Samenstelling
Modafinil Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 100 mg, 200 mg
Modiodal Teva Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Sunosi
(als hydrochloride)
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
Pharmanovia Benelux BV
- Toedieningsvorm
- tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 75 mg, 150 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat worden pitolisant, modafinil en solriamfetol geadviseerd. Deze geneesmiddelen hebben verschillende werkingsmechanismen. Wanneer kataplexie op de voorgrond staat is natriumoxybaat de eerste keuze. Pitolisant is zowel werkzaam op de slaperigheid overdag als op de kataplexie en kan dus ook worden voorgeschreven bij kataplexie. Natriumoxybaat heeft ook een positieve invloed op de nachtelijke slaap. De keuze voor de best passende therapie voor de individuele patiënt, is aan de arts.
Advies
Bij narcolepsie waarbij slaperigheid overdag op de voorgrond staat worden pitolisant, modafinil en solriamfetol geadviseerd. Deze geneesmiddelen hebben verschillende werkingsmechanismen. Wanneer kataplexie op de voorgrond staat is natriumoxybaat de eerste keuze. Pitolisant is zowel werkzaam tegen de slaperigheid overdag als tegen de kataplexie en kan dus ook worden voorgeschreven bij kataplexie. Natriumoxybaat heeft ook een positieve invloed op de nachtelijke slaap. De keuze voor de best passende therapie voor de individuele patiënt, is aan de arts.
Aan de vergoeding van solriamfetol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Overmatige slaperigheid bij volwassenen met narcolepsie, met en zonder kataplexie.
Indicaties
- Overmatige slaperigheid overdag bij volwassenen met narcolepsie (met of zonder kataplexie).
- Overmatige slaperigheid overdag bij volwassenen met obstructieve slaapapneu (OSA), als primaire OSA-behandeling, zoals continue positievedrukbeademing (CPAP) onvoldoende effect heeft.
Doseringen
Narcolepsie
Volwassenen
Aanbevolen startdosering 200 mg per dag. Bij onvoldoende reactie op eerste dosis van 200 mg verhogen tot 400 mg per dag.
Bij ouderen (> 65 jaar): begindosering 100 mg per dag.
Verminderde leverfunctie: Bij een ernstige leverfunctiestoornis is de begindosering 100 mg per dag.
Verminderde nierfunctie: Een doseringsadvies kan niet gegeven worden, vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid en werkzaamheid.
Toediening: De tabletten zonder kauwen met wat water innemen, bij voorkeur tijdens de maaltijd, in 1 dosis 's ochtends of in 2 doses 's ochtends en 's middags. Na circa 14.00 uur geen tablet meer innemen, omdat dit tot een verstoorde nachtrust kan leiden. Bij langdurig gebruik patiënt periodiek herbeoordelen omdat de werkzaamheid niet op lange termijn (> 9 weken) is beoordeeld.
Doseringen
Narcolepsie
Volwassenen
Aanbevolen begindosering: 75 mg 1×/dag bij het ontwaken. Bij onvoldoende respons de dosis zo nodig na 3 dagen verdubbelen tot max. 150 mg 1×/dag. Overweeg bij ernstige slaperigheid, als dit klinisch geïndiceerd is, een begindosis van 150 mg 1×/dag. Beoordeel periodiek de noodzaak van voortzetten van de behandeling en de geschikte dosis.
Ouderen (> 65 jaar)
Overweeg een lagere dosis en controleer zorgvuldig. Het kan nodig zijn om de dosis aan te passen op basis van de creatinineklaring.
Obstructief slaapapneu
Volwassenen
Aanbevolen begindosering: 37,5 mg 1×/dag bij het ontwaken. Bij onvoldoende respons zo nodig elke 3 dagen de dosis verdubbelen tot max. 150 mg 1×/dag. Beoordeel periodiek de noodzaak van voortzetten van de behandeling en de geschikte dosis.
Ouderen (> 65 jaar)
Overweeg een lagere dosis en controleer zorgvuldig. Het kan nodig zijn om de dosis aan te passen op basis van de creatinineklaring.
Verminderde nierfunctie
- Bij creatinineklaring 60-89 ml/min: een dosisaanpassing is niet nodig.
- Bij creatinineklaring 30-59 ml/min: de aanbevolen startdosis is 37,5 mg 1×/dag. De dosis zo nodig na 5 dagen verhogen tot max. 75 mg 1×/dag.
- Bij creatinineklaring 15-29 ml/min: de aanbevolen dosis is 37,5 mg 1×/dag.
- Bij creatinineklaring < 15 ml/min: gebruik niet aanbevolen.
Toediening
- Met of zonder voedsel innemen.
- De dosis van 37,5 mg is te verkrijgen door de tablet van 75 mg op de breukstreep door midden te breken.
- Ten minste 9 uur voor het slapengaan innemen, omdat solriamfetol anders de nachtelijke slaap kan beïnvloeden.
Bijwerkingen
Zeer vaak(> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): verminderde eetlust, nervositeit, slapeloosheid, angst, depressie, verwardheid, prikkelbaarheid, duizeligheid, slaperigheid, paresthesie, tachycardie, hartkloppingen, wazig zien, vasodilatatie, buikpijn, misselijkheid, droge mond, diarree, dyspepsie, obstipatie, pijn op de borst, asthenie, abnormale leverfunctietest, dosisgerelateerde stijgingen van alkalisch fosfatase en glutamyltransferase.
Soms (0,1-1%): faryngitis, sinusitis, eosinofilie, leukopenie, hypercholesterolemie, hyperglykemie, meer eetlust, diabetes mellitus, slaapstoornis, agitatie, abnormale dromen, emotionele labiliteit, verminderde libido, vijandigheid, depersonalisatie, persoonlijkheidsstoornis, agressie, psychomotorische hyperreactiviteit, zelfmoordgedachten, extrasystolen, aritmie, bradycardie, dyskinesie, hypertonie, hyperkinesie, geheugenverlies, migraine, tremor, vertigo, stimulatie van het CZS, hypo-esthesie, incoördinatie, bewegings-, spraak- en smaakstoornis, abnormaal gezichtsvermogen, droge ogen, dyspneu, rinitis, toename van hoesten, astma, epistaxis, flatulentie, refluxklachten, braken, dysfagie, mondulceraties, glossitis, hyperhidrose, huiduitslag, jeuk, abnormale urine, toename urineerfrequentie , rug-, nekpijn, spierzwakte, -pijn, beenkramp, gewrichtspijn, spiertrekkingen, hyper-, hypotensie, perifeer oedeem, dorst, menstruatiestoornis, abnormaal ECG, gewichtsveranderingen.
Zelden (0,01–0,1%): hallucinaties, psychose, manie.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, overgevoeligheidsreacties, anafylactische reactie, urticaria, ernstige huidreacties (waaronder erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse en geneesmiddel-huiduitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)), waanbeelden. Langdurig gebruik kan leiden tot afhankelijkheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn (dosisgerelateerd).
Vaak (1-10%): verminderde eetlust (dosisgerelateerd). Angst (dosisgerelateerd), slapeloosheid, prikkelbaarheid, tandenknarsen. Duizeligheid. Hartkloppingen. Hoesten. Droge mond (dosisgerelateerd), misselijkheid (dosisgerelateerd), braken, diarree (dosisgerelateerd), obstipatie, buikpijn, Overmatig zweten, zenuwachtig gevoel, borstongemak.
Soms (0,1-1%): agitatie, rusteloosheid. Aandachtsstoornis, tremor. Tachycardie, hypertensie. Kortademigheid. Pijn op de borst. Dorst. Gewicht verlaagd, hartfrequentie verhoogd.
Verder zijn gemeld: mydriase. Overgevoeligheidsreacties zoals (erythemateuze) huiduitslag en urticaria.
De meeste bijwerkingen treden binnen de eerste twee weken op en verdwijnen na een mediane duur van minder dan twee weken.
Interacties
Modafinil induceert CYP3A4/5 en remt CYP2C19 en CYP2C9.
Door inductie van CYP3A4/5 wordt tijdens en tot 2 maanden na staken met modafinil bij gebruik van orale anticonceptiva geadviseerd over te gaan op een andere of gelijktijdige anticonceptieve methode. Modafinil kan de plasmaconcentratie van substraten van CYP3A4/5 met een aanzienlijke presystemische eliminatie (o.a. ciclosporine, HIV-proteaseremmers, buspiron, midazolam) verlagen; die van ciclosporine met 50%.
Door remming van CYP2C19 en onderdrukking van CYP2C9 kan de klaring van fenytoïne worden verlaagd en moet men controleren op symptomen van fenytoïnetoxiciteit. Van geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd via CYP2C19 zoals diazepam, propranolol en omeprazol kan een lagere dosering nodig zijn.
Bij CYP2D6-deficiënte patiënten wordt de normaliter ondergeschikte metabolische route van het CYP2C19-enzym belangrijker. Omdat modafinil CYP2C19 remt, kan het nodig zijn de dosis te verlagen.
Interacties
Niet gelijktijdig of binnen 14 dagen na staken van een MAO-remmer gebruiken, vanwege een verhoogd risico op een hypertensieve reactie.
Wees voorzichtig met geneesmiddelen die de bloeddruk of hartslag verhogen.
Wees voorzichtig met geneesmiddelen die de dopamineconcentratie verhogen of een directe binding aangaan met dopaminereceptoren (zoals antidopaminerge antipsychotica), omdat de werking van deze middelen verminderd kan zijn.
Zwangerschap
Teratogenese: Er is een hoger risico op aangeboren afwijkingen en hartafwijkingen bij de mens. Verder zijn er meldingen van groeivertraging.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient tijdens gebruik en tot 2 maanden na stoppen met modafinil effectieve anticonceptie toe te passen; vanwege de interactie met hormonale anticonceptiva is een aanvullende methode nodig.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij voor de moeder toxische doseringen.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig:Vrouwen die zwanger kunnen worden, of hun mannelijke partners, moeten tijdens het gebruik van solriamfetol een effectieve anticonceptiemethode gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren
Farmacologisch effect:
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ongecontroleerde matige tot ernstige hypertensie;
- cardiale aritmie.
Contra-indicaties
- Myocardinfarct in het afgelopen jaar;
- Instabiele angina pectoris;
- Ongecontroleerde hypertensie;
- Ernstige hartritmestoornis;
- Andere ernstige cardiale aandoeningen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
De behandeling beginnen door of onder begeleiding van een arts met kennis van slaapstoornissen.
Cardiovasculaire effecten: Vóór aanvang ECG maken. Tijdens behandeling bloeddruk en hartslag regelmatig controleren. Bij ontstaan van aritmie of matige tot ernstige hypertensie de behandeling staken. Bij linkerventrikelhypertrofie, cor pulmonale en bij patiënten met een mitralisklepprolaps die bij eerdere behandeling met centrale stimulantia een mitralisklepprolaps-syndroom hebben gekregen wordt behandeling afgeraden.
Psychiatrische effecten: Wees voorzichtig bij patiënten met een voorgeschiedenis van psychose, depressie, manie, bipolaire stoornis, hevige angst, agitatie, slapeloosheid of van alcohol-, geneesmiddel– of drugsmisbruik; afhankelijkheid bij langdurig gebruik is niet geheel uitgesloten. Bij verergering van een reeds bestaande psychatrische stoornis, de behandeling staken en niet opnieuw beginnen. Bij ontwikkelen van suïcidaal gedrag, de behandeling staken. Het kan nodig zijn de behandeling te staken bij ontwikkelen van psychosen, manie en agressief gedrag.
