Samenstelling
Natriumhypochlorietsmeersel FNA (actief chloor als natriumhypochlorietoplossing) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Smeersel (0,25%)
- Sterkte
- 2,38 mg/g
Basis: emulsie van water en vloeibare paraffine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Chloraprep XGVS OTC Beckton Dickinson Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing, steriel
- Verpakkingsvorm
- applicator 0,67 ml, applicator 1,5 ml, applicator 3 ml
Bevat per ml: 20 mg chloorhexidinedigluconaat en 0,7 ml isopropylalcohol.
- Toedieningsvorm
- Oplossing 'Getint', steriel
- Verpakkingsvorm
- applicator 3 ml, applicator 10,5 ml, applicator 26 ml
Bevat per ml: 20 mg chloorhexidinedigluconaat en 0,7 ml isopropylalcohol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor aanbevelingen in de preventie en behandeling van decubitus de V&VN-Richtlijn Decubitus (2021) op venv.nl.
Volgens de NHG-Standaard Decubitus (2015) wordt het gebruik van lokale antiseptica zoals natriumhypochloriet ter behandeling van infecties bij decubitus ulcera afgeraden. Uit in-vitro-onderzoek blijkt dat de middelen cytotoxisch zijn voor cellen die essentieel zijn voor het wondgenezingsproces, zoals fibroblasten, keratinocyten en leukocyten. Natriumhypochloriet alleen toepassen als er geen geschikte alternatieven voorhanden zijn.
Advies
De NVDV-Richtlijn Infectiepreventie maatregelen bij dermatochirurgische ingrepen op richtlijnendatabase.nl (2020) beveelt een pre-desinfectans op basis van alcohol (60–90%) met óf zonder toevoegingen aan (conform de WIP–richtlijn Desinfectie van huid en slijmvliezen). De chirurg dient daarbij rekening te houden met corneatoxiciteit van alcohol, jodiumallergieën en (tijdelijke) verkleuringen die een ingreep kunnen hinderen.
Indicaties
- Desinfectie van (necrotische) ulcera, zoals bij ulcus cruris venosum en decubituswonden graad III en IV.
Indicaties
- Desinfectie van de huid voorafgaand aan invasieve medische ingrepen.
Doseringen
Vooraf randen van de wond insmeren met zinkoxidezalf of zinkoxidepasta.
(Necrotische) ulcera en decubitus
2×/dag een met het natriumhypochlorietsmeersel geïmpregneerd gaas ten minste 1 uur in de wond leggen; wond afdekken met vaseline- of paraffinegaas en vochtdoorlatend wonddekkend verband. Na ten minste 1 uur het met het natriumhypochlorietsmeersel geïmpregneerd gaas verwijderen en de wond spoelen met water of fysiologische zoutoplossing. Vervolgens de wond afdekken met vaseline- of paraffinegaas en vochtdoorlatend verband en laten zitten tot de volgende behandeling. De behandeling voortzetten totdat de wond rood granulerend is.
Bij een vergeten dosis deze alsnog aanbrengen tenzij het minder dan 4 uur duurt voor de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Sla dan de vergeten behandeling over en ga verder met het normale behandelschema.
Toediening: vóór gebruik fles goed schudden. Vóór het aanbrengen eerst wegwerphandschoenen aantrekken om irritatie aan de handen te voorkomen.
Doseringen
Desinfectie huid voorafgaand aan invasieve ingrepen
Volwassenen en kinderen
De huid inwrijven gedurende 30 seconden met behulp van één applicator. Het behandelde huidgebied volledig aan de lucht laten drogen.
Pasgeborenen: wees voorzichtig, vooral bij prematuren vanwege risico op chemische brandwonden; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Toediening
- Kies de applicatorgrootte (volume oplossing) afhankelijk van de betreffende invasieve ingreep en het behandeloppervlak; zie hiervoor de officiële productinformatie CBG (rubriek 4.2, tabel).
- Breng de oplossing voorzichtig aan; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
- Breng niet aan op open huidwonden, beschadigde huid, in de buurt van ogen en slijmvliezen; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
- Laat de oplossing na de ingreep op de huid voor blijvende antimicrobiële activiteit. Indien nodig, verwijder de oplossing met zeep en water.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): irritatie, pijn, erytheem en oedeem van de gezonde huid rondom de wond; daarom vóór gebruik de gezonde huid beschermen door zinkoxidezalf of -smeersel op de wondranden aan te brengen.
Soms (< 1%): overgevoeligheid.
Bij lokale toepassing kunnen bloedstolsels oplossen en bloedingen optreden.
Bijwerkingen
Zeer zelden (< 0,01%): op de plaats van aanbrengen: allergische reacties of reacties met een geïrriteerde huid zoals erytheem, uitslag (zoals erythemateus, papuleus of maculopapuleus), jeuk en blaren of blaasjes. Lokaal branderig gevoel op de huid, pijn en ontsteking.
Verder is gemeld: overgevoeligheid incl. anafylactische shock; gevallen van anafylactische reacties zijn gemeld tijdens anesthesie. Eczeem, urticaria, chemische brandwonden bij pasgeborenen. Oogirritatie, oogpijn, hyperemie van het oog, hoornvlieserosie, epitheeldefect/hoornvliesletsel, ernstige blijvende visuele beperking; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Interacties
Natriumhypochlorietsmeersel en andere huidmiddelen kunnen elkaars werking beïnvloeden; geen andere huidmiddelen in de wond gebruiken. De randen van de wond kunnen wel worden beschermd met zinkoxidezalf of -smeersel.
Interacties
Chloorhexidinedigluconaat is onverenigbaar met zeep, hypochloriet en andere anionogene stoffen; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens geeft geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring met gebruik van chloorhexidine bij de mens geeft geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Gezien de minimale systemische blootstelling bij cutaan gebruik zijn nadelige effecten bij de foetus onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Nee. Ruime ervaring bij vrouwen die borstvoeding geven laat geen nadelige effecten zien bij de zuigeling.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: bij gebruik in de buurt van de tepel direct na de voeding aanbrengen; tepel en borst eerst goed wassen voor een volgende voeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Chloorhexidine wordt bij lokaal gebruik nauwelijks geabsorbeerd (< 0,01%) waardoor nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk zijn.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Bij toepassing op de borst het gebied op en rond de tepel eerst goed schoonmaken vóór het voeden.
Contra-indicaties
Rood granulerende wond; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vertraagde wondgenezing: bij in vitro-onderzoek is natriumhypochloriet toxisch voor fibroblasten, neutrofielen en endotheelcellen gebleken, waardoor de ontstekingsreactie mogelijk wordt verlengd en endotheelcellen worden beschadigd. De literatuur is echter niet eenduidig over een negatief effect van antiseptica zoals natriumhypochloriet op de wondgenezing. Een eventueel nadelig effect op granulatieweefsel is afhankelijk van de gebruikte concentratie en bij sommige antiseptica, mits voldoende verdund, afwezig.
Natriumhypochloriet is een basische stof. Bij mengen met zuren en bij contact met metalen oppervlakten kunnen zuren vrijkomen en chloorgas.
Natriumhypochloriet werkt blekend op kleding, beddengoed en op haren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met de ogen en wees zeer voorzichtig bij het aanbrengen, om te voorkomen dat chloorhexidine buiten de bedoelde plaats van toediening in de ogen terechtkomt. Bij contact met de ogen, deze direct grondig uitspoelen met water en een oogarts raadplegen. Ernstige gevallen van hoornvliesletsel zijn gemeld, waarvoor in sommige gevallen een hoornvliestransplantatie nodig was. Dit waren meldingen van onverwachte blootstelling van het oog aan chloorhexidine-bevattende middelen, doordat de oplossing buiten het beoogde chirurgische preparatiegebied terecht was gekomen, ondanks voorafgaande oogbeschermende maatregelen. Vermijd ook rechtstreeks contact met zenuwweefsel en het middenoor. Niet aanbrengen op open huidwonden of beschadigde huid en in de buurt van slijmvliezen.
De oplossing voorzichtig aanbrengen. Wanneer de oplossing te krachtig wordt aangebracht op een erg tere of gevoelige huid, of als gebruik herhaald wordt, kan een plaatselijke huidreactie optreden, zoals roodheid, ontsteking, jeuk, een droge en/of schilferende huid en pijn. Bij de eerste tekenen van een dergelijke reactie, het aanbrengen staken.
Vermijd ophoping: Verwijder eventuele met chloorhexidine-oplossing doordrenkte materialen, doeken of kleding vóórdat tot de ingreep wordt overgegaan. Gebruik geen overmatige hoeveelheden en zorg dat de oplossing niet ophoopt, bv. in huidplooien, en dat deze niet op lakens of ander materiaal in direct contact met de patiënt druppelt. Controleer bij aanbrengen van een occlusief verband of er geen overmatige hoeveelheid chloorhexidine aanwezig is. Vermijd langdurig contact tussen huid en alcoholische oplossingen.
Chemische brandwonden bij pasgeborenen hangen samen met het gebruik van alcoholische en waterige chloorhexidine-oplossingen voor huiddesinfectie voorafgaand aan invasieve procedures. Het risico lijkt hoger te zijn bij prematuren (vooral bij een zwangerschapsduur < 32 weken) en in de eerste 2 weken na de geboorte.
