Samenstelling
Axhidrox (als bromide) XGVS Will-Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 8 mg/g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Klisyri Aanvullende monitoring Almirall bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 250 mg zalf
Basis: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voorlichting en niet-medicamenteuze adviezen vormen een belangrijk onderdeel van de behandeling van primaire hyperhidrose. Geef aluminiumchloride-oplossing of aluminiumhydroxochloride-oplossing of -crème als de adviezen onvoldoende helpen. Aluminiumchloride is mogelijk effectiever dan aluminiumhydroxychloride, maar geeft ook meer huidirritatie. Overweeg oraal oxybutynine (offlabel) indien de klachten ernstig zijn en niet verminderen na vier weken gebruik van aluminiumzouten.
Voor lokaal glycopyrronium is geen plaatsbepaling vastgesteld in de medicamenteuze behandeling van primaire axillaire hyperhidrose.
Advies
Actinische keratose hoeft niet altijd behandeld te worden. Bij een enkele kleine actinische keratose is behandeling meestal niet nodig. De noodzaak voor behandeling neemt toe naarmate er meer of grotere laesies zijn (arbitrair: > 5 laesies of > 1 cm), bij risicofactoren (actinische veldveranderingen, voorgeschiedenis van huidkanker, immuungecompromitteerden) of als de patiënt er hinder van ondervindt, zoals pijn, jeuk of cosmetische bezwaren. Kies dan in de eerstelijnszorg voor cryotherapie (bij ≤5 laesies) of behandeling met 5-fluoro-uracil (5-FU)-crème. Zie verder Verdachte huidafwijkingen.
Geef bij multipele actinische keratose laesies (actinische veldveranderingen) in de tweedelijnszorg 5-FU-crème. Bij onvoldoende effect bij een eerste behandeling, eventueel de behandeling herhalen. Overweeg imiquimodcrème 5 % bij eerder geen of onvoldoende effect van 5-FU-crème of indien de smeerfrequentie van 5-FU-crème niet behaald kan worden. Bij onvoldoende effect, kan de behandeling worden herhaald. Overweeg fotodynamische therapie (PDT) met methylaminolevulinaat i.c.m. daglicht of i.c.m. rood licht indien de patiënt het veld niet kan bereiken of 'non-compliant' is. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Actinische keratose (2021) op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Ernstige primaire axillaire hyperhidrose bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Niet-hyperkeratotische, niet-hypertrofische actinische keratose (Olsen graad 1) in het gezicht of op de hoofdhuid bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Uitsluitend gebruiken in het gebied van de oksel en niet op andere lichaamsdelen.
Niet gebruiken op een ontstoken of beschadigde huid, vanwege meer risico van lokale bijwerkingen.
Ernstige primaire axillaire hyperhidrose
Volwassenen
2 pompactiveringen per oksel (overeenkomend met 4.4 mg glycopyrronium per oksel) 1×/dag, bij voorkeur 's avonds aanbrengen gedurende 4 weken. Daarna afhankelijk van de vermindering van klachten frequentie verlagen tot 2×/week. Continue behandeling is vereist om het effect te behouden.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde nierfunctie: Bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) uitsluitend op strikte indicatie gebruiken, omdat de systemische blootstelling toegenomen kan zijn; controleer bij gebruik nauwlettend op bijwerkingen. Bij een lichte of matige nierinsufficiëntie is geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Vóór het eerste gebruik de pomp eerst primen.
- Gelijkmatig in elke oksel aanbrengen met behulp van de dop, niet met de vingers; zie voor meer informatie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2); zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.
- Vermijd contact met de ogen, mond en neus; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor meer informatie.
Doseringen
Niet aanbrengen op nog niet genezen huid na een voorgaande lokale behandeling, procedure of operatieve ingreep. Niet aanbrengen op open wonden of beschadigde huid.
Actinische keratose
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag een dunne laag op de aangedane plekken van het gezicht of de hoofdhuid aanbrengen gedurende 5 opeenvolgende dagen (totaal 5 sachets nodig). Max. gebied van 25 cm² huidoppervlak behandelen (=max. 1 sachet per dag). Beoordeel het effect vanaf ca. 8 weken na aanvang van de behandeling; bij een niet-complete respons het behandelen opnieuw evalueren en overwegen. Er zijn geen gegevens over gebruik van meer dan één behandelcyclus van 5 dagen; overweeg bij een recidief of nieuwe laesies in het behandelde gebied andere behandelopties.
Een vergeten dosis zo snel mogelijk alsnog aanbrengen, daarna doorgaan met het gewone schema; de zalf niet vaker dan 1× per dag aanbrengen.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Breng de zalf iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip aan.
- Was vóór het aanbrengen, het te behandelen gebied met milde zeep en water en laat goed drogen.
- Was de handen vóór en direct na het aanbrengen van de zalf met zeep en water.
- Knijp de zalf van 1 sachet voor eenmalig gebruik op een vingertop om vervolgens aan te brengen op de te behandelen plekken; vermijd hierbij contact met ogen, lippen, binnenkant neusgaten en oren.
