Samenstelling
Natriumhypochlorietsmeersel FNA (actief chloor als natriumhypochlorietoplossing) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Smeersel (0,25%)
- Sterkte
- 2,38 mg/g
Basis: emulsie van water en vloeibare paraffine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Betadine (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) XGVS OTC Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing (lotion)
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 30 ml, 120 ml, 500 ml
Basis: waterige oplossing.
- Toedieningsvorm
- Scrub (zeep)
- Sterkte
- 75 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 120 ml, 500 ml
Basis: waterige oplossing.
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Sterkte
- 100 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor aanbevelingen in de preventie en behandeling van decubitus de V&VN-Richtlijn Decubitus (2021) op venv.nl.
Volgens de NHG-Standaard Decubitus (2015) wordt het gebruik van lokale antiseptica zoals natriumhypochloriet ter behandeling van infecties bij decubitus ulcera afgeraden. Uit in-vitro-onderzoek blijkt dat de middelen cytotoxisch zijn voor cellen die essentieel zijn voor het wondgenezingsproces, zoals fibroblasten, keratinocyten en leukocyten. Natriumhypochloriet alleen toepassen als er geen geschikte alternatieven voorhanden zijn.
Advies
Volgens de WIP (Werkgroep Infectie Preventie)-richtlijn Desinfectie van huid en slijmvliezen (2013) op RIVM.nl is het advies om voor huiddesinfectie een desinfectans op basis van alcohol (60–90%) te gebruiken, met óf zonder toevoeging van 0,5% chloorhexidine of 1% jodium. De richtlijn beveelt voor desinfectie van slijmvliezen chloorhexidine 0,2–1% in water, of povidonjodium 10% in water, aan. De WIP heeft begin 2017 zijn activiteiten gestaakt.
De NVDV-richtlijn Infectiepreventiemaatregelen bij dermatochirurgische ingrepen (2020) beveelt een pre-desinfectans op basis van alcohol (60–90%) met óf zonder toevoegingen aan (conform de WIP–richtlijn Desinfectie van huid en slijmvliezen). De chirurg dient daarbij rekening te houden met corneatoxiciteit van alcohol, jodiumallergieën en (tijdelijke) verkleuringen die een ingreep kunnen hinderen.
Indicaties
- Desinfectie van (necrotische) ulcera, zoals bij ulcus cruris venosum en decubituswonden graad III en IV.
Indicaties
- Profylaxe en behandeling van oppervlakkige infecties van de beschadigde huid (schaaf- en snijwonden) en bij brandwonden (oplossing, zalf).
- Huiddesinfectie voorafgaand aan injectie en bloedtransfusie (oplossing).
- Pre- en postoperatieve huiddesinfectie van het operatiegebied (oplossing, scrub).
- Handdesinfectie bij chirurgie (scrub).
Doseringen
Vooraf randen van de wond insmeren met zinkoxidezalf of zinkoxidepasta.
(Necrotische) ulcera en decubitus
2×/dag een met het natriumhypochlorietsmeersel geïmpregneerd gaas ten minste 1 uur in de wond leggen; wond afdekken met vaseline- of paraffinegaas en vochtdoorlatend wonddekkend verband. Na ten minste 1 uur het met het natriumhypochlorietsmeersel geïmpregneerd gaas verwijderen en de wond spoelen met water of fysiologische zoutoplossing. Vervolgens de wond afdekken met vaseline- of paraffinegaas en vochtdoorlatend verband en laten zitten tot de volgende behandeling. De behandeling voortzetten totdat de wond rood granulerend is.
Bij een vergeten dosis deze alsnog aanbrengen tenzij het minder dan 4 uur duurt voor de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Sla dan de vergeten behandeling over en ga verder met het normale behandelschema.
Toediening: vóór gebruik fles goed schudden. Vóór het aanbrengen eerst wegwerphandschoenen aantrekken om irritatie aan de handen te voorkomen.