Cutane effecten: Bij de eerste tekenen van huiduitslag de behandeling staken en deze niet opnieuw beginnen.
Multi-orgaanovergevoeligheid: Staak de behandeling als een overgevoeligheid van meerdere organen vermoed wordt.
Effecten bij kinderen: Niet gebruiken bij kinderen vanwege het risico op ernstige overgevoeligheid van de huid en psychiatrische bijwerkingen.
Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Solriamfetol is niet geschikt voor de primaire behandeling van onderliggende luchtwegobstructie bij obstructieve slaapapneu (OSA).
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van of gelijktijdige psychose of bipolaire stoornis, vanwege mogelijke verergering van psychische stoornissen.
Bijwerkingen als angst, slapeloosheid en prikkelbaarheid treden vaak aan het begin van de behandeling op en verdwijnen daarna doorgaans weer. Controleer hier zorgvuldig op en overweeg de dosis te verlagen of de behandeling te staken als deze symptomen aanhouden of verergeren.
Solriamfetol verhoogt de sys- en diastolische bloeddruk en hartslag op een dosisafhankelijke wijze. Controleer voorafgaand aan en tijdens de behandeling periodiek de bloeddruk en de hartslag, vooral bij dosisverhoging. Bestaande hypertensie vooraf onder controle brengen. Wees voorzichtig met een verhoogd risico op ernstige, ongewenste cardiovasculaire voorvallen (MACE), vooral bij bestaande hypertensie, cardiovasculaire en cerebrovasculaire aandoeningen en ouderen. Overweeg de behandeling te staken bij een verhoging van de bloeddruk of hartslag die niet te behandelen is met een dosisverlaging of een medische interventie. Patiënten met een matig of ernstig verminderde nierfunctie hebben meer kans op een stijging van de bloeddruk of hartslag, vanwege een verlengde halfwaardetijd.
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van misbruik van stimulantia of alcohol; controleer deze patiënten op tekenen van verkeerd gebruik of misbruik.
Wees voorzichtig bij een verhoogde oogdruk of risico op gesloten-kamerhoekglaucoom. Bij gebruik van solriamfetol kan mydriase optreden.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
slapeloosheid, angst, opwinding, hallucinaties, verwardheid, desoriëntatie, misselijkheid, diarree, hypertensie, tachycardie, bradycardie, pijn op de borst, dood.
Neem voor meer informatie over een modafinilvergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Gemeld zijn: lichte, tardieve dyskinesie en matige acathisie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met solriamfetol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Het precieze werkingsmechanisme is nog onduidelijk. Verhoogt de waakzaamheid en/of verbetert het vermogen om wakker te blijven en het niveau van alertheid overdag.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed maar langzaam. |
T max | 2–4 uur. Is bij inname met voedsel met 1 uur vertraagd. |
Metabolisering | in de lever. De belangrijkste metaboliet (modafinilzuur) is niet werkzaam. |
Eliminatie | vnl. met de urine, 10% onveranderd. |
T 1/2el | na meerdere doses 15 uur; bij kinderen van 6–7 jaar ca. 7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Het werkingsmechanisme van solriamfetol bij narcolepsie en obstructieve slaapapneu is niet volledig bekend. De werkzaamheid komt mogelijk tot stand via de heropnameremming van dopamine en noradrenaline.
Kinetische gegevens
F | 95%. |
T max | 1,25–3 uur; met 1 uur vertraagd bij inname van vetrijke voeding. |
V d | 2,84 l/kg. |
Metabolisering | In geringe mate. |
Eliminatie | 95% onveranderd met de urine. |
T 1/2el | ca. 7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
modafinil hoort bij de groep psychostimulantia, overige.
Groepsinformatie
solriamfetol hoort bij de groep psychostimulantia, overige.