Samenstelling
Rayvow (als succinaat) Aanvullende monitoring Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Maxalt (als benzoaat) Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Smelttablet
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Rizatriptan (als benzoaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Smelttablet/orodispergeerbare tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweedekeusmiddelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derdekeus, orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Lasmiditan is een alternatief voor triptanen bv. na falen van 2–3 triptanen. Het heeft een vergelijkbaar effect maar meer centrale bijwerkingen dan triptanen en minder risico van vasoconstrictie. Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.
Advies
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweede keus middelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derde keus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.
De smelt- of orodispergeerbare vorm kan zonder water worden ingenomen. Door de tragere absorptie zal de werking later intreden dan met een gewone tablet.
Offlabel: Bij kinderen zijn voor de aanvalsbehandeling van migraine paracetamol– eventueel met een anti-emeticum –, eerste keus. NSAID's zijn tweede keus. Triptanen zijn derde keus. Binnen de groep triptanen gaat de voorkeur uit naar sumatriptan neusspray op grond van bewezen werkzaamheid.
Indicaties
- Acute behandeling van de hoofdpijnfase van een migraine-aanval, met en zonder aura bij volwassenen.
Indicaties
- Acute behandeling van de hoofdpijnfase van een migraine-aanval, met en zonder aura bij volwassenen.
- Offlabel: aanvalsbehandeling bij kinderen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Migraine-aanval met en zonder aura
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij de eerste tekenen van hoofdpijn: 100 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur éénmaal herhalen; max. 200 mg in 24 uur. Zo nodig voor meer werkzaamheid de eerste dosering verhogen tot 200 mg (éénmaal per 24 uur). Voor een betere verdraagzaamheid de doses verlagen tot 50 mg per keer. Indien na een eerste dosering geen verbetering van de klachten optreedt is herhaalde toediening bij dezelfde aanval niet zinvol.
Verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig bij een lichte (Child-Pughscore 5–6) of matige (Child-Pughscore 7–9) leverfunctiestoornis. Vermijd gebruik bij een ernstige (Child-Pughscore 10–15) leverfunctiestoornis.
Toediening: de tabletten met of zonder voedsel innemen.
Doseringen
Migraine-aanval met en zonder aura
Volwassenen
Bij de eerste tekenen van hoofdpijn: 10 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur herhalen; max. 20 mg in 24 uur. Indien na een eerste dosering geen verbetering van de klachten optreedt is herhaalde toediening bij dezelfde aanval niet zinvol.
Bij propranololgebruik, lichte tot matig ernstige leverinsufficiëntie of bij lichte of matige nierinsufficiëntie: 5 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur herhalen; max. 10 mg in 24 uur. Comedicatie met propranolol: propranolol moet 2 uur voor of na rizatriptan (5 mg) worden ingenomen.
Offlabel: Kinderen
Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: 6–18 jaar en < 40 kg: 5 mg éénmalig; 6–18 jaar en ≥ 40 kg 10 mg éénmalig.
Bij ouderen: er is geen specifiek doseringsadvies bij ouderen; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij nierinfunctiestoornis: gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie is gecontra-indiceerd.
Bij leverfunctiestoornis: gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie is gecontra-indiceerd.
Toediening: de tabletten in hun geheel met vloeistof innemen; de smelttabletten hoeven niet met vloeistof te worden ingenomen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid (20%).
Vaak (1-10%): slaapafwijkingen, slaperigheid, ongecoördineerdheid, paresthesie, hypo-esthesie, visusstoornis, vertigo, hartkloppingen, misselijkheid, braken, spierzwakte, abnormaal gevoel, vermoeidheid, malaise.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, verwardheid, hallucinaties, euforische stemming, angst, rusteloosheid, lethargie, aandachtstoornis, cognitieve stoornis, mentale stoornis, tremor, dyspneu, spierkramp, ongemak in de ledematen, pijn op de borst, warm of koud gevoel.
Zelden (0,01-0,1%): serotoninesyndroom.
Verder zijn gemeld: verlaging van de hartslag van 5–10 slagen/min. Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk 1 uur na toediening. Er zijn beperkte klinische gegevens over het gebruik bij patiënten met ischemische hartziekte.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): slapeloosheid, duizeligheid, slaperigheid en asthenie/vermoeidheid, pijn op de borst, zwaar gevoel, nekpijn, stijfheid, droge mond, diarree, dyspepsie, misselijkheid, braken; palpitaties; huiduitslag, paresthesieën, hoofdpijn, hypo-esthesie, verminderde alertheid.
Soms (0,1-1%): desoriëntatie, nervositeit, ataxie, vertigo, slechte smaak, tremor, syncope, wazig zien, aritmie, ECG-afwijkingen, tachycardie, hypertensie, opvliegers; dyspneu, dorst, spierzwakte, aangezichtspijn, spierpijn , urticaria, jeuk, angio-oedeem, transpiratie.
Zelden (0,1-0,01%): overgevoeligheidsreacties, anafylaxie, syncope, CVA (meestal bij risicofactoren voor coronairlijden), bradycardie, piepende ademhaling.
Verder: toevallen, serotoninesyndroom, myocardischemie, -infarct (meestal bij risicofactoren voor coronairlijden), perifere vasculaire ischemie, ischemische colitis, toxische epidermale necrolyse.
Interacties
Lasmiditan versterkt de verlaging van de hartslag door propranolol. Hou ook bij andere middelen die de hartslag verlaging rekening met versterking van dit effect.
Bij gelijktijdig gebruik van andere serotonerge middelen, zoals triptanen, SSRI's, SNRI's, TCA's, is er een cumulatief risico op optreden van het serotoninesyndroom. De ervaring met kort na elkaar gebruiken van lasmiditan en triptanen is beperkt; wees dan alert op een eventueel cumulatief risico op het optreden van het serotoninesyndroom.
Lasmiditan een zwakke remmer van Pgp; het verhoogde de systemische blootstelling van het Pgp-substraat dabigatran met ongeveer 25%; hou op grond hiervan bij gelijktijdig gebruik met Pgp-substraten met een smalle therapeutische index (zoals digoxine) rekening met een klinisch relevante toename van de systemische blootstelling.
Wees voorzichtigheid met combinatie met alcohol of andere middelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken, omdat lasmiditan sedatie en andere cognitieve en/of neuropsychiatrische bijwerkingen kan veroorzaken.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van ergotamine(derivaten) (inclusief andere 5HT1D-receptoragonisten) is gecontra-indiceerd vanwege mogelijk meer kans op coronaire vaatspasmen; na gebruik van rizatriptan een interval van ten minste 6 uur aanhouden en na gebruik van ergotaminederivaten ten minste 24 uur.
Rizatriptan niet gebruiken in combinatie met MAO-remmers en tijdens de eerste twee weken na stoppen van de MAO-remmer.
De plasmaconcentratie van rizatriptan kan bij gelijktijdig gebruik van propranolol worden verhoogd. Bij metoprolol, atenolol en timolol is dit niet waargenomen.
In combinatie met fytotherapeutica die sint-janskruid bevatten, kunnen bijwerkingen vaker optreden. Na gelijktijdig gebruik met een serotonineheropnameremmer (SSRI/SNRI) is optreden van het serotoninesyndroom beschreven.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens in het 2e en 3e trimester. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Bij de mens: geen gegevens.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Minimaliseer blootstelling van het kind aan lasmiditan door borstvoeding binnen 24 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, , in kleine hoeveelheden (relatieve kinddosis < 6%).
Advies: Blootstelling van het kind minimaliseren door borstvoeding binnen 12 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien.
Contra-indicaties
Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- ischemie van het hart;
- angina pectoris;
- myocardinfarct;
- Prinzmetal-angina-pectoris;
- matige tot ernstige hypertensie of onbehandelde lichte hypertensie;
- ernstige lever- of nierinsufficiëntie;
- doorgemaakte CVA of TIA;
- perifeer vaatlijden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij serotoninesyndroom, of een vermoeden van het optreden hiervan, het gebruik van lasmiditan staken. Er is een cumulatief risico op het serotoninesyndroom bij gebruik van andere serotonerge middelen; zie voor details de rubriek Interacties. Symptomen van het serotoninesyndroom kunnen ernstig zijn en treden meestal op binnen enkele minuten tot uren na toediening van een nieuw serotonerg geneesmiddel of een hogere dosis. Het gaat om veranderingen in de mentale toestand, autonome instabiliteit, neuromusculaire en/of gastro-intestinale verschijnselen.
Verkeerd gebruik of misbruik van lasmiditan monitoren en signaleren. Beoordeel patiënten op het risico van drugsmisbruik, vanwege een risico op misbruik van lasmiditan.
Houd rekening met medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) bij patiënten die vaak of dagelijks hoofdpijn hebben ondanks (of door) regelmatig gebruik van hoofdpijnmiddelen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar is nog niet vastgesteld.
Dit middel kan significant invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen, vanwege bijwerkingen op het centrale zenuwstelsel. Patiënten mogen na inname tot ten minste 8 uur geen voertuig besturen of andere activiteiten uitvoeren die extra aandacht vereisen, ook wanneer zij zich hiervoor goed genoeg voelen. Schrijf patiënten die dit advies niet kunnen opvolgen geen lasmiditan voor.
Waarschuwingen en voorzorgen
Rizatriptan is niet geïndiceerd voor de behandeling van basilaire, oftalmoplegische en hemiplegische migraine en dient niet profylactisch te worden toegepast. Sluit vóór behandeling andere neurologische aandoeningen uit.
Bij vermoeden van een niet herkende cardiale aandoening en bij risicofactoren voor coronaire hartziekten (zoals hypertensie, diabetes, roken of nicotinesubstitutietherapie, bij mannen boven 40 jaar, bij vrouwen in de postmenopauze, bundeltakblok, sterk familiair voorkomen van coronaire hartziekte) wordt vóór start van de behandeling een cardiovasculaire evaluatie aanbevolen. Bij herhaald optreden van pijn en/of een beklemd gevoel op borst en keel de behandeling niet voortzetten, maar eerst een ECG maken en onderzoek uitvoeren op coronaire vaatziekten.
Bij optreden van angio-oedeem van de tong of farynx het gebruik staken en de patiënt onder medisch toezicht plaatsen.
Bij overmatig gebruik is verergering van de hoofdpijn gemeld.
Onderzoeksgegevens: Bij ouderen > 65 jaar is de veiligheid en effectiviteit niet systematisch onderzocht. Bij kinderen tot 18 jaar en ouderen > 65 jaar is de veiligheid en werkzaamheid nog niet vastgesteld.
Hulpstoffen: Aspartaam/fenylalanine in de smelttabletten kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU).
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met lasmiditan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Centrale 5HT1F-receptoragonist. Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend, maar het effect bij migraine berust vermoedelijk op 5HT1F-agonisme, een vermindering van de afgifte van neuropeptiden en een remming van de pijnbanen, waaronder de nervus trigeminus.
Kinetische gegevens
F | 50–58 %. |
T max | 1,8 uur; inname samen met een vetrijke maaltijd vertraagt de Tmax met 1 uur. |
V d | 4,3 l/kg. |
Metabolisering | intra- en extrahepatisch tot inactieve metabolieten, via niet-CYP-enzymen, met ketonreductie tot S-M8 als de belangrijkste route. |
Eliminatie | met de urine als metaboliet (grotendeels S-M8), 3% onveranderd. |
T 1/2el | gemiddeld 5,7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve 5HT1D-gelijkende receptoragonist. Deze receptor brengt vasoconstrictie van bepaalde craniale bloedvaten tot stand. Werking (smelt)tablet: na ½–1 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | bij inname samen met voedsel is de absorptie 1 uur vertraagd en kan het effect later intreden. |
F | 40–45%. |
T max | tablet 1–1½ uur, smelttablet 1,6–2½ uur. |
V d | 1,6–2,0 l/kg. |
Metabolisering | in de lever via MAO-A. |
Eliminatie | met de urine als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2–3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lasmiditan hoort bij de groep selectieve 5HT1-agonisten.
Groepsinformatie
rizatriptan hoort bij de groep selectieve 5HT1-agonisten.