Anafylaxie tijdens anesthesie is gemeld na gebruik van chloorhexidine voor pre-operatieve desinfectie van het operatiegebied. Niet gebruiken bij een voorgeschiedenis van een allergische reactie op chloorhexidine. Symptomen van anafylactische reacties kunnen gemaskeerd zijn bij een verdoofde patiënt, doordat een aanzienlijk deel van de huid bedekt is of de patiënt niet in staat is om vroege symptomen te communiceren. Als symptomen van een anafylactische reactie worden gedetecteerd tijdens de anesthesie – bijvoorbeeld plotselinge daling van de bloeddruk, urticaria, angio-oedeem – overweeg dan een aan chloorhexidine gerelateerde allergische reactie. Bij vermoeden van een aan chloorhexidine gerelateerde allergische reactie tijdens anesthesie, het gebruik van alle producten die chloorhexidine bevatten direct staken en producten verwijderen.
Hypochloriet (bleekmiddel) kan bruine niet-verwijderbare vlekken veroorzaken in textielstoffen die eerder in contact zijn geweest met preparaten met chloorhexidine. Door linnengoed te bleken met perboraat kan dit worden voorkómen.
Hulpstoffen
- Isopropylalcohol is ontvlambaar. Pas als de huid volledig droog is, mag elektrocauterisatie worden toegepast of mogen andere ontvlambare bronnen worden gebruikt.
- De kleurstof zonnegeel in getinte Chloraprep vervaagt langzaam. Indien nodig kan deze met zeep en water of alcohol worden verwijderd.
Eigenschappen
Natriumhypochloriet heeft een breed spectrum en werkt snel. De werkzaamheid wordt bepaald door de concentratie hypochloorzuur (HOCl). De microbicide werking berust waarschijnlijk op eiwitdenaturatie en inactivering van nucleïnezuren. Natriumhypochloriet heeft tevens een losmakend en oplossend effect op necrotisch weefsel; bloedstolsels worden echter ook opgelost en de bloedstolling vertraagt. De 'chloorlucht' van het smeersel vermindert de onaangename wondgeur. Vloeibare paraffine dekt de wond af en gaat hechting tegen van verbandmateriaal aan de wond.
Eigenschappen
Chloorhexidinegluconaat is een kationisch biguanide. Het werkt bactericide door coagulatie van het cytoplasma en beschadiging van de celmembraan. Het heeft een breed werkingsspectrum tegen zowel Gram-positieve als Gram-negatieve bacteriën. Het geeft een aanzienlijke reductie van residente en transiënte flora. Herhaald gebruik heeft door de nawerking een additief effect op de oorspronkelijk bereikte reductie. Chloorhexidine bezit tevens werkzaamheid tegen sommige virussen en schimmels. Het is niet werkzaam tegen sporen van bacteriën en schimmels en is vrijwel niet werkzaam tegen mycobacteriën. De werking wordt niet geneutraliseerd in de aanwezigheid van organisch materiaal (pus, bloed). Werkingsduur: tot 48 uur (door sterke hechting van chloorhexidine aan de huid).
Isopropylalcohol is een snelwerkend bactericide breedspectrum-antisepticum, het heeft geen persistente werking. Het werkingsmechanisme berust waarschijnlijk op de denaturatie van eiwitten.
Bij aanbrengen van de oplossing zorgt de 70% isopropylalcohol voor de onmiddellijke doding van transiënte en residente micro-organismen op de hoornlaag; het chloorhexidinegluconaat hecht zich aan cellagen aan de oppervlakte van de epidermis en zorgt voor een residuele of persistente antimicrobiële activiteit, die de hergroei van micro-organismen voorkomt.
Kinetische gegevens
Resorptie | weinig absorptie van chloorhexidinedigluconaat, waarschijnlijk ook door de sterke hechting aan eiwitten. Isopropylalcohol wordt in geringe mate door de intacte huid geabsorbeerd. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
natriumhypochloriet hoort bij de groep desinfectantia, cutaan.
- benzalkonium (D08AJ01) Vergelijk
- cetrimide/chloorhexidine (D08AC52) Vergelijk
- chloorhexidine (cutaan) (D08AC02) Vergelijk
- chloorhexidine/isopropylalcohol (D08AC52) Vergelijk
- chloorxylenol (D08AE05) Vergelijk
- jodium (D08AG03) Vergelijk
- mecetronium (D08AX53) Vergelijk
- povidonjodium (behaarde hoofdhuid) (D11AC06) Vergelijk
- povidonjodium (cutaan) (D08AG02) Vergelijk
Groepsinformatie
chloorhexidine/isopropylalcohol hoort bij de groep desinfectantia, cutaan.
- benzalkonium (D08AJ01) Vergelijk
- cetrimide/chloorhexidine (D08AC52) Vergelijk
- chloorhexidine (cutaan) (D08AC02) Vergelijk
- chloorxylenol (D08AE05) Vergelijk
- jodium (D08AG03) Vergelijk
- mecetronium (D08AX53) Vergelijk
- natriumhypochloriet (D08AX07) Vergelijk
- povidonjodium (behaarde hoofdhuid) (D11AC06) Vergelijk
- povidonjodium (cutaan) (D08AG02) Vergelijk