Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Magmedi als citraat XGVS Kora Corporation Ltd t/a Kora Healthcare

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
97 mg magnesium

97,2 mg magnesium komt overeen met 4 mmol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Profylaxe en behandeling van magnesiumdeficiëntie bij een leeftijd ≥ 12 jaar.

Doseringen

De duur van de magnesiumsuppletie individueel bepalen. Controleer het serum magnesiumgehalte tijdens de behandeling regelmatig, bijvoorbeeld elke 3–6 maanden, met name bij kinderen en bij patiënten met een nierfunctiestoornis.

Klap alles open Klap alles dicht

Profylaxe en behandeling van magnesiumdeficiëntie

Volwassenen

1–2 tabletten (= 4–8 mmol) 3×/dag.

Kinderen vanaf 12 jaar

1 tablet (= 4 mmol) 3×/dag.

Verminderde nierfunctie: bij licht tot matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie (glomerulaire filtratiesnelheid < 30 ml/min) is gecontra-indiceerd.

Toediening: de breukstreep op de tablet is alleen om het innemen te vereenvoudigen en niet om de tablet in gelijke doses te verdelen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): na een hoge dosis: diarree, zachte ontlasting, irritatie van het maag-darmkanaal.

Zelden (0,01-0,1%): hypermagnesiëmie.

Zeer zelden (< 0,01%): bij hoge doses en langdurig gebruik: vermoeidheid kan een aanduiding zijn dat een verhoogde magnesiumspiegel is bereikt.

Bij bijwerkingen zoals diarree, de behandeling tijdelijk staken. Na verbetering en/of verdwijnen van de symptomen de behandeling met een lagere dosering hervatten.

Interacties

Omdat magnesiumcitraat de absorptie van andere geneesmiddelen kan beïnvloeden, en vice versa, is een ander moment van inname nodig van:

  • natriumfosfaat, ten minste 1 uur voor magnesiumcitraat;
  • tetracycline, ten minste 2–3 uur vóór of na magnesiumcitraat;
  • kinidine, nitrofurantoïne, ijzer, bisfosfonaten en eltrombopag, 3–4 uur vóór of na magnesiumcitraat.

Vanwege verhoogd magnesiumverlies kan bij inname van de volgende middelen een verhoging van de dosis van magnesiumcitraat nodig zijn:

  • diuretica, zij verhogen de urineproductie met hypermagnesurie;
  • EGF-receptorantagonisten zoals cetuximab, erlotinib en panitumumab, zij kunnen ernstige hypomagnesiëmie veroorzaken;
  • bevacizumab, dit leidt zeer vaak tot hypomagnesiëmie;
  • nivolumab kan het magnesiummetabolisme ontregelen en zowel hypomagnesiëmie als hypermagnesiëmie veroorzaken;
  • langdurige behandeling met protonpompremmers zoals omeprazol, dit kan ernstige hypomagnesiëmie veroorzaken;
  • aminoglycosiden zoals gentamycine en immunosuppressiva zoals ciclosporine en tacrolimus, deze kunnen leiden tot hypomagnesiëmie als gevolg van hypermagnesurie;
  • chemotherapie zoals cisplatine, dit kan leiden tot hypomagnesiëmie door renale tubulaire toxiciteit;
  • foscarnet, dit kan leiden tot hypomagnesiëmie omdat het een krachtige chelator is van bivalente kationen.

Zwangerschap

Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ruime ervaring).

Advies: Kan worden gebruikt.

Vruchtbaarheid: Geen aanwijzingen voor effecten bij mannen en vrouwen (ruime ervaring).

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: Magnesium komt van nature voor in de moedermelk; de toename die magnesiumcitraat veroorzaakt, is waarschijnlijk niet klinisch relevant.

Advies: Kan worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • Ernstige nierinsufficiëntie (glomerulaire filtratiesnelheid < 30 ml/min).

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij een vastgestelde hypomagnesiëmie, een vastgestelde hypocalciëmie en hypokaliëmie corrigeren, omdat magnesiumtekort vaak het gevolg is van deze aandoeningen.

Bij vermoeidheid die optreedt bij hoge doses of langdurig gebruik, wees alert op het ontstaan van hypermagnesiëmie, met name bij nierfunctiestoornissen.

Wees voorzichtig bij cardiale geleidingsstoornissen, omdat magnesium de contractiliteit van het hart reguleert en het hartritme stabiliseert.

Magnesiumcitraat tabletten zijn niet geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met ernstige symptomatische hypomagnesiëmie of serumspiegels van < 0.4 mmol/l; dan is i.v.-toediening aangewezen.

Wees voorzichtig bij het onderling uitwisselen van magnesiumpreparaten, omdat de biologische beschikbaarheid van magnesiumpreparaten kan variëren.

De werkzaamheid en veiligheid zijn niet onderzocht bij kinderen < 12 jaar.

Bij moeite met het slikken van tabletten bij voorkeur behandelen met een magnesiumpoeder voor een oplossing in vloeistof.

Overdosering

Hypermagnesiëmie en magnesiumintoxicatie treden vrijwel alleen op bij zeer ernstig verminderde nierfunctie (en na parenterale toediening van hoge doses; zie ook magnesiumsulfaat (mineraal)).

Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Magnesium is een mineraal. Het speelt een rol bij de overdracht van zenuwprikkels, bij de spiercontractie, bij cellulaire elektrolythomeostase en bij veel enzymatische processen. Magnesium werkt als een fysiologische calciumantagonist en reguleert als zodanig de contractiliteit van het hart en stabiliseert het hartritme. Werking: de duur van de magnesiumsuppletie is afhankelijk van de klinische behoefte van de patiënt.

Kinetische gegevens

Resorptie langzaam en onvolledig, voornamelijk in de dunne darm. De absorptie vanuit de darm is afhankelijk van de magnesiumstatus; bij een lager magnesiumgehalte wordt meer magnesium in de darmen geabsorbeerd.
T max 4–7 uur.
Overig 60% van magnesium is aanwezig in bot, 20% in skeletspieren, 19% in andere weke delen en <1% in de extracellulaire vloeistof.
Eliminatie voornamelijk met de urine via glomerulaire filtratie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd