Samenstelling
Naramig (als hydrochloride) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg
Naratriptan (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Rayvow (als succinaat) Aanvullende monitoring Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweede keus middelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derde keus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.
Advies
Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweedekeusmiddelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derdekeus, orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Lasmiditan is een alternatief voor triptanen bv. na falen van 2–3 triptanen. Het heeft een vergelijkbaar effect maar meer centrale bijwerkingen dan triptanen en minder risico van vasoconstrictie. Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.
Indicaties
- Acute behandeling van de hoofdpijnfase van migraine-aanvallen, met en zonder aura.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Acute behandeling van de hoofdpijnfase van een migraine-aanval, met en zonder aura bij volwassenen.
Doseringen
Let op! Zo snel mogelijk toedienen na het begin van de migrainehoofdpijn of van gerelateerde symptomen als misselijkheid, overgeven of fotofobie.
Migraine-aanval met en zonder aura:
Volwassenen (18–65 jaar):
2,5 mg, bij terugkeer van de symptomen zo nodig een tweede dosis na een periode van ten minste 4 uur na de eerste; max. 5 mg per 24 uur. Indien de eerste tablet geen verbetering heeft gegeven, voor dezelfde aanval geen tweede dosis innemen.
Bij ouderen (> 65 j.): naratriptan niet gebruiken, omdat veiligheid en werkzaamheid niet beoordeeld zijn.
Nierfunctiestoornis: Bij een licht tot matig verminderde nierfunctie: max. 2,5 mg/dag (vanwege stijging halfwaardetijd met 80% en 50% verminderde klaring). Gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 15 ml/min) is gecontra-indiceerd.
Leverfunctiestoornis: Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-6 en 7-9): max. 2,5 mg/dag (vanwege stijging halfwaardetijd met 40% en 30% verminderde klaring). Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10-15) is gecontra-indiceerd.
Toedieningsinformatie: De tabletten heel met water innemen.
Doseringen
Migraine-aanval met en zonder aura
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij de eerste tekenen van hoofdpijn: 100 mg; zo nodig bij terugkeer van de symptomen, na een periode van ten minste 2 uur éénmaal herhalen; max. 200 mg in 24 uur. Zo nodig voor meer werkzaamheid de eerste dosering verhogen tot 200 mg (éénmaal per 24 uur). Voor een betere verdraagzaamheid de doses verlagen tot 50 mg per keer. Indien na een eerste dosering geen verbetering van de klachten optreedt is herhaalde toediening bij dezelfde aanval niet zinvol.
Verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig bij een lichte (Child-Pughscore 5–6) of matige (Child-Pughscore 7–9) leverfunctiestoornis. Vermijd gebruik bij een ernstige (Child-Pughscore 10–15) leverfunctiestoornis.
Toediening: de tabletten met of zonder voedsel innemen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): tintelend gevoel, duizeligheid, suf gevoel, misselijkheid, braken, warmtesensaties, malaise en vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): pijn, zwaar gevoel, druk of beklemmend gevoel, bradycardie, tachycardie, palpitaties, verhoging van de bloeddruk met circa 5 mmHg (systolisch) en 3 mmHg (diastolisch) gedurende een periode tot 12 uur na inname, visusstoornissen.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie, slaperigheid, huiduitslag, urticaria, pruritus, gezichtsoedeem, ischemische colitis.
Zeer zelden (< 0,01%): angina pectoris, coronaire vaatspasmen, myocardinfarct, perifere vasculaire ischemie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid (20%).
Vaak (1-10%): slaapafwijkingen, slaperigheid, ongecoördineerdheid, paresthesie, hypo-esthesie, visusstoornis, vertigo, hartkloppingen, misselijkheid, braken, spierzwakte, abnormaal gevoel, vermoeidheid, malaise.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, verwardheid, hallucinaties, euforische stemming, angst, rusteloosheid, lethargie, aandachtstoornis, cognitieve stoornis, mentale stoornis, tremor, dyspneu, spierkramp, ongemak in de ledematen, pijn op de borst, warm of koud gevoel.
Zelden (0,01-0,1%): serotoninesyndroom.
Verder zijn gemeld: verlaging van de hartslag van 5–10 slagen/min. Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk 1 uur na toediening. Er zijn beperkte klinische gegevens over het gebruik bij patiënten met ischemische hartziekte.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van ergotamine(derivaten) incl. andere 5HT1-receptoragonisten is gecontra-indiceerd vanwege een mogelijk toegenomen kans op coronaire vaatspasmen. Voor ergotamine(derivaten) of andere 5HT1-agonisten wordt een interval van ten minste 24 uur aangeraden voor en na toedienen van naratriptan.
Na gelijktijdig gebruik met een serotonineheropnameremmer is optreden van het serotoninesyndroom beschreven.
In combinatie met fytotherapeutica die sint-janskruid bevatten kunnen bijwerkingen vaker optreden.
Interacties
Lasmiditan versterkt de verlaging van de hartslag door propranolol. Hou ook bij andere middelen die de hartslag verlaging rekening met versterking van dit effect.
Bij gelijktijdig gebruik van andere serotonerge middelen, zoals triptanen, SSRI's, SNRI's, TCA's, is er een cumulatief risico op optreden van het serotoninesyndroom. De ervaring met kort na elkaar gebruiken van lasmiditan en triptanen is beperkt; wees dan alert op een eventueel cumulatief risico op het optreden van het serotoninesyndroom.
Lasmiditan een zwakke remmer van Pgp; het verhoogde de systemische blootstelling van het Pgp-substraat dabigatran met ongeveer 25%; hou op grond hiervan bij gelijktijdig gebruik met Pgp-substraten met een smalle therapeutische index (zoals digoxine) rekening met een klinisch relevante toename van de systemische blootstelling.
Wees voorzichtigheid met combinatie met alcohol of andere middelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken, omdat lasmiditan sedatie en andere cognitieve en/of neuropsychiatrische bijwerkingen kan veroorzaken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens en ervaring. Bij dieren, enige aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (bij dieren).
Advies: Volgens Lareb: Blootstelling van het kind minimaliseren door borstvoeding binnen 12 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien. De fabrikant adviseert een periode van 24 uur aan te houden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Bij de mens: geen gegevens.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Minimaliseer blootstelling van het kind aan lasmiditan door borstvoeding binnen 24 uur na toediening te vermijden, en alle gedurende deze periode gekolfde melk weg te gooien.
Contra-indicaties
- Myocardinfarct, ischemische hartaandoeningen of coronaire vaatspasmen in de voorgeschiedenis. Perifere vaataandoeningen. Symptomen die duiden op ischemische hartaandoeningen.
- Doorgemaakt CVA en TIA.
- Matige tot ernstige hypertensie.
- Ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 15 ml/min) of gestoorde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15).
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Sluit vóór behandeling eerst andere neurologische aandoeningen uit.
De veiligheid en effectiviteit van naratriptan bij inname tijdens de aurafase, voordat de migrainehoofdpijn begint, moeten nog worden vastgesteld.
Bij vermoeden van een niet herkende cardiale aandoening en bij aanwezigheid van risicofactoren voor ischemische hartaandoeningen (zoals bij hoge bloeddruk, diabetes, rokers, nicotinesubstitutietherapie, mannen > 40 jaar en vrouwen in de postmenopauze) eerst een cardiovasculaire evaluatie doen. Bij optreden van symptomen van een ischemische hartaandoening, geen naratriptan meer geven en de patiënt op de juiste wijze evalueren.
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor sulfonamiden; theoretisch is een overgevoeligheidsreactie mogelijk omdat naratriptan een sulfonamidegroep bevat.
Naratriptan niet profylactisch toepassen.
Bij frequente of dagelijkse hoofdpijn rekening houden met hoofdpijn door medicatie-overgebruik. Overmatig gebruik kan leiden tot chronische dagelijkse hoofdpijn en ook exacerbatie van hoofdpijn, waardoor tijdelijk staken van de behandeling nodig is.
Onderzoeksgegevens: Gebruik bij kinderen tot 12 jaar en bij ouderen > 65 jaar wordt niet aanbevolen, vanwege het ontbreken van gegevens. Gebruik bij adolescenten van 12–18 jaar wordt niet aanbevolen omdat de effectiviteit niet is aangetoond in verband met een hoge placeborespons.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij serotoninesyndroom, of een vermoeden van het optreden hiervan, het gebruik van lasmiditan staken. Er is een cumulatief risico op het serotoninesyndroom bij gebruik van andere serotonerge middelen; zie voor details de rubriek Interacties. Symptomen van het serotoninesyndroom kunnen ernstig zijn en treden meestal op binnen enkele minuten tot uren na toediening van een nieuw serotonerg geneesmiddel of een hogere dosis. Het gaat om veranderingen in de mentale toestand, autonome instabiliteit, neuromusculaire en/of gastro-intestinale verschijnselen.
Verkeerd gebruik of misbruik van lasmiditan monitoren en signaleren. Beoordeel patiënten op het risico van drugsmisbruik, vanwege een risico op misbruik van lasmiditan.
Houd rekening met medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) bij patiënten die vaak of dagelijks hoofdpijn hebben ondanks (of door) regelmatig gebruik van hoofdpijnmiddelen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar is nog niet vastgesteld.
Dit middel kan significant invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen, vanwege bijwerkingen op het centrale zenuwstelsel. Patiënten mogen na inname tot ten minste 8 uur geen voertuig besturen of andere activiteiten uitvoeren die extra aandacht vereisen, ook wanneer zij zich hiervoor goed genoeg voelen. Schrijf patiënten die dit advies niet kunnen opvolgen geen lasmiditan voor.
Overdosering
Symptomen
Een hoge dosering van 25 mg naratriptan aan een gezonde mannelijke vrijwilliger verhoogde de bloeddruk met maximaal 71 mmHg; deze keerde na acht uur terug naar de uitgangswaarde.
Therapie
Behandeling: ten minste 24 uur observeren en naar behoefte standaard ondersteunende therapie.
Neem voor verdere informatie over een frovatriptanvergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met lasmiditan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Selectieve 5HT1-receptoragonist, vooral van 5HT1b en 5HT1D-receptor. Deze receptoren brengen vasoconstrictie van bepaalde craniale vaten tot stand. Tevens zijn er aanwijzingen dat de activiteit van de nervus trigeminus wordt geremd. Werking: na 1 uur, max. na 4 uur.
Kinetische gegevens
F | 74% bij vrouwen, 63% bij mannen. |
T max | 2–3 uur. |
V d | 2,3 l/kg. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | met de urine, als metaboliet en onveranderd. |
T 1/2el | gem. 6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Centrale 5HT1F-receptoragonist. Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend, maar het effect bij migraine berust vermoedelijk op 5HT1F-agonisme, een vermindering van de afgifte van neuropeptiden en een remming van de pijnbanen, waaronder de nervus trigeminus.
Kinetische gegevens
F | 50–58 %. |
T max | 1,8 uur; inname samen met een vetrijke maaltijd vertraagt de Tmax met 1 uur. |
V d | 4,3 l/kg. |
Metabolisering | intra- en extrahepatisch tot inactieve metabolieten, via niet-CYP-enzymen, met ketonreductie tot S-M8 als de belangrijkste route. |
Eliminatie | met de urine als metaboliet (grotendeels S-M8), 3% onveranderd. |
T 1/2el | gemiddeld 5,7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
naratriptan hoort bij de groep selectieve 5HT1-agonisten.
Groepsinformatie
lasmiditan hoort bij de groep selectieve 5HT1-agonisten.