Samenstelling
Bevespi AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Aerosol
- Verpakkingsvorm
- 120 doses
Bevat per afgegeven dosis: glycopyrronium (als bromide) 7,2 microg. formoterol (fumaraat) 5 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Enerzair Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder in capsule 'Breezhaler'
- Verpakkingsvorm
- met inhalator
Bevat per dosis: indacaterol (als acetaat) 114 microg, glycopyrronium (als bromide) 46 microg en mometason(furoaat) 136 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2-sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2x/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Een langwerkend parasympathicolyticum (LAMA) heeft een beperkte plaats als toevoeging aan een LABA en ICS bij moeilijk behandelbaar of ernstig astma.
Indicaties
Bronchusverwijdende onderhoudsbehandeling van chronische obstructieve longziekte (COPD), ter verlichting van symptomen bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Onderhoudsbehandeling van astma bij volwassenen, die onvoldoende onder controle zijn met een hoge dosis inhalatiecorticosteroïd en een langwerkend β2-sympathicomimeticum én met daarbij één of meer astma-exacerbaties in het voorgaande jaar.
Gerelateerde informatie
Doseringen
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
De aanbevolen en maximale dosering is 2 inhalaties 2×/dag, 's ochtends en 's avonds.
Een gemiste dosis zo snel mogelijk alsnog nemen. De volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip nemen. Geen dubbele dosis nemen.
Bij lichte tot matige leverfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Vanwege ontbrekende gegevens, bij ernstige leverfunctiestoornis alleen gebruiken als het verwachte voordeel opweegt tegen het mogelijke risico. Monitor op mogelijke bijwerkingen.
Bij lichte tot matige nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) alleen gebruiken als het verwachte voordeel opweegt tegen het mogelijke risico.
Toediening: Gebruik van een voorzetkamer (zoals de Aerochamber Plus Flow-Vu) kan behulpzaam zijn voor patiënten die het moeilijk vinden om gelijktijdig het indrukken en inademen te coördineren.
Doseringen
Astma
Volwassenen (incl. ouderen)
Eén inhalatiecapsule 1×/dag, elke dag op hetzelfde tijdstip. Dit is tevens de maximale dosis.
Gemiste dosis: Een overgeslagen dosis als nog zo snel mogelijk innemen. Maximaal één dosis per dag inhaleren.
Verminderde nierfunctie: Bij een lichte tot matige nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij een ernstige nierfunctiestoornis en dialyse.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Voor een ernstige leverfunctiestoornis zijn geen gegevens beschikbaar en het gebruik moet daarom worden afgewogen.
Toediening: De capsule niet inslikken. Capsules zijn alleen geschikt voor inhalatie met (bij elk nieuw voorschrift) bijgeleverde inhalator en mogen pas vlak voor gebruik uit de blisterverpakking gehaald worden. Na elke inhalatie de mond spoelen; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen (Orofaryngeale candidiase).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): angst. Hoofdpijn, duizeligheid. Droge mond, misselijkheid. Spierspasmen. Urineweginfectie. Pijn op de borst.
Soms (0,1-1%): opwinding, rusteloosheid, slapeloosheid. Tremor. Tachycardie, hartkloppingen, cardiale aritmie (atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie, extrasystolen). Urineretentie. Overgevoeligheid (zoals huiduitslag en jeuk). Hyperglykemie.
Zie voor meer bijwerkingen:
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis. Astma (exacerbatie).
Vaak (1-10%): bovensteluchtweginfectie. Orofaryngeale candidiase. Urineweginfectie. Overgevoeligheid (incl. (erythemateuze) huiduitslag, urticaria, jeuk). (Spannings)hoofdpijn. Orofaryngeale pijn, keelirritatie, odynofagie, hoesten, dysfonie. Gastro-enteritis. (Supraventriculaire en sinus)tachycardie. Spierspasmen, musculoskeletale pijn (o.a. van rug, nek en borst). Koorts.
Soms (0,1-1%): (periorbitaal) angio-oedeem. Hyperglykemie. Droge mond en keel. Wazig zien, (corticaal) cataract. Dysurie.
Interacties
Formoterol:
Gelijktijdige toediening van andere langwerkende β2-sympathicomimetica is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen.
β-Blokkers (waaronder oogdruppels), in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van formoterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden. Bij voorkeur kiezen voor cardioselectieve β-blokkers.
Hypokaliëmie door een β2-sympathicomimeticum kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline.
Theoretisch is er meer kans op ventriculaire aritmieën bij combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).
Glycopyrronium:
Gelijktijdige toediening van andere anticholinergica is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen.
Gelijktijdige toediening van cimetidine (een 'probe'-remmer van OCT2 en MATE1) veroorzaakt een beperkte toename van de systemische blootstelling (22%) en een lichte daling van de renale klaring (23%) van glycopyrronium.
Interacties
Er is meer kans op ventriculaire aritmieën bij combinatie met andere middelen die het QT-interval verlengen (zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, erytromycine, chinolonen, enkele antimycotica, fenothiazinen, antihistaminica en tricyclische antidepressiva) en met MAO-remmers.
Hypokaliëmie kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline; bij deze patiënten de kaliumconcentratie controleren.
β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van indacaterol.
Gelijktijdige toediening van andere β2-sympathicomimetica of parasympathicolytica kan de bijwerkingen versterken. Niet gebruiken in combinatie met andere langwerkende β2-sympathicomimetica of parasympathicolytica.
Er is mogelijk een verhoogde systemische blootstelling aan mometasonfuroaat bij gelijktijdige toediening met sterke CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, itraconazol, ritonavir, cobicistat).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens: onvoldoende gegevens (glycopyrronium); geen aanwijzingen voor schadelijkheid (formoterol). Bij dieren bij zeer hoge doses (systemisch) aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren veroorzaakte mometason reproductietoxiciteit.
Farmacologisch effect: Indacaterol heeft een relaxerend effect op het gladde spierweefsel van de baarmoeder en kan zo de bevalling remmen.
Advies: Op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens). Ja, in geringe mate (bij dieren).
Farmacologisch effect: De plasmaspiegels bij de moeder na inhalatie zijn laag door de lage biologische beschikbaarheid en het hoge verdelingsvolume, ook de opname vanuit het maag-darmkanaal van de zuigeling is laag. Hierdoor worden geen effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Deze combinatie is niet bestemd voor de behandeling van astma of de behandeling van acute bronchospasmen of exacerbaties. Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Paradoxale reacties: Bij paradoxale bronchospasmen die gepaard gaan met onmiddellijke toename van piepend ademhalen, kortademigheid en hoest de behandeling onmiddellijk staken; behandel direct met een snelwerkende luchtwegverwijder.
Hypokaliëmie: β2-sympathicomimetica kunnen significante hypokaliëmie veroorzaken, dit kan eerder optreden bij hypoxie, zoals bij ernstige exacerbatie van COPD; controleer de serumkaliumspiegel. Sommige geneesmiddelen kunnen ook de kans op hypokaliëmie verhogen; zie de rubriek Interacties.
Anticholinerge effecten: Wees voorzichtig bij nauwe-kamerhoekglaucoom, prostaathyperplasie of urineretentie, vanwege het anticholinerge effect van glycopyrronium.
Cardiovasculaire effecten: Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen, zoals ischemische hartziekte, tachyaritmie of ernstig hartfalen. Wees ook voorzichtig bij thyrotoxicose of een (vermoede) verlenging van het QT-interval.
Hyperglykemie: Inhalatie van hoge doses β2-sympathicomimetica kan verhoging van plasmaglucose veroorzaken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken voor behandeling van acute astmasymptomen (zoals bronchospasmen).
Direct staken: Bij optreden van paradoxale bronchospasmen en overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, urticaria, angio-oedeem), de behandeling direct staken.
Afbouwen: Bij staken, de behandeling geleidelijk afbouwen (onder toezicht van arts), vanwege een mogelijke rebound.
Verslechtering: Toenemend gebruik van kortwerkende bronchodilatatoren wijst op verslechtering van de astma. Plotselinge en progressieve verslechtering van de astma kan levensbedreigend zijn.
Cardiovasculaire effecten: Bij effecten zoals verhoging van hartfrequentie of bloeddruk kan het nodig zijn om de behandeling te staken. Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen (zoals coronaire hartziekte, acuut myocardinfarct, aritmie, hypertensie), convulsies, thyrotoxicose en bij patiënten die ongewoon gevoelig reageren op β2 -sympathicomimetica. Het is niet bekend wat de klinische relevantie is van de door β2-sympathicomimetica veroorzaakte ECG-veranderingen (zoals afvlakking T-top, verlenging QT-interval en ST-segmentdepressie), wees daarom voorzichtig met gebruik van langwerkende β2-sympathicomimetica bij een (vermoede) verlenging van het QT-interval.
