Samenstelling
Venoruton XGVS OTC Healthypharm bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volgens de NHG-Standaard Varices (2009) is er onvoldoende bewijs voor de werkzaamheid van geneesmiddelen (zoals hydroxyethylrutosiden) bij de behandeling van chronische veneuze insufficiëntie. Het gebruik wordt daarom afgeraden.
Indicaties
- Klachten gerelateerd aan chronische veneuze insufficiëntie, indien het dragen van elastische kousen alléén onvoldoende effect heeft, gecontra-indiceerd is (gecombineerde arteriële-veneuze insufficiëntie) of te belastend wordt geacht.
Doseringen
Chronische veneuze insufficiëntie
Volwassenen
1000–1500 mg per dag, tot de klachten verminderen, gedurende maximaal 6 maanden. Adviseer om een arts of apotheker te raadplegen als er na 2 weken geen verbetering optreedt. In het algemeen wordt binnen ca. 2 weken een vermindering van de klachten (vermoeide, zware benen, zwellingsgevoel) waargenomen.
Bijwerkingen
Zelden (0,01–0,1%): maag-darmklachten zoals onaangenaam gevoel in de maag, dyspepsie, buikpijn, winderigheid, diarree. Jeuk, huiduitslag, urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn. Opvliegers. Overgevoeligheidsreacties, anafylactoïde reacties, anafylactische shock.
Interacties
Er zijn geen interacties gemeld.
Zwangerschap
Minimale passage van de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Relatief weinig gegevens van het gebruik tijdens het 2e en 3e trimester laten geen schadelijke effecten zien. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik tijdens het 1e trimester ontraden; tijdens het 2e en 3e trimester alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), in geringe mate (bij dieren).
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Waarschuwingen en voorzorgen
Hydroxyethylrutosiden niet gebruiken bij oedeem in de onderste ledematen veroorzaakt door hart–, lever– of nieraandoeningen. De werkzaamheid en effectiviteit zijn hierbij niet aangetoond.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met hydroxyethylrutosiden contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Vermindert de capillaire filtratiesnelheid van vocht. Een theoretische verklaring hiervoor is een verkleining van de interendotheliale cel-openingen, een verandering van de interendotheliale celfibrinematrix en een versterkte adhesie van endotheelcellen aan de microvasculaire wand. Er zijn aanwijzingen gevonden voor een gunstige beïnvloeding van de parameters van de huiddoorbloeding. Het gebruik resulteert in vermindering van oedeem en hiermee gepaard gaande symptomen van chronische veneuze insufficiëntie.
Kinetische gegevens
T max | na 1–9 uur. |
Overig | Aanzienlijke enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | Afsplitsing van rutinose en vorming van glucuroniden. |
Eliminatie | vnl. met de feces (ca. 65%). |
T 1/2el | 10–25 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
hydroxyethylrutosiden hoort bij de groep bioflavonoïden.