Doseringen
Profylaxe en behandeling van infecties van de beschadigde huid en brandwonden
Volwassenen en kinderen
Oplossing: direct vanuit de flacon of door middel van watten of een gaasje aanbrengen op de volledig aangedane huid; eventueel afdekken (pleister of gaasverband). Bij wondinfecties de behandeling voortzetten tot er geen tekenen van infectie meer zijn of tot er geen duidelijk risico meer is dat de randen van de wond worden geïnfecteerd. Bij terugkeer van de wondinfectie na staken de behandeling hervatten. Bij ernstig ontstoken of vochtige wonden elke 4–6 uur aanbrengen om een optimale antimicrobiële werking te handhaven. Bij vervagen van de bruine kleur, de oplossing opnieuw aanbrengen.
Volwassenen en kinderen
Zalf: afhankelijk van het te behandelen oppervlak meerdere malen per dag aanbrengen op de volledig aangedane huid. Het verband wisselen op geleide van het klinisch beeld, in principe dagelijks of iedere 2 dagen. Bij ernstig ontstoken of vochtige wonden elke 4–6 uur aanbrengen om een optimale antimicrobiële werking te handhaven. Bij vervagen van de bruine kleur, de zalf opnieuw aanbrengen.
Huiddesinfectie voorafgaand aan injectie en bloedtransfusie
Volwassenen en kinderen
Oplossing: direct vanuit de flacon of door middel van watten of een gaasje aanbrengen op de huid.
Handdesinfectie bij chirurgie
Volwassenen
Scrub: de natte handen en onderarmen (tot over de ellebogen) met 5 ml scrub inwrijven en grondig borstelen gedurende 2½ minuut. Daarna afspoelen en dezelfde procedure herhalen.
Pre- en postoperatieve huiddesinfectie
Volwassenen en kinderen
Oplossing: direct vanuit de flacon of door middel van watten of een gaasje aanbrengen op de huid; eventueel afdekken.
Scrub: pre-operatief: het operatieveld bevochtigen en grondig inwrijven met de scrub gedurende 5 minuten. Het ontstane schuim verwijderen met een vochtig, steriel gaasje en vervolgens een desinfectans opbrengen.
Pasgeborenen: Het gebruik beperken tot het absolute minimum: zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Ouderen: Bij aanleg voor hyperthyroïdie regelmatig of langdurig aanbrengen van grote hoeveelheden op uitgebreide huidgedeelten vermijden.
Verminderde nierfunctie: Vermijd regelmatig of langdurig aanbrengen van grote hoeveelheden op uitgebreide huidgedeelten aangezien eliminatie bijna uitsluitend via de nieren plaats vindt.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): irritatie, pijn, erytheem en oedeem van de gezonde huid rondom de wond; daarom vóór gebruik de gezonde huid beschermen door zinkoxidezalf of -smeersel op de wondranden aan te brengen.
Soms (< 1%): overgevoeligheid.
Bij lokale toepassing kunnen bloedstolsels oplossen en bloedingen optreden.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid. Contacteczeem, met symptomen zoals erytheem, blaasjes en jeuk.
Zeer zelden (< 0,01%): angio-oedeem, anafylactische reactie. Hyperthyroïdie; bij een voorgeschiedenis van schildklieraandoeningen na aanzienlijke opname van jodium (na langdurig gebruik op grote oppervlakken).
Verder zijn gemeld: chemische en thermische brandwonden, bij ophoping onder de patiënt tijdens pre-operatieve voorbereiding; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Droge huid, exfoliatieve dermatitis. Hypothyroïdie (na langdurig of veelvuldig gebruik). Na opname van grote hoeveelheden jodium (op grote oppervlakken): acuut nierfalen, metabole acidose, verstoring van de elektrolytenbalans, abnormale osmolariteit van het bloed. Pneumonitis (als complicatie bij aspiratie).
Interacties
Natriumhypochlorietsmeersel en andere huidmiddelen kunnen elkaars werking beïnvloeden; geen andere huidmiddelen in de wond gebruiken. De randen van de wond kunnen wel worden beschermd met zinkoxidezalf of -smeersel.
Interacties
Vermijd gelijktijdig gebruik met lokale middelen die kwik bevatten, vanwege het risico op vorming van bijtende stoffen en gevaar van brandwonden.
Gelijktijdig gebruik van producten die zilver, waterstofperoxide en taurolidine bevatten leidt tot een verminderde werking van deze producten. Gelijktijdig gebruik van wondbehandelingsproducten die enzymatische componenten bevatten leidt tot een verminderde werking van beide middelen. Ook in combinatie met eiwitten en andere onverzadigde organische verbindingen kan de werking verminderen.
Gelijktijdig gebruik van desinfectantia met octenidine in dezelfde of aangrenzende gebieden, kan reversibele donkere verkleuringen veroorzaken.
Door de oxidatieve werking van povidonjodium kunnen bepaalde diagnostische testen (zoals testen met toluidine en guaiagom en de bepaling van hemoglobine of glucose in urine of ontlasting) fout-positieve uitslagen geven.
Tijdens het gebruik van een povidonjodium-oplossing is de opname van jodium door de schildklier mogelijk verlaagd, dit kan interfereren met testuitslagen (bv. van schildklierscintigrafie, bepaling van eiwitgebonden jood) en de behandeling met radioactief jodium.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens geeft geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Jodium passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Jodium kan overgaan in de foetale circulatie en vervolgens de schildklierfunctie van de vrucht beïnvloeden. Effecten kunnen optreden vanaf de twaalfde zwangerschapsweek, omdat de foetale schildklier vanaf dat moment jodium opneemt.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Nee. Ruime ervaring bij vrouwen die borstvoeding geven laat geen nadelige effecten zien bij de zuigeling.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: bij gebruik in de buurt van de tepel direct na de voeding aanbrengen; tepel en borst eerst goed wassen voor een volgende voeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (tot 50%). Toepassing van kleine hoeveelheden kan leiden tot een hoge dosis vrij jodium in de moedermelk door stapeling (melk/plasma-ratio: 15–23).
Farmacologisch effect: De schildklierfunctie van de zuigeling kan negatief worden beïnvloed en leiden tot hypothyroïdie en struma.
Advies: Bij langdurig gebruik en gebruik op grotere oppervlakken, het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Kortdurend gebruik van povidonjodium op een klein huidoppervlak is waarschijnlijk veilig.
Contra-indicaties
Rood granulerende wond; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Contra-indicaties
- Toepassing op grote huidoppervlakken bij hyperthyroïdie, of andere manifeste schildklieraandoeningen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vertraagde wondgenezing: bij in vitro-onderzoek is natriumhypochloriet toxisch voor fibroblasten, neutrofielen en endotheelcellen gebleken, waardoor de ontstekingsreactie mogelijk wordt verlengd en endotheelcellen worden beschadigd. De literatuur is echter niet eenduidig over een negatief effect van antiseptica zoals natriumhypochloriet op de wondgenezing. Een eventueel nadelig effect op granulatieweefsel is afhankelijk van de gebruikte concentratie en bij sommige antiseptica, mits voldoende verdund, afwezig.
Natriumhypochloriet is een basische stof. Bij mengen met zuren en bij contact met metalen oppervlakten kunnen zuren vrijkomen en chloorgas.
Natriumhypochloriet werkt blekend op kleding, beddengoed en op haren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Beperk het gebruik bij pasgeborenen tot een minimum; vanwege de hoge doorlaatbaarheid van de huid en de gevoeligheid voor jodium, is er meer kans op hypothyroïdie en is controle van de schildklierfunctie nodig.
Niet toepassen in plaats van tetanusprofylaxe.
Niet gebruiken voor en na jodium- en schildkliergerelateerde onderzoeken (zoals scintigrafie) en/of behandeling met radioactief jodium.
Povidonjodium kan bij gevoelige personen anafylactische reacties veroorzaken.
Wees voorzichtig bij schildklierafwijkingen en na schildklierziekten.
Vermijd overmatige hoeveelheden en ophoping: voorkom dat bij gebruik als desinfectans bij een operatie de oplossing afdruipt en ophoopt, bv. in huidplooien of 'onder' de patiënt. Langdurige blootstelling aan de oplossing kan irritatie veroorzaken, en in zeldzame gevallen ook ernstige huidaandoeningen zoals chemische brandwonden (als gevolg van ophoping). In geval van huidirritatie, overgevoeligheid of contacteczeem onmiddellijk het gebruik staken.
Vlekken op de huid, linnengoed, wol en zijde zijn met water gemakkelijk te verwijderen. Een lichte verkleuring van sommige kunstvezels verdwijnt na behandeling met verdunde ammonia.
Overdosering
Symptomen
Bij chronische overdosering: hypothyroïdie, eczeem, lever- en nierfunctiestoornissen, neutropenie.
Voor meer informatie zie vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Natriumhypochloriet heeft een breed spectrum en werkt snel. De werkzaamheid wordt bepaald door de concentratie hypochloorzuur (HOCl). De microbicide werking berust waarschijnlijk op eiwitdenaturatie en inactivering van nucleïnezuren. Natriumhypochloriet heeft tevens een losmakend en oplossend effect op necrotisch weefsel; bloedstolsels worden echter ook opgelost en de bloedstolling vertraagt. De 'chloorlucht' van het smeersel vermindert de onaangename wondgeur. Vloeibare paraffine dekt de wond af en gaat hechting tegen van verbandmateriaal aan de wond.
Eigenschappen
Povidonjodium is een breedspectrum-desinfectans met een snelle en lang aanhoudende dodende werking tegen micro-organismen. Het is een complex van jodium, gebonden aan dragermateriaal (povidon (polyvinylpyrrolidon, PVP) waaruit het elementair jodium langzaam wordt vrijgegeven (jodiumreservoir). Het vrije jodium reageert als een sterk oxiderend medium op moleculair niveau met enzymen en structurele basiscomponenten van micro-organismen. Het spectrum is breed en omvat (myco)bacteriën, schimmels (vooral Candida spp.), vele virussen en enkele protozoa. De bruine kleur duidt op de aanwezigheid van jodium. Werkingsduur: zolang bruine kleur zichtbaar is.
Gebonden in het povidonjodiumcomplex verliest jodium grotendeels zijn lokaal irriterende effecten in vergelijking met alcoholische jodiumoplossingen.
Kinetische gegevens
Resorptie | jodium: gering door de intacte huid, hoger bij een niet-intacte huid en bij prematuren, neonaten en kinderen. |
Eliminatie | hoofdzakelijk via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
natriumhypochloriet hoort bij de groep desinfectantia, cutaan.
- benzalkonium (D08AJ01) Vergelijk
- cetrimide/chloorhexidine (D08AC52) Vergelijk
- chloorhexidine (cutaan) (D08AC02) Vergelijk
- chloorhexidine/isopropylalcohol (D08AC52) Vergelijk
- chloorxylenol (D08AE05) Vergelijk
- jodium (D08AG03) Vergelijk
- mecetronium (D08AX53) Vergelijk
- povidonjodium (behaarde hoofdhuid) (D11AC06) Vergelijk
- povidonjodium (cutaan) (D08AG02) Vergelijk
Groepsinformatie
povidonjodium (cutaan) hoort bij de groep desinfectantia, cutaan.
- benzalkonium (D08AJ01) Vergelijk
- cetrimide/chloorhexidine (D08AC52) Vergelijk
- chloorhexidine (cutaan) (D08AC02) Vergelijk
- chloorhexidine/isopropylalcohol (D08AC52) Vergelijk
- chloorxylenol (D08AE05) Vergelijk
- jodium (D08AG03) Vergelijk
- mecetronium (D08AX53) Vergelijk
- natriumhypochloriet (D08AX07) Vergelijk
- povidonjodium (behaarde hoofdhuid) (D11AC06) Vergelijk