Samenstelling
Elvanse
(dimesilaat)
Bijlage 2
Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg, 60 mg, 70 mg
Lisdexamfetamine 10 mg komt overeen met dexamfetamine(sulfaat) ca. 4 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Concerta (hydrochloride) Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Equasym (hydrochloride) Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ('XL')
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg
Kinecteen (hydrochloride) Medice bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Medikinet (hydrochloride) Aanvullende monitoring Medice bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ('CR')
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg, 60 mg
Methylfenidaat (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Ritalin (hydrochloride) InfectoPharm Arzneimittel und Consilium GmgH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van ADHD bij kinderen bestaat uit niet-medicamenteuze maatregelen zoals voorlichting, opvoedingsadviezen en, indien gewenst, opvoedingsondersteuning. Bij duidelijke beperkingen in het functioneren is daarnaast gedragstherapeutische behandeling aangewezen. Als niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende verbetering oplevert kan ter ondersteuning medicatie worden overwogen. Methylfenidaat is dan eerste keus. Bij onvoldoende effect of hinderlijke bijwerkingen komt atomoxetine of dexamfetamine in aanmerking.
Zie voor informatie over de behandeling van ADHD bij volwassenen de NVvP-richtlijn.
Aan de vergoeding van lisdexamfetamine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
De behandeling van ADHD bij kinderen bestaat uit niet-medicamenteuze maatregelen zoals voorlichting, opvoedingsadviezen en, indien gewenst, opvoedingsondersteuning. Bij duidelijke beperkingen in het functioneren is daarnaast gedragstherapeutische behandeling aangewezen. Als niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende verbetering oplevert kan ter ondersteuning medicatie worden overwogen. Methylfenidaat is dan eerste keus. Bij onvoldoende effect of hinderlijke bijwerkingen komt atomoxetine of dexamfetamine in aanmerking.
Zie voor informatie over de behandeling van ADHD bij volwassenen de NVvP-richtlijn via richtlijnendatabase.nl.
Bij narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat wordt modafinil geadviseerd. Wanneer kataplexie op de voorgrond staat is natriumoxybaat de eerste keuze. Pitolisant is zowel werkzaam op de slaperigheid overdag als op de kataplexie. Natriumoxybaat heeft een ander werkingsmechanisme dan pitolisant en modafinil en heeft daardoor ook een positieve invloed op de nachtelijke slaap. De keuze voor de best passende therapie voor de individuele patiënt, is aan de arts.
Methylfenidaat is tweede keus voor de indicatie narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat.
Indicaties
- ADHD bij kinderen vanaf 6 jaar, als de respons op eerdere behandeling met methylfenidaat klinisch ontoereikend bleek.
- ADHD bij volwassenen met symptomen in de kindertijd.
De behandeling is onderdeel van een uitgebreid programma, met inbegrip van psychologische, opvoedkundige en sociale maatregelen.
Stel de diagnose overeenkomstig de DSM-criteria of ICD-10-richtlijnen en baseer deze op een volledige, multidisciplinaire beoordeling van de patiënt. De behandeling met lisdexamfetamine is niet geïndiceerd voor alle kinderen met ADHD; neem de beslissing om lisdexamfetamine te gebruiken op basis van een grondige beoordeling van de ernst en de chroniciteit van de symptomen van het kind, in relatie met de leeftijd van het kind en de kans op misbruik, onjuist gebruik of fraude.
De aanwezigheid van symptomen van ADHD in de kindertijd bij volwassenen moet retrospectief worden bevestigd middels een medisch dossier of, indien niet beschikbaar, door middel van gestructureerde instrumenten en interviews. Een matige tot ernstige functionele stoornis in ten minste twee domeinen (zoals het sociale, academische of beroepsfunctioneren) moet zijn vastgesteld,
Behandel uitsluitend onder toezicht van een arts gespecialiseerd in gedragsstoornissen bij kinderen, adolescenten of volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Kinderen > 6 jaar en adolescenten: ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit), als onderdeel van een uitgebreid behandelprogramma (met inbegrip van psychologische, opvoedkundige en sociale maatregelen), indien orthopedagogie alleen onvoldoende blijkt te zijn. Beoordeel voor behandeling eerst grondig de ernst en chroniciteit van de klachten in relatie tot de leeftijd van het kind.
Tablet met gereguleerde afgifte en Medikinet CR: Volwassenen: ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit), als onderdeel van een uitgebreid behandelprogramma, als orthopedagogie alleen onvoldoende blijkt te zijn. De diagnose dient middels een gestructureerd patiënteninterview vastgesteld te worden met daarbij de constatering van een matige tot ernstige functionele stoornis in ten minste twee settings (zoals het sociale, academische of beroepsfunctioneren), waarbij aanwezigheid in de kindertijd (retrospectief) vereist is. De behandeling mag niet begonnen worden als verificatie van ADHD in de kindertijd door derden onzeker is.
Verder alleen voor gewone tablet: narcolepsie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Beoordeel vóór aanvang de cardiovasculaire status, inclusief bloeddruk en hartfrequentie. Documenteer: lengte en gewicht in groeicurve (bij kinderen), gewicht (bij volwassenen), medicatieoverzicht, huidige en doorgemaakte comorbide medische of psychische stoornissen of symptomen, familiegeschiedenis van plotseling cardiaal/onverklaard overlijden of ventriculaire aritmie. Zie ook de rubriek Waarschuwingenen en voorzorgen voor meer informatie en extra tussentijdse controles.
ADHD
Kinderen ≥ 6 jaar en volwassenen
Startdosering: 30 mg 1×/dag 's ochtends, eventueel 20 mg 1×/dag 's ochtends. Indien nodig kan wekelijks worden opgehoogd in stappen van 10 of 20 mg. Max. 70 mg/dag; hogere doses zijn niet onderzocht. Staak de behandeling als de symptomen binnen een maand na een geschikte dosisaanpassing niet verbeterd zijn. Verlaag de dosis of staak de behandeling bij paradoxale verergering van de symptomen of onverdraaglijke bijwerkingen. Herbeoordeel de effectiviteit bij langdurig gebruik ten minste elk jaar en overweeg proefperioden zonder medicatie, bij voorkeur tijdens een periode buiten school of werk.
Verminderde nierfunctie: Bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) max. 50 mg/dag gebruiken. De klaring van dexamfetamine was in onderzoek van ca. 0,7 l/uur/kg bij normale populatie verminderd naar ca. 0,4 l/uur/kg bij ernstige nierfunctiestoornis. Verdere dosisverlaging overwegen bij dialysepatiënten.
Verminderde leverfunctie: Er is geen onderzoek uitgevoerd bij leverinsufficiëntie.
Bij ouderen is de klaring verminderd, in onderzoek van ca. 0,7 l/uur/kg bij leeftijd < 75 jaar verlaagd naar ca. 0,55 l/uur/kg bij leeftijd ≥ 75 jaar, waardoor dosisaanpassing nodig kan zijn.
Vergeten dosis: Als een dosis wordt vergeten, kan inname de volgende dag worden hervat. Vermijd inname in de namiddag of avond, aangezien dit een slaapstoornis kan veroorzaken.
Toediening: Capsules 's ochtends innemen met of zonder voedsel. De inhoud van de capsule kan worden geroerd door zachte voeding (zoals yoghurt) of vloeistof (water of sinaasappelsap) tot deze volledig is vermengd; daarna direct innemen. De inhoud van de capsule mag niet worden bewaard of verdeeld. Na vermenging kan er in het glas of kommetje een dun laagje achterblijven na inname, maar de werkzame stof is volledig opgelost.
Doseringen
Preparaten met gereguleerde afgifte zijn niet onderling uitwisselbaar vanwege verschillen in kinetiek (zie ook de rubriek Eigenschappen).
Checklists (PDF-bestanden) voor voorafgaande en periodieke controles bij ADHD voor artsen zijn beschikbaar via methylphenidate-guide.eu. Deze checklists zijn opgesteld door een aantal fabrikanten van methylfenidaat.
Narcolepsie
Volwassenen
Gewone tablet: 10 mg 2–3×/dag.
ADHD
Kinderen > 6 jaar en adolescenten
Gewone tablet: aanbevolen startdosering: 5 mg 2×/dag, bv. bij ontbijt en lunch (ca. 0,25 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Vervolgens de dosering met intervallen van een week verhogen met 5–10 mg tot een voldoende effectieve dosering die tevens wordt verdragen (tot ca. 2 mg/kg/dag); max. 60 mg/dag. De toedieningstijden kan men proberen samen te laten vallen met de perioden van meeste concentratie- en gedragsproblemen. Gebruikelijke onderhoudsdosering in Nederland: in een week wordt de dosering geleidelijk opgevoerd tot 0,6 mg/kg /dag, verdeeld over twee doses. Om inslaapstoornissen te voorkomen de laatste dosis niet binnen 4 uur voor bedtijd innemen; als het effect 's avonds te snel verdwijnt en gedragsstoornissen optreden, kan men toch een kleine avonddosering proberen.
Tablet met gereguleerde afgifte: bij op methylfenidaat ingestelde patiënten wordt de volgende dosisconversie aanbevolen: 5 mg methylfenidaat 3×/dag naar 18 mg methylfenidaat met gereguleerde afgifte 1×/dag 's ochtends en 10 mg 3×/dag naar 36 mg 1×/dag 's ochtends en 15 mg 3×/dag naar 54 mg 1×/dag 's ochtends. Bij niet eerder met methylfenidaat behandelde patiënten kunnen lage doses van kortwerkend methylfenidaat voldoende zijn; indien wordt gestart met methylfenidaat met gereguleerde afgifte is de aanbevolen dosering: 18 mg 1×/dag 's ochtends, eenmaal per week de dosis in stappen van 18 mg aanpassen, max. 54 mg 1×/dag 's ochtends.
Capsule met gereguleerde afgifte: bij niet eerder met methylfenidaat behandelde patiënten heeft dosistitratie met 1–2×/dag met de gewone tablet de voorkeur. Wanneer 2×/dag doseren niet praktisch of haalbaar is, kan worden gekozen voor een capsule mga. De startdosering is dan 10 mg 1×/dag. Max. 60 mg 1×/dag 's ochtends. Bij patiënten die op de gewone tablet zijn ingesteld, vindt overzetting op een equivalente dagdosering plaats.
Equasym XL wordt voor 30% direct afgegeven en voor 70% vertraagd: hierdoor zou een dosering midden op de dag, als het kind op school zit, niet nodig zijn; bv. Equasym XL 20 vervangt de ontbijt- en lunchdosering van een gewone tablet van 10 mg. Als bij Equasym XL aan het eind van de middag of in de avond een aanvullende dosis van de gewone tablet nodig is, heeft overzetten op conventionele behandeling met eenzelfde dosis methylfenidaat in gewone tablet verdeeld over twee giften de voorkeur, indien daarmee wel voldoende controle over de symptomen worden verkregen.
Medikinet CR of methylfenidaat (mga) zo nodig bij afname van het effect in de namiddag of avond een kleine dosis van een gewone tablet innemen. De voor- en nadelen van de kleine extra dosis afwegen tegen problemen met slapen. Breek de behandeling met Medikinet CR of methylfenidaat (mga) af indien zo'n additionele late kleine dosis nodig is, tenzij dit eveneens nodig was bij een doseringsregime met conventionele behandeling met directe afgifte van dezelfde ontbijt-/lunchdoseringen. Houd het doseringsregime aan met de laagste totale dagdosis met bevredigende symptoomcontrole.
Volwassenen
Tablet met gereguleerde afgifte: bij op methylfenidaat ingestelde patiënten wordt de volgende dosisconversie aanbevolen: 5 mg methylfenidaat 3×/dag naar 18 mg methylfenidaat met gereguleerde afgifte 1×/dag 's ochtends en 10 mg 3×/dag naar 36 mg 1×/dag 's ochtends, 15 mg 3×/dag naar 54 mg 1×/dag 's ochtends en 20 mg 3×/dag naar 72 mg 1×/dag 's ochtends. Bij niet eerder met methylfenidaat behandelde patiënten kunnen lage doses van kortwerkend methylfenidaat voldoende zijn; indien wordt gestart met methylfenidaat met gereguleerde afgifte is de aanbevolen dosering: 18 mg 's 1×/dag 's ochtends, zo nodig eenmaal per week de dosis in stappen van 18 mg aanpassen (eerste keer eventueel van 18 naar 27 mg), max. 72 mg 1×/dag 's ochtends.
Medikinet CR: bij voortzetting van de behandeling uit de kindertijd: aanvankelijk dezelfde dagelijkse dosis handhaven. Regelmatig beoordelen of dosisaanpassing nodig is. Bij eerste gebruik: zorgvuldig titreren. Start bv. met 5 mg 2×/dag ('s ochtends en 12 uur 's middags), zo nodig verhogen in wekelijkse stappen van 10 mg/dag. De totale dagelijkse dosering moet in twee verdeelde doses gegeven worden; in de ochtend en om 12 uur 's middags. De dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 1 mg/kg lichaamsgewicht tot max. 80 mg/dag.
Bij langdurige behandeling (> 12 maanden) het gebruik regelmatig (≥ 1×/jaar) evalueren door middel van proefperioden zonder medicatie. De behandeling mag niet voor onbepaalde tijd zijn; deze wordt meestal tijdens of na de puberteit gestaakt.
De behandeling staken als binnen een maand geen verbetering van de klachten optreedt na adequate aanpassing van de dosis.
Toediening
- De tablet met gereguleerde afgifte niet kauwen maar in zijn geheel innemen met vloeistof, met of zonder voedsel.
- De Equasym XL- en Medikinet CR- of methylfenidaat (mga)-capsules in het geheel met wat vloeistof innemen, of openen en de inhoud verdelen over een eetlepel zacht voedsel (zoals appelmoes of yoghurt) en daarna wat vloeistof drinken; de capsules of de inhoud niet kauwen of pletten. Moment van inname:
- de Equasym XL- of methylfenidaat (mga)-capsule 's ochtends voor het ontbijt;
- de Medikinet CR-capsule tijdens of na het ontbijt (én middageten bij volwassenen) en met voedsel, Medikinet CR- en methylfenidaat (mga)-capsule bij kinderen niet te laat in de ochtend innemen omdat dit slaapstoornissen kan veroorzaken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): verminderde eetlust, groeivertraging en verlaagd gewicht (vooral bij kinderen). Slapeloosheid. Hoofdpijn. Droge mond (vooral bij volwassenen). Bovenbuikpijn (vooral bij jongere kinderen).
Vaak (1-10%): agitatie (vooral bij volwassenen), agressie (vooral bij jonge kinderen), prikkelbaarheid, nervositeit, angst, verminderd libido (bij volwassenen), depressie (vooral bij adolescenten), ticstoornis (vooral bij jonge kinderen), affectlabiliteit, psychomotorische hyperreactiviteit (vooral bij volwassenen), bruxisme (vooral bij volwassenen). Duizeligheid, rusteloosheid, tremor, slaperigheid. Tachycardie, hartkloppingen. Dyspneu. Diarree, obstipatie. Misselijkheid, braken (vooral bij kinderen). Hyperhidrose (vooral bij volwassenen), huiduitslag (vooral bij jongere kinderen). Erectiele disfunctie (vooral bij volwassenen). Borstkaspijn (vooral bij volwassenen). Vermoeidheid. Koorts (vooral bij kinderen). Hypertensie (vooral bij volwassenen).
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Logorroe (spraakzucht), dysforie, euforie, manie, dermatillomanie, hallucinaties. Epistaxis. Dyskinesie, dysgeusie. Mydriase, wazig zien. Cardiomyopathie. Urticaria. Fenomeen van Raynaud.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, angio-oedeem, Stevens-Johnson-syndroom. QTc-verlenging. Psychose. Insult. Eosinofiele hepatitis.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): slapeloosheid, nervositeit, hoofdpijn, hartkloppingen, verminderde eetlust, misselijkheid, droge mond.
Vaak (1-10%): nasofaryngitis, faryngolaryngeale pijn, bovensteluchtweginfectie, sinusitis, dyspneu, anorexia, gewichtsverlies, ernstige vertraging van gewichtstoename en lengtegroei bij langdurig gebruik bij kinderen, slaapstoornis, agressie, agitatie, prikkelbaarheid, rusteloosheid, angst, paniekaanval, stress, depressie, verminderd libido (alleen bij volwassenen gemeld), erectiestoornis, emotionele labiliteit, abnormaal gedrag, tics, tremor, stemmingswisselingen, (draai)duizeligheid, dyskinesie, bruxisme, paresthesie, psychomotorische hyperactiviteit, slaperigheid, veranderingen (meestal stijging) in bloeddruk en hartfrequentie, aritmie, tachycardie, hypertensie, maag-darmklachten (zoals (boven)buikpijn, dyspepsie, braken, diarree (deze klachten treden vooral in het begin op en kunnen worden verlicht door gelijktijdige inname met voedsel)), hoesten, keelpijn, kiespijn, verminderde visuele accommodatie, alopecia, huiduitslag, jeuk, urticaria, artralgie, koude extremiteiten, hyperhidrose, koorts, vermoeidheid, asthenie, dorst, verhoogd ALAT.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties als angio-oedeem, anafylactische reacties en andere huidafwijkingen, psychotische stoornissen, suïcidale gedachten, hallucinaties, hypervigilantie, toename van bestaande tics en het syndroom van Gilles de la Tourette, acathisie, sufheid, lethargie, tremor, wazig zien, droge ogen, pijn op de borst, opvliegers, obstipatie, gastro-enteritis, stijging van leverenzymwaarden, spierpijn, spiertrekkingen, spierspanning, hematurie, hartruis.
Zelden (0,01-0,1%): manie, libidostoornis, desoriëntatie, angina pectoris, visusstoornis, diplopie, gynaecomastie, menstruatiestoornis.
Zeer zelden (< 0,01%): anemie, leukopenie, trombocytopenie, trombocytopenische purpura, suïcidaal gedrag, apathie, repetitief gedrag, abnormale gedachten, overconcentratie, convulsies (incl. grand-mal-convulsies), choreoathetotische bewegingen, neuroleptisch maligne syndroom, hartstilstand, myocardinfarct, cerebrale arteriitis en/of occlusie, Raynaudfenomeen, acuut leverfalen, hepatische coma, exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme, erythema fixatum, spierkrampen, plotselinge cardiale dood, verhoogde alkalische fosfatase, verhoogde bilirubinewaarde.
Verder zijn gemeld: priapisme, pancytopenie, gevallen van misbruik en verslaving (vaker bij vormen met directe afgifte), logorroe, spanning, cerebrovasculaire stoornissen (vasculitis, CVA), afasie, migraine, dysfemie. wanen, verwardheid, polyfrasie, mydriase, oculaire hypertensie, trismus, bradycardie, extrasystolen, hartklachten, plotseling overlijden, bloeduitstorting, droge huid, blozen, kokhalzen, borstklachten, incontinentie, griepachtig beeld, tinnitus, epistaxis, hyperpyrexie, stijging TSH.
Interacties
Toediening met, of binnen 14 dagen na het gebruik van MAO-remmers is gecontra-indiceerd; het verhoogt de afgifte van mono-aminen zoals noradrenaline en kan leiden tot een hypertensieve crisis, toxische neurologische effecten en maligne hyperpyrexie (soms met fatale afloop).
Alcohol kan de centrale bijwerkingen verergeren.
Urineverzurende middelen (zoals ascorbinezuur, ammoniumchloride) evenals voeding rijk aan dierlijke eiwitten, verhogen de uitscheiding via de urine en verlagen de halfwaardetijd. Urinealkaliserende middelen (zoals acetazolamide, natriumwaterstofcarbonaat) evenals een vegetarische voeding verlagen de uitscheiding via de urine en verhogen de halfwaardetijd van amfetamine.
Dexamfetamine kan het antihypertensieve effect van antihypertensiva verminderen.
Amfetaminen versterken de analgetische effecten van narcotische analgetica.
Sympathicomimetica kunnen het bloeddrukverhogend effect van amfetaminen potentiëren.
Haloperidol blokkeert dopaminereceptoren en remt zo de centraal stimulerende effecten van amfetaminen. Acute dystonie is waargenomen bij gelijktijdige toediening. Chloorpromazine blokkeert dopamine- en norepinefrinereceptoren en remt zo de centraal stimulerende effecten van amfetaminen. Lithium remt de anorectische en stimulerende effecten van amfetaminen.
Bij gelijktijdig gebruik met SSRI's en SNRI's kan in zeldzame gevallen het serotoninesyndroom optreden.
Amfetaminen kunnen een significante verhoging van de plasmaconcentratie van corticosteroïden geven (vooral 's avonds) en kunnen interfereren met steroïdbepalingen in de urine.
Interacties
Toediening met, of kort na het gebruik van MAO-remmers is gecontra-indiceerd en kan leiden tot een hypertensieve crisis. Deze reactie kan tot 14 dagen na de laatste gift van een irreversibele MAO-remmer en 24 uur na de laatste gift van een reversibele MAO-remmer optreden.
Alcohol kan de centrale bijwerkingen verergeren en wordt afgeraden. Bij bijzonder hoge alcoholconcentratie kan het kinetische profiel van tabletten met gereguleerde afgifte veranderen in de richting van meer directe afgifte.
Bij gelijktijdig gebruik met serotonerge middelen kan het serotoninesyndroom ontstaan. Staak methylfenidaat zo snel mogelijk bij het vermoeden op een serotoninesyndroom (tachycardie, bloeddrukschommelingen, hyperthermie, agitatie, hallucinaties, coma, hyperreflexie, incoördinatie, rigiditeit, misselijkheid, braken, diarree.)
Bepaalde geneesmiddelen (zoals acetazolamide, thiazide-diuretica en natriumwaterstofcarbonaat) kunnen, evenals een vegetarische voeding, de urine alkalisch maken en zo de uitscheiding vertragen.
Wees terughoudend bij gelijktijdig gebruik van halothaan en verwante anesthetica wegens plotselinge bloeddrukverhoging en de kans op aritmieën.
De werking van antihypertensiva, guanidinederivaten en methyldopa kan worden verminderd.
Sympathicomimetica en vermoedelijk ook tricyclische antidepressiva kunnen het bloeddrukverhogend effect van amfetaminen potentiëren.
Antipsychotica kunnen de meeste centraal stimulerende effecten tegengaan.
De stofwisseling van vitamine K-antagonisten, anti-epileptica (fenobarbital, fenytoïne, primidon), fenylbutazon en tricyclische antidepressiva kan worden geremd; dosisverlaging kan nodig zijn.
Medikinet CR niet gelijktijdig met antacida, H2-receptorblokkerende middelen of protonpompremmers toedienen omdat dit de afgifte van methylfenidaat versnelt.
Ernstige bijwerkingen, waaronder plotseling overlijden, zijn gemeld bij gelijktijdig gebruik met clonidine.
Zwangerschap
Dexamfetamine (de actieve metaboliet van lisdexamfetamine) passeert de placenta.
Teratogenese: Uit cohortonderzoek onder 5570 zwangerschappen met gebruik tijdens het 1e trimester van de zwangerschap is geen vergroot risico op aangeboren afwijkingen gebleken. Bij dieren zijn er aanwijzingen voor verminderde groei.
Farmacologisch effect:Gegevens uit een ander cohortonderzoek onder ca. 3100 zwangerschappen met amfetaminegebruik gedurende de eerste 20 weken van de zwangerschap, suggereren een verhoogd risico op pre-eclampsie en vroeggeboorte.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, weinig gegevens voor het 2e en 3e trimester. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij hoge doseringen.
Farmacologisch effect: Eén onderzoek laat een licht verhoogd risico op hartafwijkingen in het 1e trimester zien, waarvan onduidelijk is of deze afwijkingen echt veroorzaakt worden door methylfenidaat. Neonatale cardiorespiratoire toxiciteit, met name foetale tachycardie en ademnood zijn gemeld. Het gebruik tot aan de bevalling kan leiden tot onthoudingsverschijnselen bij de zuigeling. Bij recreatief gebruik van grotere hoeveelheden amfetamine wordt meer vroeggeboorte en een lager geboortegewicht gezien.
Advies: Kan in het 1e trimester waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Gebruik ontraden in het 2e en 3e trimester.
Overige: Bij gebruik in het 1e trimester kan het raadzaam zijn het hart te controleren met een echo.
Vruchtbaarheid: Tot nu toe lijkt methylfenidaat geen negatieve invloed te hebben op de kwaliteit van het sperma.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Controleer de zuigeling bij gelijktijdig gebruik op rusteloosheid, slapeloosheid, verminderde eetlust en een verminderde groei.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigeling gezien na gebruik als geneesmiddel door de moeder. Omdat er weinig onderzoek beschikbaar is, is het moeilijk in te schatten of deze middelen gecombineerd kunnen worden met de borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Overige: Controleer bij gebruik de zuigeling op rusteloosheid, slapeloosheid, verminderde eetlust en een verminderde groei.
Contra-indicaties
- hyperthyroïdie, thyrotoxicose;
- geagiteerde gemoedstoestanden;
- symptomatische cardiovasculaire ziekte;
- gevorderde arteriosclerose;
- matige tot ernstige hypertensie;
- glaucoom.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
Cardiovasculaire aandoeningen, zoals ernstige hypertensie, hartfalen, arteriële occlusieve ziekte, potentieel levensbedreigende aritmieën, angina pectoris, hemodynamische significante congenitale hartziekte, cardiomyopathie, myocardinfarct en kanalopathie.
Cerebrovasculaire aandoeningen, cerebraal aneurysma, vasculaire afwijkingen zoals vasculitis en beroerte.
(Voorgeschiedenis van) anorexia, psychotische symptomen, ernstige depressie, suïcidale neigingen, manie, ernstige stemmingsstoornis, schizofrenie of psychopathische/borderline persoonlijkheidsstoornis. (Voorgeschiedenis van) ernstige type 1 bipolaire stoornis die niet goed onder controle is.
Tevens: hyperthyroïdie of thyrotoxicose, glaucoom, feochromocytoom.
Voor Medikinet CR: an-aciditeit van de maag met pH > 5,5.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Misbruik: Verstrek de laagst mogelijke hoeveelheid lisdexamfetamine om overdosering te beperken. Controleer op oneigenlijk gebruik, verkeerd gebruik of misbruik. Adviseer zorgverleners en/of patiënten over de juiste opslag en afvoer van ongebruikte geneesmiddelen, om misbruik (door vrienden of familieleden) te voorkomen. Wees terughoudend bij een voorgeschiedenis van drugsgebruik en verslaving. Het risico op misbruik kan groter zijn bij volwassenen (vooral jongvolwassenen) dan bij kinderen. Amfetaminemisbruik kan leiden tot ernstige dermatosen, slapeloosheid, prikkelbaarheid, hyperactiviteit, veranderde persoonlijkheid en in ernstige gevallen tot psychose. Er is melding gemaakt van ontwenningsverschijnselen als vermoeidheid en depressie.
Lengte en gewicht: Bepaal bij kinderen vóór aanvang en daarna ten minste elke 6 maanden lengte, gewicht en eetlust. Onderbreek eventueel de behandeling als de groei in lengte en gewicht minder dan verwacht is. Bepaal bij volwassenen vóór aanvang en daarna regelmatig het gewicht. Bij gewichtsverlies kan het nodig zijn de behandeling te onderbreken.
Cardiovasculaire effecten: Plotse dood is gemeld. Kan bij sommige patiënten het QTc-interval verlengen. Beoordeel vóór aanvang de cardiovasculaire status, inclusief bloeddruk en hartfrequentie. Wees voorzichtig bij een familiegeschiedenis van plotseling cardiaal/onverklaard overlijden of ventriculaire aritmie. Wees voorzichtig bij een verlengd QTc-interval, gebruik van andere geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen en bij relevante hartaandoening of verstoorde elektrolytenhuishouding. Verricht indien nodig aanvullend cardiaal onderzoek (bv. ECG of echo). Wees voorzichtig bij onderliggende medische aandoeningen waarbij een stijging van bloeddruk of hartfrequentie gevaar kan opleveren. Noteer ten minste elke 6 maanden en bij elke dosisaanpassing de bloeddruk en pols op een percentielcurve. Bij optreden van cardiale symptomen tijdens behandeling, direct cardiaal onderzoek verrichten. Omdat de prevalentie van hypertensie toeneemt bij toenemende leeftijd, is voortdurende controle van de bloeddruk en cardiovasculaire status vereist tijdens de behandeling.
Psychiatrische effecten: Stimulantia kunnen symptomen van gedrags- of gedachtenstoornissen verergeren bij patiënten met reeds bestaande psychotische stoornissen. Symptomen van een vooraf bestaande manie kunnen verergeren. Ook kunnen psychotische of manische symptomen ontstaan bij patiënten zonder voorgeschiedenis. Bepaal (middels gedetailleerde psychiatrische voorgeschiedenis) bij depressieve symptomen vóór aanvang het risico op een bipolaire stoornis. Overweeg de behandeling te staken bij nieuw ontstane psychotische of manische symptomen. Controleer tijdens de behandeling ten minste elke 6 maanden en bij elke dosisaanpassing op het ontstaan of verergeren van symptomen van agressie en andere psychische stoornissen. Beoordeel vóór aanvang het vóórkomen van tics en het Gilles de la Tourettesyndroom bij patiënten en hun familie.
Insulten: Staak de behandeling bij het ontstaan of verergeren van insulten; stimulantia kunnen de convulsiedrempel verlagen, ook zonder voorgeschiedenis en EEG-afwijkingen.
Onderzoeksgegevens: Niet gebruiken bij kinderen < 6 jaar, omdat de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld. Bij ouderen is grondige evaluatie vóór de behandeling en voortdurende controle van bloeddruk en cardiovasculaire status vereist, vanwege beperkte gegevens.
Rijvaardigheid: Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Waarschuwingen en voorzorgen
De behandeling moet plaatsvinden onder toezicht van een arts met als aandachtsgebied gedragsstoornissen bij kinderen, adolescenten of volwassenen.
Na gebruik langer dan 1 jaar de behandeling jaarlijks onderbreken (bij kinderen bij voorkeur tijdens schoolvakanties) om na te gaan of voorzetting van de behandeling nog nodig is. Behandeling wordt gewoonlijk tijdens of na de puberteit gestaakt.
Controles
Vóór aanvang van de behandeling is aangewezen: registratie van lengte (bij kinderen) en gewicht op de groeikaart en een beoordeling van de cardiovasculaire status (inclusief meten van bloeddruk en hartfrequentie en uitvragen van familie-anamnese op plotseling cardiaal/onverklaard overlijden, ventriculaire aritmie en psychische stoornissen). Bij volwassenen voorafgaand aan de behandeling zo nodig een cardioloog consulteren.
Tijdens de behandeling de eetlust en groei bij kinderen (lengte en gewicht) of het gewicht bij volwassenen, de psychische gesteldheid (bv. controle op tics, agressief gedrag, suïcidaal gedrag, angst, agitatie, depressie, psychose, manie, wanen, ontwenningsverschijnselen, dwangstoornis) bloeddruk en de hartfrequentie minimaal eens per 6 maanden controleren en na elke dosisaanpassing.
Verder is controle aangewezen wegens het risico van misbruik en gebruik voor ontspanning.
Staken of onderbreken
Staak de behandeling of verlaag de dosering als de symptomen juist paradoxaal verergeren.
Staak de behandeling bij herhaaldelijk meten van tachycardie, aritmie of verhoogde systolische bloeddruk (> 95e percentiel).
Staak de behandeling bij ontwikkeling van symptomen van hartziekte, zoals palpitaties, pijn op de borst na inspanning, onverklaarde syncope, dyspneu; directe cardiale evaluatie is aangewezen. Niet gebruiken bij cardiovasculaire aandoeningen, tenzij hierover cardiaal advies van de kinderarts of cardioloog is verkregen.
Staak de behandeling bij tekenen van cerebrale vasculitis, zoals ernstige hoofdpijn, doof gevoel, zwakte, paralyse, coördinatiestoornis, geheugenstoornis, stoornis van zicht, spraak of taal.
Onderbreek de behandeling bij vermoeden van groeivertraging.
Staak de behandeling bij ontstaan of verergeren van epileptische insulten.
Methylfenidaat kan bij psychotische patiënten de gedrags- en denkstoornissen verergeren. Bij optreden van ongewenste gedragsverandering aanpassing van de behandeling overwegen: dosisverandering of onderbreking van de behandeling.
Staken kan aangewezen zijn bij ontstaan of verergeren van een psychische stoornis en suïcidale neigingen.
Staken kan aangewezen zijn bij leukopenie, anemie en andere hematologische veranderingen (bv. die een indicatie zijn voor ernstige nier- of leveraandoeningen)
Na staken is zorgvuldig toezicht nodig, omdat de behandeling een depressie of chronische hyperactiviteit kan maskeren.
Methylfenidaat mag op de dag van een (geplande) operatie niet worden gebruikt, omdat een plotselinge stijging van bloeddruk en hartslag op kan treden.
Overige waarschuwingen
Volwassenen hebben meer kans op het krijgen van cardiovasculaire afwijkingen dan kinderen, bijvoorbeeld ernstige structurele hartafwijkingen, cardiomyopathie, hartritmestoornis, coronaire hartziekte of andere ernstige hartafwijkingen. Plotseling overlijden, beroerte en myocardinfarct zijn gemeld bij volwassenen die stimulantia gebruiken in de gebruikelijke dosering voor ADHD.
Wees extra voorzichtig bij patiënten met een toegenomen kans op een bipolaire stoornis; zie ook de rubriek Contra-indicaties.
Chronisch misbruik kan leiden tot gewenning en afhankelijkheid met een verschillende mate van abnormaal gedrag.
Dit middel kan acuut glaucoom veroorzaken doordat mydriase de oogdruk verhoogt.
Wees voorzichtig bij comorbiditeit zoals EEG-afwijkingen of epilepsie, geneesmiddelen- of alcoholafhankelijkheid, of risicofactoren daarvoor, en bij onderliggende medische aandoeningen waarbij een stijging van bloeddruk of hartfrequentie gevaar op kan leveren.
Bij abnormaal aanhoudende of frequente en pijnlijke erecties direct een arts raadplegen.
Methylfenidaat kan een laboratoriumtest op amfetaminen een fout-positieve uitslag geven, met name bij een immunoassay-screeningstest. Een atleet moet zich bewust zijn van een mogelijk positieve reactie van een anti-dopingtest.
Concerta en Kinecteen: het niet-resorbeerbare omhulsel van deze tabletten kan in de feces teruggevonden worden, daarom niet gebruiken bij een ernstige vernauwing van het maag-darmstelsel, bij dysfagie of bij ernstige slikproblemen.
Onderzoeksgegevens
- Gebruik bij kinderen < 6 jaar en bij ouderen (> 65 jaar) is niet aanbevolen, omdat bij deze leeftijdsgroep de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld.
- Er is geen ervaring opgedaan bij patiënten met nier- of leverinsufficiëntie. De gevolgen voor veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn zijn onvolledig bekend.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
Acute overdosering: misselijkheid, braken, diarree, buikkramp, rusteloosheid, tremor, verwardheid, agressie, hallucinaties, paniek, hyperreflexie, snelle ademhaling, hyperpyrexie, aritmie, hypertensie of hypotensie, circulaire collaps, rabdomyolyse. Gevolgd door vermoeidheid en depressie. In ernstige gevallen: convulsies, coma, dood.
Therapie
Zie voor meer symptomen en behandeling van een intoxicatie met lisdexamfetamine toxicologie.org/amfetaminen en vergiftigingen.info (dexamfetamine).
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Inactieve prodrug van dexamfetamine. Na hydrolyse tot dexamfetamine heeft het middel een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. De werking is waarschijnlijk toe te schrijven aan het vermogen om de presynaptische heropname van noradrenaline en dopamine te blokkeren en de afgifte van deze monoaminen in de synapsspleet te verhogen. De werking houdt tot ca. 14 uur aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel, vermoedelijk gemedieerd door het PEPT1-transporteiwit. |
T max | lisdexamfetamine nuchter ca. 1 uur, dexamfetamine nuchter ca. 3,8 uur en na een vetrijke maaltijd 4,7 uur. |
Metabolisering | hydrolyse door erytrocyten in dexamfetamine en l-lysine. Dexamfetamine wordt verder gemetaboliseerd in de lever, door oxidatie op positie 4 van de benzeenring tot 4-hydroxyamfetamine, of op de zijketen van α- of β-koolstof tot respectievelijk alfahydroxyamfetamine of norefedrine. Norefedrine en 4-hydroxyamfetamine zijn allebei actief en worden vervolgens geoxideerd tot 4-hydroxynorefedrine. Alfahydroxyamfetamine wordt gedesamineerd tot fenylaceton, dat ten slotte benzoëzuur vormt en het glucuronide ervan, alsook het glycineconjugaat hippuurzuur. CYP2D6 is betrokken bij de vorming van 4-hydroxyamfetamine. |
Eliminatie | 96% via urine. |
T 1/2el | < 1 uur (lisdexamfetamine), 11 uur (dexamfetamine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Methylfenidaat heeft een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. Het is een indirect werkend sympathicomimeticum en lijkt in farmacologische eigenschappen op de amfetaminen. Het werkingsmechanisme is niet helemaal bekend. Verondersteld wordt dat methylfenidaat de heropname van noradrenaline en dopamine in het presynaptische neuron blokkeert en daardoor de afgifte van de neurotransmitters in de extraneuronale ruimte vergroot. Het mechanisme van mentale en gedragsgebonden effecten is nog niet volledig opgehelderd; er is ook geen overtuigend bewijs waaruit een verband blijkt tussen deze neuronale effecten en de toestand van het centrale zenuwstelsel. Het preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang. Werkingsduur: gewone tablet 3–5 uur; Concerta en Kinecteen 12 uur; Medikinet CR en Equasym XL 8 uur.
Kinetische gegevens
Overig | Medikinet CR bestaat uit 50% directe afgifte en 50% gereguleerde afgifte; in Equasym is deze verhouding 30% resp. 70%; in Concerta wordt 22% direct afgegeven en verlaat 78% de tablet verlengd als uit een osmotische pomp. |
F | voor gewone tablet, Medikinet CR en Equasym XL: 30% (11–51%) door 'first pass'-effect. |
T max | gewone tablet gem. 1–2 uur; Concerta, Kinecteen en methylfenidaat (mga)-tablet 6–8 uur (initiële piek 1–2 uur), Equasym XL 4½ uur (initiële piek 1–2 uur), Medikinet CR en methylfenidaat (mga)-capsule 3 uur (initiële piek 1-2 uur). Gelijktijdige inname van voedsel met een hoog vetgehalte verhoogt de maximale plasmaconcentratie van de Equasym XL met 30% en vertraagt de Tmax van Equasym XL met 1 uur, die van Medikinet CR en methylfenidaat (mga)-capsule met 1½ uur. |
V d | 13,1 l/kg. |
Metabolisering | snel en extensief tot inactieve metaboliet. |
Eliminatie | vnl. met de urine als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2 uur; Bij Concerta, Kinecteen en methylfenidaat (mga)-tablet verlengd tot ca. 3,5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lisdexamfetamine hoort bij de groep amfetaminen.
Groepsinformatie
methylfenidaat hoort bij de groep amfetaminen.