- Na het aanbrengen het te behandelen gebied niet inzwachtelen, bedekken, wassen of aanraken gedurende ca. 8 uur; hierna kan de huid gewassen worden met een milde zeep en water.
- Elk sachet is uitsluitend voor eenmalig gebruik en moet na gebruik worden weggegooid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): droge mond (met name in het begin van de behandeling).
Vaak (1-10%): lokaal op de toedienplaats: erytheem, irritatie, pijn, jeuk of folliculitis. Hoofdpijn. Obstipatie. Droge ogen, nasale droogheid, droge huid.
Soms (0,1-1%): lokaal op de toedienplaats: acne, zwelling, huiduitslag, droogheid, papels of eczeem. Tachycardie, QT-verlenging. Borstkaspijn.Trombocytopenie. Abdominale distensie, harde stoelgang. Duizeligheid, slaperigheid, slaapstoornis, vermoeidheid. Vertigo. Wazig zien, verminderd gezichtsvermogen, jeuk aan het oog, oculaire hyperemie, ongelijke pupillen, oogirritatie. Orofaryngeale pijn, keelbeklemming. Droge lippen, droge neus, droge slijmvliezen. Hyperhidrose, jeuk, afwijkende huidgeur, erytheem, parapsoriasis, huidirritatie, droge handen, jeuk, (constitutioneel) eczeem, huidplaque. Verhoogde leverenzymen.
Verder is gemeld: overgevoeligheid, angio-oedeem.
Bijwerkingen veranderden niet in ernst bij een langere behandelduur.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): Erytheem, schilfervorming, korstvorming, zwelling en erosie of ulcera op de toedienplaats.
Vaak (1-10%): pijn, gevoeligheid, stekend of branderig gevoel, jeuk en vesikels of pustels op de toedienplaats.
De meeste lokale huidreacties zijn licht tot matig ernstig en voorbijgaand. Ernstige lokale huidreacties treden op bij ca. 13% van de patiënten. De lokale huidreacties bereiken over het algemeen een piek 8 dagen na aanvang van de behandeling en verdwijnen meestal binnen 2–3 weken na afloop van de behandeling.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Gelijktijdige toediening van andere anticholinergica is niet onderzocht; een versterking van anticholinerge effecten kan niet worden uitgesloten.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren reproductietoxisch gebleken.
Farmacologisch effect: Gezien de minimale systemische blootstelling bij cutaan gebruik zijn nadelige effecten bij de foetus onwaarschijnlijk.
Advies: Kan indien nodig worden overwogen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren reproductietoxiciteit aangetoond.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de behandeling.
Vruchtbaarheid: Uit dieronderzoek is mannelijke vruchtbaarheidstoxiciteit gebleken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren (incl. metabolieten).
Advies: Volgens de fabrikant het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Volgens Lareb is orale toediening van glycopyrronium en toediening per inhalatie waarschijnlijk veilig. Overig: Vermijd contact van het kind met de behandelde huid van de moeder.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Aandoeningen die kunnen verergeren vanwege het anticholinerge effect zoals:
- glaucoom;
- instabiele cardiovasculaire status bij acute hemorragie;
- pylorusstenose;
- darmobstructie, paralytische ileus;
- ernstige colitis ulcerosa, toxisch megacolon als complicatie van colitis ulcerosa;
- myasthenia gravis;
- syndroom van Sjögren.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met ogen omdat glycopyrronium tijdelijke dilatatie van de pupillen en wazig zien kan veroorzaken. Vermijd ook contact met mond en neus omdat een vermindering van speekselproductie of neusafscheiding niet kan worden uitgesloten. Indien contact optreedt met ogen, neus of mond, deze gebieden onmiddellijk spoelen met veel water. Vermijd huid-op-huidcontact van het behandelde huidgebied met andere gebieden, waaronder de huid van anderen; bedek het behandelde gebied met kleding (bv. tijdens geslachtsgemeenschap).
Niet gebruiken op een beschadigde huid of ontstoken huid, vanwege meer risico van lokale bijwerkingen.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij ernstige prostaathyperplasie, (voorgeschiedenis van) urineretentie. Instrueer patiënten het gebruik onmiddellijk te staken indien symptomen van urineretentie zich voordoen en laat patiënten direct contact opnemen. Wees ook voorzichtig bij patiënten met een kransslagaderaandoening, hartfalen, hartaritmieën en hypertensie, omdat tachycardie een bekend effect is van anticholinergica.
Er zijn geen onderzoeksgegevens bij disfunctie van de bloed-hersenbarrière zoals bij traumatische hersenletsels in het laatste jaar, chemotherapie, bestralingstherapie van het hoofd, chirurgische ingreep aan de schedel en de hersenen en bij verslaving aan intraveneuze drugs. Bij deze patiënten uitsluitend gebruiken als andere behandelopties onvoldoende effectief zijn. Er is geen onderzoek uitgevoerd bij verminderde leverfunctie; aangenomen wordt dat verminderde leverfunctie niet zal leiden tot een klinisch relevante toename van de systemische blootstelling, vanwege een hoofdzakelijk renale klaring.
Het optreden van een droge mond en cariës kan niet worden uitgesloten.
Bij kinderen en ouderen zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: contact met ogen (ook via de vingers) vermijden; indien contact optreedt direct uitspoelen met overvloedig water en medische hulp zoeken. Vermijd ook contact met lippen of de binnenkant van neusgaten en oren. In het geval van onbedoeld inslikken, veel water drinken en medische hulp zoeken.
Lokale huidreacties , waaronder erytheem, schilfering, korstvorming, zwelling, erosie/ulceratie en vesiculatie/pustulatie, kunnen zich voordoen in het behandelde gebied. Het effect van de behandeling kan mogelijk niet adequaat worden beoordeeld tot de lokale huidreacties zijn verdwenen.
Overmatige blootstelling aan zonlicht (waaronder zonnelampen en zonnebanken) vermijden of beperken.
Wees voorzichtig bij immuungecompromitteerde patiënten.
Risico op ontstaan huidkanker: wees alert op veranderingen in het uiterlijk van actinische keratose laesies omdat dit kan wijzen op het ontstaan van invasief plaveiselcelcarcinoom. Klinisch atypische laesies van actinische keratose of vermoede maligniteiten moeten dienovereenkomstig worden behandeld.
Overdosering
Bij toepassing op alleen de oksels is overdosering onwaarschijnlijk. Bij verkeerd gebruik bv. door aanbrengen op andere delen (handpalmen, voeten, gezicht) of grote gebieden, kan een verhoogd risico op overdosering niet worden uitgesloten.
Symptomen
Anticholinerge verschijnselen.
Voor symptomen en behandeling van een intoxicatie met glycopyrronium, zie vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Glycopyrronium is een parasympathicolyticum (anticholinergicum). Het blokkeert de werking van acetylcholine op glad spierweefsel, de hartspier en op verschillende klieren, waaronder de zweetklieren. In de zweetklieren resulteert dit in een vermindering van zweten.
Kinetische gegevens
Resorptie | Na een enkele lokale applicatie is er gedurende ten minste 24 uur een kwantificeerbare plasmaconcentratie aanwezig. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tirbanibuline voorkomt dat cellen in de huidwoekeringen zich delen en nieuwe cellen aanmaken. Het werkingsmechanisme berust op binding aan het eiwit tubuline dat een belangrijk bestanddeel is van het ‘celskelet’ (microtubuli). Hierdoor kunnen de microtubuli niet meer groeien, wat leidt tot stopzetting van de celcyclus en apoptose van prolifererende cellen. Tevens remt tirbanibuline de Src-tyrosinekinasesignalering in snel delende cellen. Tyrosinekinasen spelen een rol bij de celdeling.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal na cutane toediening. |
Metabolisering | in vitro door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C8. Belangrijkste metabolisatiereacties zijn N-debenzylering en hydrolyse. De meest relevante metabolieten tonen minimale systemische blootstelling. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
glycopyrronium (cutaan) hoort bij de groep dermatica, overige.
- abrocitinib (D11AH08) Vergelijk
- brimonidine (cutaan) (D11AX21) Vergelijk
- deoxycholzuur (D11AX24) Vergelijk
- dimethylsulfoxide (M02AX03) Vergelijk
- ditranol (D05AC01) Vergelijk
- eflornithine (D11AX16) Vergelijk
- ichthammol (D05AA) Vergelijk
- ivermectine (cutaan) (D11AX22) Vergelijk
- lebrikizumab (D11AH10) Vergelijk
- levomenthol (cutaan) (D04AX) Vergelijk
- metronidazol (cutaan steriel) (D06BX01) Vergelijk
- metronidazol (cutaan) (D06BX01) Vergelijk
- minoxidil (cutaan) (D11AX01) Vergelijk
- tirbanibuline (D06BX03) Vergelijk
Groepsinformatie
tirbanibuline hoort bij de groep dermatica, overige.
- abrocitinib (D11AH08) Vergelijk
- brimonidine (cutaan) (D11AX21) Vergelijk
- deoxycholzuur (D11AX24) Vergelijk
- dimethylsulfoxide (M02AX03) Vergelijk
- ditranol (D05AC01) Vergelijk
- eflornithine (D11AX16) Vergelijk
- glycopyrronium (cutaan) (D11AA01) Vergelijk
- ichthammol (D05AA) Vergelijk
- ivermectine (cutaan) (D11AX22) Vergelijk
- lebrikizumab (D11AH10) Vergelijk
- levomenthol (cutaan) (D04AX) Vergelijk
- metronidazol (cutaan steriel) (D06BX01) Vergelijk
- metronidazol (cutaan) (D06BX01) Vergelijk
- minoxidil (cutaan) (D11AX01) Vergelijk