Samenstelling
Doporio Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet 'LC 50'
Bevat per tablet: levodopa 50 mg, carbidopa (als monohydraat) 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet 'LC 100'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
Duodopa intestinale gel
Bijlage 2
Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- Intestinale gel
- Verpakkingsvorm
- Plastic cassette met PVC zak 100 ml
Bevat per ml gel: levodopa 20 mg, carbidopa (als monohydraat) 5 mg; de cassettes kan men aansluiten op een draagbare CADD-Legacy 1400 pomp.
Levodopa/Carbidopa Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet '62,5'
Bevat per tablet: levodopa 50 mg, carbidopa (als monohydraat) 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '110'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa (als monohydraat) 10 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '125'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '275'
Bevat per tablet: levodopa 250 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard 125'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard 250'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, carbidopa (als monohydraat) 50 mg.
Sinemet Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet '62,5'
Bevat per tablet: levodopa 50 mg, carbidopa (als monohydraat) 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '125'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '275'
Bevat per tablet: levodopa 250 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'CR-125'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa (als monohydraat) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'CR-250'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, carbidopa (als monohydraat) 50 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Duodopa s.c.-infusievloeistof Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- s.c.-infusievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Bevat per ml: foslevodopa 240 mg en foscarbidopa 12 mg. Foslevodopa en foscarbidopa zijn prodrugs overeenkomend met ongeveer 170 mg levodopa en 9 mg carbidopa per 1 ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de ziekte van Parkinson is levodopa het middel van eerste keus. Bij de novo patiënten in de vroege fase gaat als startbehandeling de voorkeur in het algemeen uit naar levodopa in combinatie met een decarboxylaseremmer. Overweeg als alternatief een levodopa-sparende behandeling (dopamine-agonist/ MAO-B remmers) bij jongeren (< 40 jaar) zonder cognitieve problemen, wegens een lagere kans op dyskinesie.
De tabletten met gereguleerde afgifte kunnen voor de nacht zinvol zijn bij beginnende ‘wearing-off’-klachten en bij hinderlijke ‘off’-gerelateerde problematiek gedurende de nacht of vroege ochtend.
In de latere fase met responsfluctuaties – zoals ‘on-off’ en 'wearing-off' – tijdens de levodopa-behandeling, zijn dopamine-agonisten (pramipexol, ropinirol), MAO-B-remmers (rasagiline, safinamide, selegiline) en COMT-remmers (entacapon) effectief als adjuvante behandeling. De keuze voor een van deze middelen is gebaseerd op individuele patiëntkenmerken.
Indien in de late gecompliceerde fase van de ziekte, ondanks optimale instelling op orale antiparkinson-geneesmiddelen toch invaliderende onvoorspelbare motorische complicaties (= ‘off’-perioden)/responsfluctuaties optreden, komen geavanceerde behandelingen waaronder stereotactische diepe hersenstimulatie (DBS), apomorfine subcutaan of levodopa/carbidopa(/entacapon) intestinale gel per sonde in aanmerking. De toepassing is beperkt tot centra met expertise op het gebied van gevorderde Parkinson.
Aan de vergoeding van levodopa/carbidopa intestinale gel zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bij de ziekte van Parkinson is levodopa het middel van eerste keus. Bij de novo patiënten in de vroege fase gaat als startbehandeling de voorkeur in het algemeen uit naar levodopa in combinatie met een decarboxylaseremmer. Overweeg als alternatief een levodopa-sparende behandeling (dopamine-agonist/ MAO-B remmers) bij jongeren (< 40 jaar) zonder cognitieve problemen, wegens een lagere kans op dyskinesie.
De tabletten met gereguleerde afgifte kunnen voor de nacht zinvol zijn bij beginnende ‘wearing-off’-klachten en bij hinderlijke ‘off’-gerelateerde problematiek gedurende de nacht of vroege ochtend.
In de latere fase met responsfluctuaties – zoals ‘on-off’ en 'wearing-off' – tijdens de levodopa-behandeling, zijn dopamine-agonisten (pramipexol, ropinirol), MAO-B-remmers (rasagiline, safinamide, selegiline) en COMT-remmers (entacapon) effectief als adjuvante behandeling. De keuze voor een van deze middelen is gebaseerd op individuele patiëntkenmerken.
Indien in de late gecompliceerde fase van de ziekte, ondanks optimale instelling op orale antiparkinson-geneesmiddelen toch invaliderende onvoorspelbare motorische complicaties (= ‘off’-perioden)/responsfluctuaties optreden, komen geavanceerde behandelingen waaronder stereotactische diepe hersenstimulatie (DBS), apomorfine subcutaan of levodopa/carbidopa(/entacapon) intestinale gel per sonde in aanmerking. De toepassing is beperkt tot centra met expertise op het gebied van gevorderde Parkinson.
Voor foslevodopa/foscarbidopa s.c.-infusievloeistof is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Tablet: Ziekte van Parkinson bij volwassenen. De CR-tablet vooral ter verkorting van de 'off'-periode bij patiënten die eerder met levodopa, al dan niet met decarboxylaseremmers, werden behandeld en die motorische fluctuaties vertoonden.
- Intestinale gel: Gevorderde ziekte van Parkinson met ernstige motorische fluctuaties en hyper/dyskinesie die onvoldoende reageert op andere beschikbare combinaties van anti-parkinsonmiddelen en die levodopa-responsief zijn.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Gevorderde ziekte van Parkinson, met ernstige motorische fluctuaties en hyper-/dyskinesie die onvoldoende reageert op andere beschikbare combinaties van antiparkinsonmiddelen, en die levodopa-responsief zijn.
Doseringen
De dosering afstemmen op de individuele behoefte; dit kan aanpassing van zowel de afzonderlijke doses als van de frequentie van toediening inhouden.
De tablet Doporio 'LC 50' bevat een breukstreep om het inslikken makkelijker te maken; deze is niet geschikt om de tabletten in gelijke doses te verdelen.
De tabletten Doporio 'LC 100' en Sinemet '275' bevatten een breukstreep om de tablet in gelijke doses te verdelen; met Sinemet '275' kan zo op 137,5 mg worden gedoseerd.
Tablet
Volwassenen
Aanvankelijk 1 tablet '125' of 'LC 100' 2–4×/dag, indien nodig geleidelijk elke dag of om de dag te verhogen met 1 tablet '63,5' of 'LC50', '125' of 'LC 100' resp. ½ tablet '275';
gebruikelijke onderhoudsdosering 4–8 tabletten '125' (of een daarmee overeenkomend aantal tabletten van een andere sterkte) per dag in meerdere doses. Maximale dagelijkse onderhoudsdosering 8 tabletten '275'/dag (dit is 2000 mg levodopa in combinatie met 200 mg carbidopa per dag).
Bij overschakelen van levodopa/benserazide de dosering ten minste 12 uur onderbreken (24 uur voor levodopa/benserazide met vertraagde afgifte) voordat levodopa/carbidopa wordt gestart, en vervangen op basis van een gelijke hoeveelheid levodopa.
CR-tablet: Bij patiënten die niet eerder levodopa kregen, is de begindosering 1 tablet 'CR-125' 2×/dag. Bij overschakeling van een normale op de CR-tablet een dosering geven die maximaal 10% meer levodopa levert (bij doses > 900 mg per dag). Tevens dient het toedieningsinterval met 30–50% te worden verlengd tot 4–12 uur. Bij ongelijk verdeelde doses de laagste dosis aan het eind van de dag toedienen. Doseringen die maximaal 30% meer levodopa per dag leveren kunnen nodig zijn. Bij patiënten met een lichte tot matige vorm van de ziekte die tot nu toe alleen levodopa ontvingen en worden overgezet op de CR-tablet, is de begindosering 1 tablet 'CR-250' 2×/dag, nadat de toediening van levodopa ten minste 8 uur is gestaakt; max. 600 mg per dag.
(Maximale) dosering: volgens de richtlijn Ziekte van Parkinson wordt gestart met levodopa 62,5 mg 3×/dag, vervolgens bij onvoldoende effect na 2 weken verhogen tot levodopa 125 mg 3×/dag; daarna bij onvoldoende effect de dosering levodopa in stappen extra ophogen tot voorlopig max 1125 mg/dag, totdat een goede respons is vastgesteld. Als bij patiënten met matig-ernstige bradykinesie of rigiditeit bij een dosering van 600-900 mg/dag een effect uitblijft, de diagnose ziekte van Parkinson heroverwegen. Bij een goede levodopa-respons wordt op geleide van klachten en bijwerkingen de dosering in meerdere jaren opgehoogd tot soms meer dan 2 g levodopa/dag; soms verdeeld over 8-10 giften; een dosering > 300 mg levodopa/gift is ongebruikelijk.
Intestinale gel
Volwassenen
Test eerst met een tijdelijke nasoduodenale/nasojejunale sonde hoe de patiënt reageert op de behandeling, voordat de permanente sonde wordt geplaatst. De totale dagelijkse dosis bestaat uit de ochtenddosis, continue onderhoudsdosis en extra bolusdosis die voor de duur van ongeveer 16 uur (doorgaans voor de periode dat de patiënt wakker is) zijn berekend en zo worden toegediend. Indien medisch nodig kan in aanvulling op de dag, gedurende de nacht worden toegediend; max. gedurende 24 uur.
Ochtenddosis: gebaseerd op de voorgaande ochtenddosis levodopa + het volume om de sonde te vullen: meestal 100–200 mg levodopa in 10–30 min (5–10 ml), max. 300 mg levodopa (15 ml).
Continue onderhoudsdosis: 20–200 mg levodopa/uur (1–10 ml/uur) gebaseerd op de voorgaande dagelijkse inname van levodopa en andere parkinsonmedicatie; meestal 40–120 mg levodopa/uur (2-6 ml/uur); max. 200 ml/dag; in uitzonderlijke gevallen kan een hogere dosis nodig zijn. De onderhoudsdosis aanpassen in stappen van 2 mg/uur (0,1 ml/uur).
Extra bolus dosis: als de patiënt gedurende de dag stijf wordt, kan een extra dosis van 0,5–2 ml worden bijgegeven, in zeldzame gevallen een hogere dosering; indien > 5×/dag een extra dosis nodig is, de continue onderhoudsdosis verhogen.
Controle: Ga bij plotselinge vermindering van werkzaamheid met motorische fluctuaties via een röntgenfoto na of eventueel het distale deel van de sonde verplaatst is van duodenum/jejunum naar maag.
Verminderde nier- en leverfunctie: Voer bij ernstige nier- of leverinsufficiëntie dosistitratie voorzichtig uit.
Toediening
- Tablet: omdat (m.n. eiwitrijk) voedsel de absorptie van levodopa kan vertragen en verminderen, tabletten bij voorkeur ten minste 30 min vóór of 1 uur na de maaltijd innemen; neem niet in met eiwithoudende producten zoals melk.
- Cassette niet langer dan 24 uur gebruiken; ze zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Als aan het eind van de houdbaarheidstermijn de gel lichtgeel wordt, heeft dit geen invloed op de behandeling.
Doseringen
De oplossing voor infusie wordt toegediend als een continue s.c.-infusie met een continue snelheid, 24 uur per dag. Patiënten moeten zelf of met hulp van een zorgverlener in staat zijn het toedieningssysteem te begrijpen en te gebruiken. Train patiënten voor de start van en zo nodig tijdens de behandeling, in het juiste gebruik van de s.c.-infusie en het toedieningssysteem.
Gevorderde ziekte van Parkinson met s.c-infusievloeistof
Volwassenen
Voor patiënten die al levodopa/carbidopa gebruiken, bepaal de start- en laaddoseringen door het omrekenen van de levodopa-inname van alle levodopa-bevattende preparaten overdag (meestal 16 uur/dag) naar levodopa-equivalenten (LE) en verhoog deze vervolgens rekening houdend met 24-uurstoediening; zie voor de berekening van LE en van de infusiesnelheden per uur, op grond waarvan de pomp wordt geprogrammeerd, de schema's in de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1–4, stappen 1 t/m 3). Pas vervolgens de dosis aan om een optimale klinische respons te bereiken die de functionele ‘on’-tijd maximaliseert, en het aantal en de duur van ‘off’-episoden en ‘on’-episoden met beperkende dyskinesie minimaliseert; max. 6000 mg foslevodopa (of 25 ml infusievloeistof) per dag, overeenkomend met ongeveer 4260 mg levodopa per dag). Laaddoses kan de zorgverlener toedienen via de pomp of via orale carbidopa-levodopa tabletten met directe afgifte. Aanpassen van alle infusiesnelheden kan in stappen van 0,01 ml/u (wat overeenkomt met ongeveer 1,7 mg levodopa/uur) tot maximaal 1,04 ml/u (of 6000 mg foslevodopa per dag [ongeveer 4260 mg levodopa per dag)]. De zorgverlener kan indien nodig 2 alternatieve infusiesnelheden programmeren en inschakelen (laag/hoog), waardoor de patiënt bv. de dosis 's nachts kan verlagen, of de dosis kan verhogen tijdens langdurige intensieve activiteit. De zorgverlener kan naast alternatieve infusiesnelheden als optie ook extra doses instellen en inschakelen, waardoor de patiënt acute ‘off’-symptomen die tijdens continue infusie optreden, kan beheersen.
Toediening
- Continue s.c.-toediening met gebruik van de Vyafuserpomp, bij voorkeur in de buik; vermijd een gebied met een straal van 5 cm rond de navel. De veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn van toediening via de arm en het bovenbeen, zijn niet beoordeeld.
- De patiënt moet zijn getraind in het juiste gebruik van de infusie en het toedieningssysteem (pomp, flacon met oplossing, flaconadapter, spuit, infusieset, draagaccessoire, oplaadbare batterij en oplader) vóór de start van de behandeling en zo nodig daarna.
- Wissel ten minste elke 3 dagen van infusieplaats en gebruik dan een nieuwe infusieset. Kies dan een nieuwe infusieplaats op ten minste 2,5 cm afstand van plaatsen die in de voorgaande 12 dagen zijn gebruikt. De oplossing voor infusie mag niet worden geïnfundeerd in gebieden die gevoelig, gekneusd of rood zijn of die hard aanvoelen.
- De flacons eenmalig gebruiken. Nadat de inhoud van een flacon is overgebracht in de spuit, de inhoud van de spuit binnen 24 uur toedienen.
- Alleen kort onderbreken van toediening is mogelijk zonder verdere maatregelen, bijvoorbeeld wanneer de patiënt een douche neemt. Bij onderbreking > 1 uur is een nieuwe infusieset (slang en canule) nodig en ook wisselen van infusieplaats. Bij onderbreking > 3 uur kan de patiënt ook zelf een laaddosis toedienen, als deze optie is ingeschakeld door de zorgverlener, om snel de symptomen weer onder controle te krijgen. Bij onderbreking > 24 uur moet de zorgverlener bepalen welke alternatieve dopaminerge behandeling geschikt is (bv. orale levodopa/carbidopa).
Bijwerkingen
Onwillekeurige bewegingen kunnen zowel vroeg als laat in de therapie optreden en zijn dosis-afhankelijk. Bij voortgezette behandeling heeft 50–80% last van 'peak-dose' dyskinesie (m.n. na gebruik van de tablet met gereguleerde afgifte); tevens treden op perioden van akinesie, tremor en stijfheid, die enkele minuten tot uren kunnen duren ('end of dose' akinesie, 'on-off'-verschijnsel, akinesia paradoxica) en ernstige gegeneraliseerde dyskinesie. Spiertrekkingen en blefarospasmen vormen de eerste tekenen om dosisverlaging te overwegen.
(Zeer) vaak (> 1%): anorexie; hoofdpijn, paresthesie, spierkrampen, psychische stoornissen zoals hallucinatie, verwardheid, slaperigheid overdag, plotselinge slaapaanvallen, duizeligheid, nachtmerrie, slapeloosheid en depressie (zeer zeldzame zelfmoordpoging); pijn op de borst, asthenie, hartkloppingen, orthostatische hypotensie (m.n. in de beginperiode); dyspneu. Maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, droge mond, dyspepsie. Urineweginfecties.
Soms (0,1–1%): syncope, extrapiramidale aandoening, gastro-intestinale pijn, urticaria, afwijkingen in het lopen, gewichtsverlies. Vallen.
Zelden (0,01–0,1%): oogaandoeningen als wazig zien, overmatig blozen, psychotische episode. Haaruitval, jeuk, angio–oedeem. Neuroleptisch maligne syndroom. Het donker worden van zweet, urine en speeksel.
Verder: stoornis in de impulsbeheersing (dwangmatig gokgedrag, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsief koopgedrag, compulsief eetgedrag), euforie, tandenknarsen, dopaminedisregulatie-syndroom. Dementie, bittere smaak, ataxie, activering van het Horner-syndroom, gevoelsverlies, convulsies. diplopie, verwijde pupillen, oculogyrische crises. Leukopenie, trombocytopenie, (hemolytische) anemie, agranulocytose. (Maligne) melanoom. Hyperhidrose, Henoch–Schönlein-purpura. Trismus. Flebitis. Opvliegers, hypertensie. Malaise, oedeem. Gewichtstoename. Aritmieën (in het bijzonder bij bestaande hartstoornissen). Heesheid, hik. Speekselvloed, slikstoornissen, flatulentie. Maag-darmbloedingen. Urineretentie, urine incontinentie, priapisme. Laboratoriumafwijkingen: fout-positieve uitslagen voor glucose en ketonlichamen in de urine. Lichte verhoging van transaminasewaarden, alkalisch fosfatase, LDH, creatinine- en ureumgehalte. Verminderde Hb en hematocriet. Verhoogde urinezuurspiegels. Positieve Coombs-test.
Tevens bij de intestinale sonde: (Zeer) vaak (> 1%): anemie, agitatie, syncope, tremor, complicaties, zoals verplaatsing van de sonde naar de maag, occlusie of het verdraaien van de sonde (hoge druksignalen van de pomp) of volledig falen van sonde of pomp. Kort na de operatieve plaatsing: buikpijn, infectie en lekken van gastrische vloeistoffen. Plaatselijke infecties rondom de stoma. Peritonitis, pneumoperitoneum, postoperatieve ileus. Hypo-esthesie. Pneumonie (waaronder aspiratiepneumonie).
Soms (0,1–1%): leukopenie, trombocytopenie. Bezoar, abces, ischemische colitis, gastro-intestinale ischemie, -obstructie, darmvaginatie, pancreatitis, intestinale bloeding of -zweer, dikkedarmperforatie. Gesloten-kamerhoekglaucoom, blefarospasme, diplopie, optische ischemische neuropathie.
Verder: maag-, gastro-intestinale perforatie, anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infusieplaatsreactie (nodule, cellulitis, infectie, oedeem, pijn en erytheem op de infusieplaats), urineweginfectie, angst, depressie, hallucinatie, vallen.
Vaak (1-10%): anemie. Verminderde eetlust. Abnormale dromen, agitatie, verwarde toestand, wanen, impulsbeheersingsstoornis, slapeloosheid, paranoia, psychotische stoornis, slaapaanval, slaapaandoening, suïcidale neiging. Cognitieve aandoening, duizeligheid, orthostatische duizeligheid, dyskinesie, dystonie, hoofdpijn, hypo-esthesie, 'on/off'-fenomeen, paresthesie, polyneuropathie, slaperigheid, syncope, tremor. Onregelmatige hartslag, hypertensie, (orthostatische) hypotensie. Dyspneu, orofaryngeale pijn. Opgezette buik, buikpijn, obstipatie, diarree, droge mond, dysgeusie, dyspepsie, dysfagie, flatulentie, misselijkheid, braken. Contacteczeem, hyperhidrose, jeuk, huiduitslag. Spierspasmen, nekpijn. Urine-incontinentie, urineretentie. Asthenie, vermoeidheid, malaise, perifeer oedeem, pijn. Op de infusieplaats: abces, blauwe plek, exfoliatie, extravasatie, hematoom, hemorragie, induratie, ontsteking, irritatie, papel, jeuk, uitslag en zwelling. Verlaagd vitamine B6, vitamine B12-deficiëntie, verhoogd aminozuur (methylmalonzuur), verhoogd homocysteïne, verlaagd en verhoogd gewicht.
Soms (0,1-1%): leukopenie, trombocytopenie. Dementie, (poging tot) zelfmoord, dopaminedisregulatie-syndroom, euforische stemming, verhoogd libido, nachtmerrie. Ataxie, convulsie, loopstoornis. Gesloten-kamerhoekglaucoom, blefarospasme, diplopie, optische ischemische neuropathie, wazig zien. Hartkloppingen. Flebitis. Dysfonie. Speekselvloed. Alopecia, erytheem, urticaria. Chromaturie. Pijn op de borst.
Zelden (0,01-0,1%): bruxisme, speekselverkleuring, glossodynie, hikken. Afwijkende ademhaling. Zweetverkleuring, maligne melanoom. Priapisme.
Verder zijn gemeld bij levodopa/carbidopa: verhoogde bloedwaarden van ureum-stikstof, alkalische fosfatase, S-ASAT, S-ALAT, LDH, bilirubine, suiker, creatinine, urinezuur en positieve Coombs-test, en verminderde waarden van hemoglobine- en hematocriet. Leukocyten, bacteriën en bloed in de urine. Fout-negatieve resultaten voor glucosurie.
Interacties
Combinatie met niet-selectieve MAO-remmers en met MAO-A-remmers en behandeling binnen 14 dagen na de laatste gift van een dergelijke MAO-remmer is gecontra-indiceerd, omdat dan een hypertensieve crisis kan optreden.
Antipsychotica, isoniazide, anti-emetica met fenothiazine-structuur, benzodiazepinen en hoge doses methionine kunnen het anti-parkinsoneffect tegengaan.
Het hypotensieve effect van methyldopa kan worden versterkt. Methyldopa kan de anti-parkinsonwerking zowel versterken als verminderen.
Het gelijktijdig gebruik kan het effect van sympathicomimetica versterken.
Gelijktijdige toediening van halothaan, kan aritmieën veroorzaken; overweeg vóór anesthesie met halothaan de levodopatherapie te onderbreken en deze na de operatie zo snel mogelijk te hervatten. Volgens de productinformatie kan men tijdens narcose doorgaan met de behandeling zolang orale inname mogelijk is.
Parasympathicolytica kunnen de absorptie van levodopa verminderen; anderzijds werken ze synergistisch doordat parasympathicolytica de tremor doen afnemen; abnormale onvrijwillige bewegingen kunnen echter verergeren.
Bij gelijktijdige toediening van ferro-verbindingen kan de absorptie van levodopa afnemen, waarschijnlijk door vorming van een slecht oplosbaar complex. De tussentijd moet zo groot mogelijk zijn.
Niet gelijktijdig gebruiken met tetrabenazine of andere geneesmiddelen die de hoeveelheid monoaminen verlagen.
Selegiline kan de hypotensieve reactie versterken.
In combinatie met COMT-remmers en MAO-B remmers de dosering levodopa eventueel verlagen.
Bij een eiwitrijk dieet kan de absorptie verstoord zijn, omdat levodopa competitief is met bepaalde aminozuren.
Interacties
De volgende interacties zijn bekend van de generieke combinatie van levodopa/carbidopa; er is geen interactieonderzoek met foslevodopa/foscarbidopa.
Combinatie met niet-selectieve MAO-remmer en met MAO-A-remmer en behandeling binnen 14 dagen na de laatste gift van een dergelijke MAO-remmer is gecontra-indiceerd, omdat dan een hypertensieve crisis kan optreden.
Antipsychotica, isoniazide, anti-emetica met fenothiazine-structuur, benzodiazepinen en hoge doses methionine kunnen het anti-parkinsoneffect tegengaan.
Het hypotensieve effect van methyldopa kan worden versterkt. Methyldopa kan de anti-parkinsonwerking zowel versterken als verminderen.
Het gelijktijdig gebruik kan het effect van sympathicomimetica versterken.
Gelijktijdige toediening van halothaan kan aritmieën veroorzaken; overweeg vóór anesthesie met halothaan de levodopatherapie te onderbreken en deze na de operatie zo snel mogelijk te hervatten.
Parasympathicolytica werken synergistisch doordat parasympathicolytica de tremor doen afnemen; abnormale onvrijwillige bewegingen kunnen echter verergeren.
Niet gelijktijdig gebruiken met tetrabenazine of andere geneesmiddelen die de hoeveelheid monoaminen verlagen.
Selegiline kan de hypotensieve reactie versterken.
In combinatie met COMT-remmers en MAO-B remmers de dosering levodopa eventueel verlagen.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van CYP1A2-substraten (bv. fluvoxamine, clozapine, coffeïne, theofylline, duloxetine en melatonine). omdat foscarbidopa in vitro mogelijk een inductor is van CYP1A2.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (misvormingen skelet en viscerae).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (misvormingen skelet en viscerae).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden bij de mens (levodopa). Ja, bij dieren (carbidopa); onbekend bij de mens (carbidopa).
Farmacologisch effect:Het onderdrukt de lactatie.
Advies: Het gebruik of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden bij de mens (levodopa). Ja, bij dieren (carbidopa); onbekend bij de mens (carbidopa).
Farmacologisch effect: Het onderdrukt de lactatie.
Advies: Het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- verdachte, ongediagnosticeerde gepigmenteerde-huidaandoeningen (in kleur of vorm afwijkende of bloedende moedervlekken); melanoom in de anamnese;
- gebruik van niet-selectieve MAO-remmers en MAO-A-remmers, zie voor details de rubriek Interacties.
- voor de intestinale gel tevens:
- ernstige hartstoornissen;
- ernstige hartaritmie;
- plotselinge hersenbloeding;
- omstandigheden waarin adrenerge geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd, bijvoorbeeld feochromocytoom, hyperthyroïdie en syndroom van Cushing.
Contra-indicaties
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- ernstig hartfalen;
- acute hersenbloeding;
- ernstige hartaritmie;
- omstandigheden waarin adrenerge geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd, bijvoorbeeld feochromocytoom, hyperthyroïdie en syndroom van Cushing;
- verdachte, ongediagnosticeerde gepigmenteerde-huidaandoeningen (in kleur of vorm afwijkende of bloedende moedervlekken); melanoom in de anamnese.
- gebruik van niet-selectieve MAO-remmers en MAO-A-remmer, zie voor details de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij ernstige cardiovasculaire of longaandoeningen, een endocriene, lever- of nieraandoening,(anamnese van) ulcus pepticum en convulsies. Terughoudendheid is geboden bij een recent myocardinfarct met aritmieën. Bij langdurig gebruik periodiek nier- en leverfunctie, hematopoëse en cardiovasculaire functie controleren.
Bij chronisch open-kamerhoekglaucoom de oogboldruk controleren.
Optredende dyskinesie kan men trachten te bestrijden door dosisverlaging en/of verdeling van de dagdosis over meerdere giften.
De kans op het optreden van een melanoom bij de ziekte van Parkinson is 2–6× zo groot als in de normale populatie; tijdens behandeling regelmatig controleren op het ontwikkelen van een melanoom, met name bij een melanoom in de voorgeschiedenis.
Wijs de patiënt voor de start van de behandeling op het risico van het ontwikkelen van het dopaminedisregulatie-syndroom, een aandoening gekenmerkt door verslaving aan en overmatig gebruik van dopaminerge geneesmiddelen (meer dan nodig is voor controle van motorische symptomen) en die kan leiden tot ernstige dyskinesie.
Controleer op mentale veranderingen, depressie met zelfmoordneiging en andere ernstige gedragsveranderingen. Wees voorzichtig bij een psychose (in de anamnese). Heroverweeg de behandeling als hallucinaties optreden.
De medicatie niet plotseling staken vanwege een risico van het neuroleptisch maligne syndroom.
Controleer regelmatig op het ontstaan van stoornissen in de impulsbeheersing; heroverweeg de behandeling bij ontwikkelen hiervan.
Niet onderzocht: bij patiënten jonger dan 18 jaar zijn veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Verder bij de intestinale gel: Het instellen van de transabdominale poort en de dosisaanpassingen uitvoeren in samenwerking met een gespecialiseerde neurologische kliniek. De gel bevat hydrazine, een afbraakproduct van carbidopa, dat genotoxisch, hepatotoxisch en mogelijk carcinogeen is; de klinische betekenis van de blootstelling via de gel is niet bekend. Beoordeel patiënten voor start van de behandeling op voorgeschiedenis of tekenen van polyneuropathie of bekende risicofactoren; controleer vervolgens periodiek op polyneuropathie.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij chronisch open-kamerhoekglaucoom, ernstige cardiovasculaire of longaandoeningen, een endocriene, lever- of nieraandoening, (anamnese van) ulcus pepticum en convulsies. Bij open-kamerhoekglaucoom de oogboldruk controleren. Terughoudendheid is geboden bij een recent myocardinfarct met aritmieën. Bij langdurig gebruik periodiek nier- en leverfunctie, hematopoëse en cardiovasculaire functie controleren.
Optredende dyskinesie kan men trachten te bestrijden door dosisverlaging en/of verdeling van de dagdosis over meerdere giften.
De kans op het optreden van een melanoom bij de ziekte van Parkinson is 2–6× zo groot als in de normale populatie; tijdens behandeling regelmatig controleren op het ontwikkelen van een melanoom, met name bij een melanoom in de voorgeschiedenis.
Wijs de patiënt voor de start van de behandeling op het risico van het ontwikkelen van het dopaminedisregulatie-syndroom, een aandoening gekenmerkt door verslaving aan en overmatig gebruik van dopaminerge geneesmiddelen (meer dan nodig is voor controle van motorische symptomen) en die kan leiden tot ernstige dyskinesie.
Controleer op mentale veranderingen, depressie met zelfmoordneiging en andere ernstige gedragsveranderingen. Wees voorzichtig bij een psychose (in de anamnese). Heroverweeg de behandeling als hallucinaties optreden.
Vanwege het risico van het neuroleptisch maligne syndroom de toediening niet plotseling staken.
Controleer regelmatig op het ontstaan van stoornissen in de impulsbeheersing; heroverweeg de behandeling bij het ontwikkelen hiervan.
Niet gebruiken bij patiënten jonger dan 18 jaar; veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen niet vastgesteld.
De s.c.-infusievloeistof bevat hydrazine, een afbraakproduct van foscarbidopa, dat genotoxisch, hepatotoxisch en mogelijk carcinogeen is; de klinische betekenis van de blootstelling via de infusievloeistof is niet bekend. Beoordeel patiënten voor start van de behandeling op voorgeschiedenis of tekenen van polyneuropathie of bekende risicofactoren; controleer vervolgens periodiek op polyneuropathie.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Pyridoxine antagoneert de effecten van dit preparaat niet.
Zie voor symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.
Overdosering
Pyridoxine antagoneert de effecten van dit preparaat niet.
Neem voor informatie over een vergiftiging met foslevodopa/foscarbidop contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Combinatie van levodopa en een perifere dopadecarboxylaseremmer carbidopa. Levodopa is een dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine. De decarboxylaseremmer carbidopa passeert de bloed-hersenbarrière niet en remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is voor transport naar de hersenen (70–150 mg carbidopa blijkt perifeer dopadecarboxylase volledig te kunnen remmen.) Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen minder perifere bijwerkingen optreden door een geringere hoeveelheid perifeer ontstaan dopamine. De werking berust waarschijnlijk op verhoging van de dopamineconcentratie in de hersenen. Hypokinesie, spierstijfheid en in mindere mate de tremor worden verbeterd. Werkingsduur: tablet 2–4 uur, CR-tablet 4–6 uur. Intestinale behandeling vermindert de motorische fluctuaties en verhoogt de 'on'-tijd omdat een stabielere levodopa plasmaconcentratie wordt gerealiseerd.
Kinetische gegevens
F | 84–99% (tablet en intestinale gel). F van de CR-tablet = 70% van gewone tablet. |
T max | na 10–30 min wordt met intestinale gel het therapeutisch plasmaniveau bereikt. |
V d | 0,9–1,6 l/kg. |
Overig | de bloedspiegel is bij gebruik van de CR-tablet gelijkmatiger, dit geeft een geringe (ca. 10%) vermindering van de 'off'-perioden. |
Metabolisering | volledig, voornamelijk via COMT, omdat carbidopa het decarboxylase-enzym remt. |
Eliminatie | als metaboliet via de urine. |
T 1/2el | 1–2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van foslevodopa (levodopa-monofosfaat) en een perifere dopadecarboxylaseremmer carbidopa-monofosfaat. Foslevodopa en foscarbidopa worden in vivo snel omgezet in levodopa en carbidopa. Levodopa is een dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine. De dopadecarboxylaseremmer carbidopa, passeert de bloed-hersenbarrière niet en remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is voor transport naar de hersenen (70–150 mg carbidopa blijkt perifeer dopadecarboxylase volledig te kunnen remmen). Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen minder perifere bijwerkingen optreden door een geringere hoeveelheid perifeer ontstaan dopamine. De werking berust waarschijnlijk op verhoging van de dopamineconcentratie in de hersenen. Hypokinesie, spierstijfheid en in mindere mate de tremor worden verbeterd. S.c.-infusie vermindert de motorische fluctuaties en verhoogt de 'on'-tijd omdat een stabielere levodopa-plasmaconcentratie wordt gerealiseerd.
Kinetische gegevens
Overig | Na s.c.-toediening van foslevodopa/foscarbidopa infusievloeistof zijn de Cmax, AUC en mate van fluctuatie van levodopa vergelijkbaar met na intestinale toediening van levodopa/carbidopa intestinale gel. |
Metabolisering | De prodrugs foslevodopa en foscarbidopa worden snel omgezet in levodopa en carbidopa door alkalische fosfatase. Levodopa: volledig, voornamelijk via COMT, omdat carbidopa het decarboxylase-enzym remt. Carbidopa: deels tot metabolieten. |
Eliminatie | Als metaboliet via de urine (levodopa), 30% onveranderd (carbidopa). |
T 1/2el | 1–2 uur (levodopa), 2 uur (carbidopa). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
levodopa/carbidopa hoort bij de groep levodopa met decarboxylaseremmers.
Groepsinformatie
foslevodopa/foscarbidopa hoort bij de groep levodopa met decarboxylaseremmers.