Samenstelling
Lariam (als hydrochloride) Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Eurartesim XGVS Alfasigma Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
Bevat per tablet: artenimol 40 mg en piperaquine(-tetrafosfaat, als tetrahydraat) 320 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Profylaxe van malaria: Bij het bestrijden van malaria staat voorkómen van muggenbeten voorop, in gebieden met een lage transmissie van malaria is dit de enige te nemen maatregel. Bij reizen van meer dan 7 dagen naar gebieden met een middelmatige transmissie wordt aanbevolen een noodbehandeling mee te nemen; kies artemether/lumefantrine of atovaquon/proguanil. Bij reizen naar gebieden met een hoge transmissie wordt de keuze van de profylactische behandeling bepaald door de reisbestemming, karakteristieken van de persoon en de duur van het verblijf. In aanmerking komen atovaquon/proguanil, doxycycline en mefloquine. Bij zwangere en lacterende vrouwen en bij kinderen < 5 kg eventueel ook chloroquine. De GGD's en overige bij het LCR aangesloten gespecialiseerde centra beschikken over de meest recente gegevens van resistentie in malariagebieden. De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Mefloquine is het middel van derde keus bij niet-ernstige malaria tropica en tweede keus bij volwassenen met malaria veroorzaakt door P. vivax/ovale (malaria tertiana). Het kent relatief veel neuropsychiatrische bijwerkingen, en bij gelijktijdig of aansluitend gebruik van chloroquine, kinine en kinidine kunnen convulsies en ECG-afwijkingen optreden. Verder is het niet toepasbaar bij kinderen < 3 mnd. en/of < 5 kg.
Advies
Artenimol/piperaquine heeft geen plaats in de profylaxe of behandeling van malaria; het komt niet voor in de richtlijnen. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling, zie malaria.
Indicaties
Behandeling
- Malaria, vooral wanneer deze wordt veroorzaakt door stammen van Plasmodium falciparum die resistent zijn tegen andere malariamiddelen;
- Plasmodium vivax en gemengde malaria.
Profylaxe
- Voor reizigers naar malariagebieden waar een groot infectierisico bestaat voor stammen van Plasmodium falciparum die resistent zijn tegen andere malariamiddelen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van ongecompliceerde malaria door Plasmodium falciparum, bij volwassenen en kinderen van ≥ 6 maanden en met een lichaamsgewicht van ≥ 5 kg.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Acute malaria-aanval
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Totale dosis bij niet-immune en gedeeltelijk immune patiënten: 20–25 mg/kg lichaamsgewicht;
dit is bij een lichaamsgewicht van 5–20 kg: ¼ tablet per 2½–3 kg of 1 tablet per 10-12 kg;
20–30 kg: 2–3 tabletten;
> 30–45 kg: 3–4 tabletten;
> 45–60 kg: 5 tabletten;
> 60 kg: 6 tabletten.
Er is weinig ervaring met curatief gebruik van mefloquine bij zuigelingen, leeftijd < 3 mnd. of gewicht < 5 kg.
Totale dosis bij patiënten woonachtig in malariagebieden: 15 mg/kg lichaamsgewicht kán voldoende zijn;
dit is bij een lichaamsgewicht van 5–20 kg: ¼ tablet per 4 kg;
20–30 kg: 1½–2 tabletten;
> 30–45 kg: 2–3 tabletten;
> 45–60 kg: 3 tabletten;
> 60 kg: 4 tabletten.
Er is weinig ervaring met het curatief gebruik van mefloquine bij zuigelingen, leeftijd < 3 mnd. of gewicht < 5 kg.
Om bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkómen of de ernst ervan te verminderen de totale curatieve dosering splitsen in 2–3 doses met een tijdsinterval van 6–8 uur op de volgende wijze: 3+1, 3+2, of 3+2+1 tabletten. Als er binnen 48–72 uur geen verbetering optreedt, overweeg dan een andere behandeling.
Bij ernstige vormen van acute malaria kan eerst een inleidende kuur van i.v. kinine worden gegeven gedurende 2–3 dagen; geef mefloquine dan na een interval van ten minste 12 uur na de laatste dosis kinine.
