. Obstipatie. Hoofdpijn. Artralgie, rugpijn.
Soms (0,1-1%): droge mond, virale luchtweginfecties. Dysfonie. Dysgeusie. Wazig zien, glaucoom, oogpijn. Atriumfibrilleren, tachycardie, supraventriculair tachyaritmie. Botbreuken.
Zelden (0,01-0,1%): angst. Hyperglykemie. Hartkloppingen. Overgevoeligheidsreacties, zoals anafylaxie, angio-oedeem, urticaria, huiduitslag. Spierspasmen. Urineretentie, dysurie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): droge mond, misselijkheid, diarree. Tandabces, nasofaryngitis, sinusitis, urineweginfectie. Hoest. Slapeloosheid, angst. Hoofdpijn, duizeligheid, tremor. Myalgie, spierkramp. Verhoogd serumcreatinekinase.
Soms (0,1-1%): dysgeusie. Dysfonie, keelirritatie. Agitatie. Wazig zien. Tachycardie, hartkloppingen, verlengde QTc-waarde, angina pectoris. Hypertensie. Urineretentie. Hypokaliëmie, hyperglykemie. Huiduitslag, jeuk. Stomatitis.
Zelden (0,01-0,1%): (paradoxale) bronchoconstrictie. Overgevoeligheid.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie.
Meer informatie:
Interacties
Vilanterol: β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van vilanterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden.
Gelijktijdig gebruik van niet-kaliumsparende diuretica, corticosteroïden of theofylline kan het mogelijk hypokaliëmische effect van β2-sympathicomimetica versterken.
Bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers zoals ketoconazol en ritonavir kan de systemische blootstelling aan fluticason en vilanterol toenemen; het gebruik zo mogelijk vermijden.
De gelijktijdige toediening van andere langwerkende parasympathicolytica of langwerkende β2-sympathicomimetica is niet onderzocht en wordt niet aanbevolen omdat het de bijwerkingen kan versterken.
Interacties
Gelijktijdige toediening van andere anticholinergica is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen.
β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van formoterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden.
Een additief effect (t.o.v. alleen formoterol) kan optreden door combinatie met andere sympathicomimetica (zoals efedrine) of met anticholinergica.
Hypokaliëmie kan eerder optreden bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline; controleer de kaliumspiegel. Als gevolg van hypokaliëmie kan het effect van digoxine worden versterkt; aritmieën kunnen optreden.
Bij gelijktijdig gebruik met kinidine, disopyramide, fenothiazinen, antihistaminica en tricyclische antidepressiva kan verlenging van het QTc-interval optreden en is er meer kans op ventriculaire aritmieën.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens (umeclidinium, vilanterol). Bij dieren zijn hoge doses vilanterol schadelijk gebleken (o.a. gespleten gehemelte, kromming van de ledematen). Ruime ervaring met fluticason per inhalatie laat geen schadelijke effecten zien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Er is geen gedocumenteerde ervaring met aclidinium tijdens zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor meer kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten, zoals foetale groeiremming of vroeggeboorte bij gebruik van formoterol tijdens de zwangerschap (op basis van redelijke gedocumenteerde ervaring).
Farmacologisch effect: Hoge doses formoterol aan het einde van de zwangerschap kunnen weeënremming en β-sympathicomimetica-effecten zoals tachycardie, hypoglykemie en tremor bij de neonaat veroorzaken.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (fluticason, umeclidinium, vilanterol). Andere inhalatiecorticosteroïden, parasympathicolytica en β2-sympathicomimetica zijn aangetroffen in moedermelk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Voor zowel aclidinium als formoterol: Ja, bij dieren in geringe mate, bij de mens onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken bij astma of voor de behandeling van acute bronchospasmen of COPD-exacerbaties. Bij paradoxale bronchospasmen die gepaard gaan met onmiddellijke toename van piepend ademhalen en dyspneu de behandeling onmiddellijk staken en zo nodig op een andere behandeling overgaan.
Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een verergering van de aandoening; de behandeling dient te worden herbeoordeeld.
Comorbiditeit: wees voorzichtig met het gebruik bij instabiele of ernstige hart- en vaataandoeningen, omdat na toediening van parasympathicolytica en sympathicomimetica cardiovasculaire effecten zoals hartritmestoornissen zijn waargenomen. Wees tevens voorzichtig bij thyreotoxicose, convulsieve aandoeningen en bij onbehandelde hypokaliëmie. Bij diabetes mellitus extra bloedglucosecontroles uitvoeren bij begin van de behandeling.
Wees voorzichtig bij nauwe-kamerhoekglaucoom of urineretentie, vanwege het anticholinerge effect van umeclidinium. Laat de patiënt direct contact opnemen met de arts bij symptomen van acuut glaucoom; de behandeling dient te worden gestaakt. Wees voorzichtig met urinerentie of risicofactoren als prostaathypertrofie; acute urineretentie is waargenomen.
De kans op pneumonie bij COPD neemt toe door het gebruik van inhalatiecorticosteroïden; houd bij het voorschrijven daarom rekening met risicofactoren voor pneumonie (roken, hogere leeftijd, voorgeschiedenis van pneumonie, lage BMI en ernstig COPD).
Inhalatiecorticosteroïden kunnen bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren; ook kan longtuberculose geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden.
Controleer de patiënt regelmatig op systemische effecten van corticosteroïden, met name bij langdurig gebruik van hoge doses en bij matig tot ernstig gestoorde leverfunctie.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling met hoge doses door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken bij astma of voor de behandeling van acute bronchospasmen.
Paradoxale bronchospasmen: Bij optreden van paradoxale bronchospasmen met een onmiddellijke toename van dyspneu na inhalatie de therapie staken en op een andere behandeling overgaan.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij prostaathyperplasie, urineretentie, convulsieve stoornissen, thyrotoxicose, feochromocytoom, instabiele angina pectoris, een verlengde QTc-tijd (in de voorgeschiedenis), ernstige cardiovasculaire aandoeningen (zoals idiopathische subvalvulaire aortastenose, aneurysma, ernstige hartritmestoornissen, myocardinfarct < 6 maanden geleden of hartfalen (NYHA-klasse III of IV) met ziekenhuisopname < 12 maanden geleden en instabiele angina pectoris). Overweeg de behandeling te staken bij het optreden van een verhoogde bloeddruk, een versnelde hartslag of veranderingen in het ECG (zoals verlenging QTc-interval, onderdrukking ST-segment, afvlakking van de T-golf ).
Hypokaliëmie: Bij ernstig COPD kan hypokaliëmie worden versterkt door hypoxie en comedicatie (zie Interacties); de hypokaliëmie is doorgaans van voorbijgaande aard. Hypokaliëmie verhoogt de gevoeligheid voor aritmieën.
Glaucoom: Parasympathicolytica kunnen door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Contact met de ogen vermijden, aangezien dit kan leiden tot toename van nauwe-kamerhoekglaucoom, pijn of onaangenaam gevoel in de ogen, wazig zien, visuele halo's gecombineerd met rode ogen en cornea-oedeem.
Cariës: Langdurig gebruik van een parasympathicolyticum kan leiden tot droge mond en cariës.
Overdosering
Symptomen
Hoge doses van aclidinium/formoterol kunnen leiden tot overmatige anticholinerge en/of β2-adrenerge klachten, zoals wazig zien, hoofdpijn, tremor, droge mond, misselijkheid, hypertensie, palpitaties en spierkrampen.
Voor meer informatie over een vergiftiging met aclidinium/formoterol neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Combinatie van een lokaal werkend corticosteroïd (fluticason), een langwerkend parasympathicolyticum (umeclidinium) en een langwerkend β2-sympathicomimeticum (vilanterol). De werking treedt binnen 15 min in.
Voor meer informatie over de farmacokinetiek zie:
Eigenschappen
Combinatie van een langwerkend parasympathicolyticum (aclidinium) en een langwerkend, selectief β2-sympathicomimeticum (formoterol). Aclidinium heeft een competitieve reversibele antagonistische werking op voornamelijk M3-muscarinereceptoren in de luchtwegen (en in mindere mate op M2-muscarinereceptoren). Formoterol induceert bronchodilatatie door directe relaxatie van glad spierweefsel in de luchtwegen. Werking: binnen 5 min. Werkingsduur: tot ca. 12 uur.
Kinetische gegevens
Groepsinformatie
fluticason/umeclidinium/vilanterol hoort bij de groep parasympathicolytica met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- glycopyrronium/formoterol (R03AL07) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk
Groepsinformatie
aclidinium/formoterol hoort bij de groep parasympathicolytica met bèta2-sympathicomimeticum.
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- fluticason/umeclidinium/vilanterol (R03AL08) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- glycopyrronium/formoterol (R03AL07) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk