Samenstelling
Lacidipine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 4 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Indicaties
- Hypertensie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hypertensie
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering 2 mg 1×/dag, indien nodig na 3–4 weken verhogen tot 4–6 mg 1×/dag.
Toediening: De tabletten bij voorkeur 's ochtends innemen. Niet innemen met grapefruit-/pompelmoessap vanwege een mogelijke verhoging van de lacidipinespiegel.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): hoofdpijn, duizeligheid, oedeem, overmatig blozen en hartkloppingen nemen meestal af of verdwijnen indien de behandeling wordt voortgezet. Tachycardie. Misselijkheid, maagklachten. Asthenie. Huiduitslag, erytheem, jeuk. Polyurie. Toename van alkalische fosfatasen (reversibel).
Soms (0,1-1%): verergering van angina pectoris, syncope, hypotensie. Tandvleeshyperplasie.
Zelden (0,01–0,1%): angio–oedeem, urticaria. Spierkramp.
Zeer zelden (< 0,01%): depressie. Tremor.
Verder is gemeld: extrapiramidaal syndroom.
Interacties
Lacidipine is een CYP3A4-substraat. De plasmaconcentratie van lacidipine kan toe- respectievelijk afnemen in combinatie met CYP3A4-remmers (zoals itraconazol, enkele macrolide antibiotica, sommige HIV-proteaseremmers, cimetidine, grapefruit-/pompelmoessap) of CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, felbamaat, fenobarbital, rifampicine en sint-janskruid).
Voorzichtigheid is geboden met de combinatie met middelen die het QT- interval kunnen verlengen zoals klasse I en III anti-aritmica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, erytromycine.
Door combinatie met corticosteroïden of tetracosactide kan het bloeddrukverlagend effect van lacidipine afnemen.
Lacidipine kan de werking van andere antihypertensiva versterken.
Alcohol kan de werking van lacidipine versterken.
De werking van ciclosporine zou kunnen verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Na hoge doses uitstel van de partus en verlenging van weeën mogelijk (door relaxatie van de spieren in de uteruswand).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (bij dieren).
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
- Obstructie van het uitstroomkanaal van het linker ventrikel (bv. ernstige aortastenose).
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij aangeboren of verworven verlenging van het QT- interval.
Bij hartfalen kan het klinisch beeld verergeren.
Bij instabiele angina of bij recent myocardinfarct (< 4 w. geleden) de voordelen nauwkeurig afwegen tegen de risico's van een verminderde doorbloeding van de kransslagader en myocardischemie.
Wees voorzichtig bij leverinsufficiëntie vanwege een mogelijke versterking van het effect.
Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik van lacidipine voor maligne hypertensie of bij kinderen.
Overdosering
Symptomen
Langdurige perifere vasodilatatie, geassocieerd met hypotensie en tachycardie of bradycardie, verlenging van de AV-geleidingstijd.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/Calciumantagonisten en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Lacidipine remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand. De zuurstofbehoefte van het myocard vermindert en de zuurstoftoevoer verbetert.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel maar onvolledig. |
F | ca.10% door sterk 'first pass'-effect, bij leverfunctiestoornissen kan deze hoger zijn. |
T max | ½–2½ uur. |
Eiwitbinding | > 95%. |
Metabolisering | vrijwel volledig tot weinig of niet–werkzame metabolieten, o.a. door CYP3A4. |
Eliminatie | 70% met de feces, de rest met de urine. |
T 1/2el | 13–19 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lacidipine hoort bij de groep dihydropyridinen.