Uitgebraakte dosis: Als binnen 30 minuten na inname wordt gebraakt, een tweede volledige dosis geven. Bij braken 30–60 min na toediening een additionele halve dosis geven.
Noodbehandeling: Als directe medische hulp tijdens een reis naar en in malariagebied (naar verwachting) niet voorhanden is kan mefloquine bij volwassenen als een 'stand by'-geneesmiddel worden voorgeschreven. De zelfbehandeling beginnen met ca. 15 mg/kg (dat is voor patiënten ≥ 45 kg 3 tabletten). Als er binnen 24 uur geen professionele hulp kan worden verkregen en er geen ernstige bijwerkingen optreden, dan een tweede gedeelte van de totale dosering (2 tabletten voor patiënten ≥ 45 kg) 6–8 uur later innemen. Patiënten > 60 kg dienen een extra tablet in te nemen 6–8 uur na de tweede dosis. Eén week na beëindiging van de 'stand by'–behandeling de profylaxe hervatten. Altijd bij de eerste gelegenheid die zich voordoet een arts raadplegen, ook al lijkt men volledig hersteld te zijn.
Als malariaprofylaxe
De aanbevolen profylactische dosering bedraagt ca. 5 mg/kg 1×/week;
dit is voor personen > 45 kg: 1 tablet 1×/week;
30–45 kg: ¾ tablet 1×/week;
20–30 kg: ½ tablet 1×/week;
15–20 kg: ¼ tablet 1×/week.
Er is weinig ervaring met profylactisch gebruik van mefloquine bij kinderen met een leeftijd < 2 jaar of een lichaamsgewicht < 15 kg.
Om de tolerantie van de reiziger voor mefloquine te kunnen evalueren de profylaxe idealiter starten 10 dagen vóór vertrek naar een endemisch gebied: dus de eerste dosis 10 dagen vóór vertrek en de 2 e dosis 3 dagen vóór vertrek innemen. De opvolgende doses een week na de 2 e en doorgaan met eenmaal per week innemen op een vaste dag. Indien het 10-dagen-voor-vertrek-starten niet mogelijk is (bv. bij een onverwacht vertrek) per direct het volgende oplaadschema volgen: de profylactische doses op 3 opeenvolgende dagen (laten) innemen (op dag 1, 2 en 3), vervolgens op dag 8 en daarna wekelijks. Hierbij is dag 1 de dag waarop wordt gestart met de inname, idealiter z.s.m. nog vóór vertrek naar malariagebied. Bv. voor volwassenen en kinderen > 45 kg 1 tablet per dag gedurende 3 opeenvolgende dagen, gevolgd door 1 tablet op dag 8 en daarna 1 tablet per week. De opvolgende wekelijkse doses altijd op dezelfde dag van de week innemen. Het toepassen van dit versnelde oplaadschema kan echter gepaard gaan met meer bijwerkingen. Na vertrek uit het endemische gebied de behandeling nog 4 weken voortzetten om de kans te verminderen dat alsnog malaria optreedt na vertrek.
Bij comedicatie: Bij gelijktijdig gebruik van andere middelen is het soms gewenst 2–3 weken vóór vertrek met de profylaxe te beginnen (wanneer mogelijk), dit om er zeker van te zijn dat de combinatie van geneesmiddelen goed wordt verdragen.
Ouderen: Geen dosisaanpassing vereist.
Verminderde leverfunctie: De eliminatie van mefloquine kan vertraagd zijn, wat leidt tot een verhoogde plasmaconcentratie en meer kans op bijwerkingen. Toepassing bij een ernstige leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Verminderde nierfunctie: Met voorzichtigheid toepassen vanwege relatief weinig gegevens over toepassing hierbij.
Toediening
- De tabletten hebben een bittere smaak; met voldoende vloeistof en bij voorkeur heel innemen, bij voorkeur na de maaltijd.
- De tablet kan verdeeld worden in gelijke doses.
- Zo nodig, bijvoorbeeld bij kleine kinderen, de tabletten breken en suspenderen in een beetje vloeistof.
Doseringen
De tablet 40 mg/320 mg kan voor doseren worden gehalveerd. Voor kinderen die 5 tot < 7 kg wegen is er op dit moment dus géén geschikte toedieningsvorm.
Malaria door Plasmodium falciparum
Volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden én ≥ 5 kg lichaamsgewicht
Eén kuur bestaat uit drie opeenvolgende dagen: 5 tot < 7 kg lichaamsgewicht: 10 mg/80 mg 1×/dag; 7 tot <13 kg lichaamsgewicht: 20 mg/160 mg 1×/dag; 13 tot < 24 kg lichaamsgewicht: 40 mg/320 mg 1×/dag; 24 tot < 36 kg lichaamsgewicht: 80 mg/640 mg 1×/dag; 36 tot < 75 kg lichaamsgewicht: 120 mg/960 mg 1×/dag; > 75 kg lichaamsgewicht: 160 mg/1280 mg 1×/dag. Artenimol/piperaquine is niet onderzocht bij patiënten met een lichaamsgewicht > 121 kg.
Ouderen, verminderde nier- of leverfunctie: Er zijn géén speciale doseringsaanbevelingen voor het gebruik bij ouderen en bij een verminderde nier– of leverfunctie. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij braken: wanneer de patiënt binnen 30 minuten na inname braakt, de gehele dosis opnieuw toedienen. Wanneer de patiënt binnen 30–60 minuten na inname braakt, de helft van de dosis opnieuw toedienen. Opnieuw toedienen mag slecht éénmaal worden geprobeerd; indien ook de tweede dosis wordt uitgebraakt, een alternatieve behandeling instellen.
Wanneer een dosis is overgeslagen deze innemen zodra dit wordt bemerkt en indien van toepassing de volgende dosis na 24 uur innemen.
Er zijn geen gegevens over het toepassen van een tweede behandelkuur. Een tweede behandelkuur niet binnen 2 maanden na de eerste kuur geven in verband met de lange eliminatiehalfwaardetijd van piperaquine. In een periode van 12 maanden mogen maximaal 2 kuren worden gegeven.
Toediening: Artenimol/piperaquine elke dag op hetzelfde tijdstip innemen met water zonder voedsel; gedurende 3 uur voor tot 3 uur na de inname géén voedsel nuttigen. Indien nodig kan de tablet worden verpulverd en met water worden vermengd; de oplossing direct opdrinken en wat water nadrinken.
Bijwerkingen
Bij profylactische doses komen bijwerkingen minder frequent voor dan bij curatieve doses.
Zeer vaak (> 10%): slapeloosheid, abnormale dromen.
Vaak (1-10%): angst, depressie. (Draai)duizeligheid, hoofdpijn. Visusstoornissen (zie ook onder 'verder zijn gemeld'). Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Jeuk.
Verder zijn gemeld:
- Cardiaal: cardiovasculaire aandoeningen zoals hypo– of hypertensie, opvliegers, tachycardie, bradycardie, ritmestoornissen.
- Pulmonaal: dyspneu, pneumonie, pneumonitis (mogelijk van allergische oorsprong).
- Neuropsychiatrisch: slaperigheid, evenwichtsverlies, loopstoornis, syncope, perifere neuropathie, paresthesie, tremor, ataxie, convulsie, geheugenstoornissen (soms > 3 mnd. aanhoudend), encefalopathie, paralyse van de craniale zenuw. Verminderde eetlust, concentratiestoornis, rusteloosheid, agitatie, paniekaanvallen, stemmingwisselingen, suïcidale gedachten, (poging tot) zelfmoord, agressie, verwardheid, hallucinaties, psychose, paranoia, schizofrenie-achtige stoornis, bipolaire stoornis.
- Oorsuizen, gehoorbeperking, gedeeltelijke doofheid (soms langdurig), hyperacusis.
- Wazig zien, cataract, netvliesaandoeningen, optische neuropathie (die vertraagd kan optreden tijdens of na de behandeling).
- Gastro-intestinaal: dyspepsie, pancreatitis. (Asymptomatische tijdelijke) verhoging van ASAT, ALAT en γ-GT, hepatitis, geelzucht, leverfalen.
- Algemeen: oedeem, pijn op de borst, vermoeidheid, malaise, asthenie, koorts, rillingen.
- Spierzwakte, spierspasmen, spierpijn, gewrichtspijn.
- Aplastische anemie, leukopenie, agranulocytose, trombocytopenie, leukocytose.
- Hyperhidrose, alopecia, overgevoeligheid variërend van milde huiduitslag tot anafylactische reactie, erytheem, urticaria, erythema multiforme, Stevens–Johnsonsyndroom (SJS).
Bijwerkingen
Volwassenen
Vaak (1–10%): tachycardie, verlengd QTc–interval (door piperaquine). Hoofdpijn. Koorts, asthenie. Anemie.
Soms (0,1–1%): bradycardie, sinusaritmie, hartgeleidingsstoornis. Duizeligheid, convulsies. Hoesten, luchtweginfectie, influenza. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Anorexie. Jeuk. Spierpijn, gewrichtspijn. Hepatomegalie, hepatitis, hepatocellulair letsel, afwijkende uitslagen van leverfunctietesten.
Kinderen
Zeer vaak (> 10%): hoesten, influenza, koorts.
Vaak (1–10%): onregelmatige hartslag, verlengd QTc–interval. Luchtweginfectie. Oorinfectie. Conjunctivitis. Braken, buikpijn, diarree. Anorexie. Asthenie. Huiduitslag, dermatitis. Anemie, trombocytopenie, leukopenie (o.a. neutropenie), leukocytose.
Soms (0,1–1%): hartgeleidingsstoornis, hartruis. Hoofdpijn, convulsies. Bloedneus, rinorroe. Misselijkheid, stomatitis. Gewrichtspijn. Jeuk, acanthose. Hepatomegalie, hepatitis, geelzucht, afwijkende uitslagen van leverfunctietesten. Splenomegalie, lymfadenopathie. Trombocytose, hypochromasie.
Interacties
Gelijktijdige toediening met verwante stoffen (bv. kinine, kinidine, chloroquine) kan elektrocardiografische(ECG) afwijkingen veroorzaken en meer kans geven op convulsies; mefloquine pas 12 uur na het staken van kinine toedienen. Wees ook voorzichtig met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de prikkelgeleiding van het hart beïnvloeden zoals andere bekende QT-verlengers, β-blokkers, calciumantagonisten, H1-receptorblokkerende middelen, tricyclische antidepressiva en fenothiazinen (bv. promethazine).
Interacties met orale bloedglucoseverlagende middelen en vitamine K antagonisten kunnen niet worden uitgesloten: controle (bij profylaxe vóór vertrek) van relevante parameters (bv. INR) is aan te bevelen.
Bij gelijktijdig gebruik met systemisch ketoconazol (een sterke CYP3A4-remmer) stijgt de plasmaconcentratie van mefloquine en neemt de halfwaardetijd van mefloquine toe; bij gebruik van ketoconazol tijdens en gedurende 15 weken na de behandeling met mefloquine is er een kans op een verlenging van de QTc-interval. Voorzichtig bij gebruik van andere matig sterke tot sterke remmers van CYP3A4. Mogelijk veranderen sterke CYP3A4–remmers of -inductoren de plasmaconcentratie van mefloquine.
Mefloquine verlaagt de plasmaspiegels van anti-epileptica (bv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en valproïnezuur); een dosisaanpassing van deze middelen kan nodig zijn. Bij combinatie van mefloquine met andere geneesmiddelen die de convulsiedrempel verlagen (bv. tricyclische antidepressiva, serotonineheropnameremmers (SSRI's), bupropion, antipsychotica, tramadol, chloroquine en sommige antibiotica) is er meer kans op convulsies.
Mefloquine is een substraat en een remmer van het transporteiwit P-glycoproteïne (Pgp); theoretisch kunnen ook interacties optreden via dit mechanisme; sterke remmers van Pgp (o.a. ketoconazol, itraconazol, kinidine, verapamil, ciclosporine, claritromycine) zouden de plasmaspiegel van mefloquine kunnen verhogen en mefloquine zou als Pgp–remmer de plasmaspiegel van bv. digoxine (Pgp–substraat) kunnen verhogen.
Wanneer mefloquine gelijktijdig met een oraal toegediend levend tyfusvaccin wordt ingenomen, kan vermindering van de immuniteit, die door dergelijke vaccins wordt bewerkstelligd, niet worden uitgesloten. Dit type vaccinatie dient daarom ten minste 3 dagen voor de eerste inname van mefloquine te zijn voltooid.
Interacties
Let op: door de lange eliminatiehalfwaardetijd van piperaquine (ca. 22 dagen) kunnen alle interacties optreden tot 3 maanden na staken van de toediening.
Combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zoals andere antimalariamiddelen, amiodaron, disopyramide, kinidine, sotalol, domperidon, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macroliden, fluorchinolonen en enkele antimycotica) is gecontra–indiceerd vanwege het risico van het optreden van 'torsade de pointes'. Hierbij rekening houden met de lange eliminiatiehalfwaardetijd van piperaquine indien deze middelen ná de behandeling met artenimol/piperaquine moeten worden gebruikt en met de eliminatiehalfwaardetijd van deze middelen indien zij kort vóór de behandeling met artenimol/piperaquine gebruikt zijn.
(Sterke) CYP3A4–remmers (bv. sommige HIV-proteaseremmers, sommige macroliden, enkele azool-antimycotica of verapamil) kunnen de plasmaspiegel van piperaquine belangrijk verhogen met als gevolg een vergroot effect op QTc–verlenging; indien combinatie toch noodzakelijk is, overweeg dan ECG–monitoring.
Combinatie met sterke CYP3A4–inducerende middelen (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine en sint–janskruid) wordt niet aanbevolen.
Piperaquine is zelf een remmer van CYP3A4 en CYP2C19; plasmaconcentraties van geneesmiddelen die in belangrijke mate door deze enzymen worden gemetaboliseerd kunnen stijgen en bij middelen met een relatief smalle therapeutische breedte leiden tot meer bijwerkingen zoals bij statinen, antiretrovirale middelen en ciclosporine (via CYP3A4) en citalopram (via CYP2C19).
Piperaquine induceert CYP2E1 en kan daarmee de plasmaconcentratie van bijvoorbeeld inhalatie-anesthetica en theofylline verlagen.
Zwangerschap
Mefloquine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, relatief weinig gegevens over blootstelling in het 1e trimester. Ruime klinische ervaring met profylactisch gebruik van mefloquine heeft geen aanwijzingen voor teratogene effecten opgeleverd. Echter kanstoename op een miskraam of intra-uteriene vruchtdood is niet uitgesloten. De klinische ervaring met gebruik van een hogere dosering (behandeling van malaria), met name in het 1e trimester, is nog beperkt. Bij dieren zijn er bij hoge dosering aanwijzingen voor schadelijkheid. Een malaria–infectie zelf kan zorgen voor een aanzienlijke morbiditeit voor moeder en kind en kan leiden tot spontane abortus en intra–uteriene vruchtdood. Dit is de reden zwangere vrouwen af te raden om naar gebieden waar malaria voorkomt te reizen.
Advies: Tijdens het 1e trimester van de zwangerschap alleen curatief toepassen als het verwachte voordeel het potentiële risico voor de foetus rechtvaardigt en bij resistentie voor andere, veiligere middelen. Gezien de schadelijkheid van een malaria-infectie tijdens de zwangerschap weegt de WHO af dat mefloquine als profylaxe kan worden gebruikt, wanneer er in malariagebied resistentie bestaat van de malariaparasiet voor de middelen van voorkeur. Dit geldt ook voor toepassing in het 1e trimester.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient, vanwege relatief weinig gegevens over blootstelling in het 1e trimester, bij voorkeur toch effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen, gedurende de behandeling en tot 3 maanden erna.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens over gebruik van artenimol/piperaquine tijdens het 1e trimester. De ervaring tijdens het 2e en 3e trimester wijst niet op schadelijke effecten (gebaseerd op > 3000 zwangerschapsuitkomsten). Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid, vooral tijdens het 1e trimester. Een malaria–infectie zelf kan zorgen voor een aanzienlijke morbiditeit voor moeder en kind en kan leiden tot spontane abortus en intra–uteriene vruchtdood. Raad om deze reden zwangere vrouwen af om naar gebieden waar malaria voorkomt te reizen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken tijdens het 1e trimester van de zwangerschap, alleen als er geen andere geschikte en werkzame malariamiddelen beschikbaar zijn. De combinatie kan gebruikt worden tijdens het 2e en 3e trimester, indien deze meer geschikt is voor de zwangere vrouw dan andere, op artemisinine gebaseerde combinatiebehandelingen waarmee meer ervaring is opgedaan.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in relatief geringe mate; concentratie in de moedermelk is ca. 15% ten opzichte van de plasmaconcentratie van de moeder. Maar gezien de extreem lange eliminatiehalfwaardetijd (2-4 weken) is bij de zuigeling cumulatie van mefloquine bij langdurig gebruik niet uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (artenimol). Ja (piperaquine, bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis;
- voorgeschiedenis van 'zwartwaterkoorts' (een complicatie van P. falciparum-malaria met heftige intravasculaire hemolyse, leidend tot hemoglobinurie);
- gebruik van halofantrine, gelijktijdig of binnen 15 weken na een dosis mefloquine, vanwege het risico op een potentieel fatale afloop na verlenging van het QTc-interval;
- overgevoeligheid voor kinine of kinidine.
Voor profylactisch gebruik ook
- (een voorgeschiedenis van) depressie, algemene angststoornis, psychose, zelfmoordpogingen, suïcidale gedachten en gedrag waarbij men zichzelf in gevaar brengt, ,schizofrenie of andere psychiatrische aandoeningen;
- (een voorgeschiedenis van) convulsies (ongeacht de herkomst).
Contra-indicaties
- ernstige malaria conform de WHO–definitie;
- aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging: elektrolytverstoringen (zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie en hypomagnesiëmie), voorgeschiedenis van symptomatische hartaritmieën of van klinisch relevante bradycardie;
- predisponerende cardiovasculaire aandoeningen (zoals ernstige hypertensie, linker ventrikelhypertrofie, hypertrofische cardiomyopathie, hartfalen met een verminderde linkerventrikel–ejectiefractie);
- congenitale of verworven QT-verlenging.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie met kinine komt voor.
Wees voorzichtig bij duizeligheid, evenwichtsstoornissen of andere neurologische aandoeningen. De kans op convulsies neemt toe bij patiënten met epilepsie; bij dergelijke patiënten mefloquine alleen curatief toepassen en indien er een dwingende medische reden is. Bij optreden van tintelingen, branderig gevoel, pijn, gevoelsverlies en/of spierzwakte de behandeling staken om irreversibele neurologische aandoeningen te voorkómen. Bij optreden van nachtmerries, acute angst, rusteloosheid, depressie en verwardheid tijdens de profylaxe het gebruik van mefloquine onmiddellijk staken om ernstiger symptomen te voorkómen. De psychiatrische bijwerkingen kunnen overigens ook pas optreden ná staken van mefloquine. De neurologische en psychiatrische bijwerkingen kunnen een aantal maanden of langer aanhouden.
Andere bijwerkingen kunnen vanwege de lange halfwaardetijd voortduren tot enkele weken na de laatste dosis.
Het optreden van hartkloppingen of -ritmestoornissen kan een voorbode zijn van ernstige cardiale bijwerkingen.
Controleer op (allergene) pneumonitis bij het optreden van dyspneu, droge hoest of koorts.
Bij optreden van visuele stoornissen een oogarts raadplegen en de behandeling zonodig staken.
Houd rekening met het optreden van hypoglykemie bij patiënten met aangeboren hyperinsulinemische hypoglykemie.
Mefloquine is in de klinische onderzoeken niet langer dan voor een periode van een jaar toegediend; bij langer gebruik periodieke controle uitvoeren zoals leverfunctietesten en oogheelkundige onderzoeken.
Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij een verminderde nierfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
In verband met het risico van QTc–verlenging tijdens de behandeling ECG-controle uitvoeren; dit in ieder geval doen vóórdat de laatste dosis van de kuur wordt ingenomen en ongeveer 4–6 uur na de laatste dosis, omdat het risico van QTc–verlenging tijdens deze periode het hoogst is. ECG-monitoring gedurende 24–48 uur is noodzakelijk indien uit het ECG blijkt dat het QTc–interval > 500 ms is; in dit geval de behandeling onmiddellijk staken.
Verminderde lever- of nierfunctie, elektrolytstoornissen: Er zijn geen gegevens over het gebruik bij matige of ernstige nier– of leverinsufficiëntie; wees hierbij voorzichtig; extra ECG–monitoring en elektrolytbepalingen (vooral kalium) worden geadviseerd. Eveneens oplettend zijn wanneer de elektrolytenbalans verstoord kan raken, zoals bij aanhoudend braken.
Wees alert op hemolyse en anemie, welke tot één maand ná behandeling met i.v. artesunaat en op een orale, op artemisinine gebaseerde, combinatiebehandeling (ACT, waaronder artenimol/piperaquine) kunnen optreden. Risicofactoren zijn een jonge leeftijd (< 5 jaar) en eerdere behandeling met artesunaat. Instrueer de patiënt alert te zijn op verschijnselen en symptomen van hemolyse en anemie, zoals bleekheid, icterus, donkergekleurde urine, koorts, dyspneu, duizeligheid, verwardheid en vermoeidheid.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 6 maanden óf < 5 kg lichaamsgewicht zijn niet vastgesteld. Artenimol/piperaquine is niet onderzocht bij patiënten > 121 kg lichaamsgewicht.
Overdosering
Symptomen
Houd rekening met de mogelijkheid van QTc-intervalverlenging.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met artenimol/piperaquine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Malariamiddel. Mefloquine doodt de aseksuele (intra-)erytrocytaire vormen van de malariaparasieten Plasmodium falciparum, P. vivax, P. malariae en P. ovale. Het is effectief gebleken tegen malariaparasieten die resistent waren tegen andere malariamiddelen. Mefloquineresistente stammen van P. falciparum zijn waargenomen, vooral in bepaalde gebieden van Zuidoost-Azië (o.a. Cambodja, Laos, Myanmar, Thailand).
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam; voedsel verhoogt de snelheid en mate van absorptie en vergroot de biologische beschikbaarheid met ca. 40%. |
T max | ca. 17 uur (6–24 uur). |
V d | 13–40 l/kg (gem. 20 l/kg). |
Overig | uitgebreide weefselverdeling met accumulatie in erytrocyten met parasieten. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | voornamelijk in de lever via het cytochroom P450 systeem, zeer waarschijnlijk voornamelijk door de isovorm CYP3A4, tot 2 metabolieten. De carboxylzuur metaboliet is niet werkzaam tegen Plasmodium falciparum. |
Eliminatie | vnl. via de gal en feces, een klein deel (ca. 9%) onveranderd met de urine en als metabolieten (ca. 4%). Mefloquine en diens metaboliet worden nauwelijks geëlimineerd door hemodialyse. |
T 1/2el | 2–4 weken (gemiddeld ca. 3 weken). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Artenimol (dihydroartemisinine, DHA) brengt schade toe aan parasitaire membraansystemen door verstoring van de mitochondriale functie, interferentie met transporteiwitten en door remming van calcium–ATP–ase in het endoplasmatisch reticulum in het sarcoplasma van Plasmodium falciparum.
Het werkingsmechanisme van piperaquine is onbekend, maar komt waarschijnlijk overeen met dat van het structureel verwante chloroquine. Chloroquine heeft een bloedschizonticide werking waardoor de aseksuele erytrocytaire vormen van Plasmodium worden gedood.
Kinetische gegevens
Resorptie | artenimol zeer snel; piperaquine langzaam. |
F | substantieel groter bij inname met een vet- of calorierijke maaltijd (artenimol ca. 143%, piperaquine ca. 300%). |
T max | 1–2 uur (artenimol), ca. 5 uur (piperaquine). |
V d | ca. 0,8 l/kg (artenimol), ca. 730 l/kg (piperaquine). |
Eiwitbinding | 44–93% (artenimol), > 99% (piperaquine). |
Overig | er is sprake van accucumulatie van artenimol en piperaquine in erytrocyten. |
Metabolisering | artenimol in de lever, door UDP–glucuronosyltransferase (UGT1A9 en UGT2B7) tot een inactieve metaboliet. Piperaquine ook in de lever, vooral door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C9 en CYP2C19 tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | artenimol voornamelijk in de vorm van metabolieten. Piperaquine alleen met de feces. |
T 1/2el | ca. 1 uur (artenimol), ca. 22 dagen (piperaquine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
mefloquine hoort bij de groep malariamiddelen.
Groepsinformatie
artenimol/piperaquine hoort bij de groep malariamiddelen.