Samenstelling
Breyanzi Aanvullende monitoring Bristol-Myers Squibb
- Toedieningsvorm
- dispersie voor infusie
- Sterkte
- 1,1–70 × 10 6 cellen/ml / 1,1–70 × 10 6 cellen/ ml
- Verpakkingsvorm
- 1–4 flacon (4,6 ml)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Yescarta Kite Pharma EU bv
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor infusie
Bevat: 0,4 – 2 × 10 8 cellen. De dispersie kan resthoeveelheden van gentamicine bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Om de behandeling met lisocabtagen maraleucel voor alle in aanmerking komende patiënten mogelijk te maken, is er een centrale registratieprocedure en wordt de indicatie in landelijk overleg besproken. Meer informatie over de aanvraagprocedure en in-/exclusiecriteria voor DLBCL-behandeling met Breyanzi is te vinden via hovon.nl.
Zie voor de behandeling van diffuus grootcellig B-cel non-Hodgkinlymfoom of folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijnen op NVvH.nl.
Advies
Om de behandeling met axicabtagen ciloleucel voor alle in aanmerking komende patiënten mogelijk te maken is er een centrale registratieprocedure en wordt de indicatie in landelijk overleg besproken. Meer informatie over de aanvraagprocedure en in-/exclusiecriteria voor DLBCL-behandeling met Yescarta is te vinden via hovon.nl.
Zie voor de behandeling van diffuus grootcellig B-cel non-Hodgkinlymfoom of folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijnen op hovon.nl.
- ZIN-rapport 2018 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met recidiverend of refractair DLBCL en PMBCL na twee of meer lijnen systemische therapie
- ZIN-rapport 2024 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met DLBCL en HGBL, dat recidiveert binnen 12 maanden na of refractair is voor eerstelijns chemo-immunotherapie
Indicaties
- Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL), hooggradig B-cellymfoom (HGBCL), primair mediastinaal grootcellig B-cellymfoom (PMBCL) en folliculair lymfoom van graad 3B (FL3B), bij volwassenen die binnen 12 maanden na voltooiing van de eerste kuur chemo-immunotherapie een recidief hebben of refractair zijn.
- Recidiverend of refractair DLBCL, PMBCL en FL3B bij volwassenen, na ≥ twee kuren systemische therapie.
Indicaties
- Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en hooggradig B-cellymfoom (HGBL) bij volwassenen, dat recidiveert binnen 12 maanden na of refractair is voor eerstelijns chemo-immunotherapie;
- Recidiverend of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en primair mediastinaal grootcellig B-cellymfoom (PMBCL) bij volwassenen, na twee of meer lijnen systemische therapie;
- Recidiverend of refractair folliculair lymfoom (FL) bij volwassenen, als vierdelijnsbehandeling.
Doseringen
Geef chemotherapie voor lymfocytendepletie voorafgaand aan de infusie, zie het gebruiksvoorschrift.
Voorafgaand aan infusie moet tocilizumab (of een geschikt alternatief bij een tekort) en noodapparatuur aanwezig zijn, vanwege het mogelijk optreden van het cytokineafgiftesyndroom.
Ter preventie van uraatnefropathie bij hoge tumorlast (tumorlysissyndroom) vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zo nodig toedienen van allopurinol of rasburicase.
Geef premedicatie bestaande uit paracetamol en een H1-antihistaminicum 30–60 minuten voorafgaand aan de infusie, om potentiële acute infusiereacties te beperken.
DLBCL, HGBCL, PMBCL, FL3B
Volwassenen (incl. ouderen)
De streefdosering is 100 × 10 6 cellen (bereik 44–120 × 10 6) als enkelvoudige dosis. De beoogde verhouding is 1:1 van CD4+ en CD8+ T-celcomponenten.
Chemotherapie voor lymofcytendepletie: cyclofosfamide i.v. 300 mg/m² lichaamsoppervlak/dag in combinatie met fludarabine i.v. 30 mg/m²/dag gedurende 3 dagen. Lymfodepletie-chemotherapie dient 2–7 dagen voorafgaand aan toediening van lisocabtagen maraleucel te zijn voltooid. Als er meer dan 2 weken zit tussen voltooiing en toediening van lisocabtagen maraleucel, dan de lymfodepletie opnieuw uitvoeren.
Toediening: uitsluitend voor autoloog gebruik. Nadat het product uit de vriezer is gehaald het zo snel mogelijk, maar ten minste binnen 2 uur, via intraveneuze infusie toedienen. Géén leukodepletiefilter gebruiken.
Doseringen
Geef chemotherapie voor lymfocytendepletie voorafgaand aan de infusie, zie het gebruiksvoorschrift.
Voorafgaand aan infusie met axicabtagen ciloleucel moet tocilizumab en noodapparatuur aanwezig zijn, vanwege het mogelijk optreden van het cytokineafgiftesyndroom. Zorg bij een eventueel tekort aan tocilizumab voor een geschikt alternatief.
Geef premedicatie bestaande uit paracetamol en een H1-antihistaminicum ca. 60 minuten voorafgaand aan de infusie, om potentiële acute infusiereacties te beperken. Gebruik geen corticosteroïden, zie ook de rubriek Interacties.
DLBCL, HGBL, PMBCL en FL
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)
Enkelvoudige streefdosis: 2 × 10 6 cellen per kg lichaamsgewicht (bereik 1 × 10 6 – 2 × 10 6 cellen/kg). Bij een lichaamsgewicht ≥ 100 kg is de maximale dosis 2 × 10 8 cellen.
Chemotherapie voor lymfocytendepletie: geef op dag 5, 4 en 3 voorafgaand aan de infusie axicabtagen ciloleucel chemotherapie: cyclofosfamide i.v. 500 mg/m² lichaamsoppervlak en fludarabine i.v. 30 mg/m².
Toediening: uitsluitend voor autoloog gebruik. Na ontdooien binnen 30 minuten via infusie toedienen. Geen leukodepletiefilter gebruiken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infecties (bacterieel). Neutropenie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, lymfopenie. Cytokineafgiftesyndroom, hypogammaglobulinemie. Slapeloosheid. Hoofdpijn, encefalopathie, duizeligheid, tremor. Tachycardie. Hypotensie. Hoesten, dyspneu. Misselijkheid, diarree, obstipatie, buikpijn, braken. Vermoeidheid, koorts, oedeem.
Vaak (1-10%): infecties (viraal, schimmel). Febriele neutropenie, hypofibrinogenemie. Hypofosfatemie. Delier, angst. Afasie, perifere neuropathie, visuele stoornis, ataxie, smaakstoornis, cerebellair syndroom, cerebrovasculaire aandoening, insult. Aritmie. Hypertensie, trombose. Pleurale effusie, hypoxie. Gastro-intestinale bloeding. Huiduitslag. Acute nierschade. Koude rillingen. Infusiegerelateerde reactie.
Soms (0,1-1%): pancytopenie. Hemofagocytaire lymfohistiocytose. Tumorlysissyndroom. Gelaatsparalyse, hersenoedeem. Cardiomyopathie. Longoedeem. Secundaire maligniteit met oorsprong in de T-cellen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infecties (virus-, bacteriële). Leukopenie, febriele neutropenie, neutropenie, anemie, trombocytopenie. Cytokineafgiftesyndroom, hypogammaglobulinemie. Verminderde eetlust, hypofosfatemie, hyponatriëmie, hypo-urikemie, gewichtsverlies. Delier, slapeloosheid. Encefalopathie, hoofdpijn, tremor, duizeligheid. Tachycardie, aritmie. Hypotensie, hypertensie. Hoesten, dyspneu. Diarree, misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn. Huiduitslag. Motorische stoornis, pijn in extremiteit, rugpijn, gewrichtspijn, spierpijn. Vermoeidheid, koorts, oedeem, rillingen. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): schimmelinfectie. Overgevoeligheid. Hypocalciëmie, hypoalbuminemie, hypokaliëmie, uitdroging. Affectieve stoornis, angst. Ataxie, perifere neuropathie, hemiparese, gelaatsparalyse, insult, myoclonus. Hartstilstand, hartfalen. Trombose, capillairleksyndroom. Hypoxie, pleurale effusie, neusontsteking, respiratoir falen, pulmonaal oedeem. Dysfagie, droge mond. Nierinsufficiëntie. Pijn, infusiegerelateerde reactie. Verminderd gezichtsvermogen. Coagulopathie. Hyperbilirubinemie.
Soms (0,1-1%): ruggenmergoedeem, myelitis, quadriplegie, dyscalculie, myoclonus. Hematofagocytaire histiocytose. Rabdomyolyse. Multi-orgaandisfunctiesyndroom.
Verder is gemeld: secundaire maligniteit met oorsprong in de T-cellen.
Interacties
Er is geen klinisch onderzoek uitgevoerd naar interacties.
Profylactisch gebruik van corticosteroïden als premedicatie vermijden, omdat deze de werking van lisocabtagen maraleucel kunnen verstoren.
Vermijd uit voorzorg vaccinatie met levende vaccins ten minste 6 weken vóór aanvang van de lymfodepletie-chemotherapie, tijdens de behandeling met lisocabtagen maraleucel en tot na de behandeling herstel van de immuniteit is opgetreden.
De langetermijn persistentie van CAR-postieve T-cellen kan worden beïnvloed door het daaropvolgende gebruik van monoklonale antilichamen gericht tegen de epidermale groeifactorreceptor (EGFR). Er is relatief weinig ervaring met het klinisch gebruik van deze middelen bij patiënten die met lisocabtagen maraleucel worden behandeld.
Interacties
Er is geen onderzoek naar farmacokinetische of farmacodynamische interacties met axicabtagen ciloleucel uitgevoerd.
Profylactisch gebruik van systemische corticosteroïden ontraden, omdat deze de activiteit van axicabtagen ciloleucel kunnen verstoren.
Vaccinatie met levende vaccins ontraden gedurende ten minste 6 weken voor het starten van chemotherapie voor lymfocytendepletie, gedurende de behandeling en tot immuunherstel na de behandeling met axicabtagen ciloleucel.
Reactivatie van het hepatitis B-virus (HBV) kan optreden bij patiënten die worden behandeld met geneesmiddelen die zijn gericht tegen B-cellen.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend, bij zowel de mens als dier geen gegevens.
Farmacologisch effect: Op basis van het werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen als ze de placenta passeren leiden tot foetale toxiciteit, inclusief B-cellymfopenie.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend, zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.
Farmacologisch effect: Op basis van het werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen, als ze de placenta passeren, leiden tot foetale toxiciteit, inclusief B-cellymfopenie.
Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.
Overig: Bij pasgeborenen van met axicabtagen ciloleucel behandelde moeders, beoordeling van de immunoglobulineconcentraties en B-cellen overwegen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, een risico voor de zuigeling niet kan worden uitgesloten.
Advies: De behandeling of het geven van borstvoeding staken.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor dimethylsulfoxide (DSMO) of gentamicine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Patiënten die met lisocabtagen maraleucel zijn behandeld zijn uitgesloten van donatie van bloed, organen, weefsels en cellen voor transplantatie.
Redenen om de behandeling uit te stellen zijn:
- onopgeloste ernstige bijwerkingen (m.n. pulmonale of cardiale bijwerkingen of hypotensie);
- actieve infecties of inflammatoire aandoeningen die niet onder controle zijn;
- actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD).
Voorafgaand aan de toediening van de lymfocytendepletie, chemotherapie en lisocabtagen maraleucel de patiënt opnieuw klinisch beoordelen om er zeker van te zijn dat er geen redenen zijn om de behandeling uit te stellen.
Controleer de patiënt de eerste week na de infusie 2–3× op klachten en verschijnselen van mogelijke CRS, neurologische bijwerkingen en andere toxiciteiten (zie voor details hieronder). Bij de eerste klachten of verschijnselen van CRS en/of neurologische bijwerkingen een ziekenhuisopname overwegen. De frequentie van de controle na de eerste week is naar oordeel van de arts; zet deze gedurende ten minste 4 weken na de infusie voort. Instrueer patiënten gedurende ten minste 4 weken na de infusie in de buurt van een gekwalificeerd behandelcentrum te blijven.
Minder dan de helft van alle patiënten ervaren een zekere mate van het cytokineafgiftesyndroom ('cytokine release syndrome' (CRS)). Ernstige CRS, waaronder levensbedreigende en fatale reacties, werd zeer vaak gemeld, met een mediane tijd tot eerste symptomen van 4 dagen. Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van CRS. Bij het eerste teken van CRS behandeling met ondersteunende zorg, tocilizumab en/of corticosteroïden instellen, Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie CRS de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 1. Controleer patiënten met CRS nauwlettend op hart- en orgaanfunctie tot de symptomen zijn verdwenen. Overweeg bij ernstige of levensbedreigende CRS een ondersteunende behandeling op de intensive care. Overweeg controle op hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatie-syndroom (HLH/MAS) bij ernstige of therapieresistente CRS. CRS kan gepaard gaan met disfunctie van eindorganen (bv. lever, nieren, hart en longen). Daarnaast kan verslechtering van onderliggende orgaanpathologie optreden. Een hoge tumorlast voorafgaand aan de infusie gaat gepaard met een hogere incidentie van CRS.
Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van neurologische bijwerkingen. Bij een vermoeden van neurologische toxiciteit dit onmiddellijk behandelen volgens de aanbevelingen in de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 2. Ondersteunende therapie op intensive care moet worden verstrekt voor ernstige of levensbedreigende neurologische toxiciteiten. De mediane tijd tot het ontstaan van het eerste voorval was 8–9 dagen. De meest voorkomende neurologische symptomen waren encefalopathie, tremor, afasie, delier, duizeligheid en hoofdpijn.
Lisocabtagen maraleucel niet toedienen bij patiënten met een klinisch significante, actieve infectieof inflammatoire aandoening. Controleer op klachten en verschijnselen van infectie voor en na toediening en behandel indien nodig.
Virale reactivatie (bv. HBV, humaan herpesvirus 6 (HHV-6)) kan optreden bij immuungecompromitteerde patiënten. Dit kan de diagnose en een geschikte behandeling van bijwerkingen die gerelateerd zijn aan CAR-positieve T-cellen bemoeilijken en vertragen. Bij een voorgeschiedenis van een HBV-infectie wordt profylactische antivirale suppressieve therapie aanbevolen om een HBV-reactivatie tijdens en na behandeling met lisocabtagen maraleucel te voorkomen.
Screen op HIV, actief HBV en actief HCV vóór het verzamelen van cellen voor de productie. Leukaferesemateriaal van patiënten met actieve HIV- of actieve HCV-infectie wordt niet geaccepteerd voor productie.
Vanwege kans op langdurige cytopenieën het bloedbeeld controleren voor en na toediening van lisocabtagen maraleucel.
Vanwege veel kans op hypogammaglobulinemie de immunoglobulinespiegels controleren na behandeling met lisocabtagen maraleucel.
Controleer de patiënt levenslang op secundaire maligniteiten, waaronder die met oorsprong in de T-cellen.
Ter preventie van het tumorlysissyndroom voorafgaand aan de behandeling maatregelen treffen, zie ook de rubriek Dosering. Controleer op tekenen en symptomen van TLS, en behandel indien nodig volgens standaard richtlijnen.
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, kunnen het gevolg zijn dimethylsulfoxide (DSMO) in het product.
Controleer de patiënt op tekenen en symptomen van infecties en behandel indien nodig. Hoewel lisocabtagen maraleucel wordt getest steriliteit en mycoplasma, bestaat er een kans op overdracht van infectieuze agentia.
Sommige HIV-nucleïnezuurtesten (NAT) kunnen een fout-postieve uitslag geven. De genetische informatie van de lentivirale vector die wordt gebruikt voor het maken van lisocabtagen maraleucel en de genetische informatie van HIV zijn voor een beperkt en kort deel identiek.
Onderzoeksgegevens: er is geen ervaring met het gebruik bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min), bij kinderen < 18 jaar, bij patiënten met een primair lymfoom van het centraal zenuwstelsel (CZS). Er is relatief weinig klinische ervaring met het gebruik voor secundair CZS-lymfoom, bij patiënten die eerder op CD19 gerichte therapie kregen en bij CD19-negatieve patiënten. Bij deze laatste groep kan CD19 toch nog tot expressie worden gebracht; overweeg de mogelijke voordelen en risico's.
Waarschuwingen en voorzorgen
Reden voor uitstel van de infusie met axicabtagen ciloleucel zijn: onopgeloste ernstige bijwerkingen (met name van de longen, van het hart of hypotensie en met inbegrip van bijwerkingen van eerdere chemotherapieën), actieve, niet onder controle gebrachte infectie of actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD). Als de infusie langer dan 2 weken wordt uitgesteld nadat al lymfodepletie-chemotherapie is gegeven, dan de lymfodepletie-chemotherapie opnieuw toedienen.
Het doneren van bloed, organen, weefsels of cellen voor transplantatie is uitgesloten voor patiënten die met axicabtagen ciloleucel worden behandeld.
Screen op het HBV, HCV of hiv-virus voordat er cellen worden afgenomen voor de vervaardiging van axicabtagen ciloleucel.
Monitor de patiënt de eerste 7 dagen na infusie dagelijks op tekenen en symptomen van mogelijk CRS, neurologische voorvallen en andere toxiciteiten. Gedurende de eerste 7 dagen na de infusie ziekenhuisopname overwegen. Adviseer de patiënt om gedurende minstens 4 weken na de infusie in de buurt van een gekwalificeerd behandelcentrum te blijven en onmiddellijk medische hulp in te schakelen als er tekenen of symptomen van CRS of neurologische bijwerkingen optreden.
Vrijwel alle patiënten ervaren een zekere mate van het cytokineafgiftesyndroom ('cytokine release syndrome' (CRS)). Ernstige CRS, waaronder levensbedreigende en fatale reacties, werd zeer vaak gemeld, met een tijd tot eerste symptomen van 1 tot 12 dagen. CRS kan gepaard gaan met disfunctie van eindorganen (bv. lever, nieren, hart en longen). Daarnaast kan verslechtering van onderliggende orgaanpathologieën optreden. Voorafgaand aan de infusie moet er per patiënt ten minste 1 dosis tocilizumab op de locatie aanwezig zijn. Het behandelcentrum moet binnen 8 uur na elke voorgaande dosis toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab. Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van CRS. Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie CRS de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 1. Tumornecrosefactor-antagonisten worden niet aanbevolen voor de behandeling van CRS door axicabtagen ciloleucel. Controleer patiënten met CRS ≥ 2 (bv. hypotensie, niet responsief op vloeistoffen of hypoxie waarvoor extra zuurstoftoevoer nodig is) met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Overweeg bij ernstige CRS een echocardiogram om de hartfunctie te beoordelen. Overweeg bij ernstige of levensbedreigende CRS een ondersteunende behandeling op de intensive care. Overweeg controle op hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatiesyndroom (HLH/MAS) bij ernstige of therapieresistente CRS.
Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van neurologische bijwerkingen (ook wel immuun-effectorcel-geassocieerd neurotoxiciteitssyndroom (ICANS) genoemd). Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie neurologische bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 2. Controleer patiënten met neurologische toxiciteiten ≥ graad 2 met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Ondersteunende therapie op de intensive care wordt aanbevolen voor ernstige of levensbedreigende neurologische toxiciteiten. ICANS, waaronder levensbedreigende of fatale gevallen, is zeer vaak gemeld. Daarnaast zijn fatale en ernstige gevallen van cerebraal oedeem gemeld. Risicofactoren zijn een voorgeschiedenis van stoornissen van het centraal zenuwstelsel, zoals insulten of cerebrovasculaire ischemie.
Infecties en febriele neutropenie, waaronder levensbedreigende en fatale gevallen bij immuungecompromitteerde patiënten, zijn zeer vaak gemeld. Controleer de patiënt op tekenen en symptomen van infectie voorafgaand aan, tijdens en na de infusie. Dien profylactische antimicrobiële middelen toe conform standaardrichtlijnen. Febriele neutropenie kan gelijktijdig met CRS optreden. Stel indien febriele neutropenie zich voordoet vast of er sprake is van infectie en behandel indien nodig.
Vanwege de kans op langdurige cytopenieën na infusie de bloedtellingen controleren.
Hypogammaglobulinemie als gevolg van B-celaplasie, kan optreden. Hypogammaglobulinemie maakt iemand gevoeliger voor infecties. Controleer na behandeling de immunoglobulineconcentraties en behandel indien nodig.
Tumorlysissyndroom (TLS), dat ernstig kan zijn, is gemeld. Ter preventie van TLS voorafgaand aan de behandeling maatregelen treffen, zie ook de rubriek Dosering. Controleer op tekenen en symptomen van TLS, en behandel indien nodig volgens standaard richtlijnen.
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, kunnen het gevolg zijn dimethylsulfoxide (DSMO) of resten gentamicine in het product.
Houd rekening met de mogelijkheid van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) bij immuungecompromitteerde patiënten met nieuw optredende of verergerende neurologische symptomen. Bij patiënten die met axicabtagen ciloleucel werden behandeld en die eerder ook met andere immunosuppressieve geneesmiddelen waren behandeld, is melding gemaakt van reactivering van het John Cunninghamvirus (JC-virus) met PML, waaronder fatale gevallen, als gevolg.
Vanwege kans op secundaire maligniteiten, waaronder T-celmaligniteiten, de patiënt hier levenslang op controleren.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar, bij een verminderde nier- of leverfunctie en bij patiënten met een primair lymfoom van het centraal zenuwstelsel. Er is relatief weinig ervaring bij patiënten die eerder werden behandeld met tegen CD19-gerichte therapie; axicanbtagen ciloleucel ontraden bij patiënten met gerediciveerde CD19-negatieve ziekte na eerdere anti-CD19-therapie. Er zijn relatief weinig gegevens over toepassing bij CD19-negatieve patiënten; mogelijk hebben zij minder baat bij de behandeling dan CD19-positieve patiënten. Er is ook weinig ervaring bij gebruik bij ouderen ≥ 75 jaar. Er is relatief weinig klinische ervaring bij patiënten met actieve HIV-, HBV- of HCV-infectie.
Rijvaardigheid: vanwege de kans op neurologische voorvallen, waaronder veranderde psychische toestand of insulten, mogen patiënten niet rijden en geen zware of mogelijk gevaarlijke machines bedienen tot minstens 8 weken na de infusie of totdat neurologische bijwerkingen zijn verdwenen.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergifitiging met lisocabtagen maraleucel contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Lisocabtagen maraleucel is een autoloog product dat gezuiverde CD8-positieve en CD4-positieve T-cellen bevat, waarbij door middel van genetische genmodificatie een anti-CD19 chimere antigeen receptor (CAR) tot expressie wordt gebracht. De binding van CAR-T-cellen aan CD19, dat tot expressie komt op het celoppervlak van tumoren en normale B-cellen, induceert de activatie en proliferatie van CAR-T-cellen, de vrijgifte van pro-inflammatoire cytokinen en cytotoxische dood van CD19-positieve cellen.
Kinetische gegevens
Overig | De mediane tijd maximale expansie is 11 dagen. Lisocabtagen maraleucel is tot 2 jaar aanwezig in het perifeer bloed. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Axicabtagen ciloleucel is een genetisch gemodificeerde autologe T-celimmunotherapie, gericht op CD19. Voor de bereiding van axicabtagen ciloleucel worden de eigen T-cellen van de patiënt geoogst en ex vivo genetisch gemodificeerd via retrovirale transductie, om een chimere antigeenreceptor (CAR) tot expressie te brengen. De CAR bestaat uit een murien antilichaamfragment met één keten, die CD19 herkent en gekoppeld is aan het costimulerend domein van CD28 en het signalerend domein van CD3-zèta. De anti-CD19 CAR-positieve levensvatbare T-cellen worden geëxpandeerd en weer bij de patiënt toegediend middels infusie, waar ze doelcellen die CD19 tot expressie brengen, kunnen herkennen en elimineren. Binding van axicabtagen ciloleucel aan cellen die CD19 tot uitdrukking brengen leidt tot activatie en proliferatie van T-cellen, met antitumoreffecten tot gevolg.
Kinetische gegevens
T max | 8–15 dagen. |
Metabolisering | de klaring verloopt via normale celklaringsmechanismen. |
Overig | axicabtagen ciloleucel werd tot 3 maanden na toediening teruggevonden in het bloed. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lisocabtagen maraleucel hoort bij de groep antineoplastische cel- en gentherapie.
Groepsinformatie
axicabtagen ciloleucel hoort bij de groep antineoplastische cel- en gentherapie.