Samenstelling
Pedea XGVS Recordati
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Camzyos
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
Bristol-Myers Squibb
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg, 10 mg, 15 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Gezien de toepassing van ibuprofen intraveneus zal het gebruik beperkt blijven tot de kliniek.
Advies
Mavacamten kan worden toegepast bij een volwassen patiënt met hypertrofische obstructieve cardiomyopathie die onvoldoende heeft gereageerd op, of een contra-indicatie of intolerantie heeft voor een β-blokker of non-dihydropyridine calciumantagonist. Mavacamten zorgt voor een statistisch significante verbetering van de inspanningscapaciteit en kwaliteit van leven en een statistisch significante vermindering van de symptomen. Daarnaast heeft mavacamten een klinisch relevant effect op het voorkomen van invasieve behandeling (septale reductietherapie). Vanwege de complexiteit van de behandeling en de onzekerheden over de langetermijneffectiviteit en -veiligheid, moeten de 'gepast gebruik'afspraken van de NVVC worden gehanteerd bij behandeling van een patiënt met mavacamten.
Aan de vergoeding van mavacamten zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Behandeling van een hemodynamisch significante patente ductus arteriosus in preterm pasgeboren baby's van minder dan 34 weken zwangerschapsduur.
Indicaties
- Behandeling van symptomatische (NYHA klasse II–III) hypertrofische obstructieve cardiomyopathie (HOCM) bij volwassenen.
Doseringen
Inductie van de sluiting van een patente ductus arteriosus
Prematuren geboren na een zwangerschapsduur < 34 weken
Drie intraveneuze doses met tussenpozen van 24 uur toedienen, de 1 e injectie na de eerste 6 levensuren geven. 1 e injectie: 10 mg/kg lichaamsgewicht; 2 e en 3 e injectie 5 mg/kg lichaamsgewicht. Bij anurie of oligurie na de 1 e of 2 e dosis de volgende dosis pas geven als de urineproductie is teruggekeerd tot een normaal niveau. Als de ductus arteriosus 48 uur na de laatste injectie niet gesloten is of opnieuw opent kan een tweede kuur (met 3 doses) op dezelfde wijze worden toegediend.
Wanneer na de tweede kuur de conditie onveranderd is kan een operatieve ingreep noodzakelijk zijn.
Toediening: Ibuprofen bij voorkeur onverdund toedienen als een 15 minuten durende infusie; zo nodig het injectievolume aanpassen met natriumchloride-oplossing 0,9% of glucose-oplossing 5%.
Doseringen
Symptomatische obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)
2,5–15 mg (2,5 mg, 5 mg, 10 mg of 15 mg) 1×/dag, afhankelijk van het CYP2C19-fenotype. Bij poor metabolizers is de aanbevolen startdosering 2,5 mg 1×/dag; maximaal 5 mg 1×/dag. Controleer na 4 en 8 weken op vroege klinische respons door middel van de gradiënt van de uitstroombaan van de linkerventrikel (LVOT) met de Valsalva-manoeuvre. Bij intermediate -, normal -, of ultrarapid metabolizers is de aanbevolen startdosering 5 mg 1×/dag; maximaal 15 mg 1×/dag. Controleer na 4 en 8 weken op vroege klinische respons door middel van de LVOT-gradiënt met de Valsalva-manoeuvre. Zie voor verdere dosisaanbevelingen bij poor -, intermediate -, normal -, of ultrarapid metabolizers de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 o.a. figuur 1 en 2), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'. Zie voor richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij een afwijkende LVOT-gradiënt of LVEF eveneens de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 o.a. figuur 3 en 4). Zie voor dosisaanpassingen bij comedicatie die CYP2C19 of CYP3A4 remt of induceert, eveneens de productinformatie (rubriek 4.2, tabel 1).
Overweeg de behandeling te staken als na 4–6 maanden met de maximaal te verdragen dosis geen effect is bereikt (bv. geen verbetering in symptomen, kwaliteit van leven, inspanningsvermogen, LVOT-gradiënt).
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (eGFR 30–89 ml/min/1,73 m²) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (eGFR < 30 ml/min/1,73 m²) kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) starten met 2,5 mg 1×/dag omdat de blootstelling waarschijnlijk hoger is. Bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 10) kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
CYP2C19-polymorfisme: pas zo nodig de dosering of het middel aan in overleg met de apotheker.
Bij een gemiste dosis deze op dezelfde dag zo snel mogelijk alsnog innemen, daarna niet meer. De volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen.
Toediening
- De capsule dagelijks op ongeveer hetzelfde tijdstip innemen met of zonder maaltijd, heel doorslikken met water.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): neutropenie, trombocytopenie. Verhoogd serumcreatinine, verlaagd natriumgehalte. Bronchopulmonaire dysplasie.
Vaak (1-10%): intraventriculaire hemorragie, periventriculaire leukomalacie. Pulmonale hemorragie. Necrotiserende enterocolitis, intestinale perforatie. Oligurie, vochtretentie, hematurie.
Soms (0,1-1%): hypoxemie. Maag-darmhemorragie. Acuut nierfalen.
Verder zijn gemeld: pulmonale hypertensie. Maagperforatie. Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid. Dyspneu.
Vaak (1-10%): systolische disfunctie. Syncope.
Interacties
Ibuprofen kan het effect van diuretica verminderen; gelijktijdig gebruik van diuretica kan het nefrotoxisch effect van ibuprofen vergroten bij dehydratie.
Gelijktijdig gebruik van aminoglycosiden vermeerdert de kans op nefrotoxiciteit én ototoxiciteit. Omdat ibuprofen de klaring van aminoglycosiden kan remmen, de aminoglycoside-spiegel nauwkeurig controleren.
Ibuprofen kan het effect van anticoagulantia versterken en de kans op bloedingen doen toenemen.
Gelijktijdig gebruik van corticosteroïden doet de kans op maag-darmbloeding toenemen.
Door gebruik van stikstofoxide neemt de kans op bloeding toe.
Interacties
Mavacamten is substraat voor CYP2C19 en CYP3A4.
Gelijktijdige behandeling met een combinatie van een sterke CYP2C19-remmer én een sterke CYP3A4-remmer is gecontra-indiceerd bij alle CYP2C19-fenotypen.
Combinatie met een sterke CYP3A4-remmer is gecontra-indiceerd bij poor metabolizers van CYP2C19 en als het fenotype van CYP2C19 nog niet bepaald is.
Bij starten/stoppen of dosisaanpassing van remmers of inductoren van CYP2C19 of CYP3A4 kan een dosisaanpassing van mavacamten noodzakelijk zijn, zie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.5 tabel 2), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'. Sterke CYP2C19-remmers zijn o.a. ticlopidine, fluconazol, fluvoxamine. Sterke CYP3A4-remmers zijn o.a. claritromycine, itraconazol, ketoconazol, voriconazol, ritonavir, cobicistat, ceritinib, idelalisib, tucatinib. Sterke CYP2C19-inductoren èn sterke CYP3A4-inductoren zijn o.a. rifampicine, apalutamide, enzalutamide, mitotaan, fenytoïne, carbamazepine, efavirenz, sint-janskruid. Zie voor meer voorbeelden en de te nemen maatregelen, de eerder genoemde rubriek in de productinformatie van de fabrikant.
De veiligheid van de combinatie met negatief inotrope middelen zoals disopyramide of met β–blokkers in combinatie met diltiazem of verapamil is niet vastgesteld. Extra controle van de LVEF is bij deze combinaties noodzakelijk vooral bij de start van een negatief inotroop middel of bij dosisverhoging, totdat een stabiele dosis en klinische respons zijn bereikt.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Advies: Zie voor het gebruik van ibuprofen tijdens de zwangerschap ibuprofen#zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken zoals lager gemiddeld foetaal lichaamsgewicht, toename in postimplantatieverlies, foetale misvorming (visceraal en skeletaal).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de gehele behandeling èn tot 6 maanden na de therapie. Vóór aanvang van de behandeling moet een vruchtbare vrouw een negatieve zwangerschapstest hebben.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Advies: Zie voor het gebruik van ibuprofen tijdens de lactatie ibuprofen#lactatie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- levensbedreigende infectie;
- actieve bloeding, met name intracraniële of gastro-intestinale hemorragie;
- trombocytopenie of stollingsstoornis;
- ernstige nierinsufficiëntie;
- congenitale hartziekte waarbij de ductus arteriosus open moet blijven voor een bevredigende long- of systemische bloeddoorstroming (bv. longatresie, ernstige tetralogie van Fallot, ernstige coarctatie van de aorta);
- bekende of vermoede necrotiserende enterocolitis.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij geen enkele zwangerschapsduur profylactisch gebruiken. Niet gebruiken bij baby's met duidelijk verhoogde bilirubineconcentratie vanwege de kans op bilirubine-encefalopathie. Bij gebruik bij prematuren na een zwangerschap van minder dan 27 weken, bleek de effectiviteit beperkt (sluitingssnelheid van de ductus arteriosus laag (33–50%)) bij de aanbevolen dosering en was er meer kans op bijwerkingen zoals nierfalen, hypoxie, pulmonale hypertensie, pulmonale hemorragie.
Voer een echocardiografisch onderzoek uit, voordat ibuprofen toegediend wordt, ter bevestiging van een hemodynamisch significante open ductus arteriosus en ter uitsluiting van pulmonale hypertensie en een ductaal-afhankelijke hartziekte.
