Samenstelling
Rayvow (als succinaat) Aanvullende monitoring Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Imigran (als succinaat) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof voor s.c.-gebruik
- Sterkte
- 12 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- penfill-patroon 0,5 ml, penfill-patroon 0,5 ml met Glaxopen
- Toedieningsvorm
- Tablet, dispergeerbaar 'Ftab'
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Imigran (als hemisulfaat) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 10 mg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 0,1 ml (dosis)
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 20 mg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 0,1 ml (dosis)
Sumatriptan (als succinaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof voor s.c.-gebruik
- Sterkte
- 6 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 0,5 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof voor s.c.-gebruik
- Sterkte
- 12 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet (omhuld)
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Sumatriptan XGVS Doorgeleverde bereiding
- Toedieningsvorm
- Zetpil
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweedekeusmiddelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derdekeus, orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Lasmiditan is een alternatief voor triptanen bv. na falen van 2–3 triptanen. Het heeft een vergelijkbaar effect maar meer centrale bijwerkingen dan triptanen en minder risico van vasoconstrictie. Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.
Advies
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweede keus middelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derde keus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen. Men kan bij sumatriptan overgaan op neusspray, zetpil of subcutane injectie als ondanks gebruik van een anti-emeticum bij misselijkheid en braken, de tablet niet wordt binnengehouden.
Bij kinderen zijn voor de aanvalsbehandeling van migraine paracetamol– eventueel met een anti-emeticum –, eerste keus. NSAID's zijn tweede keus. Triptanen zijn derde keus. Binnen de groep triptanen gaat de voorkeur uit naar sumatriptan neusspray op grond van bewezen werkzaamheid.
Sumatriptan s.c. en medicinale zuurstof zijn eerstekeusmiddelen voor de aanvalsbehandeling van clusterhoofdpijn. Verapamil (offlabel) is middel van eerste keus voor de onderhoudsbehandeling van clusterhoofdpijn. Bij het opbouwen van langdurige profylaxe, en bij een zogenaamde 'verapamil drug holiday', kan overwogen worden om ter overbrugging oraal een prednis(ol)onkuur (offlabel) of lokaal een GON-injectie (blokkade van de achterhoofdszenuw, 'Greater Occipital Nerve') met methylprednisolon(/lidocaïne) (offlabel) te geven.
Indicaties
- Acute behandeling van de hoofdpijnfase van een migraine-aanval, met en zonder aura bij volwassenen.
Indicaties
- Oraal, nasaal, rectaal en s.c.: Acute behandeling van een migraine-aanval, met en zonder aura.
- S.c. en (offlabel:) nasaal: Acute behandeling van clusterhoofdpijn.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Migraine-aanval met en zonder aura
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij de eerste tekenen van hoofdpijn: 100 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur éénmaal herhalen; max. 200 mg in 24 uur. Zo nodig voor meer werkzaamheid de eerste dosering verhogen tot 200 mg (éénmaal per 24 uur). Voor een betere verdraagzaamheid de doses verlagen tot 50 mg per keer. Indien na een eerste dosering geen verbetering van de klachten optreedt is herhaalde toediening bij dezelfde aanval niet zinvol.
Verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig bij een lichte (Child-Pughscore 5–6) of matige (Child-Pughscore 7–9) leverfunctiestoornis. Vermijd gebruik bij een ernstige (Child-Pughscore 10–15) leverfunctiestoornis.
Toediening: de tabletten met of zonder voedsel innemen.
Doseringen
Let op! Zo snel mogelijk toedienen na het begin van de migrainehoofdpijn of van gerelateerde symptomen als misselijkheid, overgeven of fotofobie.
Geef als monotherapie, zie ook de rubriek Interacties.
Migraine-aanval
Volwassenen > 18 jaar
Oraal: 50 mg, soms 100 mg; bij terugkeer van de symptomen zo nodig een tweede dosis minimaal 2 uur na de eerste, max. 3 doses van 100 mg in 24 uur.
Verminderde leverfunctie: overweeg bij lichte tot matig-ernstige leverinsufficiëntie de 50 mg tablet voor te schrijven.
Intranasaal: 1 dosering (20 mg/dosis) in één neusgat, zo nodig een tweede dosis na minimaal 2 uur, max. 2 doseringen van 20 mg per 24 uur; een dosering van 10 mg kan soms voldoende zijn.
Rectaal: 25 mg; max. 2 doseringen van 25 mg per 24 uur.
S.c.: 6 mg (bij voorkeur in bovenarm of bovenbeen) met behulp van een auto-injector, als de hoofdpijn terugkomt na ten minste 1 uur herhalen, max. 12 mg in 24 uur. Als er op een eerste injectie geen reactie is, heeft een tweede injectie geen zin.
Adolescenten 12–17 jaar
Intranasaal: een dosis van 10 mg in één neusgat, max. twee doses van 10 mg per 24 uur. Oraal, subcutaan of rectaal gebruik wordt bij adolescenten niet aangeraden omdat in klinisch onderzoek de veiligheid en werkzaamheid van de tablet, injectie en zetpil resp. niet is aangetoond of niet is onderzocht.
Clusterhoofdpijn
S.c. 6 mg voor iedere aanval, max. 12 mg in 24 uur; tussen 2 injecties ten minste 1 uur wachten. Offlabel: intranasaal: volgens de NHG-Standaard Hoofdpijn:1 dosering (20 mg/dosis) in één neusgat, max. 2 doseringen van 20 mg per 24 uur.
Ouderen (> 65 j.): sumatriptan niet gebruiken (vanwege relatief weinig ervaring en omdat de kinetiek is onvoldoende onderzocht).
Toediening: tabletten heel innemen met water; bij slikproblemen kan de 'Ftab' in een beetje water worden opgelost, wat wel een bittere smaak geeft.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid (20%).
Vaak (1-10%): slaapafwijkingen, slaperigheid, ongecoördineerdheid, paresthesie, hypo-esthesie, visusstoornis, vertigo, hartkloppingen, misselijkheid, braken, spierzwakte, abnormaal gevoel, vermoeidheid, malaise.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, verwardheid, hallucinaties, euforische stemming, angst, rusteloosheid, lethargie, aandachtstoornis, cognitieve stoornis, mentale stoornis, tremor, dyspneu, spierkramp, ongemak in de ledematen, pijn op de borst, warm of koud gevoel.
Zelden (0,01-0,1%): serotoninesyndroom.
Verder zijn gemeld: verlaging van de hartslag van 5–10 slagen/min. Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk 1 uur na toediening. Er zijn beperkte klinische gegevens over het gebruik bij patiënten met ischemische hartziekte.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vieze smaak (bij neusspray). Pijn/steken/branderig gevoel op injectieplaats, zwelling, erytheem, blauwe plekken en bloedingen (bij injectie).
Vaak (1-10%): duizeligheid, slaperigheid, sensibele stoornis (incl. paresthesie), opvliegers, dyspneu, warmte- of koudesensaties, zwaar gevoel, beklemdheid en een drukkend gevoel, onder meer in borst en keel, zwakte, vermoeidheid. Kort na toediening een voorbijgaande stijging van de bloeddruk.
Verder zijn gemeld: (< 0,01%): bradycardie, tachycardie, palpitaties, aritmieën, ECG-veranderingen, coronaire vaatspasmen, angina, myocardinfarct, hypotensie, Raynaudfenomeen, diarree, ischemische colitis, slikstoornis, convulsies, tremor, dystonie, nystagmus, scotoom, visusstoornissen, vermindering tot tijdelijk verlies van het gezichtsvermogen, overgevoeligheidsreacties variërend van huiduitslag tot anafylaxie, geringe afwijkingen in leverfunctiewaarden, artralgie, stijve nek, angst, hyperhidrose. Bij neusspray tevens irritaties of brandend gevoel in neus of keel, epistaxis.
Interacties
Lasmiditan versterkt de verlaging van de hartslag door propranolol. Hou ook bij andere middelen die de hartslag verlaging rekening met versterking van dit effect.
Bij gelijktijdig gebruik van andere serotonerge middelen, zoals triptanen, SSRI's, SNRI's, TCA's, is er een cumulatief risico op optreden van het serotoninesyndroom. De ervaring met kort na elkaar gebruiken van lasmiditan en triptanen is beperkt; wees dan alert op een eventueel cumulatief risico op het optreden van het serotoninesyndroom.
Lasmiditan een zwakke remmer van Pgp; het verhoogde de systemische blootstelling van het Pgp-substraat dabigatran met ongeveer 25%; hou op grond hiervan bij gelijktijdig gebruik met Pgp-substraten met een smalle therapeutische index (zoals digoxine) rekening met een klinisch relevante toename van de systemische blootstelling.
Wees voorzichtigheid met combinatie met alcohol of andere middelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken, omdat lasmiditan sedatie en andere cognitieve en/of neuropsychiatrische bijwerkingen kan veroorzaken.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van andere 5HT1-receptoragonisten of ergotamine(derivaten) is gecontra-indiceerd vanwege een mogelijk toegenomen kans op coronaire vaatspasmen; een interval van minstens 24 uur wordt na gebruik van deze 5HT1-receptoragonisten of ergotamine aangeraden. Na gebruik van sumatriptan minstens zes uur wachten met toediening van ergotamine en 24 uur voor toediening van een andere 5HT1-receptoragonist.
Gebruik van sumatriptan in combinatie met MAO-remmers en tijdens de eerste twee weken na stoppen van de MAO-remmer is gecontra-indiceerd.
Na gelijktijdig gebruik met een serotonineheropnameremmer (SSRI/SNRI) is het optreden van het serotoninesyndroom beschreven.
In combinatie met geneesmiddel dat sint-janskruid bevat (Hypericum-extract), kunnen bijwerkingen vaker optreden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens in het 2e en 3e trimester. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid, peri- noch postnataal. Post-marketing gegevens over gebruik door > 1000 vrouwen tijdens het 1e trimester, wijzen niet op een toegenomen kans op congenitale defecten.
Advies: Kan in het 1e trimester bij een ernstige niet te couperen aanval worden gebruikt. In het 2e en 3e trimester alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Bij de mens: geen gegevens.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Minimaliseer blootstelling van het kind aan lasmiditan door borstvoeding binnen 24 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (relatieve kinddosis 3,5%). Verder wordt het slecht opgenomen vanuit de maag, en heeft het een lage biologische beschikbaarheid (14%) en een korte halfwaardetijd (2-3 uur), waardoor volgens Lareb nadelige effecten bij de zuigeling niet waarschijnlijk zijn.
Advies: Volgens Lareb: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Volgens de fabrikant: Blootstelling van het kind minimaliseren door borstvoeding binnen 12 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien.
Contra-indicaties
Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- myocardinfarct, ischemische hartaandoeningen of coronaire vaatspasmen in de voorgeschiedenis. Perifere vaataandoeningen. Symptomen die duiden op ischemische hartaandoeningen;
- doorgemaakte CVA en TIA;
- ernstig gestoorde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15);
- matige tot ernstige hypertensie, milde ongecontroleerde hypertensie.
Zie voor verdere contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij serotoninesyndroom, of een vermoeden van het optreden hiervan, het gebruik van lasmiditan staken. Er is een cumulatief risico op het serotoninesyndroom bij gebruik van andere serotonerge middelen; zie voor details de rubriek Interacties. Symptomen van het serotoninesyndroom kunnen ernstig zijn en treden meestal op binnen enkele minuten tot uren na toediening van een nieuw serotonerg geneesmiddel of een hogere dosis. Het gaat om veranderingen in de mentale toestand, autonome instabiliteit, neuromusculaire en/of gastro-intestinale verschijnselen.
Verkeerd gebruik of misbruik van lasmiditan monitoren en signaleren. Beoordeel patiënten op het risico van drugsmisbruik, vanwege een risico op misbruik van lasmiditan.
Houd rekening met medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) bij patiënten die vaak of dagelijks hoofdpijn hebben ondanks (of door) regelmatig gebruik van hoofdpijnmiddelen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar is nog niet vastgesteld.
Dit middel kan significant invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen, vanwege bijwerkingen op het centrale zenuwstelsel. Patiënten mogen na inname tot ten minste 8 uur geen voertuig besturen of andere activiteiten uitvoeren die extra aandacht vereisen, ook wanneer zij zich hiervoor goed genoeg voelen. Schrijf patiënten die dit advies niet kunnen opvolgen geen lasmiditan voor.
Waarschuwingen en voorzorgen
Sluit vóór behandeling ernstige neurologische aandoeningen als CVA, TIA uit bij atypische symptomen of als er geen duidelijke diagnose is.
Wees voorzichtig bij risicofactoren die de convulsiedrempel verlagen, bij aanwezigheid van risicofactoren voor coronaire hartziekten (zoals bij zware rokers of bij gebruik van vervangende nicotineproducten, mannen ouder dan 40 jaar, vrouwen in de postmenopauze), bij hypertensie (ook als die onder controle is), convulsies in de anamnese, en lever- en nierinsufficiëntie. Bij optreden van symptomen als pijn en/of een beklemd gevoel op borst en keel die duiden op ischemische hartziekte, geen sumatriptan meer geven en de patiënt op de juiste wijze evalueren.
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor sulfonamiden; er zijn relatief weinig aanwijzingen voor kruisovergevoeligheid.
Bij dagelijkse hoofdpijn rekening houden met medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH). Overmatig gebruik van pijnstillers (incl triptanen) kan leiden tot MOH en ook exacerbatie van hoofdpijn, waardoor tijdelijk staken van de behandeling nodig is.
Sumatriptan niet profylactisch toepassen.
Latexallergie. De beschermkap van de naald van de s.c. injectie bevat natuurlijk latex, dat in contact met de naald kan komen en bij voor latex overgevoelige personen allergische reacties kan geven.
Onderzoeksgegevens: Alle toedieningsvormen alleen toepassen bij mensen tussen de 18 en 65 jaar, alleen de neusspray kan ook bij jongeren vanaf 12 jaar; de werkzaamheid en veiligheid is daarbuiten niet onderzocht (< 10 j.) of niet aangetoond in onderzoek.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met lasmiditan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met sumatriptan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Centrale 5HT1F-receptoragonist. Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend, maar het effect bij migraine berust vermoedelijk op 5HT1F-agonisme, een vermindering van de afgifte van neuropeptiden en een remming van de pijnbanen, waaronder de nervus trigeminus.
Kinetische gegevens
F | 50–58 %. |
T max | 1,8 uur; inname samen met een vetrijke maaltijd vertraagt de Tmax met 1 uur. |
V d | 4,3 l/kg. |
Metabolisering | intra- en extrahepatisch tot inactieve metabolieten, via niet-CYP-enzymen, met ketonreductie tot S-M8 als de belangrijkste route. |
Eliminatie | met de urine als metaboliet (grotendeels S-M8), 3% onveranderd. |
T 1/2el | gemiddeld 5,7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve vasculaire 5HT1-receptoragonist, vooral van de 5HT1D-receptor. Deze receptor brengt vasoconstrictie van bepaalde craniale bloedvaten tot stand. Tevens zijn er aanwijzingen dat de activiteit van de nervus trigeminus wordt geremd. Werking: s.c. na 10–15 min; nasaal na 15 min; oraal, rectaal na 30 min. Na rectale toediening wordt na 2 uur een maximaal effect bereikt.
Kinetische gegevens
F | s.c. 96%, oraal, nasaal 14%, rectaal ca. 20%. |
T max | oraal 45 min (70%), rectaal 1½ uur, nasaal 1½ uur (volwassenen), 2 uur (adolescenten), s.c. 25 min. |
V d | 2,3 l/kg. |
Metabolisering | in de lever via MAO-A. |
Eliminatie | met de urine. |
T 1/2el | ca. 2 uur. |
Overig | bij milde tot matige leverinsufficiëntie is de biologische beschikbaarheid na orale toediening met 80% toegenomen; er is geen toename na subcutane toediening. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lasmiditan hoort bij de groep selectieve 5HT1-agonisten.
Groepsinformatie
sumatriptan hoort bij de groep selectieve 5HT1-agonisten.