Samenstelling
Livocab oogdruppels (als hydrochloride) Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels, suspensie (0,05%)
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 4 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride. Bevat tevens: fosfaat(buffer).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Livocab neusspray (als hydrochloride) Johnson & Johnson Consumer bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray, suspensie
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 15 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Indicaties
- Seizoensgebonden allergische conjunctivitis, waaronder conjunctivitis vernalis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Seizoensgebonden allergische rinitis.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Allergische conjunctivitis
Volwassenen en kinderen
1 druppel in ieder oog 2×/dag, zo nodig verhogen tot 3–4×/dag. De behandeling voortzetten totdat de klachten geheel zijn verdwenen.
Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
De suspensie schudden voor gebruik.
Doseringen
Voor gebruik de neus snuiten en tijdens de verstuiving goed opsnuiven.
Seizoensgebonden allergische rinitis
Volwassenen en kinderen
Twee verstuivingen per neusgat 2×/dag, zo nodig tot 3–4×/dag. De behandeling voortzetten tot de klachten geheel zijn verdwenen.
Bijwerkingen
Lokaal: Vaak (1-10%): oogpijn, brandend of stekend gevoel, irritatie, wazig zien.
Soms (0,1-1%): ooglidoedeem.
Zeer zelden (< 0,01%): jeuk, oculaire hyperemie, tranende ogen, conjunctivitis, oogzwelling, blefaritis, contacteczeem.
Systemisch: Zeer zelden (< 0,01%): hoofdpijn, overgevoeligheidsreacties zoals urticaria en angio–oedeem.
Verder zijn gemeld: hartkloppingen, anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): neusbloeding, hoesten, keelpijn, sinusitis, slaperigheid, duizeligheid, misselijkheid, vermoeidheid, pijn.
Soms (0,1-1%): lokale irritatie, droogheid en pijn, verstopte neus, hypersensitiviteit, ooglidoedeem, hartkloppingen, dyspneu, bronchospasme, malaise.
Zelden (0,01-0,1%): lokale warmte of ongemak, neusoedeem, tachycardie.
Verder is gemeld: anafylactische reactie.
Interacties
Oxymetazoline kan de absorptie van nasaal toegediend levocabastine tijdelijk verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, alleen aanwijzingen voor schadelijkheid in extreem hoge systemische doseringen.
Farmacologisch effect: Gezien de lage systemische belasting bij gebruik van oogdruppels worden geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Opname in het bloed bij intranasaal gebruik is gering. Nadelige effecten zijn niet waarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.
Farmacologisch effect: Gezien de verwachte lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels door de moeder en de zeer geringe blootstelling via de melk worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Bij langdurig gebruik van antihistaminica in hoge doseringen kan er in theorie sufheid optreden bij de zuigeling.
Advies: Kan kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt; langdurig gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik. Benzalkoniumchloride kan tevens zachte contactlenzen doen verkleuren. Contactlenzen vóór het indruppelen uitnemen en na 15 minuten weer indoen.
Bij een beschadigde cornea kan het gebruik van fosfaathoudende oogdruppels leiden tot corneacalcificaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij nierinsufficiëntie.
Benzalkoniumchloride kan oedeem van het neusslijmvlies geven, vooral bij langdurig gebruik.
Overdosering
Symptomen
Na ingestie: sedatie.
Therapie
Na ingestie veel (water) drinken om de renale uitscheiding te bevorderen.
Eigenschappen
Antihistaminicum (selectieve histamine H1-receptor-antagonist). Na toepassing in het oog geeft het meestal snel verlichting van de symptomen van allergische conjunctivitis. Werkingsduur: enkele uren.
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam en onvolledig. Van een druppel van 15 microg wordt ca. 6 microg geabsorbeerd. |
T max | ca. 6 uur. |
Metabolisering | in de lever door middel van glucuronidering. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine (70%). |
T 1/2el | 39–70 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antihistaminicum. Werking: lokaal meestal snel. Werkingsduur: enkele uren.
Kinetische gegevens
Resorptie | 30–45 microg/verstuiving. |
T max | circa 3 uur. |
Metabolisering | vnl. door glucuronidering tot een acylglucuronide. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine. |
T 1/2el | 35–40 uur. Bij nierinsufficiëntie aanzienlijk langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
levocabastine (oculair) hoort bij de groep antihistaminica, lokaal.
Groepsinformatie
levocabastine (nasaal) hoort bij de groep antihistaminica, lokaal.