Wees alert op tekenen van een bloeding, vanwege mogelijke remming van de trombocytenaggregatie door ibuprofen.
Als hypoxemie optreedt, de pulmonale arteriële druk nauwlettend volgen. Ernstige hypoxemie en longhypertensie werd binnen één uur na de eerste infusie gemeld.
Wanneer oligurie optreedt met een volgende toediening wachten tot de urineproductie is teruggekeerd tot een normaal niveau.
Ibuprofen kan de tekenen van infectie maskeren; wees voorzichtig bij aanwezigheid van een infectie.
Ernstige, soms fatale huidreacties (o.a. exfoliatieve dermatitis, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP)) zijn gemeld bij gebruik van NSAID's. Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Mavacamten verlaagt de linkerventrikelejectiefractie (LVEF) en kan hartfalen veroorzaken door systolische disfunctie gedefinieerd als een symptomatische LVEF < 50%. Beoordeel de LVEF vóór de behandeling en elke 12 weken als de onderhoudsdosering wordt gegeven, zie ook de rubriek Dosering. Start de behandeling niet bij een LVEF < 55%. Controleer de LVEF extra bij een ernstige intercurrente ziekte, zoals een infectie of aritmie (o.a. atriumfibrilleren of andere ongecontroleerde tachyaritmie) of bij een grote hartoperatie vanwege een mogelijk groter risico op systolische disfunctie en progressie tot hartfalen. Geadviseerd wordt de dosis niet te verhogen tot de gelijktijdige andere ziekte onder controle is. Verschijnselen van systolische disfunctie, zoals nieuwe of verergerde dyspneu, pijn op de borst, vermoeidheid, hartkloppingen, beenoedeem of verhogingen in het NT-proBNP, zijn aanleiding voor een beoordeling van de hartfunctie. Onderbreking van de behandeling kan nodig zijn om ervoor te zorgen dat de LVEF ≥ 50% blijft. Voor vruchtbare vrouwen: zie de rubriek Zwangerschap.
Bij kinderen < 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld. Bij kinderen < 12 jaar mag mavacamten niet gebruikt worden vanwege mogelijke veiligheidsrisico's.
Overdosering
Symptomen
Na orale toediening: hypotensie, bradycardie, apneu. CZS-depressie, CVA, coma. Metabole acidose, abnormale nierfunctie en nierfalen van voorbijgaande aard, hematurie. Maag-darmstoornissen.
Voor meer symptomen en behandeling zie toxicologie.org/NSAID's of vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Systolische disfunctie, vasovagale reactie, hypotensie en asystolie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met mavacamten contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
NSAID. Veroorzaakt sluiting van een open ductus arteriosus, waarschijnlijk door remming van de prostaglandinesynthese.
Kinetische gegevens
V d | 200 ml/kg. |
Eiwitbinding | 95%. |
Eliminatie | trager dan bij oudere kinderen en volwassenen. |
T 1/2el | ca. 30 uur (16–43 uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Mavacamten is een selectieve en reversibele cardiale myosineremmer die het aantal myosinekoppen dat in krachtgenererende toestanden kan komen, moduleert. Door cardiale myosineremming normaliseert de contractiliteit van de hartspier, vermindert de dynamische obstructie van het linkerventrikeluitstroomkanaal (LVOT) en verbetert de cardiale vuldruk bij hypertrofische obstructieve cardiomyopathie (HOCM).
Kinetische gegevens
F | ca. 85% |
T max | mediaan 1 uur nuchter (0,5-3 uur), na een vetrijke, calorierijke maaltijd 4 uur (0,5-8 uur). |
V d | 1,6–2,9 l/kg |
Eiwitbinding | 97–98% |
Metabolisering | primair door CYP2C19, in mindere mate door CYP3A4 en CYP2C9 bij intermediate - , normal -, of ultra-rapid metabolizers, tot 3 onwerkzame metabolieten. Bij poor metabolizers van CYP2C19 grotendeels door CYP3A4. |
Overig | Bij CYP2C19 poor metabolizers zijn de Cmax en AUC respectievelijk 47% en 241% hoger na enkelvoudige toediening van 15 mg t.o.v. normal metabolizers. |
Eliminatie | bij normal metabolizers voor ca. 7% met de feces (waarvan ca. 1% onveranderd), en voor ca. 85% met de urine (waarvan ca. 3% onveranderd). |
T 1/2el | 6–9 dagen bij normal metabolizers, 23 dagen bij CYP2C19 poor metabolizers. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ibuprofen (neonataal) hoort bij de groep cardiaca, overige.
Groepsinformatie
mavacamten hoort bij de groep cardiaca, overige.