Hypokaliëmie: β2-sympathicomimetica kunnen significante hypokaliëmie geven. Deze daling is echter meestal van voorbijgaande aard en suppletie is niet nodig. Bij patiënten met ernstige astma kan hypokaliëmie worden versterkt door hypoxie en gelijktijdige behandeling met middelen die de gevoeligheid voor hartaritmie kunnen verhogen. Zie ook de rubriek Interacties.
Hyperglykemie: Inhalatie van hoge doses β2-sympathicomimetica en corticosteroïden kan stijging van de plasmaglucosespiegel geven, controleer daarom bij diabetici in het begin van de behandeling vaker de plasmaglucospiegel.
Anticholinerge effecten: Wees voorzichtig bij nauwe-kamerhoekglaucoom en urineretentie. Instrueer de patiënt klachten en symptomen van nauwe-kamerhoekglaucoom te melden. Staak de behandeling bij optreden van nauwe-kamerhoekglaucoom.
Orofaryngeale candidiase: Spoel de mond of gorgel met water (zonder doorslikken) of poets de tanden na elke inhalatie om kans op een Candida-infectie te verminderen.
Systemische effecten: Langdurig gebruik van hoge doses inhalatiecorticosteroïden kan leiden tot systemische effecten, zoals het syndroom van Cushing door remming van de bijnierschorsfunctie, vermindering van de botdichtheid, groeivertraging bij kinderen en adolescenten, cataract, glaucoom, slaapstoornissen, angst, depressie of agressie (vooral bij kinderen). Het is daarom belangrijk dat de dosis van het inhalatiecorticosteroïd geleidelijk wordt aangepast tot de laagste nog effectieve dosis.
Oculaire effecten: Overweeg verwijzing naar een oogarts bij ontwikkeling van visusstoornissen. Glaucoom, cataract en zeldzame ziekten als centrale sereuze chorioretinopathie zijn gemeld na systemisch en lokaal gebruik van corticosteroïden.
Infecties: Longtuberculose kan geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden. Ook kunnen inhalatiecorticosteroïden bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren. Wees voorzichtig bij longaandoeningen zoals bronchiëctasie en pneumoconiose vanwege het risico van een schimmelinfectie.
Kinderen: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet aangetoond.
Overdosering
Symptomen
wazig zien, systolische hypertensie,
Neem voor informatie over een vergiftiging met glycopyrronium/formoterol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met indacaterol/glycopyrronium/mometason contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Combinatie van een langwerkend parasympathicolyticum (glycopyrronium) en een langwerkend β2-sympathicomimeticum (formoterol). Glycopyrronium veroorzaakt remming van de M3-receptoren in glad spierweefsel, wat leidt tot bronchusverwijding (vooral effect in centrale luchtwegen). Formoterol veroorzaakt directe ontspanning van glad spierweefsel van de luchtwegen, als gevolg van verhoging van cyclisch AMP door activatie van adenylaatcyclase (vooral effect in perifere luchtwegen). Voor meer informatie over de farmacokinetiek van glycopyrronium en formoterol, zie:
Kinetische gegevens
F | gebruik met voorzetkamer bij COPD verhoogde de totale systemische blootstelling aan glycopyrronium met 16%, terwijl blootstelling aan formoterol onveranderd bleef. |
T max | glycopyrronium: 5 min; formoterol: 20-60 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van een langwerkend, selectief β2-sympathicomimeticum (indacaterol), langwerkend parasympathicolyticum (glycopyrronium) en een inhalatiecorticosteroïd (mometason). Mometason is een corticosteroïd met hoge affiniteit voor glucocorticoïdreceptoren en heeft lokaal een ontstekingsremmende werking. De werking treedt binnen 5 min in en houdt 24 uur aan.
Kinetische gegevens
Groepsinformatie
glycopyrronium/formoterol hoort bij de groep parasympathicolytica met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- fluticason/umeclidinium/vilanterol (R03AL08) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk
Groepsinformatie
indacaterol/glycopyrronium/mometason hoort bij de groep parasympathicolytica met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- fluticason/umeclidinium/vilanterol (R03AL08) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- glycopyrronium/formoterol (R03AL07) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk